NL8220027A - Therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno.complexziekten en tumoren. - Google Patents

Therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno.complexziekten en tumoren. Download PDF

Info

Publication number
NL8220027A
NL8220027A NL8220027A NL8220027A NL8220027A NL 8220027 A NL8220027 A NL 8220027A NL 8220027 A NL8220027 A NL 8220027A NL 8220027 A NL8220027 A NL 8220027A NL 8220027 A NL8220027 A NL 8220027A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
immuno
human
pepsin
human pepsin
tumors
Prior art date
Application number
NL8220027A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mochida Pharm Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mochida Pharm Co Ltd filed Critical Mochida Pharm Co Ltd
Publication of NL8220027A publication Critical patent/NL8220027A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K38/00Medicinal preparations containing peptides
    • A61K38/16Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • A61K38/43Enzymes; Proenzymes; Derivatives thereof
    • A61K38/46Hydrolases (3)
    • A61K38/48Hydrolases (3) acting on peptide bonds (3.4)
    • A61K38/488Aspartic endopeptidases (3.4.23), e.g. pepsin, chymosin, renin, cathepsin E
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/10Dispersions; Emulsions
    • A61K9/127Liposomes

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Medicines Containing Antibodies Or Antigens For Use As Internal Diagnostic Agents (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Description

8;; ? 0 η ? 7 VO ^912
Betr: Therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno-complexziekten en tumoren.
De uitvinding betreft een therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno-complexziekten en tumoren, dat menselijk pepsine als effectief bestanddeel bevat.
>· Allergische aandoeningen worden veroorzaakt door een allergische 5 reactie, die als gevolg van een antigeen-antilichaamreactie een patho-genese bij een levend organisme oplevert. Het mechanisme van deze patho-gene verschijnselen volgt naar wordt aangenomen, het volgende pad.
Bij blootstelling aan een pathogeen antigeen produceert een levend organisme antilichamen. De tweede aantasting door hetzelfde antigeen 10 veroorzaakt een antigeen-antilichaamreactie en als gevolg daarvan de vrijstelling van chemische mediatoren uit de cellen. Deze mediatoren schaden de weefsels en/of de gevormde antigeen-antilichaamcomplexen worden afgezet op de weefsels, waardoor allergene aandoeningen of auto-immuno-aandoeningen optreden. De diverse pathogene antigenen om-15 vatten xenogene antigenen, zoals geïnhaleerde allergenen, voedselaller-genen, geneesmiddelen, contactallergenen en andere, zoals allogene of au* tologe antigenen, die voortspruiten uit autologe componenten van weefsels of organen die zijn gedenatureerd en derhalve reageren als vreemde stoffen.
20 De z.g. allergische aandoeningen, veroorzaakt door xenogene antigenen, zoals bronchiale astma, voedselallergie of urticaria, worden volgens hun symptomen of oorzaken verdeeld in vier typen.
Type I omvat allergieën van het anafylactische type, die voortvloeien uit weefsel beïnvloedende antilichamen en worden gekarakteri-25 seerd door een verhoogdecapillaire permeabiliteit en een contractie van de gladde spieren; allergieën van het type II (cytotoxisch type) vloeien voort uit de aanwezigheid van complementen en worden gekarakteriseerd door schade aan de cellen; allergieën van het type III (arthus-type) resulteren uit het neerslaan van antigeen-antilichaamcomplexen op 8220027 -2- vaatwanden en het optreden van complementen en polymorfonucleaire leucosyten en zijn gekarakteriseerd door ontstekingsreacties; allergieën van het type IV resulteren uit een door cellen optredende immuniteit en worden gekarakteriseerd door het verschijnen van een 5 vertraagde overgevoeligheid, zoals de Tuberculine-reactie. Van de allergische reacties nemen b.v. de typen I, III en IV deel bij bronchiale astma en elk van deze reacties veroorzaakt naar men aan-'neemt onafhankelijk of in combinatie de astma-aanvallen. Het pathogene mechanisme van deze allergische aandoeningen verloopt waarschijnlijk 10 als volgt:
Een antigeen dat een levend organisme binnendringt wordt gedetecteerd door macrofagen en de immunologische informatie omtrent het antigeen wordt doorgegeven naar het T cel-B celsysteem. De B cellen die deze informatie ontvangen, produceren immunoglobulins'·(Ig E.· anti-15 lichaam wordt hoofdzakelijk geproduceerd bij allergieën van het type I en I Ig G antilichamen hoofdzakelijk bij allergieën van de typen II en lil) en het Ig E antilichaam bindt zich aan de basofiele lichaampjes in de bloedbaan of aan de mastcellen in de weefsels, waardoor een gevoeligheid ontstaat. Komen dezelfde antigenen wederom binnen bij 20 het gevoelig gemaakte organisme, dan worden zij gebonden door aan cel gebonden antilichamen, waardoor chemische mediatoren, zoals histamine en langzaam reagerende stoffen van het anafylaxietype (SRS-A) vrijkomen. De vrijgekomen chemische mediatoren veroorzaken allergische symptomen, zoals een erytheem, een oedeem of een verhoging van de 25 kliersecretie, veroorzaakt door een contractie van de gladde spieren en een verhoging van de capillaire permeabiliteit. Anderzijds bindt Ig G antilichaam zich aan polymorfonucleaire leucocyten waardoor een overgevoeligheid optreedt, waarna een hieropvolgende secretie van SRS-A als chemische mediator kan worden verwacht.
30 Anti-allergische middelen oefenen hun therapeutisch effect uit door een van deze trappen te remmen.
B.v. zijn xanthinederivaten, ji -adrenergische stimulatoren of corticosteroïden gebruikt voor de behandeling van astma. Bij deze geneesmiddelen is echter vaak een ongewenste nevenreactie waargenomen.
35 B.v. zijn palpitatie, tachycardie enz. waargenomen bij een toediening van 8220027 -3- xanthinederivaten en β-stimulantia. Voorts veroorzaken cortico-steroïden ongunstige reacties, zoals een maagzweer en complicaties bij bacterie-infecties. Bovendien kunnen antihistaminemiddelen moeilijkheden veroorzaken bij de expectoratie van tracheale secretie, 5 die sterker is dan het anti-astmaeffeet, zodat zij some veeleer de clinische toestand van de astmapatiënt verslechteren.
Immuno-complexerziekten of autoimmuno-aandoeningen waarbij het pathogene antilichaam een auto-antigeen is, zoals bij rheumatoïde arthritis, systemische lupus erythematosus (SLE) en lupus nephritis, 10 zijn zoals de namen reeds aangeven, aandoeningen die resulteren uit complexen van antigenen en antilichamen, met name immuno-complexen. Hoewel het pathogene mechanisme van immuno-complexaandoeningen gecompliceerd is en nog niet geheel is ontrafeld, wordt algemeen aangenomen, dat deze de volgende weg volgen: Wanneer de weefsels door 15 bacterie-of virusinfecties worden beschadigd, worden antilichamen tegen de vers geproduceerde auto-antigenen of met virus geïnfecteerde cellen geproduceerd, en deze reageren met de corresponderende antigenen tot immuno-complexen. Aangezien deze immuno-complexen het complement-systeem en de plaatjes activeren worden bloedvat-beïnvloedende stof-20 fen, zoals histamine en serotonine vrijgesteld, waardoor de capillaire permeabiliteit wordt verhoogd. Vervolgens penetreren de immuno-complexen in de bloedbaan de vaatwanden met verhoogde permeabiliteit en zetten zij zich af langs de basismembranen. Polymorfonucleaire leucocyten hopen zich op -op de afzetplaatsen van de immuno-complexen door een 25 actie van de leucocyte-chemotactische factoren, geproduceerd door de actie van het complement tegen de afgezette immuno-complexen.
De polymorfonucleaire leucocyten, die met de immuno-complexen reageren stellen diverse weefsel beschadigende stoffen, zoals cathepsine D en E, collagenase, elastase en permeabiliteitsfactoren vrij, en ook deze 30 stoffen beschadigen uiteindelijk het weefsel. De complementspiegel in een serum van een patiënt met een immuno-complexaandoening, zoals SLE, is over het algemeen laag en een verslechtering van zijn toestand staat in nauw verband met de verlaging van de complementspiegel. Deze verlaging van de complementspiegel wordt naar men aanneemt veroorzaakt 35 door een sterk verbruik van complement bij de plaats waar de reactie $220027 -lotussen antigenen en antilichamen plaatsvindt, zoals in de nieren en de "bloedvaten. Bovendien "blijken de immuno-complexen ook een rol te spelen "bij het bloedcoagulatiesysteem en leiden zij naar men aanneemt tot een ernstiger toestand via diverse mechanismen, zoals een ver-5 snelling van de fibrinoïde afzetting op de beschadigde weefsels.
Voor een behandeling van immuno-complexziekten zijn ontstekings-remmende middelen en immuno-suppressiva met inbegrip van steroïden tot dusver gebruikt ter onderdrukking van het overgevoelig gemaakte immuno-systeem en voor het verminderen van locale ontstekingen en 10 pijnen, terwijl ook wel anticoagulantia en antiplaatjesmiddelen zijn gebruikt voor het verbeteren van de afwijkingen bij het coagulatie-fibrinolysesysteem in de bloedvaten. Omdat deze geneesmiddelen echter weinig effectief zijn en een rol kunnen spelen bij zeer ongunstige reacties, is het bijzonder gewenst geneesmiddelen te ontwikkelen die 15 veilig zijn en zeer effectief bij een behandeling van dit soort ziekten.
Voorts zijn vele geneesmiddelen ontwikkeld voor het behandelen van maligne tumoren. Deze anti-tumormiddelen kunnen grofweg worden ondergebracht binnen de volgende twee klassen. De eerste klasse omvat de z.g. cytotoxinen, die de tumorgroeien direct remmen. De tweede klasse 20 omvat geneesmiddelen, die indirect de groei van tumoren remmen door . ze te onderkennen als vreemde stoffen via de activering van de immunologische beschermende functies van de gastheer. Geneesmiddelen van het eerste type hebben evenwel een onvoldoende selectieve giftigheid jegens tumorcellen maar zijn wel giftig tegen de normale cellen 25 van de gastheer. Hun totale dosering moet dus sterk worden beperkt. Anderzijds vertonen de middelen van het tweede type, de z.g. immuno-potentiatoren, veel minder vaak dan de eerstal ongunstige nevenreacties., zodat zij gewoonlijk veilig kunnen worden gebruikt. Zij hebben' echter het grote probleem, dat aangezien de tumor zelf afkomstig is uit de 30 normale cellen van de patiënt, deze onvoldoende kan worden onderkend als een vreemde stof door het immunologisch systeem, en een aantal immunopotentiatoren een ontoereikend anti-tumoreffect ontplooit.
In verband met het bovenstaande is uitgebreid gezocht naar een effectief therapeutisch middel tegen allergische aandoeningen, 35 immuno-complexziekten en tumoren. Gevonden werd nu, dat menselijk 8220027 -5- pepsine een sterk anti-allergisch effect bezit en een opmerkelijk remmend effect tegen diverse immuno-complexziekten alsmede een voortreffelijk anti-tumoreffeet. De uitvindig is op deze vondst gebaseerd.
Menselijk pepsine is een bekend enzym (ïïirschowitz, Physiol.
5 Rev., 37, blz. 1+75, (1957)· Het kan worden verkregen uit menselijk maagsap, maagweefselmembranen of urine door een passende combinatie van bekende methoden voor het zuiveren van eiwitten, b.v. uitzouten, ad-sorptiechromatografie onder toepassing van een anorganisch adsorbens, ionenuitwisselingschromatografie onder toepassing van een ionen-10 uitwisselende hars, gelchromatografie met een molecuulzeefeffect enz.
Een grote hoeveelheid menselijk pepsine kan eveneens worden verkregen door een celcultuur van pepsine producerende cellen, b.v. de hoofdcellen van maagwandweefsel, pepsine producerende cellen, die met kankercellen zijn gefuseerd,of door genetische experimenten, waarbij b.v.
15 een complementair-DNA wordt bereid door een omgekeerde transcriptase uit een templet-boodschapper RM voor menselijk pepsine, waarna het aldus verkregen DNA in een E. coli wordt verwerkt.
Volgens b.v. de methode van Tang (Methods in Enzymol., 19, ko6 (1970) werd menselijk maagsap door een Amberlite IRC-50 kolom, ge-20 equilibreerd met een 0,2 M citraatbufferoplossing met pH 3,0 geleid, waarbij het pepsine op de hars werd gehecht. De kolom werd hierna gewassen met een 0,2 M citraatbufferoplossing met pH 3,8 en het pepsine ge-elueerd met een 0,2 M citraatbufferoplossing met pH b,2. Het eluaat werd enige malen op dezelfde wijze gechromatografeerd, waarbij menselijk 25 pepsine werd verkregen.
Dit aldus verkregen menselijke pepsine had een molecuulgewicht van 32.000-38.000 volgens gelchromatrografie over Sephadex G-100; een isoëlectrisch punt van 1-3 volgens isoëlectrisch focussen op Ampholite; een maximale absorptie bij 278 nm, een positieve reactie bij 30 de ninhydrinereactie en is goed oplosbaar in water maar onoplosbaar in ether of chloroform.
Menselijk pepsine vertoont een sterke hydrolytisehe activiteit tegen hemoglobine bij een pH beneden 7,0, terwijl zijn activiteit sterk wordt geremd door pepstatine. Voorts is menselijk pepsine in een 35 zuur medium met een pH beneden 7,0 stabiel, terwijl het instabiel is 8220027 -6- in een zwak tot sterk alkalisch medium met een pH hoven 8,0.
De farmacologische activiteit en de giftigheid van menselijk pep-sine worden in de volgende voorheelden nader toegelicht.
Voorbeeld 1: 5 Remmend effect op de productie van anti-ovalhumine Ig E antilichamen.
Groepen van elk 10 Wistarratten (mannetjes) met een gewicht van 180-200 g werden gebruikt. 0,1 mg ovalhumine samen met 20 mg aluminium-hydroxydegel werd intraperitoneaal geïr^pcteerd. Vanaf de daaropvolgende dag werd menselijk pepsine eens per dag gedurende lU dagen intra-10 veneus geïnjecteerd. Na J, 10 en lb dagen na de toediening van het ovalhumine werden bloedmonsters getrokken en de concentratie aan anti-ovalhumine Ig E antilichaam in het serum gemeten volgens de homologe PCA-reactie op ratten (H. Maruyama: Folia Pharmacologica Japonic a ,7]+, 179 (1978). De resultaten zijn weergegeven in fig. 1.
15 De productie van anti-ovalhumine Ig E antilichaam werd sterk onderdrukt door een toediening van menselijk pepsine.
Voorbeeld 2:
Remmend effect op hronchiale astma.
Groepen van elk 10 mannelijke Wistarratten van 180-200 g werden 20 gebruikt. 0,1 mg ovalhumine tezamen met 20 mg aluminiumhydroxydegel werd intraperitoneaal geïnjecteerd en vanaf de daaropvolgende dag werd menselijk pepsine intraveneus toegediend en wel eenmaal per dag gedurende lb dagen. Na lU dagen werd 25 mg/kg ovalhumine intraveneus toegediend, waardoor een hronchiale astma kan ontstaan en de resul-25 terende tracheeëncontractie gemeten volgens de methode van Konzett en Rossler (Arch. Exptl. Path. Pharmacol. 195, 71 (19^0)). De relatieve mate van contractie van de tracheeën hij elke groep werd berekend, waarbij de contractie van de controlegroep willekeurig op 100 werd gesteld. De resultaten zijn weergegeven in tabel A.
30 Tabel A
Mate van contractie v.d. trachea
Dosering
Controle - 100 humaan pepsine 0,05 mg/kg 75 35 0,5 mg/kg b8 5 mg/kg 25 8220027 -7-
De tracheeëncontractie werd dus duidelijk door de toediening van menselijk pepsine geremd.
Voorbeeld 3:
Remmend effect op Masugi-nephritis.
5 Volgens de methode van Suzuki (Folia Pharmacologica Japonica, 68, 572 (1972)) werd konijnen-anti-rattennierserum intraveneus toegediend aan groepen van elk 10 mannelijke Wistarratten in een dosis O . .
van 5 cm /kg tot een nephritis optrad. Na het optreden van de nephritis werden bloed- en urinemonsters getrokken op regelmatige intervallen, 10 om de spiegels aan serum-immunocomplex en eiwit in de urine te meten. Menselijk pepsine werd eenmaal per dag na de toediening van de anti-nier-antilichamen intraveneus toegediend en een controlegroep gelijkelijk behandeld met geïnactiveerd menselijk pepsine. De resultaten zijn weergegeven in de figuren 2 en 3.
15 Bij de groepen behandeld met menselijk pepsine werd een duidelijke vermindering in urine-eiwit en bloed-immunocomplex waargenomen.
Voorbeeld U:
Remmend effect op spontane nieraandoeningen.
20 De metingen hierbij werden verricht volgens Abe et al (The
Ryumachi, lA, U3 (197^)).
Groepen van elk zéstien l6-weken oude vrouwelijke muizen (NZB x NZW) F·], werden geïnjecteerd met menselijk pepsine en wel intraveneus met een dosis van 10 mg/kg eenmaal per dag. Een controlegroep 25 werd gelijkelijk behandeld met intraveneus toegediend geïnactiveerd menselijk pepsine. Elke vierde week werd het eiwitgehalte in de urine van de muizen gemeten met een gebruikelijk proefpapier (Combisticks).
De resultaten zijn weergegeven in fig. l·. Voorts werden 6 muizen van elke groep gedood toen zij 32 weken oud waren en de celinfiltratie 30 in de nierglomeruli bekeken. De overige 10 muizen van elke groep kregen dagelijks hun verdere dosis en de mate van overleving bij een Ifflftijd van 50 weken werd bepaald. De resultaten zijn weergegeven in tabel B.
Waargenomen werd, dat door een toediening van menselijk pepsine 35 toename van eiwit in de urine duidelijk werd geremd, de celinfiltratie 8220027 -8- bij 32 weken gering was en de mate van overleving "bij 50 weken hoger was dan bij de groepen die met inactief materiaal werden behandeld.
Deze resultaten indiceren dat spontane nieraandoeningen bij muizen kunnen worden geremd door menselijk pepsine.
5 Tabel B
Controlegroep Groep behandeld met humaan pepsine_
Celinfiltratie sterke infiltratie lichte infiltratie rond vaat- in microlymphocyten wanden en plasmocyten 10 Percentage overlevenden 20% 80% XP<0,05 15 Voorbeeld 5:
Remmend effect op thyroiditis
Dit experiment werd uitgevoerd volgens de methode van Kotani et al (Clinical Immunology, £(8), 635 (1977). Groepen van elk 10 mannelijke BUF/HDK ratten van 6 weken oud werden onderworpen aan 20 een thymectomie en vervolgens met röntgenstralen van elk 200 rad bestraald en wel vier malen met een interval van twee weken. Na lH weken na de thymectomie werden de ratten gedood en hun bloed gewonnen.
De thyroideklieren werden geïsoleerd en in een paraffineblok gelegd en vervolgens gekleurd met hematoxylineosine of met azan. De ernst van 25 de thyroiditis werd gemeten volgens een schaal 0-^ op basis van de infiltratie van mononucleaire cellen, schade aan endoplasmisch reticulum en glandulaire fibrosis. Menselijk pepsine werd eenmaal per dag aan de dieren toegediend terwijl de controlegroep gelijkelijk werd behandeld met geïnactiveerd menselijk pepsine. De resultaten zijn 30 weergegeven in tabel C.
Vergeleken met de controlegroep bleek binnen de groepen die behandeld waren met menselijk pepsine zowel het optreden als de ernst van de thyroiditis afhankelijk van de dosis verminderd.
35 8220027 -9-
Tabel C
Optreden {%) Ernst
Controle 90 3·5 - 0.U
5 Humaan pepsine 1 mg/kg 80 2.9 + 0.5
3 mg/kg 60 2.0 + 0.2X
10 mg/kg ^0X 1.2 + O.l3™ 10 X p<0.05 ** p< 0.01
Voorbeeld 6:
Hydrolyse van menselijk immunocomplex.
Serum werd gewonnen uit patiënten met rhe.umatoide arthritis, systemische lupus erythematosus en hepatitis, waarvan immuno-complex 15 in hun serum was aangetoond. Menselijk pepsine werd toegevoegd aan g 1 cm van het serum m een hoeveelheid van 10, 30 of 100/ug, waarna het serum 60 min hij 37°C werd geincubeerd. Na de reactie werd de hoeveelheid immuno-:complex in het serum gemeten volgens de hemolytische reactie van schapen-erythrocyten hij aanwezigheid van cavia-complement volgens 20 de methode van Fust et al (Atherosclerosis, 29, l8l (1978), waarbij geaggregeerd menselijk Ig G als standaardstof werd gebruikt. De resultaten zijn weergegeven in tabel D.
Tabel D
Ziekten Serum No. Hoeveelheid toegevoegd Immuno-complexgsjhalte humaan pepsine (^ig/ml) ^ ___(pg/ml)_ ._
Rheumatoide 10 75 arthritis 10 66 30 52 30 100 < 50 2 0 23^ 10 181 30 153 100 122 35 -:- 8220027 -10-
Systemische lupus 1 0 k26 erythematosus 10 36θ 30 213 100 128 5 2 0 120 10 69 30 58 100 \ 50 10 Hepatitis 10 63 10 58 30 {50 100 (50 2 0 72 15 io 66 30 58 100 52
Menselijk pepsine verminderde dus de hoeveelheid immuno-complex 20 in het serum van patiënten die leden aan chronische reuma, systemische . lupus erythematosus en hepatitis in een mate die afhankelijk was van de dosis.
Voorbeeld 7:
Effect op menselijke borstkanker MX-1, getransplanteerd op een 25 naakte.muis.
2
Twee stukjes van 1 mm menselijk borstkanker MX-1, die waren voortgekweekt op naakte muizen (BALB/C, nu/nu), werden getransplanteerd en wel subcutaan op de ruggen van de dieren in groepen die elk bestonden uit 5 muizen van de genoemde stam. Vanaf twee weken later werd menselijk 30 pepsine tweemaal per dag gedurende 18 dagen intraveneus toegediend.
Ha 18 dagen gerekend vanaf de eerste toediening van menselijk pepsine werden de tumoren geïsoleerd en gewogen. De resultaten zijn weergegeven in tabel E.
35 8220027 -11-
Tabel E
Dosis (mg/kg) Tumorgewicht (g)
Controle 1.32 + 0.09
Humaan pepsine 0.3 0.78 + 0.11 X
5 3.0 0.68 - 0,15 X
x P <0,05
Menselijk pepsine vertoonde dus een duidelijk', anti-tumor-10 effect, zelfs bij de laagste dosis.
Voorbeeld 8;
Acute giftigheid.
Groepen van elk 19 ddY mannelijke muizen van 20 - 1 g werden intraveneus of intraperitoneaal met een dosis van 2 g/kg menselijk 15 pepsine opgelost in een fysiologische zoutoplossing behandeld.
Vervolgsns werden de muizen dagelijks gedurende een week bekeken op elk mogelijk toxicologisch symptoom. Hierbij werd gedurende d;eze periode geen enkel teken van giftigheid waargenomen.
Als beschreven in de voorgaande voorbeelden is dus menselijk 20 pepsine een effectief bestanddeel voor een farmaceutisch geneesmiddel voor het onderdrukken van de productie van Ig E antilichamen en vertoont het een duidelijk therapeutisch effect tegen experimentele astma. Voorts onderdrukt het systeem duidelijk de ontwikkeling en het optreden van een aantal ziekten, die naar men aanneemt veroorzaakt 25 worden door immuno-complexen, zoals thyroiditis en nephritis. Tenslotte vertoont menselijk pepsine ook een duidelijk en sterk anti-tumor-effect.
Uit de resultaten van de giftigheidsproef blijkt, dat de dosis benodigd voor de genoemde therapeutische effecten duidelijk 30 binnen de veiligheidsgrenzen valt. Aangenomen wordt, dat menselijk pepsine, vanwege zijn menselijke herkomst weinig gevaar oplevert voor ernstige nevenreacties berustend op antigene eigenschappen, zoals een anafylactische shock, en dus een zeer bruikbaar therapeutisch middel kan worden tegen diverse allergische aandoeningen, zoals 35 bronchiale astma, diverse immuno-eomplexziekten en verscheidene tumoren.
8220027 -12-
Korte beschrijving van de tekening:
Fig. 1 is een grafiek omtrent de resultaten van voorbeeld 1; fig. 2 en fig. 3 zijn grafieken omtrent de resultaten van voorbeeld 3.
5 Fig. U is een grafiek die de resultaten weergeeft omtrent de metingen van eiwit in urine bij voorbeeld U, waarbij het eiwitgehalte in de urine werd gemeten op basis van een kleuring van een proefpapier en werd uitgedrukt in temen van indices van de groep. Dit indexsysteem bestaat uit een nummering 0, 1, 2, 3 en k, overeenkomend met 10 de kleuringen (-), (+), (++), (+++) en (++++).
Het onderhavige geneesmiddel wordt liefst verwerkt tot een injecteer-bare oplossing en vervolgens intraveneus, subcutaan, intramusculair of intra-articulair danwel op de plaats van een tumor zelf toegediend. Het kan evenwel ook worden gebruikt in de vorm van een oraal middel, 15 een te inhaleren middel of een zetpil. De dagelijkse dosis aan menselijk pepsine bedraagt 1 tot 1000 mg, liefst 50-500 mg, maar kan desgewenst worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de leeftijd, symptomen en de wijze van toediening.
Menselijk pepsine kan worden geformuleerd tot een geneesmiddel 20 volgens gebruikelijke methoden tezamen met gebruikelijke farmaceutische dragers of excipiëntia.
Injéctiepreparaten kunnen gelyofiliseerd preparaten omvatten, die op het tijdstip van toediening in water worden opgelost, maar ook van vloeistofpreparaten, preparaten met vertraagde afgifte enz.
25 Orale preparaten kunnen de vorm hebben van capsules, tabletten, granules, vouwpoeders of vloeibare orale preparaten, maar bij voorkeur hebben zij de vorm van liposoom-inclusielichamen ter bevordering van de resorptie.
Inhaleermiddelen hebben bij voorkeur de vorm van gelyofiliseerde 30 preparaten en voor rectale toediening verdient een zetpil de voorkeur. Voorbeeld 9: ... 3 . .
100 mg menselijk pepsine werd opgelost m 10 cm fysiologische zoutoplossing en aseptisch gefiltreerd door een membraanfilter.
3 . ...
Porties van 10 cm van het filtraat werden m gesteriliseerde glazen 35 houders gebracht en na lyofiliseren tot gelyofiliseerde poederpreparaten verzegeld.
8220027 τ * -13-
Voorbeeld 10: 100 g gelyofiliseerd menselijk pepsine, 97 g lactose en 3 g magnesiumstearaat werden afgewogen en uniform gemengd. Vervolgens werden porties'van 200 mg van dit mengsel verpakt in gelatinecapsules 5 No. 2 en voorzien van een tegen maagsap beschermde laag, waardoor in de darmen uiteenvallende capsules werden verkregen.
Voorbeeld 11:
Eigeellecithine, cholesterol en diacetylfosfaat werden in een molverhouding van 7:2:1 gemengd en 100 mg van dit mengsel 3 10 opgelost in 12,5 cm chloroform. Van deze oplossing werd een dunne film gevormd op de wand van een kolf. Vervolgens werd een dispersie 3 bereid door deze film te mengen met 25 cm fosfaatbufferoplossmg met daarin 100 mg menselijk pepsine. Na een ultrasone behandeling werd de dispersie gecentrifugeerd bij 110.000 g. Het verkregen neerslag 3 .
15 werd gesuspendeerd in 3 cm van een fysiologische zoutoplossing en gesteriliseerd tot een menselijk pepsinehoudend liposoom-inclusiepre-paraat.
8220027

Claims (3)

1. Therapeutisch preparaat voor het behandelen van allergische aandoeningen, immuno-complexziekten en/of tumoren, met het kenmerk, dat het menselijk pepsine bevat.
2. Preparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het naast menselijk pepsine een excipiëns en/of toeslagstoffen bevat.
3. Preparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het de vorm heeft van een preparaat dat geschikt is voor injectiedoeleinden, orale toediening, rectale toediening of inhalatie. ******** 8220027
NL8220027A 1982-02-09 1982-02-09 Therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno.complexziekten en tumoren. NL8220027A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
PCT/JP1982/000037 WO1983002724A1 (en) 1982-02-09 1982-02-09 Agent for treating allergic disease, immunity complex disease, and tumor
JP8200037 1982-02-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8220027A true NL8220027A (nl) 1983-11-01

Family

ID=13762194

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8220027A NL8220027A (nl) 1982-02-09 1982-02-09 Therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno.complexziekten en tumoren.

Country Status (10)

Country Link
EP (1) EP0100366A4 (nl)
JP (1) JPS6238329B1 (nl)
AU (1) AU8083682A (nl)
BE (1) BE895861A (nl)
DE (1) DE3249251C2 (nl)
GB (1) GB2126080A (nl)
IT (1) IT1197567B (nl)
NL (1) NL8220027A (nl)
SE (1) SE8303729L (nl)
WO (1) WO1983002724A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH664496A5 (de) * 1982-05-31 1988-03-15 Mochida Pharm Co Ltd Material zur entfernung von immunkomplexen aus dem blut oder aus plasma.
JPS5995221A (ja) * 1982-11-20 1984-06-01 Mochida Pharmaceut Co Ltd 食細胞機能調節作用を有する医薬組成物
FR2650181B1 (fr) * 1989-07-27 1993-12-03 Laboratoire Stallergenes Procede pour combiner un melange de substances heterogenes a des liposomes
JP2700088B2 (ja) * 1991-07-25 1998-01-19 房則 濱島 免疫抑制剤
ES2038546B1 (es) * 1991-11-08 1994-02-16 Andromaco Lab Procedimiento de obtencion de un producto de naturaleza polipeptidica con actividad inhibidora de la hiperproduccion del factor de necrosis tumoral.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191014016A (en) * 1910-06-09 1910-09-01 Herbert Sefton-Jones Digestive Remedy and Process for Preparing the same.
FR2119872A1 (fr) * 1970-12-30 1972-08-11 Kuban Med I Im Krasnoi Armii Produit a base de pepsine,notamment pour le traitement des maladies s'accompagnant d'une insuffisance secretoire de l'estomac
CA1181005A (en) * 1981-02-10 1985-01-15 Haruo Ohnishi Therapeutic agent for treatment of allergic diseases, immune complex diseases and tumors

Also Published As

Publication number Publication date
EP0100366A4 (en) 1984-07-03
AU8083682A (en) 1983-08-25
BE895861A (fr) 1983-08-09
WO1983002724A1 (en) 1983-08-18
IT1197567B (it) 1988-12-06
GB2126080A (en) 1984-03-21
JPS6238329B1 (nl) 1987-08-17
SE8303729D0 (sv) 1983-06-29
DE3249251C2 (de) 1985-05-09
GB8318580D0 (en) 1983-08-10
DE3249251T1 (de) 1984-01-12
EP0100366A1 (en) 1984-02-15
IT8347674A0 (it) 1983-02-07
SE8303729L (sv) 1983-08-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
GB1558943A (en) Fractonation process
JPH07503851A (ja) 改良インターフェロン及びヒトの末梢血液白血球からのその製造方法
EP0357958A2 (en) Pharmaceutical preparation against viral diseases comprising a liver extract
JPS6153226A (ja) 単純ヘルペスサブユニツトワクチンの精製方法
JPS5967226A (ja) ウイルス感染処置に使用する転移因子
NL8220027A (nl) Therapeutisch middel voor de behandeling van allergische aandoeningen, immuno.complexziekten en tumoren.
CA1181005A (en) Therapeutic agent for treatment of allergic diseases, immune complex diseases and tumors
US4591504A (en) Human leucocyte pepsin-like enzyme as a therapeutic agent for treating allergic disorders and immune complex diseases
US5563120A (en) Cytokine preparation for immunotherapy
WO1994018947A1 (en) High purity protamine-dna complex and use of same
US4534966A (en) Composition for treating infectious diseases, gout or arteriosclerosis containing human pepsin and/or human leukocyte pepsin-like enzyme and method for using same
JPS59141519A (ja) 制ガン作用を有する蛋白質
JPS6028934A (ja) 細胞分化誘導物質
JPS6237612B2 (nl)
JPH0977684A (ja) 自己免疫抑制性t細胞の活性化剤
JPH02101019A (ja) 抗エイズ剤
MARZLUF Extraction of xenotransplantation antigens and their use in xenograft prolongation and studies of xenograft rejection.
JPS6137730A (ja) 制ガン作用を有する蛋白質
JPS608226A (ja) 低分子蛋白質を有効成分とする制ガン剤
JPS59118714A (ja) 制ガン作用を有する低分子蛋白質
JPS6237613B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed