NL8204853A - Krantenaflevermachine. - Google Patents

Krantenaflevermachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8204853A
NL8204853A NL8204853A NL8204853A NL8204853A NL 8204853 A NL8204853 A NL 8204853A NL 8204853 A NL8204853 A NL 8204853A NL 8204853 A NL8204853 A NL 8204853A NL 8204853 A NL8204853 A NL 8204853A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
newspaper
delivery
plate
spring
newspapers
Prior art date
Application number
NL8204853A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Berkley Small Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Berkley Small Inc filed Critical Berkley Small Inc
Publication of NL8204853A publication Critical patent/NL8204853A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F11/00Coin-freed apparatus for dispensing, or the like, discrete articles
    • G07F11/02Coin-freed apparatus for dispensing, or the like, discrete articles from non-movable magazines
    • G07F11/04Coin-freed apparatus for dispensing, or the like, discrete articles from non-movable magazines in which magazines the articles are stored one vertically above the other
    • G07F11/045Coin-freed apparatus for dispensing, or the like, discrete articles from non-movable magazines in which magazines the articles are stored one vertically above the other for sheet shaped or pliable articles

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Vending Machines For Individual Products (AREA)
  • Packaging Of Special Articles (AREA)

Description

4 4 : ' , N/31.229-tM/f.
v Krantenaflevermachine.
Achtergrond van de uitvinding.
De uitvinding heeft betrekking op kranten-verkoopmachines en in het bijzonder op een krantenverkoop-machine, die één krant per keer aflevert.
Machines, die één krant per keer afleveren 5 zijn al vele jaren bekend en pogingen om een praktische machine, die één krant per keer aflevert, te ontwikkelen zijn bijna steeds doorgegaan. Er is echter aan aanvraagster geen enkele machine in commercieel gebruik in de Verenigde Staten of een ander land bekend , die met succes enkele 10 exemplaren van kranten aflevert.
De krantenaflevermachine, die bijna universeel wordt toegepast in de Verenigde Staten is een kast van het type van het eerlijkheidssysteem, waarin kranten zijn opgeborgen en waartoe de klant de volle toegang heeft bij het 15 inwerpen van het juiste aantal munten in de muntenkast. Dit mechanisme omvat een kast met een voldoende grootte om een stapel kranten op te bergen, een muntbediend klinkvrijmaak-mechanisme en een krantentoegangsdeur, die normaal is gemonteerd op de kast om naar buiten en omlaag te zwenken en de 20 gehele stapel toegankelijk maakt voor de koper. In theorie wordt de koper verondersteld één krant te pakken en dan de deur weer dicht en op slot te zwenken ter voorbereiding van de volgende klant, die dan ook de juiste munten zal inwerpen. Ongelukkigerwijze is het de ervaring van de krantenindustrie, 25 dat het eerlijkheidssysteem meestal wordt geschonden.
Inkomensverlies tengevolge van diefstal van kranten uit krantenafleverinrichtingen van het eerlijkheids-type varieert van plaats tot plaats, maar zelfs de diefstal van een enkele krant per kast in een groot stedelijk gebied, 30 zoals New York City met 20.000 afleverinrichtingen van het type van het eerlijkheidssysteem zouden een inkomensverlies van wel $ 5.000,- per dag opleveren. Het is bekend, dat tegenwoordig de gemiddelde verliezen per afleverinrichting oplopen tot ongeveer 25 tot 30% van de in afleverinrichtingen 35 verkochte kranten. Aldus ligt het gemiddelde dagelijkse verlies in New York City dichter bij $ 40.000 per dag of meer.
Ook is New York City geen uitzonderingssituatie. Hetzelfde 8204853 * *« -2- verliesgetal wordt ondervonden in de meeste grote stedelijke gebieden in de Verenigde Staten.
Derhalve is er een lang gevoelde behoefte voor een inrichting, die een enkel exemplaar aflevert en die 5 de verliezen vermindert, die tegenwoordig worden geleden in krantenverkoopmachines van het type van het eerlijkheids-systeem.
Gemeend wordt, dat er tegenwoordig ongeveer 500.000 eenheden lopend in gebruik zijn in de Verenigde 10 Staten. Een middel om aanwezige afleverkasten naderhand uit te rusten met een betrouwbare module, die een enkel krantenexemplaar aflevert voor aanzienlijk minder kosten dan het vervangen van de gehele machine zou dus bijzonder aantrekkelijk zijn voor de krantenindustrie.
15
Theorie van de uitvinding.
De eerste bewegingswet van Newton stelt gedeeltelijk, dat een voorwerp in rust in rust zal blijven tenzij daarop een ongebalanceerde uitwendige kracht inwerkt.
20 In de onderhavige uitvinding is een krant het voorwerp in rust en de toepassing op de krant van het aflevermiddel volgens de onderhavige uitvinding is de ongebalanceerde uitwendige kracht. Het aflevermiddel werkt op de bovenste krant van een stapel kranten met een kracht om zijn statische traag-25 heid te overwinnen en deze in beweging te zetten. Echter moet deze kracht niet zo groot zijn, dat ook de eerste onderliggende krant in beweging wordt gezet. De combinatie van de statische traagheid van de eerste onderliggende krant en de wrij-vingshechting tussen deze en de tweede onderliggende krant 30 moet voldoende zijn om een verbreking van de wrijvingshech-ting tussen de bovenste krant en de eerste onderliggende krant te veroorzaken, wanneer de bovenste krant wordt versneld met een voldoend snelle mate. Het is daarom nodig, dat er een juist verband moet bestaan tussen de krachten en 35 versnelling, die worden uitgeoefend door het aflevermiddel op de bovenste krant en de statische traagheid en wrijvings-hechting tussen de eerste en tweede onderliggende kranten.
De onderhavige uitvinding verschaft de juiste krachten en versnelling aan de bovenste krant om 40 zuiver en blijvend de bovenste krant af te schuiven van de 820 4 853 % *» -3- eerste onderliggende krant. Verder is de uitvinding in staat om een breed bereik van krantenvormen en -massa's te versnellen en dus af te leveren zonder noodzaak voor enige bijstelling in de aandrijfkrachten. Geschat wordt, dat ten 5 minste 90% van de kranten, die tegenwoordig worden gepubliceerd in de Verenigde Staten, met succes kunnen worden afgeleverd door de onderhavige uitvinding.
Algemene werking van de uitvinding.
In een bij voorkeur toegepaste commerciële 10 uitvoering omvat de uitvinding een in zichzelf gesloten modulair chassis, dat kan passen in de inwendige afmetingen van muntbediende krantenkasten van het type van het eer-lijkheidssysteem. Nadat de bekende kasten naderhand zijn uitgerust met de onderhavige uitvinding zal de inventieve 15 krantenafleverinrichting worden bediend door dezelfde handeling, waarbij munten worden ingeworpen en de bekende toegangsdeur naar buiten omlaag wordt getrokken. De voornaamste functie van de deur in de naderhand aangebrachte uitrusting is echter om te dienen als bron van energie om het noodzake-20 lijke mechanisme aan te drijven voor het afleveren van een enkele krant door een sleuf in een veiligheids- of toegangs-paneel, dat juist aan de binnenzijde van de bekende toegangsdeur is geplaatst. Bij het sluiten van de bekende toegangsdeur, hierna aangeduid als de "buitendeur" keren alle onder-25 delen terug in hun beginstand in gereedheid voor een volgende werking.
Enkele gemakkelijk te maken wijzigingen van de bekende kast maken het mogelijk de module volgens de uitvinding snel te bevestigen in de kast en even snel te 30 verwijderen voor onderhoud en service. De module omvat een door een veer voorgespannen krantensteun- en ophefplatform waarop een bundel kranten vertikaal is opgestapeld voor een opwaartse beweging. De stapel wordt tot rust gebracht onder en in drukaanraking met de onderzijde van de krantenaflever-35 module, zodat de krant aan het boveneind van de stapel ongeveer in horizontale uitlijning met een sleuf in het toegangs-paneel is geplaatst. Wanneer de buitendeur is ontgrendeld door de gebruikelijke inwerping van de juiste munten in de muntenkast, trekt de koper de deur omlaag, zoals in het ver- 8204853 • ** -4- * leden . Echter volgens de onderhavige uitvinding wordt een kinematische samenwerking tussen onderdelen van de modulen in beweging gesteld om een enkel exemplaar van een krant af te leveren.
5 Eerst wordt een neerwaartse beweging van het hefplatform teweeg gebracht/ zodat de bovenste krant wordt bevrijd van drukcontact met de module voor een onbelemmerde verwijdering uit de verkoopmachine. Tegelijkertijd worden werkveren bekrachtigd door het openen van de buiten-10 deur. Een afleverplaat is aangebracht om vrij te zweven op het bovenoppervlak van de bovenste krant. Een paar krukarmen die zijn bevestigd aan een door een veer voorgespannen roteerbare as/ drijven de afleverplaat in een vegende beweging naar de sleuf in het vertikale toegangspaneel. De wrijvings-15 krachten tussen de afleverplaat en de bovenste krant in combinatie met de snelle acceleratie/ die wordt uitgeoefend op de afleverplaat is voldoende om de statische traagheid van de bovenste krant en de wrijvingshechting tussen de bovenste krant en de volgende onderliggende krant te ovet-20 winnen. Het is de combinatie van vlugge acceleratie en de juiste balans van krachten van de afleverplaat/ die bijdragen tot het succes van het afleveren van de bovenste krant door de horizontale sleuf van het naderhand aangebrachte toegangspaneel.
25 Om de wrijvingscoëfficient van de plaat en de wrijvende aangrijping tussen de krantenafleverplaat en de bovenste krant te vergroten is het ondervlak van de plaat voorzien van een veerkrachtig kussen met uitstekende grijpeigenschappen. De bovenste krant wordt horizontaal ge-30 transporteerd over een voldoende afstand, zodat de koper de voorrand van de krant kan grijpen om deze uiteindelijk te verwijderen uit de aflevermachine. Zodra de bovenste krant voorwaarts beweegt wordt de onderliggende krant vastgeklemd tegen verwijdering. Deze klemkracht werkt om de stapel nog 35 verder omlaag te bewegen om een speling te verschaffen voor de teruggaande slag van de afleverplaat. Daarna veroorzaken noktijdregelmiddelen dat de door een veer bekrachtigde roteerbare as en de krukarmmiddelen de afvoerplaat terugvoeren naar zijn beginstand.
40 Ondergeschikt aan deze afleverhandeling 8204853 -5-' is een positief op zijn plaats gehouden, van een horizontale sleuf voorziene dekselplaat vertikaal aangebracht en geschikt om te worden vrijgemaakt en omhoog bewogen in gesynchroniseerd tijdsverband met de juist beschreven krantafle-5 verhandeling om de beweging van de krant door de sleuf toe te laten. Nadat de krant is afgeleverd, kan de dekselplaat omlaag terugkeren en weer de sleuf afdekken en wordt deze positief op zijn plaats gehouden om krantendiefstal en geknoei met het mechanisme te verhinderen.
10 Middelen zijn ook verschaft om een toon- krant te plaatsen in een doorzichtig afgesloten compartiment. Dit compartiment zal automatisch open gaan als de laatste krant op het hef]? lat form is afgeleverd en daardoor de verkoop van alle kranten in de verkoopmachine toelaten.
15 Nadat de bovenste krant van een stapel kranten is afgeleverd, wordt het hefplatform weer omhoog bewogen om de nieuwe bovenste krant omhoog voor te spannen tegen de onderzijde van de aflevermodule.
De onderhavige uitvinding is in staat om 20 kranten van slechts enkele bladen af te leveren, zoals soms te vinden zijn in voorstedelijke gebieden en kleine steden, alle tussenliggende maten van kranten, met en zonder in-voegsels en supplementen en grote grootstedelijke zondags-editiekranten vol met talrijke invoegsels. Binnen redelijke 25 grenzen behoeven geen bijstellingen te worden uitgevoerd aan het aflevermechanisme om kranten van elke van deze verschillende dikten op te nemen. Echter, wat betreft buitengewoon dikke kranten, zoals grootstedelijke zondagsedities, zijn haakmiddelen aangebracht, die samenwerken met 30 de afleverplaat als hulp om segmentvormige beweging van de krant, die wordt afgeleverd, te verhinderen. Deze haakmiddelen worden met de hand ingesteld door de bezorger, wanneer extra dikke kranten worden geladen in de verkoopmachine.
De bekende stand van de techniek.
35 Aanvraagster is zich bewust van talrijke octrooien, die betrekking hebben op het afleveren van een enkel exemplaar van de krant. Reeds in het jaar 1888 werd een Amerikaans octrooi verleend aan Galland, octrooi no. 382.521, dat een door een veer voorgespannen krantenhefor- 8204853 -6- gaan toont, dat een stapel kranten omhoog drukt om de bovenste krant uit te lijnen voor horizontale aflevering door een sleuf in de kast van de machine. Het krantenaflevermechanis-me was geplaatst in het bovenste deel van de kast en werd 5 bediend door een stang naar buiten uit de kast te trekken om een krant af te leveren.
De hieronder opgesomde Amerikaanse octrooi-schriften beschrijven, ten dele in algemene termen, een organisatie van onderdelen, die aanspraak maken om samen te 10 werken om een enkele krant af te leveren als gevolg van het inwerpen van de juiste munten en de bediening van een kran-tenafleverstang. Amerikaanse octrooischriften 479.688, 494.444, 3.042.250, 3.114.475, 3.331.478, 3.537.615, 4.140.243, 4.174.047, 4.258.861 en 4.273.255.
15 Het is ook bekend, dat een krantentoegangs deur, die scharniert om naar buiten omlaag te zwenken, functioneert als hefboom om het aflevermechanisme te bedienen.
Dit brede denkbeeld is afgebeeld in het Amerikaanse octrooi-schrift 3.747.733. Ook in breed verband toont het Amerikaan-20 se octrooischrift 3.114.475 een uitvoeringsvorm van een toegangsdeur, waarin de toonkrant kan worden opgesloten op zijn plaats, totdat de laatste krant uit de vertikale stapel kranten is verkocht.
Aanvraagsters uitvinding verschilt van alle 25 bovengenoemde bekende beschrijvingen, niet alleen wat betreft de specifieke toepassing van middelen om bepaalde functies uit te voeren, maar ook wat betreft de samenwerking van de verschillende onderdelen van aanvraagster, die in combinatie een succesvol resultaat opleveren, dat niet te verkrijgen is 30 met een van de bekende inrichtingen. Bijvoorbeeld tonen de bekende inrichtingen geen middelen om naderhand moderne krantenverkoopmachines uit te rusten en toont de bekende stand van de techniek geen middelen om met succes kranten van verschillende dikten en met verschillende aantallen 35 invoegsels af te leveren en toont de bekende stand van de techniek geen succesvol middel om een krant uit een aflever-inrichting uit te werpen zonder gebruik te maken van positieve fysische grijpmiddelen, zoals pennen en/of vingers om de bovenste krant los te maken van een stapel kranten.
40 Het meest belangrijke is, dat geen van de aan aanvraagster 8204853 ♦* Μ .
. -7- bekende octrooischriften erkent, bespreekt of anderszins zich bezig houd't met het probleem van de wrijvingshechting tussen kranten of hoe de statische traagheid van een bovenste krant moet worden overwonnen zonder de statische traag-5 heid van de volgende onderliggende kranten te verstoren. Tenslotte is aanvraagster zich niet bewust van enig bekend mechanisme, dat ooit een commercieel succes is geweest.
Doelen van de uitvinding.
Derhalve behoort het tot de doelen van de uit-10 vinding een mechanisme voor het afleveren van een enkel exemplaar van de krant te verschaffen, dat naderhand kan worden aangebracht op een bekende muntbediende krantenver-koopmachine van het type van het eerlijkheidssysteem en snel kan worden geschoven in en verwijderd uit een bekende kran-15 tenverkoopkast van het type van het eerlijkheidssysteem en kan worden bekrachtigd en bediend door een bekende toegangsdeur en geen uitwendige wijziging aan een bekende kast vereist en niet het uiterlijk van een naderhand uitgeruste kast wij zigt en geen heropvoeding vereist van een krantenkoper 20 om een naderhand uitgeruste verkoopmachine te bedienen en geschikt is voor toepassing in andere typen kastconstructies en kranten met verschillende dikten zonder bijstelling aflevert en kranten met invoegsels aflevert en grote grootstedelijke zondagskranten samen met zondagssupplementen en invoeg-25 seis aflevert en gebruik maakt van een nieuw aflevermecha-nisme en gebruik maakt van nieuwe door een veer belaste energiebronnen en een nieuw middel voor het afleveren van kranten verschaft en een nieuw toegangspaneel verschaft en een nieuw middel voor het tonen en verkopen van een in de bui-30 tendeur opgeborgen exemplaar van de krant verschaft en gebruik maakt van een nieuw middel voor het overwinnen van de statisciye*) traagheid van een af te leveren krant zonder de statische traagheid van de volgende onderliggende krant in een vertikale stapel kranten te verstoren. Deze en andere 35 doelen zullen duidelijk worden bij verwijzing naar de volgende beschrijving, tekeningen en conclusies.
Korte beschrijving van de tekeningen.
Fig. 1 is een zijaanzicht, in perspectief, 8204853 * * -δ- ' van een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding en toont de buiten- en binnendeur in de open stand.
Fig. 2 is een zijaanzicht/ in perspectief, van een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding 5 en toont de aflevermodule verwijderd uit de kast.
Fig. 3 is een gedeeltelijk perspectivische afbeelding op grote schaal van de krantenneerdrukker, die is afgebeeld in fig. 2.
Fig. 4 is een gedeeltelijk zijaanzicht, in 10 perspectief en gedeeltelijk in doorsnede en toont het bovenste deel van de kast en het krantenaflevermechanisme zoals dit wordt gezien, wanneer men kijkt naar de rechtervoorhoek van de krantenafleverkast.
Fig. 5 is een gedeeltelijk perspectivisch 15 zijaanzicht van het aflevermechanisme, zoals dit wordt gezien wanneer men kijkt naar het linker voorste deel van het mechanisme.
Fig. 6 is een achterzijaanzicht in perspectief van het mechanisme, dat in fig. 5 is afgebeeld.
20 Fig. 7 is een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van het mechanisme, dat in fig. 4 is afgebeeld.
Fig. 8 is een rechter zijaanzicht van de subcombinatie van het krachtoverbrengingssamenstel van de vooras naar de tussenas, dat is afgebeeld in de neutrale 25 stand, gereed om te laden.
Fig. 9 is een rechter zijaanzicht van de sub-combinatie van het krachtoverbrengingssamenstel van de vooras naar de tussenas, dat is afgebeeld in de neutrale volledig geladen stand.
30 Fig. 10 is een rechter zijaanzicht van de subcombinatie van het krachtoverbrengingssamenstel van de vooras naar de tussenas, dat is afgebeeld in de aandrijf-stand, gereed voor het afleveren.
Fig. 11 is een rechter zijaanzicht van de 35 subcombinatie van het krachtioverbrengingssamenstel van de vooras naar de tussenas, dat is afgebeeld in de stand, waarin een krant is afgeleverd.
Fig. 12 is een linker zijaanzicht van de subcombinatie van het koppelingssamenstel van de tussenas 40 naar de achteras, dat is afgebeeld in de stand met uitge- 8204853 • -9-.
schakelde koppeling.
Fig. 13 is een linker zijaanzicht van het in fig. 12 afgeheelde koppelingssamenstel in een ingeschakelde tussenstand.
5 Fig. 14 is een zijaanzicht van de koppe- lingsubcombinatie/ zoals in fig. 12 en 13,maar afgeheeld in de stand, waarin de koppeling volledig is geroteerd en ingeschakeld.
Fig. 15 is een gedeeltelijk perspectivisch 10 aanzicht van de krantenafleverplaatsamenstelsubcombinatie.
Fig. 16 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een bij voorkeur toegepaste sleufdekselplaat-bedieningssaxnenstelsubcombinatie.
Fig. 17 is een gedeeltelijk zijaanzicht, 15 in doorsnede, van een sleufdekselplaat, die wordt gebruikt in een andere bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding.
Algemene bespreking van de uitvinding.’
Deze uitvinding maakt gebruik van de krach-20 ten van traagheid, impuls, acceleratie, hoeveelheid van beweging en wrijving om een krant van de bovenzijde van een stapel kranten af te schuiven en aan deze kranten voldoende accelératie en hoeveelheid van beweging mede te delen, zodat de statische traagheid en wri jvingsweerstand tegen beweging 25 van de volgende onderliggende krant niet zal worden overwonnen. Een voldoende hoeveelheid van beweging wordt medegedeeld aan de bovenste krant om deze horizontaal voorwaarts te voeren over een voorafbepaalde afstand door een aflever-sleuf in de kast van een krantenverkoopmachine. Door gebruik 30 te maken van deze fysische principes, is de onderhavige uitvinding in staat om een bovenste krant af te leveren van een stapel kranten, die zijn gekozen uit een brede variëteit van kranten van verschillende dikten, gewichten, vormen en wrij-vingscoëfficiënten, zonder dat de inventieve aflevermiddelen 35 moeten worden bijgesteld afhankelijk van de bijzondere fysische eigenschappen van de kranten, die worden afgeleverd.
In overeenstemming met de uitvinding heeft aanvraagster ontdekt, dat als de bovenste krant snel genoeg kan worden geaccelereerd, de lager gelegen krant in rust zal blijven. Het 8204853 -10- hierbij optredende principe wordt gemakkelijk gedemonstreerd door en is gelijk aan de bekende goocheltruc waarbij een tafelkleed vanonder een stel schotels uit wordt getrokken zonder de schotels te verstoren.
5 Omdat krantenlezers speEeprikken en soort gelijke insnijdingen, die worden veroorzaakt door positieve bekende grijpers verwerpelijk vinden in kranten, heeft aanvraagster een niet—destructieve krantenafleverplaat toegepast. De onderzijde van deze plaat is gevoerd met een plat 10 kussen van polyurethanschuim of soortgelijk materiaal met een wrijvingscoëfficiënt tussen het kussen en de krant in het gebied van driemaal de wrijvingscoëfficiënt tussen aangrenzende kranten.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoering 15 van de uitvinding heeft aanvraagster ontdekt, dat een krantenafleverplaat, die weegt binnen een gebied van 0,45 - 1,36 kg en een oppervlak- heeft binnen een gebied van 1/4 tot 3/4 van het oppervlak van een gevouwen krant, een acceptabele prestatie oplevert. In de bij voorkeur toegepaste uitvoering 20 van de uitvinding wordt een optimale prestatie bereikt bij een plaat van 0,91 kg met een krantcontactoppervlak van ongeveer de helft van het oppervlak van een gevouwen deel van een krant.
De afleverplaatversnellingskracht kan wor-25 den verkregen met een breed bereik van mechanische en elektrische tpestellen. Echter heeft aanvraagster gevonden, dat die de kracht-wordt verkregen met getordeerde metaalveren zeer goed werkt. Bovendien zijn metaalveren betrekkelijk goedkoop, storingvrij, gaan ze lang mee en zijn ze ongevoelig voor 30 brede fluctuaties van de temperatuur en het weer. Niettemin wordt erkend, dat andere bronnen van energie kunnen worden toegepast om een practische uitvoering van de uitvinding te laten werken, zoals luchtveren en andere fluïdumdruktoestellen, hefboommiddelen met gewichtbediening, flessengas, explo-35 sieve ladingen en elektrische toestellen.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding heeft aanvrager metalen veren gebruikt, die zijn getordeerd om een beginkracht van ongeveer 27 N te leveren aan de afleverplaat, welke kracht daalt tot ongeveer 40 18 N aan het eind van het afleverslagdeel van de cyclus.
8204853
Aanvrager heeft bepaald, dat met een afleverplaat van 0,91 kg 2 -n- met een oppervlak van ongeveer 515 cm en een wrijvingscoëffi-ciënt van ongeveer driemaal de wrijvingscoëfficiënt van papier op papier, deze plaat voldoende is om met succes en her-5 haaldelijk de meeste kranten af te leveren, die tegenwoordig worden gepubliceerd in de Verenigde Staten. Verder, zoals boven vermeld, is de uitvinding in staat om dunne kranten op te nemen en af leveren, middelmatige kranten en dikke kranten zonder behoefte aan bijstelling van de afleverinrichting 10 voor aanpassing aan de fysische eigenschappen van een bepaalde stapel kranten. Dit gebrek aan behoefte aan bijstelling is het best gedemonstreerd door het feit, dat het mogelijk is om willekeurig de naderhand uitgeruste kast te laden met een mengsel van dunne, middelmatige en dikke kranten zonder on-15 derscheid in een stapel, een situatie, die nooit optreedt in het terrein. De uitvinding kan achter elkaar deze stapel van willekeurig grote kranten afleveren zonder toevoerfouten.
Verder mogen invoegsels en supplementen zijn verspreid over de stapel zonder de geschiktheid van de uitvinding te verhin-20 deren om elke krant zonder moeite af te leveren. Hoewel het niet wordt verwacht, dat een willekeurig mengsel van verschillend grote kranten, binnen de afzienbare toekomst, zal worden verkocht uit verkoopmachines op commerciële basis, is het vermogen niettemin aanwezig in de onderhavige uitvin-25 ding en dit demonstreert een betrouwbaarheidsmarge, die verder gaat dan commerciële eisen.
Gedetailleerde bespreking van de tekeningen.
Voor het gemak bij het volgen van een gedetailleerde beschrijving van een bij voorkeur toegepaste uit-30 voering van de uitvinding, is de uitvinding verdeeld en gegroepeerd in onderdelen en ondersamenstellen, die afzonderlijk zullen worden toegelicht en besproken. Daarna zal het onderlinge verband, de functie en de tijdsvolgorden van de afzonderlijk besproken onderdelen en ondersamenstellen, die 35 samenwerken om een voorafbepaald eindresultaat te bereiken, worden beschreven op een wijze, die het best is berekend om het volledigste begrip van de werking van de uitvinding als geheel te verschaffen.
Daar er drie hoofdassen zijn, die worden ge- 8204853 ‘ -12- roteerd tijdens een krantaflevercyclus, hangt het natuurlijk af van het standpunt van de kijker of de rotatie in de richting van de wijzers van een uurwerk of tegen de richting van de wijzers van een uurwerk is. Derhalve, tenzij anders 5 wordt vermeld, zal de richting, waarin een as blijkt te roteren, worden bepaald door de bijzondere figuur, die op dat tijdstip onder discussie is. Het is dus mogelijk, dat een as kan worden beschreven als draaiend in de richting van de wijzers van een uurwerk gezien in een figuur, maar tegelij-10 kertijd zal blijken te draaien tegen de wijzers van een uurwerk gezien in een andere figuur.
De kast.
Nu verwijzend naar fig. 1, is daarin volgens de uitvinding, een naderhand uitgeruste normale kranten-15 verkoopmachine 10 van het type van het eerlijkheidssysteem afgebeeld, bestaande uit een rechthoekige kast 12 met een onderste voorpaneel 14, linker en rechter zijpanelen 16 resp. 18, een achterpaneel 19, een bovenpaneel 20, een muntbediende buitendeurklinkvrijmaakkast 22, een buitendeur 24, een 20 toonkrantverkopende binnendeur 26 en een binnenste veiligheids- of toegangspaneel 28. De kast 12, de muntbediende buitendeurklinkvrijmaakkast 22, de buitendeur 24 en de klinkdelen 29 en 30 zijn bekend en vormen geen deel van de uitvinding. Wat nieuw is en een deel van aanvraagsters uit-25 vinding omvat, is de wijziging aan de achterzijde van de buitendeur 24, met inbegrip van de scharnierende binnendeur 26, die kan wegzwenken van de buitendeur 24 om het scharnier 32 in de afgeheelde stand. De binnendeur 26 wordt door een veer gedrukt in de afgebeelde stand en een eind 33 van de 30 veer 34 is te zien. De achterzijde van de buitendeur 24 is verder gewijzigd met een onderhelftpaneel 36, dat samenwerkt met de binnendeur 26 om een kranttooncompartiment 37 te vormen.
Een klink 38, die verschuifbaar is gemonteerd 35 op de bovenste binnenrand van de buitendeur 24 kan een vergrendelende aanraking vormen met de klinkhouder 40, die is gemonteerd op de bovenste binnenrand van de binnendeur 26.
De klink 38 wordt door een veer in aanraking gedrukt met de houder 40 en daaruit teruggetrokken door een buigzame kabel, 8204853 -13- waarvan een deel is afgebeeld bij 43. Wanneer de klink 38 wordt teruggetrokken uit de houder 40, drukt de veer 34 de binnendeur 26 in de open stand. De hefboom 44, zoals afgebeeld aan de linker onderzijde van de buitendeur 24, is aan-5 gebracht om de bediening van het aflevermechanisme in te leiden, zoals verder hierna zal worden beschreven. De hefboom 44 is zwenkbaar verbonden met het ondereind van een tweedelig verbindingsdeel 46, dat hierna eveneens meer in detail wordt beschreven.
10 Het toegangspaneel 28 is bevestigd door een horizontaal scharnier 48, zodat het toegangspaneel naar buiten en omlaag kan zwenken. In de afgeheelde gesloten stand is het afgesloten door een slot 50, dat wordt bediend met een sleutel. Een horizontale sleuf 52 is gevormd in de 15 toegangsdeur 28, waardoor een enkel exemplaar van een krant wordt afgeleverd volgens de uitvinding. De zwenkbeweging van de buitendeur 24 wordt begrensd door een stopplaat 54, zoals normaal is in de bekende stand van de techniek.
De buitendeur 24 is voorzien van een be-20 kend venster 56 om de editie van de krant die lopend te koop is in de verkoopmachine te tonen. De kast kan zijn geplaatst op een geschikte basis 58.
Fig. 2 is gelijk aan fig. 1 maar toont de scharnierende binnendeur 26 in de gesloten en vergrendelde 25 stand en het toegangspaneel 28 in de ontsloten open stand. Verder is de naderhand aangebrachte aflevermodule 11 afgebeeld, zoals deze verschijnt juist voordat de module wordt verschoven in de opening 13, die is gevormd door het toegangspaneel 28 naar buiten te zwenken, zoals is afgebeeld.
30 De achterranden van de onderste zijrail 236 en 238 van de module 11 rusten op een flens 59. Het vooreind van de module 11 is bevestigd in de kast 12 door verschuifbare klinkstaven 60, die zijn gemonteerd op de binnenvlakken van de zijpanelen 63 en 66 van de module. Deze klinkstaven zijn beter afgebeeld 35 en worden beschreven bij de volgende bespreking van fig. 4.
Fig. 3 is een gedeeltelijk aanzicht op grotere schaal in perspectief van een krantenneerdruktong 15 die is gemonteerd aan de binnenzijde van het toegangspaneel 28. De tong kan worden opgenomen in een sleuf 322 van de af-40 leverplaat 138, wanneer het toegangspaneel 28 in de gesloten 8204853 -14- stand van fig. 1 is en de afleverplaat 138 in de voorste stand is die is afgebeeld in fig. 2. Het doel en de functie van de neerdruktong 15 zal hierna vollediger worden beschreven.
5 Nu verwijzend naar fig. 4, zoals boven werd vermeld, is een rand 59 toegevoegd aan het binnenvlak van het achterpaneel 19 om het onderste achterdeel van de aflever-module 11 te ondersteunen. De van sleuven voorziene klink-staven 60 zijn gemonteerd om te glijden op pennen 61 op de 10 zijpanelen 63 en 66 van de modulen om aan te grijpen op een zich horizontaal binnenwaarts uitstrekkende flens 21 van de kast 12.
Krantenuitlijngeleidingspanelen65, fig. 2, strekken zich uit van de binnenste'onderrand 324 van het 15 achterpaneel 19 naar de buitenrand 326 van de rand 59. Het geleidingspaneel 65 dient voor het uitlijnen en enigszins voorwaarts verschuiven van kranten, die zijn opgestapeld in de kast 12, wanneer de kranten omhoog voortbewegen in de kast voordat ze worden afgeleverd. Doordat de krant vanaf het 20 achterpaneel 19 weggeschoven wordt, wordt aldus een speling verschaft tussen de kranten en het achterpaneel 19 voor een aflevermiddelsteun, die hierna zal worden beschreven. Plat-vormgeleidingsstijlen 71 en geleidingsstijlsteunen 69 zijn normale onderdelen in sommige bekende kasten, maar kunnen 25 desgewenst gemakkelijk worden toegevoegd aan de naderhand uitgeruste kast.
Om een module 11 te verwijderen uit de kast 12, worden de klinkstaven 60 naar achter geschoven, en wordt het tweedelige verbindingsdeel 46 gescheiden door van 30 schroefdraad voorziene bevestigingsorganen 47 los te maken van de achterplaat 49 en wordt de kabel 43 losgemaakt van de buitendeur 24, fig. 1. Om een module 11 te schuiven in de kast 12 wordt deze handwijze natuurlijk juist omgekeerd. Het onderste achtervlak van de module 11 wordt geplaatst op 35 de rand 59, de van sleuven voorziene klinkstaven 60 worden vooruit geduwd op de flens 21, het tweedelige verbindingsdeel 46 wordt weer samengesteld en de kabel 43 weer verbonden met de buitendeur 24. Het verwijderen of installeren van een module kan worden uitgevoerd in minder dan twee minuten door 40 een geoefende maar ongeschoolde of halfgeschoolde werkman.
8204853 -15-
De aandrijving.
Nu wordt verwezen naar fig. 4 en 5, waarin de aandrijving van het krantenaflevermechanisme is afgebeeld.
Het ondereind van de verbindingsschakel 46 is afgebeeld in 5 fig. 1. Het boveneind van deze schakel is afgebeeld in fig.
4 en 5 en aan de linkerzijde van het mechanisme. Fig. 4 en 5 zijn beide perspectivische afbeeldingen van het bedienings-mechanisme, gezien vanuit verschillende standpunten. Terwijl fig. 4 wordt gezien door een persoon, die naar de rechter-10 voorzijde van het mechanisme kijkt, wordt fig. 5 gezien door een persoon,die lijkt naar de linkervoorzijde van het mechanisme.
Opgemerkt wordt, dat het verbindingsdeel 46, waarvan het ondereind het eerst werd opgemerkt bij fig. 1, 15 een boveneind heeft, dat zwenkbaar is verbonden met een krukarm 62, die is vastgespied op een vooras 64. De vooras 64 is draaibaar gemonteerd tussen de zijpanelen 63 en 66 van de module. Een klokvormige tijdregelnok 68 is vrij gemonteerd op het tegenovergestelde of uitstekende rechtereind 20 van de vooras 64. Een nokvolger 70 is roteerbaar gemonteerd op een nokvolgersteunblok 72, dat op zijn beurt star is bevestigd op een tussenas 74. De tussenas 74 is ook draaibaar gelegerd tussen de zijdelen 63 en 66 van de module.
Een koppelingschommelingarm 76, fig. 5, is vrij gemonteerd 25 op het linkereinddeel van de tussenas 74 en een koppeling-kraag 78 is vastgespied op de achteras 80. Een U-vormige of gevorkte huls 84, zie fig. 6, is vrij aangebracht op de koppelingkraag 78 om zwenkbaar een eind van een koppeling-plaat 86 te ondersteunen. De plaat 86 is gemonteerd op de 30 pen 94, die is gelegerd in de gevorkte einden van de huls 84. Een aandrijfpen 90 wordt gedragen op de koppelingschom-melarm 76 om in aandrijvende aangrijping te komen met de sleuf 88 van de koppelingplaat 86.
Uit het voorgaande blijkt, dat de energiebron 35 voor het bedienen van het aflevermechanisme is afgeleid van de handeling van het openen van de buitendeur 24 van de kast. Deze handeling veroorzaakt, dat de verbindingschakel 46 en de krukarm 62 de vooras 64 roteren in de richting van de wijzers van een uurwerk, zoals is afgebeeld in fig. 5.
40 Op het uitstekende rechtereind van de vooras 64, zoals te 8204853 » -16- zien is in fig.4 heffc de tijdregelnok 68 door het transmissie-middel 67, dat nog moet worden beschreven,de nokvolger 70 en het nokvolgersteunblok 72 dat is vastgespied op het uitstekende rechtereind van de tussenas 74. Het opheffen van de 5 nokvolger 70 en het nokvolgersteunblok 72 veroorzaakt, dat de tussenas 74 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk roteert. Als de tussenas 74 tegen de wijzers van een uurwerk roteert, veroorzaakt het koppelingsamenstel 75, dat de achteras 80 in de richting van de wijzers van een uurwerk 10 roteert. Zoals in fig. 5 is afgebeeld, wordt dus de aan de vooras 64 medegedeelde energie overgebracht van links naar rechts langs de vooras 64 en van de vooras 64 verder naar de tussenas 74 door middel van een transmissie-ondersamenstel 67, dat gedeeltelijk bestaat uit de nok 68, de nokvolger 70 15 en het nokvolgersteunblok 72. De rotatie van de tussenas 74 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk brengt energie over van rechts naar links langs de tussenas 74 en verder naar de achteras 80 door het koppelingsamenstel 75.
In fig. 12 wordt opgemerkt, dat het on-20 dereind 92 van de koppelingplaat 86 tangentiaal is met de koppelingkraag 78. Ook wordt in fig. 12 opgemerkt, dat bij de rotatie van de tussenas 74 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk de aandrijfpen 90 de koppelingplaat 86 roteert om zijn zwenkpen 94 om de onderrand 96 in pakkend óf 25 grijpend contact te brengen met de koppelingkraag 78. Door een rotatiestopmiddel 97 uit te oefenen op de gevormde huls 84 zal, bij rotatie van de tussenas 74 in de richting van de wijzers van een uurwerk, de pen 90 de koppelingplaat 86 in tegengestelde richting roteren om het drukcontact tussen 30 de koppelingkraag 78 en het koppelingplaateind 96 op te heffen. De rotatie van de koppelingplaat 86, nadat de grijpende aanraking tot stand is gebracht tussen het ondereind 96 en de koppelingkraag 78, roteert de koppelingkraag 78 en de achteras 80 totdat de rotatie van de schommelarm 76 tegen de 35 richting van de wijzers van een uurwerk wordt tegengehouden door de pal 98, die aangrijpt op de tand 100 van de schommelarm 76. De pallen 98 en 102 worden in aangrijping met de tand gedrukt door een veer 106, waarvan de tegenovergestelde einden zijn aangehaakt aan de pallen 98 resp. 102. De uitste-40 kende einden van de achteras 80 zijn draaibaar gelegerd tussen 8204853 -17- de zijpanelen 63 en 66 van de module en dragen een paar krantophefplatformschijven 108 en 110 aan de buitenzijde van de panelen 63 en 66.
De aandri j ftransmi s s i e.
5 Nu wordt verwezen: naar fig. 4, 6 en 8-11.
De transmissie 67 omvat een subcombinatie van onderdelen, die zijn geplaatst tussen de vooras 64 en de tussenas 74, en die dienen om selectief de aandrijfkracht over te brengen van de vooras 64 op de achteras 74 op een bepaalde voorgeschreven 10 wijze voor de juiste functionering van het mechanisme.
Eerst verwijzend naar fig. 8 is daarin een van een enkele tand 114 voorziene flens 112 afgebeeld. De flens 112 is vastgespied op de vooras 64 en de klokvormige tijdregelnok 68 is vrij gemonteerd op de vooras 64. Een 15 tijdregelnokaandrij fpal 116 is zwenkbaar gemonteerd op de nok 68 en wórdt door een veer 117 voorgespannen om in aanraking te komen met de tand 114. Een klinkarm 118 is zwenkbaar aangebracht op het framedeel 66 en wordt door een veer 119 voorgespannen in contact met de tijdregelnokaandrijfpal 116 20 langs het tussenvlak 120. Een klinkarmterugstelnokvolger 121 steekt omhoog van en is star bevestigd aan de klinkarm 118. Een terugstelnok 123 is bevestigd aan de flens 112 om aan te grijpen op de nokvolger 121 in de stand van fig. 8 en om de klinkarm 118 omlaag te draaien in de stand van fig. 9.
25 Een hoekhefboom 126 met armen 128 en 130 is zwenkbaar verbonden met het zijpaneel 66 van de module en wordt door een veer 127 uit zijn stand van fig. 8 voorgespannen in de gren-delstand van fig. 9 met de klinkarm 118 door middel van de inkeping 132 van de hoekhefboom 126 en de bovenhoek 134 van 30 de klinkarm 118.
Tijdens de aanvankelijke rotatie van de vooras 64 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk, zoals is afgebeeld in fig. 9 loop de tand 114 van de flens 112 over het bovenvlak van de tijdregelnokaandrijfpal 116, zodat geen 35 beweging wordt overgebracht op de tijdregelnok 68. Dientengevolge blijven de nok 63 en de nokvolger 70 stilstaan en wordt geen rotatie van de tussenas 74 uitgevoerd. Daar de nok 123 en de nokvolger 121 de klink 118 in ingrijping met de hoekhefboom 126 hebben geroteerd, is de nokaandrijfpal 116 vrij- 8204853 -18- gemaakt van de klink 118. Wanneer de flens 112 dus vervolgens in tegengestelde richting wordt geroteerd, wordt de aandrijf-pal 116 in ingrijping met de tand 114 gebracht en staan de onderdelen,zoals is afgebeeld in fig. 10.
5 Nu verwijzend naar fig. 11 zal de volgende rotatie van de vooras 64 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk de tand 114 van de flens 112 in aandrijvend contact met de tijdregelnokaandrijfpal 116 brengen. Wanneer de flens 112 verder draait, zal de tijdregelnok 68 worden 10 gezwenkt om de nokvolger 70 op te heffen. De nokvolger 121 die nu is geroteerd in de vertikale stand van fig. 11 kan niet langer worden beïnvloed door de nek 123 en de klinkarm 118 blijft derhalve in vergrendelende aanraking met de klink-hefboom 126.
15 Bij de zojuist beschreven transmissie en zoals is afgebeeld in fig. 1-11, zal het duidelijk zijn, dat dit mechanisme een aanvankelijke opening van de buitendeur 24 zal toelaten om de kast 12 te laden met een vertikale stapel kranten zonder het aflevermechanisme te bedienen 20 dat wordt bestuurd door de tussenas 74 en de achteras 80.
De transmissie 67 kan op dit tijdstip dus worden aangeduid als zijnde in de neutrale stand, zoals afgebeeld is in fig.
8 en 9. De handeling van het aanvankelijk openen van de buitendeur 24 schakelt echter de transmissie 67 van de 25 neutrale stand in de aandrijfstand, zoals is afgebeeld in fig. 10 en 11. De transmissie 67 zal in de aandrijfstand blijven, totdat de laatste krant is afgeleverd van het kran-tenophefplatform 137, fig. 4. Op dat tijdstip zal een taster 136, die uitsteekt van het platform 137 in aanraking komen 30 met de arm 128 van de hoekhefboom 126 om de hoekhefboom 126 buiten vergrendelende aanraking met de klinkarm 118 te zwenken. De klinkarm 118 kan dan vrij omhoog zwenken en stoot de aandrijfpal 116 buiten aangrijping met de tand 114 van de flens 112. Als de flens 112 buiten werking is gesteld, 35 is de kast 12 weer gereed om opnieuw geladen te worden.
Het koppelingmechanisme 75, dat is afgebeeld in fig. 4-6 en 12-14 is van het overlooptype, waarin de achteras 80 vrij kan roteren, wanneer bijvoorbeeld het krantenplatform 138 omlaag wordt bewogen voor het laden,' maar dat 40 automatisch- de achteras 80 zal koppelen tegen een tegenover- 820 4 8 53 -19- gestelde rotatie tenzij het op positieve wijze ontkoppeld is. Eerst verwijzend naar fig. 6 is daarin een koppelingschommel-arm 76 afgebeeld, die vrij is gemonteerd op de tussenas 74.
Een achteraskoppelingkraag 78 is vastgespied op de achteras 5 80 en een gevorkte huls 84 is concentrisch aangebracht om de kraag 78 om vrij daarop te draaien. Een rechthoekige koppe-lingplaat 86 is zwenkbaar verbonden aan een einddeel 92 tussen de gevorkte delen van de huls 84 op de pen 94, fig.
12. Het andere einddeel van de koppelingplaat 86 is voorzien 10 van een langwerpige sleuf 88, die dient voor het opnemen van de koppelingschommelarmaandrijfpen 90. De veer 81 is gemonteerd op de pen 94 en de einden 83 en 85 ervan zijn verankerd op pennen 87 resp. 89. Daar de pen 87 is bevestigd op de gevorkte huls 84 en de pen 89 is bevestigd op de koppelingplaat 15 86, werkt de veer 81 om het ondereindvlak 96 van de koppe lingplaat 86 in koppelende aanraking te brengen met de koppe-lingkraag 78. Hoewel de koppelingschommelarm 76 vrij is gemonteerd op de tussenas 74, wordt deze gekoppeld met de tussenas 74 en veerkrachtig aangedreven om daarmede te roteren 20 door een koppelingschommelarmaandrijfveer 192. Deze veerkrachtige aandrijving wordt vollediger toegelicht in de volgende sectie over de werking van de uitvinding.
Weer verwijzend naar fig. 6, wanneer de koppelingschommelarm 76 in de richting van de wijzers van 25 een uurwerk wordt geroteerd door de aandrijfveer 192, zwenkt de schommelarmpen 90 de koppelingplaat 86 om de zwenkpen 94. Het eind 96 van de koppelingplaat 86, fig. 12, wordt daarom geroteerd in koppelende aangrijping met de koppelingkraag 78.
De achteras 80 kan dan worden geroteerd totdat deze wordt 30 tegengehouden door ingrijping van de bovenste schommelarmpal 98 met de rateltand 100 van de schommelarm 76, fig. 13. Een onderste schommelarmpal 102 kan in ingrijping komen met de rateltand 104 tijdens een volgende rotatie van de schoramel-arm 76, zoals zal worden toegelicht in de sectie over de 35 werking van de uitvinding. De bovenste en onderste pal 98 en 102 worden door een veer 106 in aangrijping gedrukt met hun betreffende ratelbanden IQ0 resp. 104. De bovenste pal 98 wordt buiten ingrijping met de rateltand 100 gebracht door een vrijmaakarm 144, fig. 5, en de onderste pal 102 wordt 40 buiten aangrijping met de rateltand 104 gebracht door een 8204853 -20- vrijmaakarm 140. Een overloopkoppelingvrijmaakveer 190, fig. 6, is aangebracht om de koppelingschommelarm 76 in de tegengestelde richting te roteren, die in samenwerking met de gevorkte hulsaanslag 97 de koppelende inschakeling van 5 de achteras 80 vrijmaakt, zoals vollediger hierna toegelicht zal worden.
Krantenaflevermechanisme.
Nu verwijzend naar fig. 4-7, zullen de onderdelen, die zijn gemonteerd op de voor-, tussen- en achteras 10 in deze volgorde worden besproken.
Bij beschouwing van de vooras 64 van links naar rechts in fig. 5 is de bovenste pal 98 verbonden met de * vrijmaakarm 144 door een verbindingshuls 142, die vrij is aangebracht om de vooras 64. Op een afstand rechts van de 15 vrijmaakarm 144 is een afleverinrichtingvrijmaaknok 146 met een spie bevestigd op de vooras 64 om in ingrijping te komen met de afleverinrichtingvrijmaakhefboom 180. De hefboom 180 is zwenkbaar gemonteerd op de pen 182, die wordt gedragen door de vrijmaakpal 148. Wanneer de vooras 64 in de richting 20 van de wijzers van een uurwerk wordt geroteerd, wordt de vrijmaaknok 146 geroteerd om de vrijmaakhefboom 180 en de vrijmaakpal 148 neer te drukken. De vrijmaakpal 148 is verbonden met de afleverinrichtingterugvoerveerankerarm 152 door een verbindingshuls 150, die vrij is aangebracht om de voor-25 as 64. De klokvormige tijdregelnok 68, die vrij is aangebracht op het uitstekende rechtereind van de vooras 64, is reeds besproken in verband met de transmissie 67, die selectief aandrijvend de vooras 64 verbindt met de tussenas 74.
Bij beschouwing van de tussenas 74 van links 30 naar rechts zijn de vrijmaakveer 190 van de overlopende koppeling en de aandrijfveer 192 van de koppeling reeds aangegeven in de voorgaande bespreking van het koppelingsamenstel 75. De veren 190 en 192 zijn vrij aangebracht om de tussenas 74, maar hun einden zijn op zodanige wijze verankerd, dat de 35 veren energie kunnen opnemen en afgeven, zoals vereist is.
Een pen 156, fig. 6, steekt binnenwaarts en horizontaal van de koppelingschommelarm 76 uit. Een andere pen 160, fig. 4, steekt horizontaal van beide zijden van een rechthoekige flens 158 uit, die vrij is aangebracht op de tussenas 74.
8204853 -21-
De pennen 156 en 160 zijn geplaatst op dezelfde radiale afstand vanaf de hartlijn van de tussenas 74, zodat ze met opzet in eikaars weg zitten, zoals hierna zal worden toegelicht.
Het eind 198 van de veer 190 is verankerd op de huls 142, 5 terwijl het tegenovergestelde eind 200 is verankerd op de pen 160. Het eind 202 van de veer 192 is verankerd op de pen 160 en het tegenovergestelde eind 204 is verankerd op de pen 156, fig. 6.
Rechts van en in de nabijheid van de flens 10 158, fig. 5, is een knikarm 162 met een spie bevestigd op de tussenas 74 om de pen 158 aan te drijven. Een huls 166 en een krukarmkraag 168 omringen concentrisch het deel van de tussenas 74 tussen de knikarm 162 en de krukarm 164 om een stabiliserende steun te verschaffen voor de afleverinrichting- ' 15 bedieningsveer 194 en de afleverinrichtingterugvoerveer 196.
De huls 166 ondersteunt ook een paar omlaagstekende aflever-plaataandrijfarmen 174 en 176. Een dwarstang 178 verbindt de aandrijfarmen 174 en 176 en is evenwijdig aan de huls 166.
Een pen 186 steekt horizontaal binnenwaarts uit van de kruk-20 arm 164 en een pen 212 steekt horizontaal binnenwaarts uit van de ankerarm 152 op de vooras 64. Het eind 206 van de veer 194 is verankerd op de pen 186 en het tegenovergestelde eind 208 is verankerd op een deel van de dwarsstang 178, dat zich uitstrekt naar links van de aandrijfarm 176, zoals te zien is 25 in fig. 6. Het eind 210 van de veer 196, fig. 5, is verankerd op de pen 212 en het tegenovergestelde eind 214 is verankerd op de pen 186.
Het krantenafleverplaatondersamenstel is af-geheeld in fig. 4 en 15. De afleverplaat 138 is aan zijn 30 ondereinde voorzien van een veerkrachtig kussen 230, zoals polyurethanschuim. Zij lopers 232 en 234 zijn gevorndop de randen van de plaat 138 om te lopen op rails 238 resp. 236 van de zijpanelen 63 en 66 van de module, De vooreinden 240 en 242 van de lopers 234 resp. 232 zijn taps en lopen op de hel- 35 lende wiggen 244 resp. 246. Een U-vormige steun 248, fig. 6, is bevestigd langs de achterrand van het bovenvlak van de afleverplaat 138 voor zwenkbare montage van de achtereinden van trekschakels 250 en 252. De vooreinden van de trekschakels 250 en 252, fig. 15, zijn zwenkbaar verbonden met de onderein-40 den van de aandrijfarmen 176 resp. 174.
8204853 4 -22-
Een tweede U-vormige steun 254, fig. 6, is geplaatst voorwaarts van de eerste U-vormige steun 248 en is ook bevestigd aan het bovenvlak van de afleverplaat 138 tussen de trekschakels 250 en 252. Een krantenhaakmiddel 256 is 5 zwenkbaar gemonteerd, in de langsrichting buiten het midden, op de stang 258 in de U-vormige steun 254 om de haak 257 in een bovenstand te schuiven, zoals is afgebeeld in fig. 6.
Als de excentrische plaat 260 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk wordt geroteerd, zoals is afgebeeld in 10 fig. 6, wordt het vooreind 259 van de haak 256 opgeheven om het haakdeel 257 neer te laten onder het ondervlak van het polyurethankussen 230. Normaal ligt het haakmiddel 256 in de opgeheven stand, zoals is afgebeeld, om de haak 257 onwerkzaam te maken. De haak wordt echter neergelaten als 15 hulpmiddel bij het afleveren van buitengewoon zware kranten, zoals grootstedelijke zondagsedities. In dit geval wordt de haak 257 juist voldoende neergelaten om ongeveer 1/3 van de bovenste achterranden van de krant te grijpen.
Wanneer de aandrijfarmen 174 en 176 naar 20 de voorzijde van de kast 12 worden gezwaaid, veroorzaken de trekschakels 250 en 252 die werken op de U-vormige steun 248, dat de afleverplaat 138 ook naar voren beweegt. Geen neerwaartse druk wordt uitgeoefend op de afleverplaat 138 door de aandrijfarmen 174 en 176, daar in een bij voorkeur 25 toegepaste uitvoering van de uitvinding het gewicht van de plaat 138 een voldoende neerwaartse kracht uitoefent op de bovenste krant om de vereiste wrijvingshechting tussen de plaat en de bovenste krant voor afleverdoeleinden te verschaffen. In de bij voorkeur toegepaste uitvoering van de 30 uitvinding weegt de plaat plus de bedieningsonderdelen, die daarop zijn gemonteerd, ongeveer 0,91 kg. Dit is voldoende voor de meeste van de zwaarste zowel als de lichtste kranten, die tegenwoordig worden verkocht in verkoopmachines in de Verenigde Staten. Het bereik van krantengewichten, kan 35 die de uitvinding op betrouwbare wijze~afleveren met een afleverplaat van 0,91 kg ligt ongeveer tussen 142 en 1420 g.
Het dekselplaatmechanisme.
Verwezen wordt naar fig. 16. De eerder genoemde armen 170 en 172 zijn vrij gemonteerd op de tussenas 8204853 -23- ' 74 en strekken zich voorwaarts naar de voorzijde van de kast 12 uit. Een dwarsstang 270 strekt zich vrij uit tussen de vrije einden van de armen 170 en 172 en verbindt deze. Een paar gevorkte dekselplaathaken 272 en 274 zijn star verbon-5 den met de dwarsstang 270. Een voorspanveer 276 is aangebracht om de dwarsstang 270 en een eind 278 is verankerd op de binnenzijde van de arm 170 en het andere eind 280 is verankerd achter de haak 272 om de haken 272 en 274 in gevorkte aan-grijping te drukken met de dekselplaatflenzen 282 en 284 van 10 de dekselplaat 286. De dekselplaat 286 kan vertikaal worden verschoven in kanaaldelen 288 en 290 van de toegangsdeur 28 door de krukarm 154 en de krukarmpen 155, die star zijn gemonteerd op de tussenas 74. Door de krukarm 154 te monteren op de tussenas 74 zal de dekselplaat 286 niet onnodig omhoog 15 of omlaag worden bewogen tijdens het laden. Een verloren beweging is verschaft tussen de krukarm 154 en de arm 172 omdat alleen een kleine zwenkbeweging van de tussenas 74 nodig is om de dekselplaat 286 omhoog en omlaag te bewegen .
Een achterwaarts uitstekende hefboom 292 is 20 star verbonden met de dwarsstang 270. De hefboombedienings-steun 294 is star geklemd op de huls 166 en kan in aanraking komen met de onderzijde van de hefboom 292, nadat de dwarsstang 270 is opgelicht en naar achteren geroteerd en nadat de afleverplaataandrijfarmen 174 en 176 zijn aangezet om naar 25 voren te roteren. De steun 294 roteert dan de hefboom 292 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk, waardoor de haken 272 en 274 van onder de flenzen 282 resp. 284 worden uitgeschoven, waardoor de dekselplaat 286 vertikaal in de begrenzingen van de kanaaldelen 288 en 290 omlaag kan vallen.
30 Toondeurmechanisme.
Verwezen wordt naar fig. 4, 8 en 9. Nadat de laatste krant is afgeleverd van het hefplatform 137, treft de taster 136, fig. 8, de arm 128 van de hoekhefboom 126, waardoor de arm 130 buiten vergrendelende ingrijping met de 35 klink 118 wordt gezwenkt. De klink 118 wordt dan door de veer 119 omhoog gedrukt. Een draad 41, fig. 4, is opgesloten in een eerste buigzame kabel 42, die is verankerd aan een eind 45 op het zijpaneel 66 en aan zijn tegenovergestelde eind op de klink 118. Wanneer de klink 118 omhoog zwenkt, moeten de 8204853 -24- kabel 42 en de daarin opgesloten draad 41 ook omhoog bewegen met dekLink 118. De opwaartse beweging van de draad 41 trekt de deurklink 38, fig. 1, terug uit de houder 40, waardoor de binnendeur 26 kan worden geopend door de veer 34. De klink 118 5 wordt teruggesteld met de hoekhefboom 128 bij de volgende opening van de deur 24 als eerder beschreven bij de transmissie. Wanneer de klink 118 wordt teruggesteld, wordt de klink 38 vrijgemaakt door de draad 41 om weer in ingrijping te komen met de klinkhouderplaat 40 bij het sluiten van de binnendeur 10 26. Van de klink 38 naar de klink 118 is de draad 41 beschermend opgenomen in een tweede buigzame kabel 43, waarbij één eind is verankerd op de buitendeur 24 en het andere eind is verankerd op een steun 51,die is bevestigd op het zijpaneel 66.
Zoals boven werd vermeld, wordt de binnendeur 15 26 alleen ontgrendeld nadat de laatste krant is afgeleverd van het hefplatform 137. In het geval, dat een of meer onverkochte kranten zich nog bevinden op het platform 137, wanneer exemplaren van de volgende editie moeten worden geladen, zal de binnendeur 26 niet meer in een ontgrendelde toestand zijn.
20 In dit geval zal de krantenbezorger om een toonexemplaar in het tooncompartiment 56 te schuiven, de klinkvrijmaakhefboom 47, fig. 4, die zwenkbaar is gemonteerd op het zijpaneel 66, indrukken. De draad 41 is bevestigd aan één eind op de klinkvri jmaakhefboom 47 en aan zijn tegenovergestelde eind op de 25 binnendeurklink 38. Wanneer de klinkvrijmaakhefboom 47 wordt ingedrukt, verschuift de draad 41, waardoor de binnendeurklink 38 wordt teruggetrokken van de klinkplaat 40 en de binnendeur 26 wordt vrijgemaakt. Bij het vrijmaken van de hefboom 47, daar de klink 38 door een veer in ingrijping met de 30 klinkplaat 40 wordt gedrukt, zullen de klink 38 en de klinkplaat 40 weer inklinken, wanneer de binnendeur 26 wordt gesloten tegen de buitendeur 24. Dit kan met de hand gebeuren door de bezorger voor het sluiten van de buitendeur 24 of alleen door het sluiten van de buitendeur 24. In het laatste 35 geval zal de binnendeur 26 weer inklinken, wanneer deze wordt opgenomen tussen de buitendeur 24 en het toegangspaneel 28.
Werking.
De uitvinding kan twee werkingscycli verschaffen. Tijdens de eerste cyclus staat de afleveraandrijf- 3204853 -25- transmissie 67 in de neutrale stand. De buitendeur 24 en de binnendeur 26 worden geopend en een toonkrant wordt geplaatst in het compartiment 37, dat is gevormd door de buiten- en binnendeur. Naar keuze kan de binnendeur dan worden gesloten.
5 Het krantenhefplatform 137 wordt omlaag bewogen en kranten worden geladen op het hefplatform. De buitendeur wordt dan gesloten en het platform wordt omhoog bewogen totdat de bovenste krant ongeveer in horizontale uitlijning met de aflever-sleuf 52 is. Al deze handelingen vinden plaats zonder het 10 krantenaflevermechanisme aan te zetten, omdat de transmissie in de neutrale stand staat.
De tweede werkcyclus wordt ingeschakeld, wanneer de buitendeur 24 eerst wordt geopend en de aflever-mechanismetransmissie wordt ingeschakeld in de aandrijfstand 15 om voortdurend het aflevermechanisme bedienen bij volgende buitendeuropeningen daarna, zolang als kranten overblijven op het hefplatform. Een voorafbepaalde mechanische beweging van onderdelen vindt herhaaldelijk plaats in het aflevermechanisme bij verschillende standen van de zwenking van de buitendeur 20 24 wanneer de buitendeur weer wordt geopend na het laden.
In wezen spant elke opening van de buitendeur na het laden de aandrijfveren in het aflevermechanisme, beweegt het kran-tenhefplatform een eerste maal omlaag, beweegt de aflever-sleufdekplaat omhoog, zet de afleverplaat in beweging om een 25 krant af te leveren, beweegt het krantenplatform een tweede maal omlaag, beweegt de dekselplaat omlaag, voert de afleverplaat terug in zijn beginstand in gereedheid voor de volgende aflevering en beweegt het krantenhefplatform voldoende omhoog om de volgende krant, die moet worden afgeleverd, te plaatsen. 30 Nu zal gedetailleerd worden verwezen naar de specifieke tekeningen en daarin afgebeelde subcombinatie van onderdelen, die samenwerken in tijdsvolgorde om een krantenafleverfunctie in overeenstemming met een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding te vervullen.
35 De laadcyclus.
Verwezen wordt naar fig. 1, 4, 8 en 9. Wanneer het tijd is om de kast 12 opnieuw te laden met de volgende editie kranten, zullen één van twee toestanden bestaan.
Ofwel de vroegere editie is uitverkocht, of sommige onverkoch- 8204853 -26- te kranten zijn nog op het hefplatform. De uitverkochte toestand zal het eerst worden besproken.
a) Het laden van een lege kast.
Wanneer de laatste krant is verkocht, zal de tas-5 ter 136, fig. 8, de hoekhefboom 126 vrijmaken van de klink 118. Daar de klink 118 onder veerspanning staat om omhoog te zwenken tegen de richting van de wijzers van een uurwerk bij vrijmaking van de hoekhefboom 126,vervult deze tegelijkertijd twee functies. De eerste functie is de binnendeurklink 38 10 vrij te maken zoals beschreven is in de voorgaande sectie.
De tweede functie is de transmissie 67 in de neutrale stand te schakelen. Dit wordt bereikt, wanneer de tegen de wijzers van het uurwerk in zwenkende klink 118 ook de nokaandrijfpal 116 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk buiten 15 aangrijping met de van een tand voorziene aandrijfflens 112 zwenkt. Wanneer de van een tand voorziene aandrijfflens 112 en de nokaandrijfarm 116 buiten ingrijping zijn, kan geen beweging worden overgebracht van de voorste aandrijfas 64 op de tussenliggende aandrijfas 74. Dit is de toestand van 20 de transmissie voorafgaand aan het opnieuw laden van een uitverkochte, naderhand uitgeruste krantenverkoopmachine.
Als de bezorger de buitendeur 24 opent, zal de binnendeur 26, die eerder ontgrendeld is, open springen.
De hefboom 24, de verbindingsstang 46 en de krukarm 62 werken 25 samen om de vooras 64 te roteren. De van een kant voorziene flens 112 wordt geroteerd, maar loopt over de neergedrukte nokaandrijfpal 116, fig. 8 en 9. De nok 123, die is gemonteerd op de flens 112, grijpt aan op de nokvolgerarm 121 en drukt deze volgens een boog naar achteren en de klink 118 30 volgens een boog omlaag in vergrendelende ingrijping met de hoekhefboom 126. De nokaandrijfpal 116 wordt dan vrijgemaakt in de stand om weer in aangrijping te komen met de tand 114 bij de volgende opening van de buitendeur. De transmissie 67 is nu geschakeld van de neutrale in de aandrijfstand in 35 gereedheid om de afleverinrichting in werking te stellen na het voltooien van het laden.
Na het openen van de buitendeur 24 plaatst de krantenbezorger een toonexemplaar van de krant in het toon-compartiment 37 en sluit de binnendeur 26. Hij ontsluit ver- 8204853 -27- volgens het toegangspaneel 28 en beweegt dit omlaag in een horizontale stand over de buitendeur 24. Door te reiken in de opening, die is gevormd door het toegangspaneel 28 omlaag te bewegen, plaatst de bezorger zijn handen op het kranten-5 hefplatform 137 en drukt dit zover omlaag als nodig is om een nieuwe stapel kranten op te nemen. Daar het koppeling-samenstel 75 van het overlopende type is, kan de achteras 80 vrij roteren in een richting om het omlaag bewegen van het platform toe te laten. Tegelijkertijd wordt de achteras-10 hefplatformveer 216 gespannen om het platform 137 omhoog te bewegen wanneer de achteras 80 wordt ontkoppeld. Tegelijkertijd drukt de voorgespannen koppelingveer 81 de koppelings-schommelarm 76 en de koppelingplaat 86 in koppelende aan-grijping met de koppelingkraag 78. Aldus ingeschakeld ver-15 hindert het koppelingsamemstel 75 een tegenrotatie van de achteras 80 om het platformi37 omhoog te bewegen.
Kranten worden vervolgens vertikaal opgestapeld op het hefplatform 137 met de gevouwen randen naar de voorzijde van de kast 12, het toegangspaneel 28 wordt 20 weer op zijn plaats gebracht en afgesloten en de buitendeur 24 wordt gesloten en vergrendeld. Het sluiten van de buitendeur 24 draait de vooras 64 in de tegenovergestelde richting en roteert de vrijmaakarm 140 in contact met de koppelingvrijmaakstop 97 en de onderste pal 102. Wanneer 25 de koppelingvrijmaakstop 97 in aanraking komt met de gevorkte huls 84, roteert de voorgespannen vrijmaakveer 190 van de overlopende koppeling de koppelingschommelarm 76 en de koppelingplaat 86 buiten koppelende aangrijping met de koppelingkraag 78, die is gespied op de achteras 80. Als de 30 achteras 80 is ontkoppeld, beweegt de platformhefveer 216 van de achteras de stapel kranten omhoog, totdat de bovenste krant wordt aangedrukt tegen de onderzijde van de zijpanelen 63 en 66 van de module. De verkoopmachine 10 is nu in de toestand om achter elkaar enkele exemplaren van kranten af 35 te leveren.
\ b) Het laden van een gedeeltelijk lege kast.
Als onverkochte kranten van een vroegere editie achterblijven op het hefplatform 137, zal de taster 136, fig. 9, niet voldoende worden opgeheven om de hoekhef- 8204853 -28- boom 126 buiten ingrijping met de klink 118 te brengen. De binnendeurklink 38 zal dus niet worden vrijgemaakt van de klinkhouderplaat 40 en de binnendeur 26 zal gesloten blijven. De klinkvrijmaakhefboom 47/ fig. 4/ is verschaft voor deze 5 eventualiteit. De bezorger zal eerst het toegangspaneel 28 ontsluiten en openen. Hij zal dan de klinkvrijmaakhefboom 47 indrukken en de binnendeur 26 zal openspringen. Een exemplaar van de laatste editie wordt wel geplaatst in het tooncompar-timent 37. Daarna zal de bezorger het hefplatform 137 omlaag 10 bewegen alvorens de onverkochte kranten van de eerdere editie te verwijderen, zodat de klink 118 niet wordt vrijgemaakt van de hoekhefboom 26. Na het verwijderen van de onverkochte krante n van de eerdere editie worden de kranten van de laatste editie vertikaal opgestapeld op het hefplatform 137.
15 Het toegangspaneel 28 wordt gesloten en op slot gedaan en de buitendeur 24 wordt gesloten en vergrendeld met de muntbediende klinkvrijmaakkast 22. De verkoopmachine 10 is nu gereed voor het afleveren van een krant als de buitendeur 24 de volgende keer wordt geopend.
20 Wanneer slechts één onverkochte krant achterblijft op het hefvormplatform zal het openen van de buitendeur door de bezorger deze krant afleveren. Wanneer de deur weer gesloten wordt, zal het hefplatform omhoog bewegen en de transmissie 67 uitschakelen en de binnendeur 24 ont-25 grendelen, zie fig. 8. Nadat de kast 12 weer geladen is en het toegangspaneel 28 weer op slot is gedaan, en de buitendeur 24 is gesloten, moet de bezorger de buitendeur 24 weer nog een keer openen om de klink 118 met de hoekhefboom 126 terug te stellen. Het systeem is dan in gereedheid om kranten 30 af te leveren.
De cyclus voor het afleveren van een enkel exemplaar van de krant.
Verwezen wordt naar fig. 1. Aannemende, dat de kast 12 vooraf is geladen met kranten, zoals is be-35 schreven in de voorafgaande sectie, zal een krantenkoper de juiste munten werpen in de muntbediende klinkvrijmaakkast 22. Zoals bij bekende krantenverkoopmachines wordt de buitendeurklink 28 vrijgemaakt van de klinkhouder 30 en de deur 24 wordt door de koper naar buiten en omlaag getrokken, zoals 8204853 -29- ook de normale handeling is bij bekende verkoopmachlnes van het type van het eerlljkheidssysteem. Het openen van de buitendeur 24 bij de onderhavige uitvinding verschaft echter op een nieuwe wijze de energie die nodig is om het mechanis-5 me aan te drijven door de voorgespannen aandrijfveren 190, 192, 194 en 196 verder te spannen. Wanneer de buitendeur 24 volgens een boog van ongeveer 45° is geopend, zal de deksel-plaat 286 omhoog zijn bewogen om de afleversleuf 57 volledig te openen en zal de aflevermodule 11 worden aangezet om een 10 enkele krant enkele centimeters door de afleversleuf 52 in het toegangspaneel 28 te transporteren. De koper grijpt dan de voorrand van de afgeleverde krant en trekt de rest door de sleuf. De buitendeur 24 zal dan automatisch door veermidde-len worden gesloten. De energie en beweging bij het sluiten 15 van de buitendeur 24 is voldoende om de aflevermodule weer in te stellen voor een andere aflevercyclus.
Nu wordt eerst verwezen naar fig. 5. Bij het openen van de buitendeur 24 maakt de rotatie in de richting van de wijzers van een uurwerk van de onderste pal en 20 het koppelingstopvrijmaakorgaan 140 het mogelijk, dat de koppelingstop 97 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk zwenkt om de pen 99, die is gemonteerd in het zijpaneel 63 van de module. De gevorkte huls 84 wordt dan vrijgemaakt om te zwenken om de koppelingkraag 78. Verwijzend 25 naar fig. 10 blijkt, dat de tand 114 in aandrijvende aangrij-ping is met de nokaandrijfpal 116. Als de flens 112 roteert met de vooras 64, roteert de nokaandrijfpal 116 de tijdre-gelnok 68 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk om de vooras 64, waardoor de nokvolger 70 wordt opgeheven, 30 totdat deze het rustvlak 71 van de nok 68 bereikt. Als de nokvolger 70 is opgeheven, roteert de nokvolgerarm 72 de tussenas 74 in de richting van de wijzers van een uurwerk, zie fig. 11.
Nu wordt verwezen naar fig. 4, 6, 12, 13 en 35 14. Eerst verwijzend naar fig. 4, als de tussenas 74 wordt geroteerd door de nokvolgerarm 72, grijpt de krukarm 162 aan op en roteert deze de pen 160. Daar het eind 202 van de koppelingaandrijfveer 192 is bevestigd aan en wordt aangedreven door de pen 160 en het eind 204, zie fig. 6, is beves-40 tigd aan en de pen 156 aandrijft, wordt de koppelingschommel- 8204853 f -30- arm 76 in de richting van de wijzers van een uurwerk aangedreven, zoals is afgebeeld in fig. 6, door de koppelingaan-drijfveer 192.
De pen 90 roteert de koppelingplaat 86 in 5 koppelende ingrijping met de koppelingkraag 78. Daarna, zoals afgebeeld is in fig. 13, roteert voortgezette rotatie van de pen 90 en de koppelingplaat 86 de achteras 80 om het hef-platform 137 omlaag te bewegen totdat de pal 98 in ingrijping komt met de tand 100 van de schommelarm 76. Wanneer de 10 pal 98 in ingrijping komt met de tand 100 van de schommelarm 76, is het platform 137 over een voldoende afstand omlaag bewogen om de druk af te nemen van de bovenste krant zonder de bovenste krant te scheiden van de afleverplaat, die is uitgevoerd om te rusten of zweven op de bovenste krant. Op dit 15 punt is de buitendeur 24 ongeveer 20° geopend. Nadat de buitendeur ongeveer nog eens 20° is geopend, zullen de over-loopkoppelingvrijmaakveer 190, de afleverplaataandrijfveer 194 en de afleverplaatterugvoerveer 196 volledig zijn bekrachtigd en is de dekselplaat 286, fig. 16, opgelicht om de 20 sleuf 52 vrij te laten, fig. 1. De verdere opening van de buitendeur 24 over ongeveer nog eens 5° roteert de aflever-inrichtingvrijmaaknok 146 tot in de hefboom 180, die de pal 148 aandrijft onder de dwarsstang 178. De dwarsstang 178 wordt nu vrijgemaakt om voorwaarts te worden aangedreven 25 door de afleverinrichtingaandrijfveer 194. Als de dwars-stang 178 voorwaarts beweegt, trekken de aandrijfarmen 174 en 176, fig. 15, de trekschakels 250 en 252 en de afleverplaat 138 voorwaarts. Tengevolge van de hoge wrijvingscoëfficiënt tussen de bovenste krant en het polyurethankussen 230 en de 30 snelle acceleratie, die wordt medegedeeld aan de afleverplaat 138 door de aandrijfveer 194, wordt de traagheid van de bovenste krant overwonnen zonder de traagheid van de op één na bovenste krant en de wrijvingshechting tussen de tweede en derde krant te verstoren. De bovenste krant wordt dus uitge-35 stoken door de afleversleuf 52 van het toegangspaneel, fig.
1. Aan het eind van de voorwaartse beweging van de afleverplaat 138 treft de dwarsstang 178 de vrijmaakarm 144 om de schommelbovenpal 98 vrij te maken. De schommelaandrijfveer 192 is weer vrij om het koppelingsamenstel 75 te roteren, 40 dat de stapel kranten over een voldoende afstand omlaag be- 8204853 -31- weegt om een speling te verschaffen voor het terugvoeren van de afleverplaat 138 en te verhinderen, dat een koper één of meer extra kranten door de afleversleuf 52 naar buiten vist.
Nadat het hefplatform omlaag is bewogen over 5 de vooraf geschreven afstand, komt de onderpal 102 in ingrij-ping met de schommelarm 76 aan de tand 104 om het platform in de omlaag bewogen stand te houden. Tegelijkertijd wordt de dekselplaat 286 neergelaten op het bovenvlak van de krant die wordt afgeleverd en valt de2e plaat verder, wanneer de 10 krant volledig is weggetrokken om de sleuf 52 geheel te sluiten. Tengevolge van de rust, die wordt verschaft door de tijdregelklok 68 en de nokvolger 70 is er geen beweging van onderdelen op de tussenas 74 en de achteras 80 tijdens ongeveer de laatste 45° van de beweging van de buitendeur 24 15 naar zijn horizontale stand, die is afgebeeld in fig. 1.
Het is dus niet nodig, dat de koper de buitendeur 24 geheel opent om te zorgen, dat het mechanisme een krantenaflever-cyclus vertoont. Veermiddelen sluiten automatisch de buiten- i deur 24, wanneer de koper de deurhandgreep 25 vrijlaat.
20 Tijdens de laatste 45° van de sluitbeweging van de buitendeur 24 wordt de afleverplaat 138 door de afleverplaatterug-voerveer 196 teruggevoerd naar zijn beginstand. De laatste graden van de sluitbeweging van de deur 24 vergrendelt weer de klink 29 en de klinkhouder 30 en de onderpal 102 wordt 25 omlaag bewogen buiten ingrijping met de tand 104 van de schommelarm 76 door de palvrijmaakarm 140. Nadat de onderpal 102 buiten ingrijping is gekomen met de tand 104, maakt de over-loopkoppelingvrijmaakveer 190 het koppelingsamenstel 75 vrij van de achteras 80. Daarna beweegt de tegenbalansveer 216 30 op de achteras 80 het hefplatform 137 omhoog om weer de bo- -venste krant in drukaanraking met de onderzijde van de af-levermodule 11 te plaatsen. Het mechanisme is nu in gereedheid voor een andere krantaflevercyclus.
Het afleveren van de toonkrant.
35 Verwezen wordt naar fig. 1, 4 en 8. Wanneer de laatste krant is afgeleverd van het krantenhefplatform 137, komt de platformtaster 136, fig. 4 en 8, in aanraking met de arm 128 van de hoekhefboom 126 om de hoekhefboom 126 buiten vergrendelende aanraking met de klinkarm 118 te roteren.
8204853 -32-
De transmissie 67 is nu in de neutrale stand en rotatie van de vooras 64 door de buitendeur 24 weer te openen zal niet de tussenas 74 of de achteras 80 aandrijven. De klinkveer 119, fig. 4, die werd bekrachtigd toen de buitendeur 24 voor 5 het eerst werd geopend, zwenkt de klinkarm 118 omhoog om de buitendeurklink 38 buiten ingrijping met de klinkhouderplaat 40 te brengen. Het systeem is nu in gereedheid om de toon-krant af te leveren. De koper plaatst de juiste munten in de muntbediende klinkvrijmaakkast 22 om de deurklink 29 vrij te 10 maken van de klinkhouder 30. Daar de binnendeur 26 nu ontgrendeld is en wordt belast door de veer 34, opent de binnendeur 26 geleidelijk als de buitendeur 24 wordt geopend. Nadat de buitendeur 24 over een voldoende afstand is geopend om de koper in staat te stellen de toonkrant te bereiken, 15 verwijdert de koper de toonkrant en laat toe, dat de buitendeur 24 weer gesloten wordt. De verkoopmachine is nu uitverkocht en het aflever- en laadmechanisme zijn in gereedheid om de bezorger de volgende kranteneditie in de verkoopmachine 10 te laten laden.
20
Diversen.
a) De ophefplatformplank.
Verwezen wordt naar fig. 4. Kranten zijn het dikst aan hun gevouwen delen en hoe meer kranten in een stapel, hoe meer de bovenste krant helt ten opzichte van de 25 horizontaal. Daar de bovenste krant althans nagenoeg horizontaal moet zijn voor de beste resultaten bij het afleveren volgens de onderhavige uitvinding, zijn middelen verschaft om de bovenste krant althans nagenoeg horizontaal te houden voor betrouwbare aflevering. Voor dit doel is een plank 300 30 bevestigd door een scharnier 302 langs de rand 304 van het hefplatform 137. Bladveren 306 zijn bevestigd aan hun bovenranden in de bovenhoek 308, die is gevormd door het horizontale plankpaneel 310 en het omlaag gekeerde flensdeel 312.
De onderranden van de bladveren 306 zijn bevestigd in de on-35 derhoek 314, die is gevormd door het vertikale plankpaneel 316 en de horizontaal uitstekende flens 318. De bladveren 306 zijn gekozen om het paneel 310 in de horizontale stand voor te belasten. Wanneer het platform 137 wordt geladen met kranten, geven de bladveren 306 voldoende mee om een opneem- 8204 853 -33- . ruimte te verschaffen voor de overmaat, die wordt veroorzaakt door de gevouwen einden van de kranten. Daarna werken de ach-terasplatforraveer 216 en de bladveren 306 samen om de bovenste krant in een althans nagenoeg horizontaal vlak te houden.
5 Elke opwaartse beweging van de stapel verschaft een kleine stootwerking op de bovenzijde van de stapel met de onderzijde van de module 11. Deze stootwerking wordt verkregen door de constante druk, die wordt uitgeoefend op het hefplatform 137 door de platformveer 216 en het intermitterend vrijmaken van 10 de achteras 80 door het intermitterend vrijmaken van het kop-pelingsamenstel .75. Het intermitterend stoten van de krantenstapel breekt de wrijvingshechting tussen de aangrenzende op elkaar liggende gevouwen delen van aangrenzende kranten, waardoor een althans nagenoeg continue nivellering van de 15 bovenste kranten mogelijk wordt gemaakt. Aanvraagster heeft ontdekt, dat veren, die evenredige druk leveren als functie van de stapellast, niet in staat zijn om een horizontale stapel te handhaven omdat dergelijke veren, alleen werkend, niet de vereiste stootwerking kunnen leveren.
20 b) Krantenneerdruktong.
Om de bovenste krant in de juiste vlakke uitlij-ning te helpen houden voor het afleveren, is een neerdrukton 15, fig. 2 en 3, bevestigd op het binnenvlak van het toegangs-paneel 28 en geplaatst om te worden opgenomen in de rechthoekige uitsparing 322 van de afleverplaat 138. De neerdruktong 25 15 onderdrukt de neiging van de bovenste kranten om op te bollen tegen het polyurethankussen 230, wanneer de randen van de stapel in drukcontact door de veer 216 worden gedrukt met de niet meegevende ondervlakken van de zijpanelen 63 en 66 van de module. Door de kranten in althans nagenoeg horizontale 30 vlakke uitlijning te houden voorafgaand aan het afleveren, zullen ze deze vorm behouden tijdens de korte tussentijd, wanneer de stapeldruk is opgeheven door de neerwaartse beweging van het hefplatform juist voorafgaand aan een aflevercyclus.
De bovenste krant wordt dan afgeleverd, terwijl deze althans 35 nagenoeg plat is.
cl Stapeluitlijngeleiders.
Verwijzend naar fig. 2 strekken hellende geleidings- 8204853 -34- platen 65 zich opwaarts uit vanaf de achteronderrand 324 van het achterpaneel 19 van de kast naar de voorrand 326 van de rand 59. De platen 54/ die van onderen naar boven voorwaarts hellen/ dienen om de kranten uit te lijnen op het hefplat-5 form 137/ terwijl ze geleidelijk omhoog worden bewogen naar de zijrails 236 en 238 van de aflevermodule. Dit kenmerk van automatische uitlijning door de geleidingsplaat, de meegevende plank 300 en de anti-opbolkrantneerdruktong 15 dragen elk bij tot de blijvende en betrouwbare prestatie van de aflever-10 module 11.
d) Alternatieve sleufafdekplaat.
In een andere bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals afgebeeld in fig. 17, inplaats van de schuifplaat 286, die is afgebeeld in fig. 1 15 en 11, is de sleufdekselplaat 350 bevestigd met een scharnier 352 onmiddellijk boven de horizontale afleversleuf 52.
Een veer 354 is verbonden met een scharnier 352 om de deksel-plaat 350 in de open stand te drukken, die is afgebeeld.
Een lip 356 strekt zich uit omlaag vanaf het bovenste deel 20 van de toegangsdeur 28 en vormt een hoek van 30° met de vertikaal en werkt om de buitenwaartse zwenking van de dek-selplaat 350 te begrenzen, wanneer de buitendeur 24 wordt geopend. Wanneer de buitendeur 24 wordt gesloten, laat de veer 354 toe, dat de dekselplaat 350 wordt gedrukt in de stand, 25 die met streepjeslijnen is afgebeeld. De breedte van de dekselplaat 350 van boven naar onderen is zo gekozen, dat deze de horizontale toegang tot de horizontale sleuf 52 verspert. Zoals is afgebeeld, zou het om een krant uit de kast 12 te vissen, nodig zijn een gereedschap of vinger in te steken 30 in een opwaartse richting en dan de richting om te keren omlaag om een bovenste krant te bereiken. Daar de stapel kranten aanzienlijk onder de onderrand 53 van de sleuf omlaag zal zijn bewogen voordat de horizontale sleuf 52 toegankelijk wordt voor een opvisgereedschap, zou het uittrekken van een 35 krant onder deze omstandigheden meer tijd en inspanning kosten dan de uitgetrokken krant waard is. Verder zou in elk geval een unieke combinatie van kennis van de uitvinding, handigheid en gespecialiseerde gereedschappen nodig zijn om het aflevermechanisme te verijdelen.
8204853 -35-
Door een krantengeleider 358 toe te voegen aan de onderrand 53 van de sleuf, kan een smallere afleversleuf 52 worden toegepast dan zou zijn vereist zonder de sleuf.
De uitvinding is niet beperkt tot de beschre-5 ven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewi j z igd kunnen worden.
8204853

Claims (56)

1. Werkwijze voor het afleveren van een enkel bovenste exemplaar van ee n vertikale stapel kranten uit een krantenvoorraadkast met een middel voor het uitlaten van een enkel exemplaar van de krant in een wand van de kast, met 5 het kenmerk, dat a) snel een horizontale kracht wordt uitgeoe-fend op de bovenste krant met een voldoende grootte en duur om de bovenste krant snel te accelereren en daaraan een hoeveelheid van beweging mede te delen zonder de statische 10 traagheid van de volgende onderliggende krant in de stapel kranten te verstoren, b) de horizontale krant snel wordt verwijderd van de bovenste krant en c) de hoeveelheid van beweging van de bovenste 15 krant deze horizontaal ten minste gedeeltelijk door het uitlaatmiddel kan voeren.
2. Werkwijze voor het afleveren van een enkel bovenste exemplaar van een vertikale stapel kranten uit een krantenvoorraadkast met een middel om een enkel kran- 20 tenexemplaar uit te laten in een wand van de kast, met het kenmerk, dat a) een vertikale stapel kranten wordt geladen in de kast, b) de kranten omhoog in drukaanraking met 25 stopmiddelen in de kast worden gedrukt, c) de stapel iets omlaag wordt bewogen om de druk op te heffen, d) een krant omlaag op de bovenste krant wordt uitgeoefend, 30 el snel een horizontale kracht op de bovenste krant wordt uitgeoefend met een voldoende grootte om de bovenste krant snel te acceleren en daaraan een hoeveelheid van beweging mede te delen, f) de horizontale kracht snel wordt verwijderd 35 van de bovenste krant en g) de hoeveelheid van beweging van de bovenste krant deze horizontaal ten minste gedeeltelijk door het uitlaatmiddel kan voeren.
3. Werkwijze voor het afleveren van een enkel 8204353 -3 7=- bovenste exemplaar van een vertikale stapel kranten uit een krantenvoorraadkast met een middel om een enkel krantenexemplaar uit te laten in een wand van de kast, met het kenmerk, dat, 5 a) een plaat wordt gekozen om te rusten op het bovenvlak van de bovenste krant met een wrijvingscoëfficiënt tussen de plaat en de bovenste krant, die belangrijk groter is dan de wrijvingscoëfficiënt tussen de bovenste krant en de volgende onder de bovenste krant liggende krant en met 10 een voldoende massa, zodat de neerwaartse kracht op het bovenvlak van de bovenste krant tengevolge van deze massa een wrijvingshechting veroorzaakt tussen de plaat en de bovenste krant, die belangrijk groter is dan de wrijvingshechting tussen deze bovenste krant en de volgende onderliggende krant, 15 b) een eerste horizontale kracht wordt uitgeoefend op de plaat in de richting van het uitlaatmiddel met een voldoende grootte om de plaat en de bovenste krant tegelijk snel te acceleren en daaraan een hoeveelheid van beweging mee te delen, terwijl daarbij de wrijvingshechting tussen de 20 bovenste krant en de volgende onderliggende krant wordt verbroken , d) de horizontale beweging van de plaat voldoende snel wordt tegengehouden om de wrijvingshechting tussen de plaat en de bovenste krant te verbreken en 25 e) de hoeveelheid van beweging van de bovenste krant de bovenste krant ten minste gedeeltelijk door het uitlaatmiddel kan voeren.
4. Werkwijze volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat 30 a) de stapel kranten omhoog in drukcontact met een stopmiddel in de kast wordt gedrukt, bl de stapel kranten een eerste keer omlaag wordt bewogen om de druk op te heffen, juist voorafgaand aan het uitoefenen van de horizontale kracht, 35 cl de stapel kranten een tweede keer omlaag wordt bewogen om een speling te verschaffen voor het terugvoeren van de plaats vanaf het uitlaatmiddel en dl een tweede horizontale kracht wordt uitgeoefend op de plaat in de richting vanaf het uitlaatmiddel, die vol-40 doende is om de plaat terug te voeren naar zijn ruststand, 8204853 -38- voorafgaand aan de eerste uitoefening van de horizontale kracht.
5. Werkwijze voor het afleveren van een enkele bovenste krant uit een vertikale stapel kranten, die zijn 5 opgeslagen in een krantenverkoopkast met een middel om een enkel exemplaar van de krant uit te laten uit de kast, met het kenmerk, dat a) een krantenaflevermiddel wordt geplaatst boven de stapel kranten en aan de achterzijde van de kast, 10 b) het aflevermiddel in deze stand wordt vastgehouden tegen het afleveren van een krant, c) het aflevermiddel in drukcontact met de bovenste krant wordt gebracht, d) de vasthoudwerking op het aflevermiddel 15 snel wordt opgeheven, e) het aflevermiddel snel wordt geaccelereerd, f) met wrijving het ondervlak van het aflevermiddel in aanraking wordt gebracht met het bovenvlak van de bovenste krant op een voldoende wijze om de wrijvingshech- 20 ting tussen de bovenste krant en de volgende onderliggende krant van de stapel kranten te verbreken, g) de bovenste krant over het bovenvlak van de onderliggende krant wordt bewogen en h) ten minste een deel van de bovenste krant 25 in het uitlaatmiddel wordt geleid.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de gevouwen rand van de bovenste krant in het uitlaatmiddel wordt geleid.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t 30 het kenmerk, dat voorafgaand aan het vrijlaten van het aflevermiddel de stapel kranten omlaag wordt bewogen.
8. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat a) de stapel kranten omhoog in drukcontact met 35 stopmiddelen in de kast wordt gedrukt om het aflevermiddel in drukcontact met de bovenste krant te brengen en b) de krantenstapel voorafgaand aan het vrijlaten van het aflevermiddel omlaag wordt bewogen om het drukcontact met het stopmiddel maar niet met het aflevermiddel op 40 te heffen. 3204353 -39-
9. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat a) de stapel kranten omhoog wordt bewogen in drukcontact met stopmiddelen in de kast nadat het aflever- 5 middel boven de stapel kranten en aan de achterzijde van de kast is geplaatst, b) de stapel kranten omlaag wordt bewogen voordat het aflevermiddel wordt vrijgelaten, c) de stapel kranten nog verder omlaag 10 wordt bewogen nadat het aflevermiddel is vrijgelaten, d) het aflevermiddel wordt teruggevoerd naar de achterzijde van de kast en e) de stapel kranten omhoog wordt terug- ' gebracht in drukcontact met stopmiddelen in de kast.
10. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat een hoge kracht wordt uitgeoefend tegen het aflevermiddel om het aflevermiddel snel naar het uitlaatmiddel te bewegen.
11. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t 20 het kenmerk, dat het aflevermiddel op de bovenste krant rust en een voldoend hoge druk wordt verschaft en het vrijlaten voldoende snel gebeurt, zodat een althans nagenoeg ogenblikkelijke acceleratie wordt medegedeeld aan het aflevermiddel en aan de bovenste krant, waarbij de bovenste krant 25 snel in het uitlaatmiddel wordt geschoven.
12. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de druk voldoende groot en het vrijlaten voldoende snel is om een snelle acceleratie mede te delen aan het aflevermiddel en aan de bovenste krant, 30 waarbij de wrijvingshechting tussen de bovenste krant en de onderliggende krant wordt verbroken en de bovenste krant snel wordt geaccelereerd tot in het uitlaatmiddel, terwijl de onderliggende krant in rust blijft.
13. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t 35 het kenmerk., dat al het uitlaatmiddel wordt afgedekt voordat het aflevermiddel wordt geplaatst boven de stapel kranten , bl het uitlaatmiddel wordt vrijgemaakt 40 voordat het aflevermiddel wordt vrijgelaten en 8204853 -40- c) het uitlaatmiddel wordt afgedekt nadat de krant is gepasseerd door het uitlaatmiddel.
14. Aflevermechanisme voor het afleveren van een enkel exemplaar van een krant, welk mechanisme is gemon-5 teerd boven een vertikale stapel kranten in een krantenver-koopkast met voor-, achter-, linker- en rechterzijwanden en een krantenuitlaatmiddel in de voorwand, met het kenmerk, dat een horizontaal aangebrachte krantenafleverplaat verschuifbaar is opgehangen in de kast en van de 10 achterwand naar de voorwand kan worden verschoven, waarbij een middel is aangebracht om de plaat vast te houden, wanneer deze bij de achterwand is geplaatst, een middel om de plaat voor te spannen naar de voorwand, terwijl de plaat wordt vastgehouden, een middel om deze vasthoudwerking op te heffen, 15 zodat de plaat van de achterwand naar de voorwand kan schuiven, een middel om de plaat beweegbaar langs een baan te plaatsen, die is gekozen om het ondervlak van de plaat in drukaanraking met het bovenvlak van de bovenste krant van de stapel kranten te houden, waarbij het voorspanmiddel is uit-20 gevoerd om een voldoende acceleratie en hoeveelheid van beweging aan de plaat mede te delen, zodat de statische traagheid van de bovenste krant en de wrijvingshechting tussen de bovenste krant en de volgende onderliggende krant in de stapel kranten wordt overwonnen, waarbij de hoeveelheid van 25 beweging de bovenste krant voert door het uitlaatmiddel van de voorwand.
15. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt door een modulair frame, dat snel losneembaar kan worden gemonteerd in de kast, waarbij het krantaflever- 30 mechanisme is gemonteerd in dit modulaire frame.
16. Inrichting volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat het ondervlak van de afleverplaat samendrukbaar is tegen het bovenvlak van de bovenste krant.
17. Inrichting volgens conclusie 14, me t 35 h. et kenmerk, dat de afleverplaat is voorzien van een samendrukbaar kussen op het ondervlak van de plaat.
18. Inrichting volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat de wrijvingscoëfficiënt tussen de plaat en een krant groter is dan de wrijvingscoëfficiënt tussen 40 kranten. 8204853 -41-
19. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat de wrijving tussen de plaat en de bovenste krant groter is dan de wrijving tussen de bovenste krant en de onderliggende krant.
20. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat de druk tussen de plaat en de bovenste krant gelijkmatig is verdeeld.
21. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de plaat sterk is voorgespannen 10 naar de voorwand en het vrijlaatmiddel een snelvrijlaatmiddel is, waardoor een snelle vrijlating van de vasthoudwerking de plaat snel verschuift van de achterwand naar de voorwand.
22. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het k e n m e r k-, dat een steunmiddel is bevestigd aan 15 de achterwand van de kast om de achteronderzijde van het aflevermechanisme verschuifbaar op te nemen en te ondersteunen, waarbij verschuifbaar vergrendelende pennen het voorste bovendeel van de kast verbinden met het voorste bovendeel van het aflevermechanisme.
23. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat een as is gelegerd in de kast en evenwijdig is aan de voor- en achterwand van de kast, waarbij verbindingsmiddelen zijn aangebracht tussen de as en de plaat en middelen om de verbindingsmiddelen voor te spannen naar de 25 voorwand en middelen om deze verbindingsmiddelen vast te houden en middelen om deze vasthoudwerking snel vrij te laten.
24. Inrichting volgens conclusie 23, me t het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is voorzien van een concentrisch over de as aangebrachte huls, waarbij 30 een paar armen star zijn bevestigd met hun boveneinden aan de huls en een paar trekschakels zwenkbaar zijn verbonden aan hun vooreinden met de ondereinden van de armen en zwenkbaar zijn verbonden aan hun tegenovergestelde einden met het achterste deel van de plaat, waarbij een torsieveer vrij is 35 aangebracht om de huls en één eind ervan is verankerd en het andere eind ervan aandrijvend is verbonden met het verbindingsmiddel, waarbij een middel is aangebracht om de veer te torderen, wanneer de plaat bij de achterwand ligt, waarbij een middel is aangebracht om de veer in deze getordeerde 40 toestand vast te houden en waarbij een middel is aangebracht 8204853 -42- om de getordeerde veer snel vrij te laten, waardoor het verbindingsmiddel en de plaat door de getordeerde veer naar de voorwand worden gedreven.
25. Inrichting volgens conclusie 24, 5 met het kenmerk, dat een paar sleden in één geheel zijn verbonden met de zijden van de plaat en loodrecht op de voor- en achterwanden staan, waarbij een paar rails zijn bevestigd aan de linker- en rechterzijwand om de sleden te ondersteunen, waarbij oploopvlakken aan de einden 10 van de rails bij de voorwand zijn aangebracht, waardoor de voorrand van de plaat, wanneer deze naar de voorwand wordt gedreven, wordt opgelicht, ten einde het contact met de door het uitlaatmiddel in de voorwand naar buiten geschoven bovenste krant te verbreken en een speling voor deze krant te 15 verschaffen.
26. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het uitlaatmiddel is voorzien van een horizontale sleuf in de voorwand, waarbij een dekselplaat deze sleuf kan bedekken en vrijmaken, waarbij 20 een middel is aangebracht om de horizontale sleuf te bedekken en vrij te maken en waarbij een middel is aangebracht om het bedekken en vrijmaken van de horizontale sleuf zodanig in de tijd te regelen, dat de horizontale sleuf wordt vrijgemaakt, voordat de getordeerde veer snel wordt vrij-25 gelaten, en de sleuf wordt afgedekt nadat de krant in de sleuf is gepasseerd.
27. Krantenverkoopmachine, gekenmerkt door een kast met een bovenpaneel, dat stevig is bevestigd aan linker- en rechterzijwanden en aan een 30 achterwand, een voorwand, die stevig is bevestigd aan het bovenpaneel en de zijwanden en is voorzien van een eerste paneel, dat stevig is bevestigd aan de randen van de onderste helft van de linker- en rechterzijwanden, een tweede paneel, dat zich opwaarts uitstrekt vanaf het eerste paneel 35 naar de voorrand van het bovenpaneel en omlaag van de kast af kan zwenken, waarbij het binnenvlak van het tweede paneel voldoende hol is om daarin een krant op te bergen, een derde paneel, dat scharniert op het tweede paneel om een krantop-bergligplaats met het holle vlak te vormen, een klinkmiddel 40 om het derde paneel vast te zetten op het tweede paneel in 8204853 -43- de gesloten stand, middelen om het tweede paneel naar de gesloten stand voor te spannen, middelen om het derde paneel naar de open stand voor te spannen, een vierde paneel, dat scharniert op de kast achter het tweede paneel en zich op-5 waarts naar de voor r eind van het bovenpaneel uit strekt en omlaag kan zwenken vanaf de kast, een klinkmiddel met munten-bediening om het tweede paneel te bevestigen op de kast, een met een sleutel bediend slot om het vierde paneel te bevestigen op de kast, een horizontale krantenuitlaatsleuf in het 10 vierde paneel, een modulair frame, dat in de kast kan worden geschoven door de door het vierde paneel afgesloten opening, middelen om het modulaire frame te ondersteunen in de kast, een krantenaflevermechanisme, dat voorgeassembleerd is bevestigd in het modulaire frame om tegelijk met het frame in 15 de kast te worden geschoven, en verbindingsmiddel tussen het tweede paneel en het krantenaflevermechanisme om dit mechanisme te bedienen om een enkele krant uit te werpen door de horizontale sleuf als gevolg van de beweging van het tweede paneel van de gesloten stand naar de open stand.
28. Inrichting volgens conclusie 27, gekenmerkt door een dekselplaat voor de horizontale sleuf, middelen om de dekselplaat op te lichten onder invloed van het openen van het tweede paneel en om de dekselplaat neer te laten onder invloed van het sluiten van het tweede paneel. 25 29. Inrichting volgens conclusie 27, gekenmerkt door middelen om het klinkmiddel vrij te maken, zodat het derde paneel kan worden voorgespannen naar de open stand onder invloed van het uitwerpen van de laatste krant uit de kast.
30. Inrichting volgens conclusie 27, gekenmerkt door een door een veer voorgespannen krantenplatform, dat een vertikale stapel kranten omhoog kan duwen naar de horizontale sleuf, samenwerkende middelen tussen het platform en het aflevermechanisme om het klinkmiddel vrij 35 te maken, wanneer de laatste krant is afgeleverd uit de kast, zodat het door een veer voorgespannen derde paneel in de open stand wordt gedrukt.
31. Inrichting volgens conclusie 27, gekenmerkt door een door een veer voorgespannen 40 krantenplatform, dat een vertikale stapel kranten omhoog kan 8204853 -44- drukken in drukaanraking met stopmiddelen in de kast, middelen, die het platform omlaag bewegen om de druk tussen de stapel kranten en de stopmiddelen op te heffen, middelen, die een krant afleveren door de horizontale sleuf, en midde-5 len, die de stapel kranten terugbrengen in drukaanraking met de stopmiddelen als gevolg van het sluiten van het tweede paneel.
32. Inrichting volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat het platform is gevorkt in 10 een voorste en achterste deel, waarbij het voorste deel omlaag kan uitbuigen onder invloed van de druk van de voorranden van een stapel kranten.
33. Inrichting volgens conclusie 32, me t het kenmerk, dat het voorste en achterste deel van 15 het platform op elkaar scharnieren. en het voorste deel omhoog om het scharnier is voorgespannen om een gemeenschappelijk horizontaal vlak met het achterste deel te vormen en omlaag kan meegeven door samendrukking van het voorspanmiddel, zodat het omlaag en vervolgens omhoog bewegen van het 20 platform een stootwerkirg en buiging van de randen van de door het voorste deel van het platform ondersteunde kranten veroorzaakt om de wrijvingshechting tussen aangrenzende krantenranden te verbreken.
34. Aflevermechanisme voor het afleveren 25 van een enkel exemplaar van een krant voor toepassing in een krantenverkoopkast met een scharnierende voordeur, gekenmerkt door een paar op afstand van elkaar geplaatste zijpanelen, een vooras, een tussenas en een achteras, die roteerbaar zijn gelegerd tussen de zijpanelen, waarbij de 30 vooras gedeeltelijk kan worden geroteerd en teruggeroteerd onder invloed van het openen resp. sluiten van de voordeur, waarbij een tijdregelnok in één geheel is bevestigd op de vooras om daarmee te roteren, waarbij eennokvolger in één geheel is bevestigd op de tussenas en kan worden verschoven 35 door de tijdregelnok om gedeeltelijk te roteren met de tussenas tegen de vooras in, waarbij een krantenafleverplaat is geplaatst onder deze assen, waarbij een eerste huls vrij is aangebracht om de tussenas, waarbij aandrijfarmen star zijn bevestigd aan de eerste huls en zwenkbaar zijn verbonden 40 met de afleverplaat, waarbij een afleverplaataandrijfveer 8204853 -45- vrij is aangebracht om de eerste huls en een eind ervan is verbonden met de aandrijfarmen en het andere eind ervan is verbonden met de tussenas, waarbij een tweede huls vrij is aangebracht om de vooras, waarbij een afleverplaatterugvoer-5 veer is aangebracht om de tussenas en een eind ervan is verbonden met de tweede huls en het andere eind ervan is verbonden met de tussenas, waarbij een derde huls vrij is aangebracht om de vooras, waarbij een overloopkoppelingkrukarm vrij is gemonteerd op de tussenas, waarbij een overloopkop-10 pelingvrijmaakveer vrij is aangebracht om de tussenas en een eind ervan op aandrijvende wijze is verbonden met de tussenas en het andere eind ervan is verbonden met de derde huls, waarbij een platformneerlaataandrijfveer vrij is aangebracht om de tussenas en een eind ervan op aandrijvende wijze is 15 verbonden met de tussenas en het andere eind ervan op aandrijvende wijze is verbonden met de overloopkoppelingkrukarm, waarbij platformschijven zijn gemonteerd aan tegenovergestelde einden van de achteras, waarbij platformschijfkabels zijn bevestigd aan de schijven en aan tegenovergestelde zijden van 20 het platform, waarbij een platformhefveer vrij is aangebracht om de achteras en een eind ervan is verankerd op een van de zijpanelen en het andere eind ervan is verankerd op de achteras en kan worden gespannen wanneer het platform omlaag wordt bewogen, waarbij een overloopkoppeling is bevestigd op 25 de achteras, waarbij een koppelingbedieningsmiddel zwenkbaar is verbonden tussen de overloopkoppeling en de overloopkoppelingkrukarm om de achteras te grijpen bij rotatie van de koppelingkrukarm in een richting en de koppeling vrij te maken bij tegengestelde rotatie van de koppelingkrukarm, 30 waarbij een eerste pal star is bevestigd op de tweede huls en in en uit vasthoudende aangrijping met de aandrijfarmen is, waarbij een vrijmaaknok voor de eerste pal star is bevestigd op de vooras om de eerste pal vrij te maken uit vasthoudende aangrijping met de aandrijfarmen onder invloed van 35 een gedeeltelijke rotatie van de vooras, zodat een gedeeltelijke rotatie van de vooras de tussenas gedeeltelijk in de tegengestelde richting roteert om elk van de vrij op de tussenas gemonteerde veren te spannen, waarbij de platformneerlaataandrijfveer de koppelingkrukarm en de koppeling 40 aandrijft om de achteras gedeeltelijk te roteren en het plat- 8204 853 - 4 '6- form neer te laten, waarbij de vrijmaaknok van de eerste pal de eerste pal vrijmaakt buiten vasthoudende aangrijping met de aandrijfarmen, waarbij de afleverveer de aandrijfarmen aandrijft en de afleverplaat naar voren drijft en bij tegen-5 overgestelde rotatie van de vooras de tijdregelnokvolger de nok volgt, waardoor de afleverplaat kan terugkeren naar de achterste stand van het mechanisme en de overloopkoppeling vrijmaakveer de koppeling vrijmaakt, waardoor de platform-hefveer het platform kan terugvoeren naar zijn beginstand.
35. Inrichting volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de kast is voorzien van een paneel achter de voordeur met een horizontale kranten-afleversleuf, een vertikaal vrij verschuifbare sleufdeksel-plaat en een middel om de dekselplaat omhoog en omlaag te 15 bewegen met inbegrip van een tweede arm, die zwenkbaar is verbonden met de tussenas, een middel met verloren beweging dat star is bevestigd aan de tussenas om de tweede arm omhoog en omlaag te bewegen tijdens een beperkt deel van de draaiing van de tussenas, een vork, die zich omlaag uitstrekt vanaf 20 de tweede arm en kan aangrijpen op de dekselplaat en deze omhoog en omlaag bewegen onder invloed van de gedeeltelijke ' rotatie en tegenrotatie van de middelen met uitgestelde beweging.
36. Inrichting volgens conclusie 35, me t 25 het kenmerk, dat de tweede arm bestaat uit een arm, die vrij is gemonteerd op elk eind van de tussenas, een dwarsstang, die aan de vrije einden van de armen is bevestigd, een paar op afstand van elkaar geplaatste zich neerwaarts uitstrekkende vorken, die star zijn bevestigd aan hun 30 boveneinden op de dwarsstang, een lip op de dekselplaat, die kan worden gegrepen door de vorken en een middel om de vorken voor te spannen in ingrijping met de lip, voordat de dekselplaat wordt opgelicht.
37. Inrichting volgens conclusie 34, g e-35 kenmerkt door een binnendeur, die scharnierend is verbonden met de achterzijde van de voordeur om een kranten-toonligplaats daartussen te vormen, een deurklink om de binnendeur te bevestigen op de voordeur, een deurklinkbedie-ningsmechanisme, dat bevestigd is op een van de zijpanelen, 40 een middel op het platform om het deurklinkmechanisme in
820. S53 -47- ' werking te stellen als gevolg van de door veervoorspanning veroorzaakte opwaartse beweging van het platform en een verbindingsmiddel tussen het deurklinkmiddel en het klinkbe-dieningsmechanisme om het deurklinkmiddel vrij te maken en 5 weer in ingrijping te brengen.
38. Inrichting volgens conclusie 37, me t het kenmerk, dat het klinkbedieningsmechanisme is voorzien van een zwenkbaar gemonteerde klinkbedieningsarm, een zwenkbaar gemonteerde pal, die door een veer is voorge-10 spannen in vergrendelende ingrijping met de klinkbedieningsarm, een taster op het platform, die de pal bulten vergrendelende ingrijping met de klinkbedieningsarm kan zwenken, middelen om de klinkbedieningsarm te zwenken in een eerste richting om het. verbindingsmiddel te verschuiven in een richting, 15 waarin de klink wordt vrijgemaakt, middelen om de klinkbedieningsarm weer in ingrijping met de pal te zwenken en middelen om het verbindingsmiddel te verschuiven in een richting voor het aangrijpen van de klink.
39. Inrichting volgens conclusie 38, m e t 20hetkenmerk, dat het middel om de klinkbedieningsarm weer in ingrijping met de pal te zwenken bestaat uit een nok, die voor draaiing is bevestigd op de vooras en een nokvolger, die is bevestigd op de klinkbedieningsarm.
40. Inrichting volgens conclusie 38, ge -25 k e n ra e r k t door een met de hand te bedienen middel om het klinkmiddel te bedienen, met inbegrip van een met de hand bediende klinkvrijmaakhefboom, die zwenkbaar is aangebracht op het zijpaneel, een verlengstuk van het verbindingsmiddel vanaf de klinkbedieningsarm naar de met de hand bediende 30 klinkvrijmaakhefboom, zodat een zwenking van de hefboom in een richting het deurklinkmiddel vrijmaakt en een zwenking van de hefboom in de tegenoverstelde inrichting toelaat, dat het deurklinkmiddel weer in ingrijping komt.
41. Inrichting volgens conclusie 34, g e- 35 kenmerkt door een binnendeur, die zwenkbaar is bevestigd op de achterzijde van de voordeur om een krantentoonlig-plaats daartussen te vormen, een deurklinkmiddel om de binnendeur te bevestigen op de voordeur, een nokaandrijfpal, die zwenkbaar is verbonden met de tijdregelnok, een klinkbedie-40 ningsarm, die zwenkbaar is verbonden met het zijpaneel, waar- 8204853 -4:8- bij de nokaandrijfpal is voorgespannen naar de klinkbedieningsarm en de klinkbedieningsarm is voorgespannen naar de nokaandrijfpal, een klinkbedieningsarmpal, die is voorgespannen naar de klinkbedieningsarm om aan te grijpen op de 5 klinkbedieningsarm en deze buiten contact met de nokaandrijfpal te houden, een van een inkeping voorziene flens, die in één geheel is bevestigd voor rotatie met de vooras, waarbij de tijdregelnok vrij is gemonteerd op de vooras, middelen, die zijn bevestigd op het platform om de klink-10 bedieningsarmpal vrij te maken van de klinkbedieningsarm, zodat de klinkbedieningsarm wordt gezwenkt om de tijdregel-nokaandrijfpal buiten ingrijping met de inkeping van de flens te drukken, zodat de binnendeur kan worden geopend zonder de tussenas en de achteras te zwenken en het kranten-15 aflevermechanisme te bedienen.
42. Inrichting volgens conclusie 41, g e-kenmerkt door een middel om de klinkbedieningsarm weer in ingrijping met de klinkbedieningsarmpal te brengen, zodat de tijdregelnokaandrijfpal in ingrijping met de inke- 20 ping van de flens wordt gedrukt, zodat het openen van de hoofddeur de flens in aandrijvende aangrijping met de tijd-regelnokpal roteert en de pal de tijdregelnok om de vooras zwenkt om de tussenas en de achteras aan te drijven.
43. Inrichting volgens conclusie 34, me t 25 het kenmerk, dat de zijpanelen, het tussen de zij- palen bevestigde krantenaflevermechanisme en het platform een module vormen, die kan worden opgenomen in de kast binnen de voordeuropening.
44. Inrichting volgens conclusie 34, g e -30 kenmerkt door middelen, die aangrijpen op de achterrand van de bovenste krant van een stapel kranten en die zijn voorzien van een haak, die zwenkbaar is verbonden met de af-leverplaat en zich aan de achterzijde daarvan uitstrekt en een middel om afwisselend de haak in een bovenste stand, waar- 35 in deze vrijligt van de krant te houden, of in een onderste stand, waarin de haak op de krant aangrijpt, waarbij het middel met de hand van de ene stand in de andere stand verstelbaar is.
45. Inrichting volgens conclusie 34, me t 40 het kenmerk, dat de afleverplaataandrijfarm bestaat 8 2 ö 4 3 53 -49- uit een paar op afstand van elkaar geplaatste armen, die star zijn bevestigd aan de huls, die vrij is aangebracht om de tussenas, waarbij een paar trekschakels zwenkbaar zijn verbonden aan hun vooreinden met de ondereinden van de armen 5 en zwenkbaar zijn verbonden aan hun afgelegen einden met het bovenvlak van de afleverplaat.
46. Inrichting volgens conclusie 34, gekenmerkt door een koppelingsbegrenzingsmiddel.
47. Inrichting volgens conclusie 34, 10 met het kenmerk, dat de koppeling is voorzien van een koppelingcilinder, die star is bevestigd op de achteras, een koppelingcilinderhuls vrij is aangebracht concentrisch over de koppelingcilinder, een van een rateltand voorziene koppelingkrukarm, die vrij is gemonteerd op de 15 tussenas, een krukpen, die is bevestigd in de krukarm, een koppelingaandrijfveer, die concentrisch is aangebracht op de tussenas en met een eind in aandrijvende verbinding staat met de tussenas en met zijn andere eind aandrijvend is verbonden met de krukarm, een trekschakel, die zwenkbaar 20 is verbonden aan een eind met de koppelingcilinderhuls en aan zijn andere eind een in axiale richting langwerpige sleuf heeft om verschuifbaar de krukpen daarin op te nemen, een koppelingoverloopvrijmaakveer, die concentrisch is aangebracht over de tussenas en met een eind op aandrijvende 25 wijze is verbonden met de krukarm en met zijn andere eind is verankerd op de vooras, waarbij een bovenste krukarmpal star is bevestigd op de derde huls en met voorspanning in ingrijping wordt gebracht met een tand van de koppelingkrukarm om de rotatie van de krukarm te begrenzen, waarbij een 30 onderste krukarmpal met voorspanning in ingrijping kan worden gebracht met een tand van de koppelingkrukarm om de tegengestelde rotatie van de krukarm te begrenzen.
48. Inrichting volgens conclusie 47, met het.ken merk, dat het krukarmpalvrijlaatmid- 35 del is voorzien van een bovenpalvrijlaatarm, die star is bevestigd op de derde huls en zo is geplaatst, dat deze kan worden geroteerd door de afleverplaataandrijfarm, wanneer de aandrijfarm wordt vrijgelaten om voorwaarts te zwenken, waardoor de bovenste krukarmpal buiten ingrijping met een tand 40 van de krukarm wordt gezwenkt, zodat door de koppeling de 8204853 -50- achteras in rotatie kan worden aangedreven, waarbij een onderpalvrijmaakarm star is bevestigd op de vooras en de onderste krukarmpal buiten ingrijping met een tand van de krukarm kan drukken, wanneer de vooras tegengesteld wordt 5 geroteerd om de koppeling en de achteras vrij te maken, zodat de achteras door de platformhefveer kan worden geroteerd, waardoor het platform omhoog wordt bewogen.
49. Inrichting volgens conclusie 47, met het kenmerk, dat de koppelingaandrijfveer-10 aandrijfverbinding met de tussenas is voorzien van een flens, die vrij is aangebracht om de tussenas, een pen, die is bevestigd op en uitsteekt van de flens, en een tussenaskrukarm, die star is bevestigd op de tussenas en in aandrijvende aanraking kan komen met de pen van de flens, waarbij een eind 15 van de koppelingaandrijfveer is bevestigd op de pen van de flens en het andere eind van de veer is bevestigd op de pen van de koppelingkrukarm, zodat bij rotatie van de tussenas de tussenaskrukarm de koppelingaandrijfveer tordeert om de koppelingkrukarm aan te drijven.
50. Inrichting volgens conclusie 49, met het kenmerk, dat een eind van de overloop-koppelingvrijmaakveer is bevestigd op de pen van de flens en het andere eind is bevestigd op de vooras, zodat bij tegengestelde rotatie van de tussenarm de torsie van de veer 25 wordt vrijgelaten om de pen van de flens in drijvende aanraking met de krukarmpen te roteren, waarbij de krukarm tegengesteld wordt geroteerd om de koppeling vrij te maken van de achteras.
51. Inrichting volgens conclusie 34, 30 gekenmerkt door een krukarm, die star is bevestigd aan de tussenas, een pen, die uitsteekt van de krukarm, waarbij een eind van de afleverinrichting t erugvoerveer is bevestigd aan de pen en het andere eind van de afleverinrichting-terugvoerveer is bevestigd aan de veerankerarm, waarbij een 35 eind van de afleverinrichtingaandrijfveer is bevestigd aan de pen en het andere eind is bevestigd aan de aandrijfarm, zodat de aanvankelijke rotatie van de tussenas door tordering de veren spant om achtereenvolgens vrij te komen om de afle-verplaat te bedienen en de afleverplaat terug te voeren naar 40 zijn beginstand. 8204353 ί\ -51-
52. Inrichting volgens conclusie 33, ra e t het kenmerk, dat het platform omkeerbaar is om naar keuze het onder veerspanning staande deel bij de voorzijde of achterzijde van de kast te plaatsen, zodat kran- 5 ten kunnen worden afgeleverd met hun gevouwen of open eind voorwaarts.
53. Aflevermodule in een inrichting voor het afleveren van een enkel exemplaar van een krant, gekenmerkt door linker- en rechterzijpanelen, 10 een vooras, een tussenas en een achteras, die zich evenwijdig tussen de zijpanelen uitstrekken en roteerbaar daarin gelegerd zijn, middelen om de vooras te roteren en tegengesteld te roteren, een uitschakelbaar aandrijfmiddel tussen de vooras en de tussenas om naar keuze de tussenas te ro-15 teren , een overloopkoppeling, die is gemonteerd op de achteras, een koppelingbedieningsorgaan, dat is gemonteerd op de tussenas en is verbonden met de overloopkoppeling, een krantenafleverplaat, die kan rusten op de bovenste krant van een vertikale stapel kranten, een aandrijfmiddel, dat 20 de tussenas verbindt met de krantenafleverplaat, een plaat-aandrijfveer, die is verbonden met de tussenas en het aan-drijfmiddel, een plaatterugvoerveer, die is verbonden met de tussenas en het aandrijfmiddel, een koppelingbedienings-veeraandrij fmiddel, dat is verbonden met de tussenas en het 25 koppelingbedieningsorgaan, een koppelingbedieningsveervrij-maakmiddel dat is verbonden met het koppelingbedieningsorgaan en de vooras, middelen om de veren te spannen wanneer de tussenas wordt geroteerd in een eerste richting, middelen om de koppelingbedieningsveeraandrijfmiddelen 30 gedeeltelijk te ontspannen om de overloopkoppeling in te schakelen en te roteren, middelen om de plaat vast te houden tegen de kracht van de plaataandrijfveer, middelen om de vasthoudmiddelen vrij te maken om de plaat van de achterzijde naar de voorzijde van de afleverinrichting voort te 35 bewegen, middelen om verder de koppelingbedieningsveeraan-drijfmiddelen te ontspannen om de overloopkoppeling verder te roteren, middelen om de plaatterugvoerveer te ontspannen om de plaat terug te voeren naar de achterzijde van de afleverinrichting en middelen om de koppelingbedieningsveer-40 vrijmaakmiddelen te ontspannen, waarbij achterasveermiddelen 8204853 \ 1 -52- de achteras verbinden met een van de panelen en waarbij middelen zijn aangebracht om deze achterasveer te spannen en te ontspannen.
54. Inrichting volgens conclusie 53, g e-5kenmerkt door een krantenhefplatformkabelschijf, die is verbonden met de achteras, waarbij de achterasveer wordt gespannen door het neerlaten van het platform en wordt ontspannen door het omhoog bewegen van het platform.
55. Inrichting volgens conclusie 53, me t 10· h e t kenmerk, dat de middelen voor het spannen van de eerstgenoemde veren bestaan uit middelen, die de tussen-as in een eerste richting roteren als gevolg van de rotatie van de vooras in een tweede richting.
56. Inrichting volgens conclusie 53, g e -15kenmerkt door middelen, die de op een na bovenste krant klemmen wanneer de bovenste krant voldoende voorwaarts beweegt om de klemruimte op de op een na bovenste krant vrij te maken, waarbij de klemmiddelen zijn voorzien van klemvingers aan tegenovergestelde zijden van de krantenaf-20 leverinrichting, die in klemmende aangrijping met de op een na bovenste krant omlaag kunnen worden gedrukt onder invloed van de verdere ontspanning van de koppelingbedieningsveer-aandrijfmiddelen, waarbij deze vingers verder dienen om de stapel kranten tegen de weerstand van de achterasveer omlaag 25 te drukken. 8204353
NL8204853A 1982-07-30 1982-12-16 Krantenaflevermachine. NL8204853A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/403,789 US4569461A (en) 1982-07-30 1982-07-30 Single copy newspaper dispensing machine
US40378982 1982-07-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204853A true NL8204853A (nl) 1984-02-16

Family

ID=23597005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204853A NL8204853A (nl) 1982-07-30 1982-12-16 Krantenaflevermachine.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4569461A (nl)
JP (1) JPS5927387A (nl)
BE (1) BE895457A (nl)
DE (1) DE3300242A1 (nl)
GB (1) GB2124604A (nl)
LU (1) LU84545A1 (nl)
NL (1) NL8204853A (nl)
ZA (1) ZA828610B (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4566608A (en) * 1984-05-24 1986-01-28 Draper Technologies, Inc. System for converting stack access newspaper vending machines and the like to apparatus for dispensing products one at a time
US4558803A (en) * 1984-05-24 1985-12-17 Reed T. Draper Mechanism for converting stack access newspaper vending machines and the like to machines for dispensing products one at a time
US4651896A (en) * 1984-08-20 1987-03-24 News Vend 1, Inc. Single article vending machine
US4981236A (en) * 1989-05-03 1991-01-01 Riedle Robert D Anti-theft device for use in a coin-operated dispensing machine for newspapers and the like
US5248060A (en) * 1992-02-18 1993-09-28 Eb Metal Industries, Inc. Theft deterrent device for newspaper dispensing machines
US5199599A (en) * 1992-06-19 1993-04-06 Shade Michael W Apparatus for dispensing articles
US5301831A (en) * 1992-12-16 1994-04-12 Harold D. Messner Newspaper rack with improved one-at-a-time dispensing assembly
US5363987A (en) * 1993-02-17 1994-11-15 Seven, Ltd. Newspaper vending unit
NL1010814C2 (nl) * 1998-02-09 1999-08-10 Vdv Innovatietechniek B V Afgifte-inrichting voor platte artikelen.
WO1999040550A1 (en) * 1998-02-09 1999-08-12 News Point B.V. Dispensing device for flat articles
DE60044721D1 (de) * 1999-06-16 2010-09-02 Thomas F Masek Verkaufsautomat zum pro stückverkauf von zeitungen
US6279719B1 (en) 2000-03-06 2001-08-28 Benjamin Israel Vending machine for dispensing single copies of periodicals and newspapers
KR100425866B1 (ko) * 2001-12-29 2004-04-01 엘지엔시스(주) 현금자동 인출기의 도어 잠금장치
US7819282B2 (en) * 2004-04-12 2010-10-26 Benjamin Israel Newspaper vending machine
DE102008023469A1 (de) * 2008-05-14 2009-12-03 Continental Automotive Gmbh Anzeigeeinrichtung
GB201713026D0 (en) 2017-08-14 2017-09-27 Gw Dev Uk Ltd Toy device for dispensing stackable or rollable materials and related methods

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US382521A (en) * 1888-05-08 galland
US3114475A (en) * 1961-07-27 1963-12-17 Newsomatic Corp Vending machine
US3263859A (en) * 1963-05-17 1966-08-02 Searle Ronald William Newspaper vending machine with a follower pressure relieving assembly
US3318478A (en) * 1965-10-19 1967-05-09 Walter R Hart Vending machine
US3536231A (en) * 1968-04-15 1970-10-27 Karl Knickerbocker Magazine vending machine
US3747733A (en) * 1970-01-19 1973-07-24 K Knickerbocker Newspaper dispensing machine with means to compensate for decreasing supply
US3749281A (en) * 1971-02-08 1973-07-31 B Stovers Newspaper vending machine
GB1458407A (en) * 1974-01-30 1976-12-15 Gross M Newspaper or like article vending machine
US4140243A (en) * 1977-06-17 1979-02-20 Etes Elmer G Apparatus for vending newspapers, magazines and the like
US4258861A (en) * 1979-05-29 1981-03-31 Traill Philip J Single-paper vending apparatus
US4367826A (en) * 1981-01-14 1983-01-11 Single Vend, Inc. Dispensing apparatus and method having abutment stop
US4413749A (en) * 1981-06-05 1983-11-08 Single Vend, Inc. Newspaper dispensing apparatus and method

Also Published As

Publication number Publication date
DE3300242A1 (de) 1984-05-30
JPS5927387A (ja) 1984-02-13
ZA828610B (en) 1983-09-28
US4569461A (en) 1986-02-11
GB2124604A (en) 1984-02-22
BE895457A (fr) 1983-04-15
LU84545A1 (fr) 1983-06-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8204853A (nl) Krantenaflevermachine.
AU707104B2 (en) Apparatus for dispensing tickets and the like
US4875598A (en) Vending machine for vending one-at-a-time merchandise articles of a plurality of similar such merchandise objects, each of a substantially rectangular parallelopiped shape, such as a newspaper, magazine, or the like
WO1996022933A9 (en) Apparatus for dispensing tickets and the like
US4997176A (en) Apparatus for stacking articles in a container
US4962867A (en) Auxiliary article dispenser for vending machines
US4496074A (en) Newspaper vending machine
US4413749A (en) Newspaper dispensing apparatus and method
US4989520A (en) Container for holding a stack of articles
US3180518A (en) Mechanical vendor for articles
US5373963A (en) Newspaper vending machine
EP1105024B1 (en) Product dispensers
US3777929A (en) Newspaper vendor
US5368189A (en) Vending machine for newspapers and like articles
US6264060B1 (en) Auxiliary article dispenser for vending machines
US4367826A (en) Dispensing apparatus and method having abutment stop
GB2224498A (en) Mechanism for dispensing article from stack
US20020092861A1 (en) Magazine vending machine
US5000346A (en) Method and apparatus for dispensing newspapers
US4428503A (en) Vending machine for insuring the dispensing of newspapers and the like one at a time
JPS63500095A (ja) コイン作動式紙販売機
US4527711A (en) Vending machine for edge engaging and dispensing single article
US3319821A (en) Plural source article dispenser with separate discharge means for each source
US4756448A (en) Vending machine for vending one-at-a-time merchandise articles of a plurality of similar such merchandise objects, each of a substantially rectangular parallelopiped shape, such as a newspaper, magazine, or the like
JPH10162207A (ja) 自動販売機

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed