NL8204650A

NL8204650A - SUPPORT DEVICE.

Info

Publication number: NL8204650A
Application number: NL8204650A
Authority: NL
Original assignee: Holzmann Philipp Ag
Priority date: 1981-11-30
Filing date: 1982-11-30
Publication date: 1983-06-16
Also published as: FR2517352A1; AT396278B; DE3147382A1; BE895170A; IT1157962B; DK152145C; DK527982A; CH658290A5; IT8268389A0; ATA428482A; DE3147382C2; LU84489A1; FR2517352B1; DK152145B; IT8254016V0

Description

? " y? "y

Steuninrichting.Support device.

De uitvinding betreft een steuninrichting voor een bekistingselement of dergelijke, zoals zij in de aanhef van conclusie 1 nader aangegeven is.The invention relates to a support device for a formwork element or the like, as it is further specified in the preamble of claim 1.

Uit het DE-AS 22 65 406 en uit het DE-AS 26 48 5 281 zijn steuninrichtingen van deze soort bekend, die in het bijzonder gebruikt worden voor het afsteunen van vloerbekistingselementen. Deze steuninrichtingen omvatten een steunkop (steunlegger)die aan het af te steunen drager-of steunwerk bevestigd wordt. De steunbuis is aan deze 10 steunkop zwenkbaar bevestigd, zodat hij in een horizontale positie gebracht kan worden. Daarmee is het mogelijk, om na het uitvoeren van de bekistingswerkzaamheden een voor-bekistingselement bijvoorbeeld door vensteropeningen uit een skeletbouw weg te nemen, zonder dat de steunkoppen 15 van het vloerbekistingselement gelost moeten worden. Bij de bekende inrichtingen omvat de steunkop een steunplaat, waarvanaf vier profielbalken naar beneden gericht zijn.Support devices of this type are known from DE-AS 22 65 406 and from DE-AS 26 48 5 281, which are used in particular for supporting floor formwork elements. These support devices comprise a support head (support layer) which is attached to the support or support work to be supported. The support tube is pivotally attached to this support head so that it can be brought into a horizontal position. This makes it possible to remove a pre-formwork element, for example through window openings from a skeleton structure, after the formwork work has been carried out, without the support heads 15 having to be released from the floor formwork element. In the known devices, the support head comprises a support plate, from which four profile beams point downwards.

Deze naar beneden gerichte balken zijn aan hun ondereinde met hoekijzers resp. met eraan vastgelaste bruggen vast 20 verbonden. De steunbuis verloopt tussen deze balken, en is om een schamierbout zwenkbaar en wordt in de werk-positie door een geleidingshuls tegen een ongewenste zwenking geborgd.These downward facing beams are at their lower end with angle irons resp. permanently connected to bridges welded to it. The support tube extends between these beams and is pivotable about a hinge bolt and is secured in the working position by a guide sleeve against undesired pivoting.

Bij de bekende steuninrichtingen is het nadelig, 25 dat de steunbuis slechts rond δδη gedefinieerde aslijn gezwenkt kan worden en dat het zwenkbereik door de con-structie van de steunkop beperkt is. Dit leidt ertoe, dat de steunbuizen van steuninrichtingen die in hetzelfde vertikale vlak aan het vloerbekistingselement aangebracht 30 zijn in de opgevouwen toestand elkaar hinderen en daardoor het manoeuvreren met de vloerbekistingselementen bemoei-lijken. Weliswaar is het in principe mogelijk om de steunbuis van de steunkop te scheiden, waardoor dan bij het opnieuw gebruiken montagewerkzaamheden noodzakelijk zijn, 35 bijvoorbeeld het plaatsen van de steunbuis in het zwenk- 8204650 V * -2- leger.In the known support devices it is disadvantageous that the support tube can only be pivoted about the axis line defined δδη and that the pivoting range is limited by the construction of the support head. This leads to the fact that the support tubes of support devices which are arranged in the same vertical plane on the floor formwork element in the folded state hinder each other and thereby make maneuvering with the floor formwork elements difficult. It is admittedly possible in principle to separate the support tube from the support head, so that assembly work is then necessary when re-using, for instance placing the support tube in the pivot 8204650 V * -2 bearing.

Dienovereenkomstig is het doel van de uitvinding een steuninrichting van de hierboven genoemde soort te verschaffen, waarbij de steunbuis in meerdere ruimtelijke 5 richtingen gezwenkt kan worden en waarbij het aanbrengen van de steunbuis eenvoudig is.Accordingly, the object of the invention is to provide a support device of the above-mentioned type, wherein the support tube can be swiveled in several spatial directions and wherein the mounting of the support tube is simple.

Het doel wordt met een in de aanhef van de hoofd-conclusie aangegeven steuninrichting bereikt, die volgens de uitvinding overeenkomstig de in het kenmerkende deel 10 van de hoofdconclusie 1 aangegeven wijze uitgevoerd is.The object is achieved with a support device indicated in the preamble of the main claim, which according to the invention is designed according to the manner indicated in the characterizing part 10 of the main claim 1.

Andere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding worden gegeven in de onderconclusies.Other preferred embodiments of the invention are given in the subclaims.

Volgens de uitvinding heeft de steuninrichting een constructie, waarbij de steunbuis niet centraal tussen 15 de aanwezige balken van de steunkop verloopt, maar waarbij de steunkop in de nabijheid van een van zijn einden een oplegging voor de steunbuis heeft. De steunkop ligt daar-door niet centraal symmetrisch ten opzichte van de aslijn van de steunbuis, maar is zijdelings daarvan verplaatst.According to the invention the support device has a construction in which the support tube does not run centrally between the existing beams of the support head, but wherein the support head has a support for the support tube in the vicinity of one of its ends. The support head is therefore not centrally symmetrical with respect to the axis of the support tube, but is displaced laterally thereof.

20 De steunkop omvat een bovenraamdeel, waarvan twee balken naar beneden verlopen en aan een klauw verankerd zijn.The support head comprises an upper frame part, of which two beams run downwards and are anchored to a claw.

Deze klauw bezit een sleufgeleiding, waardoorheen in de werkstand de steunbuis loopt. Het aanbrengen van de steunbuis in de sledegeleiding vindt verhoudingsgewijs eenvoudig 25 plaats. Het boveneinde van de steunbuis grijpt aan een oplegging van de steunkop aan. Voor het verwijderen van de steunbuis wordt deze uit de sleufgeleiding verwijderd, waarbij hij dan in de gewenste richtingen gezwenkt resp. bewogen kan worden.This claw has a slot guide, through which the support tube passes in the working position. The support tube is arranged in the slide guide in a relatively simple manner. The upper end of the support tube engages a support head support. In order to remove the support tube, it is removed from the slot guide, whereby it is then pivoted or swung in the desired directions. can be moved.

30 De steunbuis omvat bij voorkeur aan zijn boven einde een flens, waarmee de belasting van de oplegging van het bovenste raamdeel op de steunbuis overgedragen wordt. Wordt om de steunbuis een lus gelegd, dan hangt de ver-wijderde steunbuis aan deze lus. De lus is aan de steunkop 35 bevestigd, zodat de steunbuis en de daarbij behorende steunkop niet toevallig van elkaar gescheiden worden.The support tube preferably comprises a flange at its top end, with which the load of the support of the upper frame part is transferred to the support tube. If a loop is placed around the support tube, the removed support tube hangs from this loop. The loop is attached to the support head 35 so that the support tube and the associated support head are not accidentally separated from each other.

Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is aan de klauw een derde balk bevestigd, die zijde- 8204650 -3- lings ten opzichte van het door de beide andere balken gevormde vlak verloopt. Deze derde balk is in het bijzonder dan voordelig, indien met het bovenste raamdeel van de steuninrichting δβη of twee gordingen afgesteund worden 5 en via deze gordingen loodrecht daarop andere dragers zich uitstrekken. De derde balk kan dan met een corresponde-rende bevestigingsplaat aan deze dragers bevestigd worden, zodat van de steuninrichting zowel de gordingen alsook ten opzichte van deze gordingen loodrecht en via hun -10 verlopende dragers afgesteund worden. De bevestigingsplaat aan deze derde balk is bij voorkeur zwenkbaar, zodat bij de gewenste stain van de derde balk de bevestigingsplaat telkens op het ondervlak van een drager aangelegd kan worden. De lengte van deze derde balk is zodanig, dat zij 15 tot voorbij het steunvlak van het bovenste raaraelement uit-steekt en zodoende totaan een hoger gelegen drager reikt.In another embodiment according to the invention, a third beam is attached to the claw, which runs laterally with respect to the plane formed by the other two beams. This third beam is particularly advantageous if, with the top frame part of the support device, δβη or two purlins are supported, and other supports extend perpendicularly thereto. The third beam can then be fastened to these carriers with a corresponding mounting plate, so that the purlins of the support device are supported perpendicularly and with respect to these purlins and via their runners running. The mounting plate on this third beam is preferably pivotable, so that at the desired stain of the third beam the mounting plate can be placed on the bottom surface of a carrier. The length of this third beam is such that it extends beyond the support surface of the top side element and thus extends up to a higher carrier.

Aan het bovenste raamdeel is een klemplaat bevestigd, die als oplegging is uitgevoerd. De klemplaat omvat bij voorkeur een centrale doorboring, waarin een 20 schroefbout geschroefd kan worden.A clamping plate, which is designed as a support, is attached to the upper frame part. The clamping plate preferably comprises a central bore into which a screw bolt can be screwed.

Deze schroefbouten dienen voor de eenmalige bevestiging van de steunkop aan de gording, daamaast wordt volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding aan zijn ondereinde een centreerstuk geschroefd, dat in 25 het boveneinde van de steunbuis grijpt en deze tegen een verchuiving borgt.These screw bolts serve for the one-off attachment of the support head to the purlin. In addition, according to another exemplary embodiment of the invention, a centering piece is screwed at its bottom end, which engages in the top end of the support tube and secures it against displacement.

De schroefbout is aan zijn ondereinde van een sleuf voorzien, waarin een wigvormig element gestoken kan worden. Zodoende is een snelle bevestiging aan de 30 afsteunende gordingen mogelijk.The screw bolt is provided with a slot at its bottom end, into which a wedge-shaped element can be inserted. This allows a quick attachment to the 30 supporting purlins.

Volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is op de klemplaat een grondplaat geplaatst.According to another exemplary embodiment of the invention, a base plate is placed on the clamping plate.

Deze constructie maakt het mogelijk om de steunkop aan geliefde vormen van de gordingen resp. dragers aan te 35 passen, waarbij slechts de grondplaat uitgewisseld wordt.This construction makes it possible to adapt the support head to beloved shapes of the purlins, respectively. adapt carriers, only the base plate being exchanged.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de de sleufgeleiding omvattende klauw, waarin de steunbuis geleid wordt, met een de steunbuis 8204650 » « -4- in de sleufge lei ding vasthoudend vergrendelmechanisme voorzien, dat bijvoorbeeld door schuifplaten gevormd kan zijn. Deze schuifplaten zijn wegklapbaar, zodat zij om de zich in de sleufgeleiding bevindende steunbuis geklapt 5 kunnen worden en deze tegen een uit de sleufgeleiding weg-schieten borgen. Voor de aanpassing aan de verschillende diameters van de steunbuizen omvatten de schuifplaten vele, op een cirkelboog gelegen vergrendelingsgaten.According to another embodiment of the invention, the claw comprising the slot guide, in which the support tube is guided, is provided with a locking mechanism retaining the support tube 8204650 in the slot guide, which can for instance be formed by sliding plates. These sliding plates are foldable so that they can be folded around the support tube located in the slot guide and secure them against a slipping out of the slot guide. To adapt to the different diameters of the support tubes, the sliding plates include many locking holes located on a circular arc.

Voor de bevestiging van dragers aan de derde 10 balk is volgens een andere uitvoeringsvcrm van de uitvin-ding aan het einde van deze balk een zwenkbeugel of ook een zwenkbaar hoekstuk bevestigd. Bijzonder eenvoudig is de bevestiging aan een drager, die bijvoorbeeld een vier-kant profiel heeft, met behulp van de zwenkbeugels. De 15 zwenkbeugel wordt zodanig gedraaid/ dat de drager met zijn grondvlak in de beugel geleid kan worden. Vervolgens wordt de beugel gezwenkt, grijpt hij in de zwenkpositie met de omgrijpende einden om de drager en houdt zodoende het boveneinde van de derde balk aan deze drager.According to another embodiment of the invention, a pivoting bracket or also a pivoting corner piece is attached to the end of this bar for attaching carriers to the third beam. It is particularly easy to attach to a carrier, which has, for example, a square profile, using the swivel brackets. The swivel bracket is rotated in such a way that the carrier can be guided into the bracket with its base. The bracket is then pivoted, engages the pivotal position with the gripping ends around the carrier, thereby holding the top end of the third beam to this carrier.

20 Verdere details van de uitvinding worden hierna aan de hand van de in de tekeningen weergegeven uitvoerings-voorbeelden nader beschreven en nader verduidelijkt.Further details of the invention will be further described and elucidated hereinafter on the basis of the exemplary embodiments shown in the drawings.

Getoond worden:Are shown:

Fig. 1 een schematische weergave van een steun-25 inrichting volgens de uitvinding;Fig. 1 is a schematic representation of a support device according to the invention;

Fig. 2 tot en met 4A met fig. 1 overeenkomende weergaven met verdere details resp. uitvoeringsvormen volgens de uitvinding;Fig. 2 to 4A representations corresponding to fig. 1 with further details resp. embodiments according to the invention;

Fig. 5 een schematische weergave van een 30 steuninrichting volgens de uitvinding in de werkstand;Fig. 5 is a schematic representation of a support device according to the invention in the working position;

Fig. 6 het boveneinde van de steunbuis met een losmaakbaar aangebrachte flens;Fig. 6 the top end of the support tube with a releasably mounted flange;

Fig. 7 een bovenaanzicht van een bij de uitvinding gebruikte zwenkbeugel; 35 Fig. 8 en 9 schuifplaten voor de bevestiging van de steunbuis;Fig. 7 is a top view of a swivel bracket used in the invention; FIG. 8 and 9 sliding plates for fixing the support tube;

Fig. 9A een centreerelement voor de bevestiging van het steunelement; 8204650 * ·“* -5-Fig. 9A a centering element for mounting the support element; 8204650 * "" -5-

Fig. 10-13 verschillende typen van de bevesti-ging van gordingen aan de steunkop van de steuninrichting;Fig. 10-13 different types of the attachment of purlins to the support head of the support device;

Fig. 14 en 15 middelen voor de bevestiging van dragers aan de derde balk van de steunkop.Fig. 14 and 15 means for attaching carriers to the third beam of the support head.

5 Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de steuninrichting volgens de uitvinding. Deze steuninrichting is uit de Steunbuis 1 en de steunkop 2 samengesteld.FIG. 1 shows an exemplary embodiment of the support device according to the invention. This support device is composed of the Support tube 1 and the support head 2.

De steunkop 2 omvat een bovenste raamdeel 3/ waarbij van het ene einde een diagonaalverlopende balk 5. en uit de 10 nabijheid van het andere einde een loodrecht verlopende balk 4 naar beneden verlopen. Aan het ondereinde van de balken 4 en 5 is een klauw 8 aangebracht, die een sleuf-geleiding 7 omvat. In de sleufgeleiding 7 bevindt zich de steunbuis 1. In de werkpositie grijpt het boveneinde van 15 de steunbuis 1 aan een oplegging 6 van het bovenste raam-deel 3 aan. In het weergegeven voorbeeld is de oplegging 6 een klemplaat die aan het bovenste raamdeel vastgelast is.The support head 2 comprises an upper frame part 3, a diagonal beam 5 from one end and a perpendicular beam 4 extending downwards from the vicinity of the other end. At the lower end of the beams 4 and 5, a claw 8 is provided, which comprises a slot guide 7. The support tube 1 is located in the slot guide 7. In the working position, the top end of the support tube 1 engages a support 6 of the upper window part 3. In the example shown, the support 6 is a clamping plate which is welded to the top frame part.

De steunbuis 1 is voor een betere belastingsverdeling aan zijn boveneinde met een bekende, als een buitenste ring-20 flens uitgevoerde flens 16 voorzien, die in de werkpositie tegen de onderzijde van de klemplaat 6 aanligt. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 is de flens 16 een bekend aanpassingsstuk en losmaakbaar met de steunbuis 1 verbon-den. Daartoe bezit de flens 16 een het boveneinde van de 25 steunbuis 1 omgrijpende, mofvormig buis-verlengstuk 16a, dat een uitwendige, ringvormige verdikking la van de steunbuis omgrijpt en onder de verdikking door radiaal naar binnen gerichte schroeven of dergelijke tegen ver-schuiving in axiale richting van de steunbuis 1, dat wil 30 zeggen tegen lossen geborgd is. Bij voorkeur bezit de flens 16, in het bijzonder bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 een hoekig, bij voorkeur vierkant grondvlak.The support tube 1 is provided for better load distribution at its top end with a known flange 16, which is designed as an outer ring-20 flange, which rests in the working position against the underside of the clamping plate 6. In the embodiment of Fig. 6, the flange 16 is a known adapter and is releasably connected to the support tube 1. For this purpose, the flange 16 has a sleeve-shaped tube extension 16a engaging the top end of the support tube 1, which grips an outer, annular thickening 1a of the support tube and under thickening by radially inwardly directed screws or the like to prevent axial displacement direction of the support tube 1, that is to say it is secured against unloading. Preferably, the flange 16, in particular in the embodiment according to Fig. 6, has an angular, preferably square, base.

De klemplaat 6 is van een centrale doorboring 11 voorzien, die een inwendige schroefdraad 13 omvat.The clamping plate 6 is provided with a central bore 11, which has an internal screw thread 13.

35 Zoals in het bijzonder de figuren 1 en 10 tot en met 13 tonen, is de uitvoering zodanig, dat onder de doorboring 11 een met een inwendige schroefdraad 13 voorzien buisstuk 81 geplaatst is, bijvoorbeeld aan de klemplaat 6 vast- 8204650 -6-.As in particular figures 1 and 10 to 13 show, the embodiment is such that under the bore 11 a tube piece 81 provided with an internal screw thread 13 is placed, for instance fixed to the clamping plate 6.

gelast is. In deze inwendige schroefdraad 13 wordt een schroefbout 14 zodanig geschroefd, dat hij naar beneden of naar boven tot voorbij de klemplaat 6 uitsteekt. Op het ondereinde van de schroefbout 14 wordt een centreerstuk 15 5 geschroefd, dat aan de binnendiameter van de steunbuis 1 aangepast is. De steunbuis 1 grijpt over dit centreerstuk 15 heen en is daardoor tegen een verschuiving geborgd.welded. A screw bolt 14 is screwed into this internal screw thread 13 so that it projects downwards or upwards beyond the clamping plate 6. A centering piece 15 is screwed onto the lower end of the screw bolt 14, which is adapted to the inner diameter of the support tube 1. The support tube 1 grips over this centering piece 15 and is thereby secured against displacement.

Om het aanbrengen te vergemakkelijken, is het centreerstuk 15 volgens fig. 10 tot en met 13 van een conisch deel 15a 10 voorzien.To facilitate the mounting, the centering piece 15 according to Figs. 10 to 13 is provided with a conical part 15a 10.

De schroefbout 14 omvat aan zijn ondereinde een sleuf 25, waardoorheen een wigelement 26 gestoken kan worden.The screw bolt 14 has a slot 25 at its lower end, through which a wedge element 26 can be inserted.

Aan de hand van fig. 1 wordt verder getoond, 15 dat een derde balk 9 aanwezig is, die, met betrekking tot het door de balken 4 en 5 gevormde vlak, zijdelings uitsteekt. Deze derde balk 9 dient eveneens voor de bevestiging van de steunkop 2 aan het bekistingselement, bijvoorbeeld een vloerbekistingselement. Deze steun 9 is bij voorkeur 20 zwenkbaar, waarbij de zwenkaslijn 91 evenwijdig aan het door de balken 4 en 5 gevormde vlak verloopt.Referring to Fig. 1, it is further shown that a third beam 9 is present, which projects laterally with respect to the plane formed by beams 4 and 5. This third beam 9 also serves for the attachment of the supporting head 2 to the formwork element, for example a floor formwork element. This support 9 is preferably pivotable, the pivot axis 91 extending parallel to the plane formed by beams 4 and 5.

De derde balk 9 omvat aan zijn buitenste einde een bevestigingsplaat 10, die bij voorkeur met dit einde met behulp van een scharnier 90 verbonden is (Fig. 4).The third beam 9 comprises at its outer end a mounting plate 10, which is preferably connected to this end by means of a hinge 90 (Fig. 4).

25 Fig. 2 toont verdere details van de steun- inrichting volgens de uitvinding. In het weergegeven voor-beeld bevindt de steunbuis 1 zich in zijn werkpositie, zodat de flens 16 van onderaf tegen de klemplaat 6 stoot. Deze klemplaat 6 omvat ribben 61 die in de richting van 30 het bovenste raamdeel 3 verlopen. Deze ribben dienen ertoe om twee U-vormige gordingen op te nemen en om de steunkop tegen wegslippen te borgen.FIG. 2 shows further details of the support device according to the invention. In the example shown, the support tube 1 is in its working position, so that the flange 16 abuts the clamping plate 6 from below. This clamping plate 6 comprises ribs 61 which run in the direction of the upper frame part 3. These ribs serve to accommodate two U-shaped purlins and to secure the support head against slipping.

De klauw 8 is van een de steunbuis 1 in de sleufgeleiding 7 vasthoudend vergrendelingsmechanisme 80 35 voorzien. Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2,8 en 9 wordt het vergrendelingsmechanisme 80 door aan de klauw 8 aangebrachte schuifplaten 20,21 gevormd, die om een draaipunt 29 gezwenkt kunnen worden. Deze schuifplaten 8204650 * .....** -7- 20,21 omvatten vergrendelingsgaten 24, waarmee de vergren-delingsplaten tegen wegklappen geborgd worden. Daardoor wordt verhinderd, dat de steunbuis 1 uit de sleufgeleiding kan wegschieten. Deze vergrendelingsgaten 24 zijn op een 5 cirkel aangebracht, om door het insteken van bouten 24a (fig. 2) de vergrendeling van de steunbuis 1 met verschil-lende diameters mogelijk te maken.The claw 8 is provided with a locking mechanism 80 retaining the support tube 1 in the slot guide 7. In the exemplary embodiment according to Figs. 2.8 and 9, the locking mechanism 80 is formed by sliding plates 20, 21 arranged on the claw 8, which can be pivoted about a pivot 29. These sliding plates 8204650 * ..... ** -7- 20.21 comprise locking holes 24 with which the locking plates are secured against folding. This prevents the support tube 1 from slipping out of the slot guide. These locking holes 24 are arranged in a circle to enable the locking of the support tube 1 of different diameters by inserting bolts 24a (fig. 2).

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 wordt het vergrendelingsmechanisine 80 gevormd door twee, 10 telkens aan beide zijden van de sleufgeleiding 7 aangebrachte, zich vein de klauw 8 af onder toename van hun onderlinge afstand naar boven uitstrekkende, bijvoorbeeld door gelei-dingsbouten of railsen gevormde geleidingen 82 gevormd, waaraan telkens een centreerelement 83 op en neer beweeg-15 baar is , waarbij de beide klauwvormig uitgevoerde centreer-elementen ten opzidite van elkaar tegen de steunbuis 1 aanliggen, vergelijk ook fig. 9a. De op klembekken gelijken-de centreerelementen 83 zijn voorzien van met de geleidingen 82 in aangrijping staande glijelementen 84, bijvoorbeeld 20 glijschoenen of -hulzen. Fig. 4 toont verder, dat de centreerelementen 83 een deze, in de centreerpositie houdende vasthoudinrichting 85 hebben, die uit een zich vanaf de klauw 8 naar boven toe uitstrekkend klemstuk 86 bestaat, dat op verschillende hoogten aangebracht insteek- 25 uitsparingen 87 voor een van boven aan de centreerelementen 83 aanliggend en tot de vasthoudinrichting 85 behorend vasthoudelement 88 heeft. Daarbij zijn aan beide zijden van de als tegenhouder voor het vasthoudelement 88 werkende klemstuk 86 opleggers 89 voor het daarin gestoken vast- 30 houdelement 88 aanwezig, welke laatste als een wig uitge-voerd is. Deze wijze van vergrendeling is ten opzichte van de zwenkbare schuifplaten 20,21 aanmerkelijk robuuster alsook voor het bouwbedrijf geeigend en maakt een nog lichtere en nog snellere hantering van de op de markt 35 aanwezige, als steunbuis bruikbare hoogbouwsteunen mogelijk.In the exemplary embodiment according to Fig. 4, the locking mechanism 80 is formed by two, each arranged on both sides of the slot guide 7, which vein claw 8 extends upwards, increasing their mutual distance upwards, for instance formed by guide bolts or rails guides 82, on which a centering element 83 can be moved up and down in each case, wherein the two claw-shaped centering elements abut the support tube 1 in relation to each other, see also Fig. 9a. The centering elements 83 similar to clamping jaws are provided with sliding elements 84 engaging the guides 82, for instance 20 sliding shoes or sleeves. Fig. 4 further shows that the centering elements 83 have this retaining device 85, which holds in the centering position, which consists of a clamping piece 86 extending upwards from the claw 8, which insertion recesses 87 are arranged at different heights for a top the centering elements 83 abut and holding element 88 belonging to the holding device 85. There are present on both sides of the clamping piece 86 acting as a retainer for the retaining element 88 for the retaining element 88 inserted therein, the latter being designed as a wedge. This manner of locking is considerably more robust relative to the pivotable sliding plates 20, 21 as well as suitable for the construction company and allows even lighter and even faster handling of the high-rise supports which are available on the market as support tube.

Bij de een ten opzichte van fig. 4 veranderde uitvoeringsvorm tonende fig. 4a bestaat de vasthoud- 8204650 * * -8- inrichting 85 uit in de geleidingen 82 voor de aanpassing aan verschillende steunbuisdiameters op verschillende ' hoogten aangebrachte boringen 82a, die boven en onder de glijdeleinenten 84 komen te liggen en waarin een bekende, 5 als U-vormige dubbele steekbout uitgevoerd vasthoudelement 88a te steken is. De boven het glijdelement 84 erin gesto-ken, korte poot van het vasthoudelement 88a verhindert een omhoogbewegen en daarmee een openen van het centreer-e lenient 83, terwijl de onder het gli jdelement 84 erin 10 gestoken, langere poot als oplegging voor het glijdelement 84 dient.In an embodiment modified from FIG. 4a, shown in FIG. 4a, the retaining device 8204650 * * -8 device 85 consists in guides 82 for adapting to different support tube diameters at different heights, bores 82a arranged above and below. the sliding elements 84 come to lie and in which a known holding element 88a, which is designed as a U-shaped double plug bolt, can be inserted. The short leg of the retaining element 88a inserted above the sliding element 84 prevents an upward movement and thus an opening of the centering member 83, while the longer leg inserted under the sliding element 84 as a support for the sliding element 84 serves.

Zoals aan de hand van fig. 2 te zien, is om de steunbuis 1 een lus 22 gelegd, die aan een karabijnhaak 23 bevestigd is. Deze karabijnhaak 23 is in een uitsparing 15 24 van het bovenste raamdeel 3 geklikt. Indien de steunbuis 1 verwijderd moet worden, dan worden de schuifplaten 20,21 resp. de centreerelementen 83 van de klauw 8 geopend en de steunbuis 1 wordt uit de sleufgeleiding 7 getrokken. Omdat de verwijderde steunbuis 1 nu nog slechts door de van 20 onderaf aan de flens 16 bevestigde lus 22 en de karabijnhaak 23 aan het bovenste raamdeel 3 bevestigd is, kan hij in gewenste ruimtelijke richtingen gedraaid en geplaatst worden, bijvoorbeeld evenwijdig aan de langsrichting van het bovenste raamdeel 3. De beweeglijkheid van de steunbuis 25 1 wordt slechts door het door de balken 4,5 en 9 gevormde driepoot begrensd, hetgeen echter altijd nog een zwenkbaar-heid van de steunbuis of een hoek van ongeveer 270° moge-lijk maakt.As can be seen with reference to Fig. 2, a loop 22 is placed around the support tube 1, which is attached to a carabiner 23. This carabiner 23 is snapped into a recess 15 24 of the upper window part 3. If the support tube 1 has to be removed, the sliding plates 20, 21 resp. the centering elements 83 of the claw 8 are opened and the support tube 1 is pulled out of the slot guide 7. Since the removed support tube 1 is now only attached to the upper frame part 3 by the loop 22 fastened to the flange 16 from below and the carabiner 23 can be rotated and placed in desired spatial directions, for example parallel to the longitudinal direction of the upper frame part 3. The mobility of the support tube 25 is limited only by the tripod formed by beams 4,5 and 9, which however still allows a pivotability of the support tube or an angle of approximately 270 °.

Zoals verder aan de hand van fig. 2 te zien is, 30 is aan de derde balk 9 een bevestigingsplaat 10 aangebracht, waarop een zwenkbare beugel 30 is geplaatst. Deze zwenk-bare beugel heeft omgezette einden 31, waarvan de afstand zo bemeten is, dat tussen hen een drager 70, die in het weergegeven voorbeeld een vierhoekig profiel heeft, ge-35 stoken kan worden. Na het erdoorheen steken wordt de beugel 30 gezwenkt, zodat de einden 31 over de drager 70 heen grijpen en zodoende de balk 9 aan deze drager bevestigen.As can be seen further with reference to Fig. 2, a mounting plate 10 is mounted on the third beam 9, on which a pivotable bracket 30 is placed. This pivoting bracket has bent ends 31, the distance of which is dimensioned such that a support 70, which in the example shown has a quadrilateral profile, can be inserted between them. After insertion, the bracket 30 is pivoted, so that the ends 31 grip over the carrier 70 and thus attach the beam 9 to this carrier.

Tenslotte toont de figuur 2 een grondplaat 12, 8204650 • · * -9- die aan zijn onderzijde van groeven 62 is voorzien. Deze groeven 62 corresponderen met de ribben 61, zodat de grondplaat 12 op de klemplaat 6 geplaatst kan worden. De klemplaat heeft een uitsparing of een boring 19, zodat de 5 in fig. 1 weergegeven schroefbout 14 naar boven toe ook door de grondplaat 12 heen kan treden. De grondplaat 12 dient voor het aanpassen van de steunkop 1 aan de draag-constructies, weIke niet voor de bevestiging op de klem-plaat 6 geschikt zijn. Zij dient bijvoorbeeld voor het 10 aanpassen van een houten drager en omvat daartoe zijdelings aanslagbouten 27, tussen weIke de drager doorloopt.Finally, figure 2 shows a base plate 12, 8204650 • * * -9- which is provided with grooves 62 on its underside. These grooves 62 correspond to the ribs 61, so that the base plate 12 can be placed on the clamping plate 6. The clamping plate has a recess or a bore 19, so that the screw bolt 14 shown in Fig. 1 can also pass upwards through the base plate 12. The base plate 12 serves for adapting the support head 1 to the supporting structures, which are not suitable for mounting on the clamping plate 6. It serves, for example, for adapting a wooden carrier and for this purpose comprises laterally stop bolts 27, between which the carrier runs.

De fig. 3 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij op de bevestigingsplaat 10 van de derde balk 9 een hoekstuk 40 is aangebracht. Dit hoekstuk 15 40 ligt tegen de drager 70 aan. Door een boring van het hoekstuk 40 en een corresponderende boring in de drager 70 is eeh bout 41 gestoken waarmee de derde balk 9 aan de drager 70 geschroefd is.Fig. 3 shows another embodiment of the invention, in which an angle piece 40 is arranged on the mounting plate 10 of the third beam 9. This corner piece 40 rests against the carrier 70. Through a bore of the corner piece 40 and a corresponding bore in the support 70, a bolt 41 is inserted with which the third beam 9 is screwed to the support 70.

De fig. 5 toont in een schematische weergave, 20 op welke wijze U-vorraige gordingen 50 op het bovenste raamdeel 3 en een drager 70 aan de derde balk 9 bevestigd . zijn. De gordingen 50 lopen in langsrichting van het bovenste raamdeel 3. Zij zijn tegen zijdelingse verschuiving door de ribben 61 van de klemplaat 6 geborgd. Tussen de gordingen 25 50 door treedt de schroefbout 14, door de sleuf waarvan het wigelement 26 gestoken is. Het wigelement 26 drukt de gordingen 50 tegen de klemplaat 6,^ omdat de schroefbout 14 in de klemplaat 6 geschroefd is.Fig. 5 shows in a schematic representation 20 how U-shaped purlins 50 are attached to the upper frame part 3 and a carrier 70 to the third beam 9. to be. The purlins 50 run in the longitudinal direction of the upper frame part 3. They are secured against lateral displacement by the ribs 61 of the clamping plate 6. The screw bolt 14 passes through the purlins 50 through the slot of which the wedge element 26 is inserted. The wedge element 26 presses the purlins 50 against the clamping plate 6, because the screw bolt 14 is screwed into the clamping plate 6.

De drager 70 ligt boven de gordingen 50. Bij 30 de in fig. 5 getoonde situatie is op de bevestigingsplaat 10 een hoekstuk 40 aangebracht, waarop de drager 70 aan-ligt. Het hoekstuk 40 kan zwenkbaar op de bevestigingsplaat 10 aangebracht zijn, zodat ook een bevestiging aan dragers, die niet loodrecht maar schuin ten opzichte van 35 de langsrichting van het bovenste raamdeel 3 verlopen, mogelijk is.The carrier 70 lies above the purlins 50. In the situation shown in Fig. 5, an angle piece 40 is arranged on the mounting plate 10, on which the carrier 70 rests. The corner piece 40 can be pivotally mounted on the mounting plate 10, so that mounting on supports which extend not perpendicularly but obliquely to the longitudinal direction of the upper frame part 3 is also possible.

De andere figuren tonen details vein de in fig.The other figures show details of those shown in fig.

1 tot 6 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.Embodiments 1 to 6 are shown.

8204650 -10-8204650 -10-

De fig. 7 toont een bovenaanzicht van de in fig. 2 respectivisch weergegeven zwenkbeugel 30. De afstand a tussen de omgezette einden 31 komt overeen met de breedte van een drager 70. Voor aanpassing aan verschillende 5 dragerbreedten is de zwenkbeugel 30 uitwisselbaar op de bevestigingsplaat (fig. 2) aangebracht.Fig. 7 shows a top view of the swivel bracket 30 shown in Fig. 2, respectively. The distance a between the flanged ends 31 corresponds to the width of a carrier 70. For adaptation to different carrier widths, the swivel bracket 30 is exchangeable on the mounting plate (fig. 2).

De fig. 8 en 9 tonen de schuifplaten 20,21, die voor de verankering van de steunbuis 1 in de sleuf-geleiding 7 van de klauw 8 (fig. 1 en 2) dienen. Door de 10 boring 28 wordt de halstap 29 gestoken, waaromheen de schuifplaten zwenkbaar zijn. Naar keuze wordt door den van de vergrendelgaten 24 - aangepast aan de desbetreffende diameter Vein de steunbuis 1 - een vasthoudbout 24 gestoken, die verhindert, dat de schuifplaten omklappen en daardoor 15 de steunbuis 1 vrijgeven. De aanslagkant van de schuifplaten is als cirkelbogen 210, 211 samengesteld, waarvan de diameter met de actuele buitendiameter van de gebruikte steunbuizen 1 overeenkomt. Daardoor wordt een vaste aan-ligging van de steunbuis 1 aan de schuifplaten en daarmee 20 in de klauw 8 bereikt. Op overeenkomstige wijze kan de aanslagkant van het in fig. 1 getoonde centreerelement 83 uitgevoerd zijn,Figures 8 and 9 show the sliding plates 20, 21, which serve to anchor the support tube 1 in the slot guide 7 of the claw 8 (Figures 1 and 2). The neck step 29 is passed through the bore 28, around which the sliding plates can be pivoted. Optionally, through the locking holes 24 - adapted to the respective diameter Vein the support tube 1 - a retaining bolt 24 is inserted, which prevents the sliding plates from folding over and thereby releasing the support tube 1. The stop side of the sliding plates is composed as circular arcs 210, 211, the diameter of which corresponds to the actual outer diameter of the supporting tubes 1 used. As a result, a fixed position of the support tube 1 on the sliding plates and thus in the claw 8 is achieved. The stop side of the centering element 83 shown in Fig. 1 can be constructed in a corresponding manner,

De fig. 10-13 tonen verschillende wijzen van bevestiging van de steunkop aan de draagconstructie. Fig.Figures 10-13 show various ways of attaching the support head to the support structure. Fig.

25 10 is een schematisch weergegeven doorsnede, waarbij de steunbuis 1 met zijn flens 16 over het centreerstuk 15 gestoken is. Dit centreerstuk 15 is op de schroefbouten 14 geschroefd, die in de doorboring 11 van de klemplaat 6 geschroefd zijn.25 10 is a schematic cross-section, in which the support tube 1 with its flange 16 is inserted over the centering piece 15. This centering piece 15 is screwed onto the screw bolts 14, which are screwed into the hole 11 of the clamping plate 6.

30 De klemplaat 6 is op het hoekijzer 301 van het bovenste raamdeel 3 gelast. Zij heeft ribben 61, waartussen de U-vormige boringen 50 lopen.The clamping plate 6 is welded to the angle iron 301 of the top frame part 3. It has ribs 61, between which the U-shaped bores 50 run.

De schroefbout 14 steekt tot voorbij het bovenste been van de goring 50 uit. Op dit bovenste been van 35 de gording 50 is een vasthoudplaat 62 gelegd. Deze vast-houdplaat 62 komt voor wat betreft zijn dimensionering en uitvoering overeen met de klemplaat 6, zij heeft even-eens ribben 63, waartussen de bovenste flens van de gording 8204650 -11- 50 verloopt.The screw bolt 14 projects beyond the top leg of the gore 50. A retaining plate 62 is placed on this upper leg of purlin 50. This holding plate 62 corresponds in its dimensioning and design to the clamping plate 6, it also has ribs 63, between which the top flange of the purlin 8204650-11-50 extends.

Onder de werking van het vigelement 26# dat door een corresponderende sleuf in de schroefbout 14 gestoken is, wordt de vasthoudplaat 62 tegen de gording 50 5 gedrukt en deze worden daardoor tegen de kleinplaat 6 aange-drukt.Under the action of the fastener 26 # which is inserted into the threaded bolt 14 through a corresponding slot, the holding plate 62 is pressed against the purlin 50 and these are thereby pressed against the small plate 6.

Het opnemen van de belasting door de steunbuis 1 geschiedt via de flens 16, die aan het hoekijzer 301 van het bovenste raamdeel afsteunt.The load is absorbed by the support tube 1 via the flange 16, which rests on the angle iron 301 of the upper window part.

10 Aan de hand van fig. 10 wordt verder een borg- beugel 18 getoond, die door een langsgat 17 in het bovenste raamdeel 3 gestoken is (vergelijk fig. 2). Deze borgbeugel 18 voorkomt een ongewenst loskomen van de steunbuis 1, omdat de flens 16 vein bovenaf op de borgbeugel 18 tot 15 aanligging komt.A locking bracket 18 is further shown with reference to Fig. 10, which has been inserted through a longitudinal hole 17 in the upper frame part 3 (compare Fig. 2). This retaining bracket 18 prevents an unwanted loosening of the support tube 1, because the flange 16 comes into contact with the retaining bracket 18 to 15 at the top.

De fig. 11 toont, hoe met behulp van een op de kleinplaat 6 geplaatste grondplaat 12 een bevestiging van de steunkop aan een dubbel-T-drager 70 geschiedt. Deze grondplaat 12 heeft groeven, die aan de ribben 61 van de 20 klemplaat 6 aangepast zijn. In de grondplaat 12 bevindt zich een centrale opening, waardoorheen een schroefbout 14 treedt die in de klemplaat 6 geschroefd is. Op de reeds besbhreven wijze is op het ondereinde van de schroefbout 14 het centreerstuk 15 geschroefd. In de grondplaat 12 25 zijn steunbouten 34 geschroefd, die te zamen met een plaat 35 een raam vormen, waarmee de steunkop aan de dubbel-T-drager 70 bevestigd. De plaat 35 wordt met op de steunbout 34 geschroefde moeren 33 vastgehouden.Fig. 11 shows how an attachment of the support head to a double-T carrier 70 is effected by means of a base plate 12 placed on the small plate 6. This base plate 12 has grooves which are adapted to the ribs 61 of the clamping plate 6. In the base plate 12 there is a central opening, through which a screw bolt 14 is threaded which is screwed into the clamping plate 6. The centering piece 15 is screwed onto the lower end of the screw bolt 14 in the manner already described. Support bolts 34 are screwed into the base plate 12, which together with a plate 35 form a frame, with which the support head is attached to the double-T carrier 70. The plate 35 is held with nuts 33 screwed onto the support bolt 34.

Fig. 12 toont een soortgelijke uitvoeringsvorm 30 zoals die van fig. 11. In plaats van de dubbel-T-drager 70 beviridt zich op het bovenste raamdeel een gording 50, waaraan eveneens met behulp van het uit steunbouten 34 en de plaat 35 gevormde raam de steunkop bevestigd is.Fig. 12 shows a similar embodiment 30 as that of fig. 11. Instead of the double-T-carrier 70, a purlin 50 is provided on the top frame part, to which the support head is also formed with the aid of the frame formed of support bolts 34 and plate 35. is confirmed.

De fig. 13 toont een uitvoeringsvorm, waarbij 35 met behulp van een grondplaat 12 de steunkop aan twee evenwijdige op korte afstand van elkaar verlopende dubbel-T-drager 70 bevestigd is. De grondplaat 12 heeft twee zijde-lingse aanslagbouten 27, die tegen de buitenvlakken van de 8204650 -12- dr age r 70 aanliggen. Tussen de dubbel-T-drager 70 door treedt de schroefbout 14, waardoorheen aan zijn boveneinde het wirelement 26 gestoken is. Dit keilelement 26 drukt een plaat 35 tegen de T-drager.Fig. 13 shows an embodiment in which the support head is fastened to two parallel, shortly spaced, double T-carriers 70 by means of a base plate 12. The base plate 12 has two lateral stop bolts 27 which abut the outer surfaces of the 8204650-12 age. The screw bolt 14 passes through the double-T carrier 70, through which the wir element 26 is inserted at its top end. This wedge element 26 presses a plate 35 against the T-carrier.

5 De fig. 14 en 15 tonen in een schematische weergave, hoe aan de derde balk 9 een drager bevestigd wordt. In het in fig. 14 weergegeven geval dient voor de bevestiging de zwenkbare beugel 30. Deze is met behulp van een schroeftap 32 en een tegenmoer 33 zwenkbaar op de 10 bevestigingsplaat 10 aangebracht. In de gezwenkte toestand van de beugel 30 grijpen deze einden 31 over de T-drager 70, zodat de balk 9 op deze wijze aan de drager 70 bevestigd is.Figures 14 and 15 show in a schematic representation how a carrier is attached to the third beam 9. In the case shown in Fig. 14, the pivoting bracket 30 serves for mounting. This is mounted pivotally on the mounting plate 10 by means of a screw tap 32 and a counter nut 33. In the pivoted position of the bracket 30, these ends 31 grip over the T-carrier 70, so that the beam 9 is attached to the carrier 70 in this way.

De fig. 15 toont een andere uitvoeringsvorm i 15 voor een bevestigingsvorm van een drager 70 aan de derde balk 9 met behulp van een hoekstuk 40. Dit hoekstuk 40 heeft een zijdelingse boring 43, waardoorheen een schroefbout 41 te steken is. Deze schroefbout 41 treedt door een boring 71 in de drager 70. Aan het einde van de schroef-20 bout 41 bevindt zich een sleuf waardoorheen een keil 42 te steken is.Fig. 15 shows another embodiment 15 for a mounting form of a carrier 70 to the third beam 9 by means of an angle piece 40. This angle piece 40 has a lateral bore 43, through which a screw bolt 41 can be inserted. This screw bolt 41 passes through a bore 71 in the carrier 70. At the end of the screw bolt 41 there is a slot through which a wedge 42 can be inserted.

Als gevolg van het feit, dat de steunkop 2 bij de steuninrichting met diagonaal verlopende balken 5 resp. 9 voorzien is, wordt een goede verstijving van de 25 bekistingstafel in de gemonteerde toestand bereikt. De derde balk 9 is niet in de in fig. 1 tot en met 5 weergegeven ruimterichting begrensd, zij kan ook over 180° op het tegenvlak van de steunkop geplaatst of aan beide zijden geplaatst worden. Hierdoor is een ideale aanpassing aan de 30 bekistingstafel mogelijk. Bovendien heeft de steuninrichting volgens de uitvinding een wezenlijk vereenvoudigd gebruik en een universele ;inzetbaarheid.Due to the fact that the support head 2 at the support device has diagonal bars 5 and 5 respectively. 9, good stiffening of the formwork table in the assembled state is achieved. The third beam 9 is not limited in the space direction shown in Figs. 1 to 5, it can also be placed 180 ° on the counter face of the support head or placed on both sides. This makes an ideal adaptation to the formwork table possible. Moreover, the support device according to the invention has a substantially simplified use and a universal usability.

82046508204650

Claims

Supporting device for a formwork element or the like, consisting of a support tube and a support head which can be detached from the support tube on the formwork element and which can be detachable from the support tube, and which comprises a top frame part supporting the formwork or the like and rigidly fixed downwardly facing beams characterized in that the upper frame part (3) has a support (6) in the vicinity of SSn of its ends. for the support tube (11), the first beam (41 extends parallel to the support tube, the lower end of which is located in the first beam (41) in a claw (81 which can be slipped around the support tube with a slot guide (71), and that the the other end of the upper frame part (31) the second diagonal beam (51) is attached, the lower end of which is anchored to the claw (8).

Supporting device according to claim 1, characterized in that a third beam (9) is attached to the claw (81).

Supporting device according to claim 2, 20, characterized in that the third beam (9) is pivotally attached to the claw.

Support device according to Sen of claims 1-3, characterized in that the free end of the third beam is provided with a mounting plate.

Support device according to claim 4, characterized in that the mounting plate (10) is pivotally connected to the third beam (9) by means of a hinge (90).

Support device according to claim 4 or 5, 30, characterized in that the length of the third beam (9) is dimensioned such that its end provided with the mounting plate (10) protrudes above the bearing surface of the upper frame part (31).

Support device according to SSn of claims 1-6, characterized in that the upper frame part (3) comprises a clamping plate (6) pre-supporting the support.

Support device according to claim 7, characterized in that the clamping plate (6). has a central through-bore (8204650-14) (11).

Supporting device according to claim 8, characterized in that the central bore (11) has an internal screw thread (13).

Supporting device according to claim 8, characterized in that a pipe piece (81) with internal thread (13) is placed under the central bore (11).

Supporting device according to one of claims 1 to 10, characterized in that a base plate (12) is placed on the clamping plate (6).

Support device according to claim 11, characterized in that the base plate (12) has a recess (19) aligned with the bore (11) of the clamping plate (6).

Supporting device according to any one of claims 9-12, characterized in that a downwardly and / or upwardly protruding screw bolt (14) is screwed into the internal thread (13).

Support device according to claim 13, characterized in that a centering piece (15) for the support tube (1) is screwed onto the downwardly directed end of the screw bolt (14).

Support device according to claim 14, 25, characterized in that the centering piece (15) has a conical part (15).

Support device according to any one of claims 1-15, characterized in that the support tube (1) is provided with a flange (16) at its top end.

Support device according to claim 16, characterized in that the flange (16) is detachably connected to the support tube (1).

Support device according to claim 17, characterized in that the flange (16) comprises a socket-shaped extension piece (16a) receiving the top end of the support tube (1).

Support device according to claim 18, characterized in that the sleeve-shaped extension piece (16a) has 8204650. An external annular thickening (1a) grips the support tube (1) and is secured at the bottom of the thickening by radially inwardly directed screws (16a) or the like.

Support device according to Claims 16 to 19, characterized in that the flange (16) has an angular, preferably square, base.

Support device according to Claims 1 to 20, characterized in that the frame part (3) comprises a longitudinal hole guide (17) for receiving a retaining bracket (18), the longitudinal hole being lateral with respect to the hole (11) of the klera plate (6) is placed.

Support device according to Claims 1 to 21, characterized in that the claw (8) is provided with a locking mechanism (80) retaining the support tube (1) in the slide guide (7).

Supporting device according to claim 22, characterized in that the locking mechanism (80) is formed by pivotable sliding plates (20, 21) arranged at the claw (8).

Supporting device according to claim 23, characterized in that the sliding plates (20, 21) are fixed to the claw (8) in an exchangeable manner.

Support device according to claim 23 or 24, 25, characterized in that at least one of the sliding plates (20, 21) is provided with a number of locking holes (24) located on a circular arc.

26. Support device according to claim 22, characterized in that the locking mechanism (80) is positioned upwards from the claw (8), extending upwards from the claw (8), increasing their mutual distance. is formed (82) on each of which a centering element (83) is movable up and down, the two centering elements abutting the support tube (1) opposite each other.

Supporting device according to claim 26, characterized in that the centering elements (83) are claw-shaped 8204650-16.

Support device according to claim 26 or 27, characterized in that the centering elements (83) comprise sliding elements 5 (84) engaging the guides (82).

Supporting device according to any one of claims 26-28, characterized in that the centering elements (83) are provided with a holding device (85) which retains them in the centering position.

Support device according to claim 29, characterized in that the holding device (85) consists of a clamping piece (86) extending upwards from the claw (8) and having insert recesses (87) arranged at different heights. for a retaining element lying on top of the centering elements (83).

Supporting device according to claim 30, characterized in that on both sides of the clamping piece (86) there are provided trailers for the primed holding element (88).

Support device according to claim 30 or 31, characterized in that the retaining element (88) has the shape of a wedge.

Support device according to claim 29, characterized in that the holding device (85) consists of bores (82a) arranged in the guides (82), which come to lie above or possibly below the sliding element (84) and in the one holding element. (88a).

34. Support device according to claim 33, characterized in that the holding element (88a) is a double plug bolt.

Support device according to any one of claims 1 to 34, characterized in that a loop (22) of flexible material is placed around the support tube (1), the free end of which is attached to the support head (2).

Support device according to claim 19, characterized in that the free end of the loop (22) can be snapped into a recess (24) of the upper frame part (3) by means of a carabiner (23). 8204650 «-17-

Support device according to one of claims 13-36, characterized in that the screw bolt (14) comprises a slot (25) for piercing a wedge element (26).

Support device according to one of claims 11 to 37, characterized in that the base plate (12) has lateral stop pins (27).

Support device according to any one of claims 2-37, characterized in that a pivotable bracket (30) is attached to the free end of the third beam (9).

Support device according to claim 39, characterized in that the bracket has upwardly engaging ends (31).

41. Support device according to έέη of the conclusions. Sizes 2-40, characterized in that a pivotable corner piece (40) is provided at the free end of the beam (9). 8204650