NL8204625A

NL8204625A - DEVICE FOR CUTTING WITH A DIE.

Info

Publication number: NL8204625A
Application number: NL8204625A
Authority: NL
Original assignee: Isowa Industry Co
Priority date: 1981-11-30
Filing date: 1982-11-29
Publication date: 1983-06-16
Also published as: GB2110148B; DE3243661A1; DE3249714C2; FR2517244A1; SE8206766D0; IT8224519A0; SE8206766L; CH650968A5; IT1154366B; GB2110148A; DE3249714A1; JPS5895000A; DE3243661C2; AU9095582A; US4530693A; AU550987B2

Description

............

70 397270 3972

Inrichting voor hetsnijden met een matrijs.Device for cutting with a die.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tot een vooraf bepaalde gedaante met een matrijs snijden van b.v. een doorlopend toegevoerde plaat bordpapier, earner in bet bijzonder op een inrichting voor het snijden met een matrijs, velke inrichting het 5 van een dikke plaat na het snijden daarvan scheiden van afval.The invention relates to a device for die-cutting, e.g. to a predetermined shape, e.g. a continuously fed plate of board paper, especially on a die cutting device, each device separating a thick plate from waste after cutting.

In het algemeen omvat een gebruikelijke inrichting van de voor-gaande soort voor het snijden met een matrijs, een matrijscilinder, aan de buitenamtrek waarvan een matrijs is vastgezet en die is uitge-rust met snijbl a den of -linealen, die in een vooraf bepaalde gedaante 10 zijn aangebracht, en een aambeeldcilinder met een bekleding van zacht materiaal, zoals polyurethaan, dat om de buitenomtrek is gewonden. Platen van bordpapier worden door middel van een stootorgaan en derge-lijke een voor een vanaf een toevoertafel in de ruimte gevoerd tussen deze cilinders, zodat de plaat tot een vooraf bepaalde gedaante kan 15 worden gesneden door de snijbladen, vaarna de plaat wordt afgevoerd naar de benedenstrocmse zijde en met de andere stukken wordt gestapeld voor opslag. In een dergelijke inrichting wordt echter een deel van de plaat van bordpapier, in het bijzonder wanneer deze dik is, tij-dens het afsnijden van nature niet van de plaat gescheiden, d.w.z. dat 20 de afval dikwijls niet van de plaat is gescheiden na het snijden, en daaraan blijft totdat de plaat in die toestand wordt afgevoerd naar de benedenstrocmse zijde. Dit maakt het nodig de afval met de hand van de plaat te scheiden, hetgeen een verspilling is van menselijke arbeid en tijd. Als een middel voor het opheffen van deze handarbeid is een 25 werkwijze ontwikkeld voor het scheiden van het afval door een tril-inrichting, opgesteld in de toevoerbaan benedenstrooms van de snij-plaats voor het aan de plaat van bordpapier geven van verticale tril-lingen. Het is echter onmogelijk het volledig van de plaat scheiden van het afval te verzekeren.Generally, a conventional prior art device for cutting with a die comprises a die cylinder, on the outer circumference of which a die is secured and equipped with blades or rulers arranged in a predetermined 10 and an anvil cylinder with a coating of soft material, such as polyurethane, wound around the outer circumference. Plates of board are fed into the space between these cylinders from a feed table by means of a tappet and the like, one by one, so that the sheet can be cut to a predetermined shape through the cutting blades, after which the sheet is discharged to the downstream side and stacked with the other pieces for storage. In such an apparatus, however, part of the board paper plate, especially when thick, is not naturally separated from the plate during cutting, ie the waste is often not separated from the plate after cutting and remains there until the plate is discharged in that state to the downstream side. This makes it necessary to separate the waste from the plate by hand, which is a waste of human labor and time. As a means of eliminating this manual labor, a method has been developed for separating the waste by a vibrator disposed in the feed path downstream of the cutting site to provide vertical vibrations to the board. However, it is impossible to ensure complete separation of the waste from the plate.

30 Met het oog op de voorgaande tekortkoming van de stand van de 8204625 f * - 2 - techniek is het derhalve een doel van de uitvinding een inrichting voor ’net snijden met een matrijs te verschaffen, velke inrichting het mogelijk maakt het afval volledig en automatisch te scheiden van een dikke plaat, zoals een plaat bordpapier, nadat de plaat tot een voor-5 af bepaalde gedaante is gesneden,In view of the foregoing shortcoming of the prior art of the 8204625 f * - 2 technique, it is therefore an object of the invention to provide a net cutting device with a die, which allows the waste to be completely and automatically to separate from a thick plate, such as a plate of paperboard, after the plate has been cut to a predetermined shape,

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-ning, waarin:The invention is further elucidated on the basis of the drawing, in which:

Fig.1 een zijaanzicht is van de inrichting;Fig. 1 is a side view of the device;

Fig.2 een zijaanzicht is van een gedeelte van de inrichting, 10 waarbij de toestand is weergegeven waarin een plaat bordpapier en der-gelijke door een matrijssnij-orgaan wordt afgesneden;Fig. 2 is a side view of a portion of the device, showing the state in which a sheet of board and the like is cut by a die cutter;

Fig.3 een bovenaanzicht is van een door het matrijssnij-orgaan afgesneden plaat;Fig. 3 is a top view of a plate cut by the die cutting member;

Fig Λ een zijaanzicht is van een gedeelte van de inrichting,Fig is is a side view of part of the device,

Ip waarbij de toestand is weergegeven, waarin afval van de plaat wordt afgestroopt bij een afvalafstrocpeenheid;Ip showing the state in which waste is stripped from the plate at a waste stripping unit;

Fig.5 een bovenaanzicht is in uitgelegde toestand van een pa-trijs die is gemonteerd aan een bovenste cilinder;Fig. 5 is a top view in the expanded condition of a part mounted on an upper cylinder;

Fig.6 een bovenaanzicht is in uitgelegde toestand van een ma-20 trijs, die is gemonteerd aan een onderste cilinder;Fig. 6 is an exploded top view of a mold-20 mounted on a lower cylinder;

Fig.7 een vooraanzicht is van de matrijssnij-inrichting;Fig. 7 is a front view of the die cutting device;

Fig.8 een lengtedoorsnede is van een differentieelmechanisme; Fig.9 een doorsnede is volgens de lijn IX-IX in fig.8;Fig. 8 is a longitudinal section of a differential mechanism; Fig. 9 is a section on line IX-IX in Fig. 8;

Fig.10 een vooraanzicht is van de afvalafstroopeenheid; 25 Fig.11 een doorsnede is volgens de lijn XI-XI in fig.10; . Fig.12 een doorsnede is volgens de lijn XII-XII in fig.10;Fig. 10 is a front view of the waste stripper unit; Fig. 11 is a section on line XI-XI in Fig. 10; . Figure 12 is a section on line XII-XII in Figure 10;

Fig.13 een doorsnede is volgens de lijn XIII-XIII in fig.10; en Fig.I1)· een bovenaanzicht is van de schijf van een koppeling vanFig. 13 is a section on line XIII-XIII in Fig. 10; and Fig. 11) is a plan view of the disk of a clutch of

Oldham.Oldham.

30 Volgens fig.1 omvat de inrichting voor het snijden met een ma- trijs in deze volgorde aangebracht een toevoerinrichting 1, een matrijssnij-inrichting 2 en een afvalafstroopeenheid 3.According to FIG. 1, the die cutting device arranged in this order comprises a feeding device 1, a die cutting device 2 and a waste stripping unit 3.

De toevoerinrichting 1 voor bordpapier is uitgerust met een stootorgaan 6, aat langs het bovenste oppervlak van een toevoertafel 5 35 men een vocraf bepaalde slag been en weer wordt bewogen door middel 8204325 . Λ··ψ - 3 - van een kantelmechanisme dat is verbonden met een drijfwerktuig (dat niet is veergegeven). De onderste plaat van de stapel S met platen van bordpapier en dergelijke, die zijn gestapeld op de toevoerta-fel 5, wordt voortgeduwd door bet stootorgaan 6 en zodoende tussen 5 toevoerrollen 7 doorgevoerd naar de matrijssnij-inrichting 2.The paper supplying device 1 is equipped with a baffle 6, which is extended along the upper surface of a feeding table 5 with a vocal impact stroke and moved again by means of 8204325. Λ ·· ψ - 3 - of a tilting mechanism connected to a driving gear (not spring-mounted). The bottom plate of the stack S with plates of paper board or the like, which are stacked on the feed table 5, is pushed through the ram 6 and thus fed between the feed rolls 7 to the die cutting device 2.

De matri j sanij-inrichting 2 bevat een matrij scilinder 8 en een aambeeldcilinder 9. De matrijscilinder 3 is voorzien van een door ge-schikte bevestigingsmiddelen, zoals bouten aan de buitenomtrek vastge-zette matrijs 11. De matrijs 11 is uitgevoerd in een gedaante, die 10 overeenkcmt met de boog van de omtrek, en heeft snijbladen of -linea-len 10, die volgens een vooraf bepaalde gedaante voor de doeleinden van bet matrijssnijden vast daarin zijn gemonteerd. De aambeeldcilinder 9 is bp de buitenomtrek bekleed met een laag van een veerkrachtige bars, zoals polyurethaan. De vanaf de toevoerinricbting 1 toegevoerde 15 plaat S wordt in de spleet gevoerd tussen de matrijs- en aambeeldcilin-ders 8 en 9 om zodoende door de snijbladen 10 tot in een vooraf bepaalde gedaante te worden gesneden, zoals veergegeven in fig.2, en wordt dan onder vasthouding tussen toevoerrollen 12 gevoerd naar de afvalafstroopeenbeid 3 benedenstrooms van de matrijssnij-inrichting.The die device 2 comprises a die cylinder 8 and an anvil cylinder 9. The die cylinder 3 is provided with a die 11 secured by suitable fasteners, such as bolts, The die 11 is formed in a shape, which corresponds to the arc of the periphery, and has cutting blades or rulers 10 fixedly mounted therein according to a predetermined shape for the purposes of die cutting. The anvil cylinder 9 is coated on the outer periphery with a layer of resilient bars, such as polyurethane. The plate S supplied from the feeder 1 is fed into the gap between the die and anvil cylinders 8 and 9 so as to be cut through the cutting blades 10 to a predetermined shape, as shown in FIG. 2, and then, with retention between feed rollers 12, fed to the waste stripping area 3 downstream of the die cutter.

20 De plaat S kan b.v. tot een I-gedaante worden gesneden, zoals weerge-geven in fig.3. In deze figuur geeft L sneden aan door de snijbladen 10, geeft P bet produkt aan en geeft W bet niet benodigde gedeelte aan, d.w.z. bet afval, dat niet van de plaat S is gescheiden, maar met rust is gelaten.The plate S can e.g. cut to an I shape, as shown in Figure 3. In this figure, L indicates cuts through the cutting blades 10, P indicates the product and W indicates the unnecessary portion, i.e., the debris, which is not separated from the plate S, but left alone.

25 De afvalafstroopeenbeid 3 bevat een bovenste rol lk, die op de .buitenomtrek is uitgerust met een patrijs 13 voor bet alleen van de afgesneden .plaat S scheiden van het afval W, en een onderste rol ΐβ, die op de buitenomtrek is uitgerust met een matrijs 15, die alleen het door de bovenste rol lU van de plaat gescheiden afval W opneemt 30 voor het bij het draaien daarvan naar beneden loslaten van dit afval V.The waste stripping area 3 comprises an upper roll 1k, which is equipped on the outer circumference with a partridge 13 for separating only the cut-off plate S from the waste W, and a lower roll ΐβ, which is equipped on the outer circumference. die 15, which receives only the waste W separated by the top roller 1U from the plate 30 for releasing this waste V when it is turned downwards.

De plaat S wordt dus gescheiden in het produkt P en het afval W, zoals weergegeven in fig.U, door de samenwerking van de bovenste en onderste rollen lU en l6. Het produkt P wordt door de toevoerrollen 17 strocm-afwaarts afgevoerd, waarbij het afval W nadat dit is gevallen, door 35 een schroottransporteur 19 via een trilplaat 18 wordt getransporteerd 8204625 ♦ - k - naar een station, waarin het wordt opgestapeld. Zoals weergegeven in fig.5, bevat de patrijs 13 van de bovenste rol een buigzame foelie 13b van polyester en dergelijke, waaraan plaatdelen 13a zijn vastge-zet, gemaakt van bard rubber en dergelijke, in een gedaante, die over-5 eenkomt met het afVal W van de plaat S, afgesneden door de matrijssnij-inrichting 2. Zoal3 weergegeven in fig.6, bevat de matrijs 15 van de onderste rol 16 op soortgelijke wijze een buigzame foelie 15b van polyester en dergelijke, waaraan plaatdelen 15a zijn vastgezet, gemaakt van een soortgelijk hardrubber en dergelijke in een gedaante, die 10 overeenkomt met de omtrekken van zowel het produkt P als het afval W van de plaat S, afgesneden door de matrijssnij-inrichting 2. Elk dezer foelies 13b en 15b is aan de twee einden voorzien van raamstaven 13c en 15c, die zijn verbonden met resp. de bovenste en onderste rollen lU en l6 door daarin aangebrachte windeenheden 20. De manier van win-15 den van deze foelies 13b en 15b wordt hierna beschreven. De plaatdelen 13a en 15a aan resp. de foelies 13b en 15b, zijn dikker uitgevoerd dan althans de plaat S, die wordt behandeld.Thus, the plate S is separated into the product P and the waste W, as shown in Fig. U, by the cooperation of the upper and lower rollers lU and 16. The product P is discharged downstream through the feed rollers 17, the waste W after it has fallen being transported by a scrap conveyor 19 via a vibrating plate 18 to a station where it is stacked. As shown in Fig. 5, the upper roll partridge 13 includes a flexible film 13b of polyester or the like, to which are fastened sheet members 13a made of bard rubber and the like, in a shape corresponding to the Waste W from the sheet S, cut by the die cutter 2. As shown in FIG. 6, the die 15 of the lower roll 16 similarly includes a flexible film 15b of polyester and the like, to which sheet members 15a are secured. of a similar hard rubber or the like in a shape corresponding to the contours of both the product P and the waste W of the plate S cut by the die cutting device 2. Each of these foils 13b and 15b is provided at the two ends of window bars 13c and 15c connected to resp. the upper and lower rolls 1U and 16 by wind units 20 disposed therein. The manner of winding these films 13b and 15b is described below. The plate parts 13a and 15a on resp. the films 13b and 15b are made thicker than at least the plate S being treated.

Vervolgens wordt de constructie van de matrijssnij-inrichting 20 2 gedetailleerder beschreven aan de hand van fig.7-Next, the construction of the die cutting device 20 2 is described in more detail with reference to Fig. 7-

In deze figuur worden de astappen 8a van de matrijscilinder 8 door legers 21 gedragen in een gestel F, en is een van de astappen verbonden met een differentieelmechanisme 22. Op soortgelijke wijze worden de astappen 9a van de aambeeldcilinder 9 door legers 23b excen-25 trisch gedragen in naafbussen 23a. De naafbussen 23a hebben een geheel daarmee vormende tandwielen 23, en zijn draaibaar gemonteerd in het ^gestel F. Sen van de. draaitappen 9a is voorzien van een daaraan vastgezet tandwiel 2k. De tandwielen 23 grijpen elk aan in een tussentand-wiel 25, dat draaibaar wordt gedragen door het gestel F. De tussentand-30 wielen 25 grijpen elk aan in een tandwiel 27, dat is bevestigd aan een spil 26, die draaibaar in het gestel F wordt gedragen onder de aambeeldcilinder 9 en evenwijdig daarmee. Het draaien van een handgreepas 28 wordt door een worm 29 en een wormwiel 30 overgebracht op de spil 26. Door het bedienen van de handgreepas 28 wordt derhalve de aambeeld-35 cilinder 9 op en neer bewogen ten opzichte van de matrijscilinder 8 overeenkomstig de excentriciteit van de naafbussen 23a van de tandwie- 3204625 / * f . · -.- -ν' .-5- len 23, zodat de spleet t us sen de matrijscilinder 8 en de asmbeeldci-linder 9 kan vorden ingesteld overeenkomstig de dikte van de plaat S die vordt gebruikt.In this figure, the journal stubs 8a of the die cylinder 8 are carried by bearings 21 in a frame F, and one of the journal stubs is connected to a differential mechanism 22. Similarly, the journal stubs 9a of the anvil cylinder 9 are eccentrically mounted. carried in hub bushes 23a. The hub bushes 23a have gears 23 integral therewith, and are rotatably mounted in the frame F. Sen of the. trunnions 9a is provided with a gear 2k secured thereto. The gears 23 each engage in an intermediate gear wheel 25 which is rotatably carried by the frame F. The intermediate teeth 30 wheels each engage in a gear 27 mounted on a spindle 26 which is rotatable in the frame F is carried under the anvil cylinder 9 and parallel thereto. The rotation of a handle shaft 28 is transferred to the spindle 26 by a worm 29 and a worm wheel 30. Therefore, by operating the handle shaft 28, the anvil cylinder 35 is moved up and down relative to the die cylinder 8 according to the eccentricity of the hub bushes 23a of the gear 3204625 / * f. 23, so that the gap between the die cylinder 8 and the axis cylinder 9 can be adjusted according to the thickness of the plate S being used.

Vervolgens vordt de constructie van bet differentieelmechanisme 5 22 nader beschreven aan de hand van de fig.8 en 9· Sen huis 31 is vast- gezet aan een buitengestel FQ, vaarbij een schakelaar 32 zich aan de buitenzijde van bet huis 31 bevindt, en drie borstels 33 zich in het huis bevinden en zijn verbonden met uitvendige draden. Een motor 34 is bevestigd aan het einde van een binnenhuls 35, waarvan de binnen-10 orntrek is vastgespied aan een van de draaitappen 8a. Deze draaitap 8a van de matrijscilinder 8 is door middel van schroeven bevestigd aan de binnenhuls 35 tussen een onderlegring 36 en een kraag 37. Een isola-tiehuls 38 omsluit de motor 34. De huis 38 is bevestigd aan het einde ’ van.de binnenhuls 35 op een soortgelijke vijze als de motor 34, en 15 heeft geleidende koperlagen 38a, die op de buitenomtrek zijn gevormd en vaarmee de borstels 33 in aanraking zijn, zodat elektrische kracht door de geleidende lagen 38a kan vorden geleverd aan de motor 34.Next, the construction of the differential mechanism 5 22 is described in more detail with reference to FIGS. 8 and 9. The housing 31 is secured to an outer frame FQ, with a switch 32 located on the outside of the housing 31, and three brushes 33 are located in the housing and are connected with external wires. A motor 34 is attached to the end of an inner sleeve 35, the inner pull of which is keyed to one of the trunnions 8a. This trunnion 8a of the die cylinder 8 is screwed to the inner sleeve 35 between a washer 36 and a collar 37. An insulating sleeve 38 encloses the motor 34. The housing 38 is attached to the end of the inner sleeve 35 similar to the motor 34, and 15 has conductive copper layers 38a formed on the outer circumference and in contact with the brushes 33 so that electrical power can be supplied to the motor 34 by the conductive layers 38a.

Een handgreepas 39, die in het huis 31 is geschroefd, vordt aan het binneneinde draaibaar gedragen in een voorste eindplaat van de huis 38, 20 zodat deze as heen en veer kan bevegen samen met de huis 38 ongeacht het draaien daarvan. Een voim 40a is bevestigd aan de uitgangsas 40 van de motor 34 en grijpt aan in een voraviel 4la, dat vast is aange-bracht aan een as 4l, die op de binnenhuls 35 vordt gedragen door lood-recht op de hartlijn daarvan staande legermiddelen. Aan de einden van 25 de as 4l zijn daaraan vormen 4lb bevestigd, die aangrijpen in vorm-t.vielen 42a, die zijn bevestigd aan iin einde van assen 42 evenvijdig ‘met de hartlijn van de binnenhuls 35, en die daarin vorden gedragen.A handle shaft 39, which is screwed into the housing 31, is rotatably supported at the inner end in a front end plate of the housing 38, 20 so that it can sweep back and forth along with the housing 38 regardless of its rotation. A voim 40a is affixed to the output shaft 40 of the motor 34 and engages in a shape 4la fixedly mounted on a shaft 41 which is carried on the inner sleeve 35 by bearing means perpendicular to the centerline thereof. Attached to the ends of the shaft 41 are molds 41b, which engage into moldings 42a, which are attached to the end of shafts 42 parallel to the centerline of the inner sleeve 35, and which are carried therein.

Tandvielen 42b zijn gemonteerd aan het andere einde van de assen 42 en grijpen aan in invendige tanden 43a, gevormd in de binnenomtrek 30 van een buitenhuls 43, die draaibaar is aangebracht over de binnenhuls 35 tussen de schouders daarvan en de kraag 37. Een tandviel 43b is vast aangebracht aan de buitenzijde van de buitenhuls 43 en grijpt aan in een aandrijftandviel 44 voor het overbrengen van de kracht van hetzelfde krachtdrijfverk als dat van het kantelmechanisme 4, naar 35 het tandviel 43b. Het tandviel 43b grijpt verder aan in het tandviel 8204625 - 6 - 2k, bevestigd aan een van de draaitappen 9a van de aambeeldcilinder 9.Tooth traps 42b are mounted on the other end of the shafts 42 and engage in inner teeth 43a formed in the inner circumference 30 of an outer sleeve 43 rotatably mounted over the inner sleeve 35 between its shoulders and collar 37. A toothed drop 43b is fixedly attached to the outside of the outer sleeve 43 and engages a drive gear 44 to transmit the force of the same power driver as that of the tilt mechanism 4 to the gear 43b. The tine drop 43b further engages in the tine fall 8204625-6-2, attached to one of the trunnions 9a of the anvil cylinder 9.

Thans wordt de werking van het different!eelmechanisme 22 be-schreven. Wanneer de motor 3¼ stilstaat, wordt het draaien van het aandrijftandwiel kk gedeeltelijk overgebracht door het tandwiel k3b 5 van de buitenhuls k3 naar het tandwiel 2k van de aambeeldcilinder 9, en gedeeltelijk door de inwendige tanden k3a van de buitenhuls k3 naar elk der tandwielen k2b. Aangezien de assen k2 van deze tandwielen k2b niet kunnen draaien, wordt de binnenhuls 35 samen met de buitenhuls k3 gedraaid voor het draaien van de draaitappen 8a van de matrijscilinder 10 8. Vervolgens wordt het aandri.jftandwiel kk stilgezet en wordt de schakelaar 32 ingeschakeld voor het aanzetten van de motor 3k. Het draaien van de uitgangsas ko wordt overgebracht naar elk der tandwielen k2b, aangrijpende in de inwendige tanden k3a van de buitenhuls k3 om zodoende de buitenhuls k3 te willen draaien. Aangezien deze buitenhuls 15 k3 echter door het aandrij ftandwiel kk tegen draaien wordt vastgehou-den, wordt de binnenhuls 35 gedraaid ten opzichte van de buitenhuls k3 voor het aileen draaien van de draaitappen 8a van de matrijscilinder 8. De draaihoek van de matrijscilinder 8 ten opzichte van het aandrijf-tandwiel kk wordt dus ingesteld door het in- en uitschakelen van de 20 schakelaar 32, zodat de snijbladen 10 van de matrijscilinder 8 kunnen worden ingesteld ten opzichte van de stand van de plaat S om deze nauw-keurig in overeenstemming met de toevoer door het stootorgaan 6 van de toevoerinrichting 1, te snijden. Bovendien kan het differentieel-mechanisme 22 de huls 38 en dus de binnenhuls 35 heen en weer bewegen 25 door het bedienen van de handgreepas 39, zodat de draaitappen 8a van .-de matrijscilinder 8 volgens de lengtehartlijn kunnen worden bewogen.The operation of the differential mechanism 22 will now be described. When the motor 3¼ is stopped, the rotation of the drive gear kk is partially transmitted by the gear k3b 5 from the outer sleeve k3 to the gear 2k of the anvil cylinder 9, and partly by the internal teeth k3a from the outer sleeve k3 to each of the gears k2b. Since the shafts k2 of these gears k2b cannot rotate, the inner sleeve 35 is turned together with the outer sleeve k3 to rotate the trunnions 8a of the die cylinder 10 8. Then, the drive gear kk is stopped and the switch 32 is turned on for turning on the motor 3k. The rotation of the output shaft ko is transferred to each of the gears k2b, engaging the internal teeth k3a of the outer sleeve k3 so as to want to rotate the outer sleeve k3. However, since this outer sleeve 15 k3 is held against turning by the drive gear kk, the inner sleeve 35 is rotated relative to the outer sleeve k3 for only rotating the trunnions 8a of the die cylinder 8. The angle of rotation of the die cylinder 8 relative to of the drive gear kk is thus adjusted by switching the switch 32 on and off, so that the cutting blades 10 of the die cylinder 8 can be adjusted with respect to the position of the plate S to accurately correspond to the supply by cutting the pushing member 6 of the supply device 1. Moreover, the differential mechanism 22 can reciprocate the sleeve 38 and thus the inner sleeve 35 by operating the handle shaft 39, so that the trunnions 8a of the die cylinder 8 can be moved along the longitudinal axis.

tt

Vervolgens wordt de constructie van de afvalafstroopeenheid 3 gedetailleerd beschreven aan de hand van de fig.10 - lk.Next, the construction of the waste stripper unit 3 is described in detail with reference to Figs. 10-1k.

In fig.10 worden de draaitappen ika van-de bovenste rol lk ge-30 dragen in het gestel F, en zijn de einden daarvan verbonden met diffe-rentieelmechanismen k5 en k6. De constructies van deze differentieel-mechanismen k5 en k6 zijn gelijk aan die van het differentieelmecha-nisme 22 van de matrijssnij-inrichting 2. De handgreepas 39 echter van het differentieelmechanisme 22 voor de matrijssnij-inrichting 2 35 met de bijbehorende delen, is niet opgenomen in het differentieelmecha- 3204625 1 --'ν'5! - 7 - nisme 1+6. Hier is Sen draaitap lka van de bovenste rol lk met het ein-de vastgespied aan de binnenhuls 35 van het differentieelmechanisme k5.In Fig. 10, the trunnions ika of the upper roller 1k are carried in the frame F, and the ends thereof are connected to differential mechanisms k5 and k6. The constructions of these differential mechanisms k5 and k6 are the same as those of the differential mechanism 22 of the die cutting device 2. However, the handle shaft 39 of the differential mechanism 22 for the die cutting device 2 with its associated parts is not included. in the differential mechanism 3204625 1 - 'ν'5! - 7 - niche 1 + 6. Here, Sen trunnion lka of the upper roller lk is with the end keyed to the inner sleeve 35 of the differential mechanism k5.

Een aandrij ftandwiel 1+7 grijpt aan in het tandwiel l+3b van de buitenhuls 1+3 van het differentieelmechanisme 1+5 voor het zodoende overbren-5 gen van kracht vanaf hetzelfde krachtdrijfverk als dat van de toevoer-inrichting 1 en de matrijssnij-inrichting 2, naar de buitenhuls 1+3.A drive gear 1 + 7 engages the gear 1 + 3b of the outer sleeve 1 + 3 of the differential mechanism 1 + 5 to thereby transmit power from the same power drive as that of the feeder 1 and the die cutter. device 2, to the outer sleeve 1 + 3.

De andere draaitap lka is met het einde vastgespied aan de binnenhuls 35 van het differentieelmechanisme 1+6, van de buitenhuls 1+3 vaarvan het tandviel l+3b aangrijpt in een tussentandviel 1+8, dat draaibaar is 10 gemonteerd aan het gestel F. Bovendien is in deze constructie de bovenste rol lk uitgerust met de vindeenheid 20 voor het daaraan mon-teren van de patrijs 13» vaarvan de constructie hierna vordt beschre-ven.The other trunnion lka is end-keyed to the inner sleeve 35 of the differential mechanism 1 + 6, of the outer sleeve 1 + 3 of which the toothed l + 3b engages in an intermediate tooth 1 + 8 which is rotatably mounted on the frame F. In addition, in this construction, the top roller 1k is provided with the locating unit 20 for mounting the partridge 13, the construction of which is described hereinafter.

Zoals weergegeven in fig. 11 is de bovenste rol ll+ uitgevoerd 15 met een reehthoekige groef 1+9, die zich langs de gehele lengte daar-van uitstrekt. Een monteeras 1+1 is in de groef 1+9 geplaatst en vordt draaibaar gedragen in draagplaten 50, vastgezet aan tegenover elkaar liggende einden van de bovenste rol ll+, zoals afgebeeld in fig. 12.As shown in Fig. 11, the top roll 11 + is formed with a right-angled groove 1 + 9 extending along its entire length. A mounting shaft 1 + 1 is placed in the groove 1 + 9 and is rotatably supported in support plates 50 secured to opposite ends of the upper roller 11 +, as shown in Fig. 12.

De monteeras 51 is uitgevoerd met een inkeping 51a, die de raamstaaf 20 13c aan de foelie 13b van de patrijs 13 opneemt, zoals is weergegeven.The mounting shaft 51 is formed with a notch 51a, which receives the window rod 20c on the foil 13b of the partridge 13, as shown.

Een ingekeepte cilinder 52 is verder vast aangebracht in de groef 1+9 en concentrisch op kleine afstand vanaf de monteeras 51 opgesteld.A notched cylinder 52 is further fixed in the groove 1 + 9 and arranged concentrically at a small distance from the mounting shaft 51.

De cilinder 52 heeft een open bovenste einde, door velk einde de raamstaaf 13c naar de inkeping 51a in de as 51 kan vorden gestoken. Een 25 uitsparing 53 is gevormd in de bovenste rol ll+ nabij de groef 1+9 voor .het opnemen van de raamstaaf 13c, bevestigd aan het andere einde van ♦ ' de foelie 13b. Het uit de uitsparing naar buiten komen van deze raamstaaf 13c wordt verder voorkomen door middel van een vasthouddeel · dat is aangebracht aan de rol ll+ am uit te steken in de uitsparing 13.The cylinder 52 has an open top end, through which the window rod 13c can be inserted into the shaft 51 through the end 51c to the notch 51a. A recess 53 is formed in the top roll 11 + near the groove 1 + 9 to receive the window bar 13c attached to the other end of the film 13b. This window bar 13c emerging from the recess is further prevented by projecting a retaining part · arranged on the roller 11 + am into the recess 13.

30 Een palviel 56 is vastgezet aan 66n einde van de monteeras 51, zoals weergegeven in fig.12, en is uitgerust met tanden 56a, die kunnen aan-grijpen op de pal 55a van een ratel 55, die draaibaar is gemonteerd aan het eindvlak van de bovenste rol Ik. Een veer 57 drukt de ratel 55 naar boven met de pal 55a daarvan in aangrijping met een van de tanden 35 56a van het palviel 56. Dit palviel 56 kan rechtsom vorden gedraaid 8204625 - 8 - tegen de werking van de veer 57, waarbij echter het linksom draaien wordt voorkomen. Een aanslagorgaan 59 is vastgezet aan het andere ein-de van de monteeras 51, zoals weergegeven in fig.13, voor het beper-ken van het draaien van het palwiel 56 tot een vooraf bepaald bereik 5 door botsing tegen een pen 58, vastgezet aan het eindvlak van de bo-venste rol ll. Met de tot nu toe beschreven constructie wordt nadat de raamstaven 13c en 13c van de foelie 13b in de inkeping 51a en de uitsparing 53 zijn geplaatst, de monteeras 51 rechtsom in fig.11 ge-draaid, zodat het eindgedeelte van de foelie 13b wordt gewonden om 10 de monteeras 51 tussen deze as en de ingekeepte cilinder 52 om in dichte aanraking te komen met de buitenomtrek van de bovenste rol ll. Het draaien van de monteeras 51 wordt stilgezet wanneer de foelie 13b de toestand bereikt van dichte aanligging met de bovenste rol ll, en de monteeras 51 wordt in die stand zonder terug te keren vastgehou-15 den door de samenwerking van het palwiel 56 en de ratel 55» De matrijs 15 is op soortgelijke wijze door een andere windeenheid 20 gemonteerd aan de onderste rol 16.A ratchet catch 56 is secured at the 66n end of the mounting shaft 51, as shown in Fig. 12, and is equipped with teeth 56a, which can engage the catch 55a of a ratchet 55 rotatably mounted on the end face of the the top roll I. A spring 57 pushes the ratchet 55 upwardly with the ratchet 55a thereof engaged with one of the teeth 35 56a of the ratchet valve 56. This ratchet valve 56 can be rotated clockwise against the action of the spring 57, however turning counterclockwise is prevented. A stopper 59 is secured to the other end of the mounting shaft 51, as shown in Fig. 13, to limit rotation of the ratchet wheel 56 to a predetermined range 5 by impact against a pin 58, secured to the end face of the top roller 11. With the construction described so far, after the window bars 13c and 13c of the foil 13b are placed in the notch 51a and the recess 53, the mounting shaft 51 is turned clockwise in Fig. 11 so that the end portion of the film 13b is wound about the mounting shaft 51 between this shaft and the notched cylinder 52 to come into close contact with the outer circumference of the upper roll 11. The rotation of the mounting shaft 51 is stopped when the film 13b has reached the state of close contact with the upper roller 11, and the mounting shaft 51 is held in that position without return by the cooperation of the ratchet wheel 56 and the ratchet 55 »The die 15 is similarly replaced by another bindweed unit 20 mounted on the lower roller 16.

De draaitappen l6a van de onderste rol 16 worden door legers 60b excentrisch gedragen in naafbussen 60a. De naafbussen 60a zijn 20 draaibaar gemonteerd in het gestel F en hebben tandwielen 60 uit len stuk daarmee. Elk der tandwielen 60 grijpt aan in een tussentandwiel 6l, dat draaibaar is gemonteerd aan het gestel F en aangrijpt in een tandwiel 63, dat vast is bevestigd aan een spil 62, die draaibaar wordt gedragen in het gestel F. Het draaien van de handgreepas 64 25 wordt door een worm 65 en een vormviel 66 overgebracht naar de spil 62. tJiet tot hier beschreven mechanisme is gelijk aan dat van de aambeeld-cilinder 9 van de matrijssnij-inrichting 2, zodat de onderste rol l6 verticaal kan worden bewogen ten opzichte van de bovenste rol ll over-eenkomstig de excentriciteit van de naafbussen van de tandwielen 60 30 door het bedienen van de handgreepas 61 voor het instellen van een spleet tussen de bovenste en onderste rollen ll en l6, Een koppeling 68 van Oldham is aangebracht aan ein einde van de onderste rol 16 voor het overbrengen van de kracht vanaf het tandwiel 13b van het diffe-rentieelmechanisme 16 door het tussentandwiel 18, dat draaibaar is ge-35 monteerd aan het gestel F naar de draaitappen l6a van de onderste rclThe trunnions 16a of the lower roller 16 are carried eccentrically in bearings 60a by bearings 60b. The hub bushings 60a are rotatably mounted in the frame F and have gear wheels 60 in one piece therewith. Each of the gears 60 engages an intermediate gear 61, which is rotatably mounted to the frame F and engages a gear 63, which is fixedly attached to a spindle 62, which is rotatably supported in the frame F. Rotating the handle shaft 64 25 is transferred to the spindle 62 by a worm 65 and a mold fell 66. The mechanism described here is the same as that of the anvil cylinder 9 of the die cutting device 2, so that the lower roller 16 can be moved vertically with respect to the upper roller 11 according to the eccentricity of the hub bushings of the gears 60 30 by operating the handle shaft 61 to adjust a gap between the upper and lower rollers 11 and 16, an Oldham coupling 68 is provided at the end of the lower roller 16 for transmitting the force from the gear 13b of the differential mechanism 16 through the intermediate gear 18, which is rotatably mounted on the frame F to the pivot ppen l6a of the bottom rcl

β 9 Λ /. 5 0 Rβ 9 Λ /. 5 0 R

0 i H 0 t 3 - 9 - 16 ongeacht de verticale bewegingen van de rol l6. De koppeling 68 be-vat een verbindingsplaat 49, die is vastgezet aan het einde van een van de draaitappen l6a, verder een tandwiel 72 aan een draaitap 70a, die is gemonteerd aan een stew 70, die is bevestigd aan het gestel F, 5 en een schijf 73, die is opgesteld tussen de verbindingsplaat 69 en het tandwiel 72. Zoals afgebeeld in fig.l4, is de schijf 73 uitgevoerd met vier op gelijke hoekafstanden liggende sleuven 73a, 73b, 73c en 73d, die zich vanaf de omtreksrand naar het midden uitstrekken. Een paar diametraal tegenover elkaar liggende sleuven 73a en 73c neemt 10 de kogelvoraige koppen op van een paar bijbehorende pennen 69a, bevestigd aan de verbindingsplaat 69, vaarbij het andere paar diametraal tegenover elkaar liggende sleuven 73b en 73d de kogelvormige koppen opneemt van een paar bijbehorende pennen 72a, bevestigd aan het tandwiel 72. Door de werking van de'zodoende geconstrueerde koppeling 68 15 wordt het draaien van het tandwiel 72 positief door de verbindings-plaat 69 overgebracht naar de draaitappen l6a ongeacht de verticale beweging van de draaitappen l6a, hetgeen is gegrond op de bediening van de handgreepas 64.0 i H 0 t 3 - 9 - 16 regardless of the vertical movements of the roller l6. The coupling 68 includes a connecting plate 49 secured to the end of one of the trunnions 16a, further a gear 72 to a trunnion 70a mounted to a stew 70 attached to the frame F, 5 and a disk 73 disposed between the connecting plate 69 and the gear 72. As shown in Fig. 14, the disk 73 is formed with four equally angled slots 73a, 73b, 73c and 73d extending from the peripheral edge to the in the middle. A pair of diametrically opposed slots 73a and 73c receive the ball-shaped heads of a pair of associated pins 69a attached to the connecting plate 69, while the other pair of diametrically opposed slots 73b and 73d receive the ball-shaped heads of a pair of associated pins 72a, attached to the gear wheel 72. By the operation of the thus constructed coupling 68, the rotation of the gear wheel 72 is positively transferred by the connecting plate 69 to the trunnions 16a regardless of the vertical movement of the trunnions 16a, which is grounded on the handlebar control 64.

De gevolgen van de werking van de afvalafstroopeenheid 3 worden 20 hierna beschreven.The consequences of the operation of the waste stripping unit 3 are described below.

Wanneer de differentieelmechanismen 45 en k6 zich in de niet werkzame stand bevinden, wordt het draaien van het aandrijftandwiel 47 op dezelfde wijze als in de matrijssnij-inrichting 2 overgebracht door het tandwiel 43b van het differentieelmechanisme 45 naar de draai-25 tappen l4a van de bovenste rol 14. Het draaien van deze draaitappen l4a ^wordt verder vanaf de binnenhuls 35 overgebracht naar de buitenhuls 43 'van het differentieelmechanisme 46. Het draaien van de buitenhuls 43 wordt verder vanaf het tandwiel 43a door het tussentandwiel 48 en de koppeling 68 overgebracht naar de draaitappen l6a van de onderste rol 30 l6 voor het synchroon met de bovenste rol l4 draaien daarvan.When the differential mechanisms 45 and k6 are in the inoperative position, the rotation of the drive gear 47 is transmitted in the same manner as in the die cutting device 2 by the gear 43b of the differential mechanism 45 to the trunnions 14a of the upper roller 14. The turning of these trunnions 14a ^ is further transferred from the inner sleeve 35 to the outer sleeve 43 'of the differential mechanism 46. The turning of the outer sleeve 43 is further transferred from the gear 43a through the intermediate gear 48 and the clutch 68 to the trunnions 16a of the lower roller 30 16 for rotating thereof synchronously with the upper roller 14.

Volgens de voorgaande beschrijving worden de bovenste en onderste rollen l4 en 16 zodanig vooraf ingesteld, dat zij een vooraf be-paalde draaifasehoek hebben met betrekking tot de matrijscilinder 8., zodat de patrijs en matrijs 13 en 15 aan de bovenste en onderste rol-35 len 14 en 16 samenwerken met het afval W en het produkt P van de plaat 8204625 - 10 - Ξ, afgevoerd uit de matrijssnij-inrichting 2. Wanneer echter de ma-trijscilinder 8 door draaien wordt ingesteld door het differentieel-mechanisme 22, zoals hiervoor beschreven, of uit fase wordt gebracht door een andere mechanische toestand, kan de toestand ontstaan waarin 5 het van het produkt P scheiden van het afval W niet op juiste wijze wordt afgevoerd of in het uiterste geval het verschijnsel, waarbij het produkt P wordt gebroken. Op grond van dit feit kan de afval-afstroopeenheid 3 de fase van de bovenste en onderste rollen lU en l6 net betrekking tot de matrijscilinder 8 instellen door de werking van 10 het differentieelmechanisme h-5 · Indien de motor 3*+ van het differen-tieelmechanisme 1+5 wordt aangezet, worden de draaitappen ll+a van de bovenste rol lb samen met de binnenhuls 35 ten opzichte van de buiten-huls 1+3 gedraaid voor het overbrengen van dit draaien naar de draaitappen l6a van de onderste rol l6, zoals hiervoor beschreven, zodat 15 de bovenste en onderste rollen lh en l6 tezelfdertijd over dezelfde fase met betrekking tot het aandrijftandviel 1+7 worden verschoven.According to the foregoing description, the upper and lower rollers 14 and 16 are preset so that they have a predetermined rotational phase angle with respect to the die cylinder 8. such that the partridge and die 13 and 15 on the upper and lower roll 35. 14 and 16 cooperate with the waste W and the product P of the plate 8204625 - 10 - Ξ, discharged from the die cutting device 2. However, when the die cylinder 8 is adjusted by rotation by the differential mechanism 22, as before described, or brought out of phase by some other mechanical state, the state can arise in which the separation of the waste W from the product P is not properly discharged or, in the extreme case, the phenomenon in which the product P is broken. On the basis of this fact, the waste stripper unit 3 can adjust the phase of the upper and lower rollers lU and l6 just relative to the die cylinder 8 by the operation of the differential mechanism h-5 · If the motor 3 * + of the differential tial mechanism 1 + 5 is turned on, the trunnions 11 + a of the upper roller 1b are rotated together with the inner sleeve 35 relative to the outer sleeve 1 + 3 to transmit this turning to the trunnions 16a of the lower roller 16, as previously described, so that the upper and lower rollers 1h and 16 are shifted at the same time over the same phase with respect to the driving gear 1 + 7.

Als gevolg hiervan kunnen de bovenste en onderste rollen ll+ en 16 worden ingesteld op de juiste fase door het instellen van de mate van draaien van de motor 3l+. Bovendien is op te merken, dat de patrijs en 20 matrijs 13 en 15 door andere kunnen worden vervangen overeenkomstig verschillende snijbladen 10, die worden aangebracht op de matrijscilinder 8. Dit maakt het verder nodig de onderlinge draaifasen van de bovenste en onderste rollen ll+ en ΐβ in te stellen. Deze instelling kan . tot stand worden gebracht door het differentieelmechanisme 1+6. Indien 25 de motor 3l+ van het differentieelmechanisme 1+6 wordt aangezet, wordt ,-de buitenhuls 1+3 gedraaid ten opzichte van de binnenhuls 35 omdat de i draaitappen ll+a van de bovenste rol ll+ tegen het draaien daarvan worden vastgehouden door het aandrijftandwiel 1+7, waarbij dan het draaien van de buitenhuls 1+3 vanaf het tussentandwiel 1+8 door het tandwiel 72 30 van de koppeling 68 wordt overgebracht naar de draaitappen l6a van de onderste rol l6. Als gevolg hiervan wordt de onderste rol l6 gedraaid ten opzichte van de bovenste rol lU, zodat de instelling op de juiste fasemogelijk is door het instellen van de mate van draaien van de motor 3l+. Overigens is het duidelijk, dat zowel de fase-instelling 35 van de bovenste en onderste rollen ll+ en l6 ten opzichte van de matrijs- 3204625 - 11 - cilinder 8 als de fase-instelling van de onderste rol 16 ten opzichte van de bovenste rol lb, kan vorden uitgevoerd ongeacht of bet aandrijf-tandviel bT draait of stilstaat. In de afvalafstroopeenheid 3 kan bo» vendien de bovenste rol lb axiaal ten opzichte van de onderste rol 16 5 op dezelfde vijze vorden bevogen als de matrij scilinder 8 van de ma-trijssnij-inrichting 2 door het bedienen van de handgreepas 39 van het diff erentieelmechani sine b5, zodat de breedtestand van de patrijs 13 van de bovenste rol met betrekking tot de matrij s 15 van de onderste rol 16 kan vorden ingesteld. Als gevolg hiervan kunnen nadat de 10 bovenste rol lb axiaal is bevogen voor het instellen van de stand met betrekking tot de onderste rol 16, de onderlinge standen in de ideaal-ste toestand vorden ingesteld door het instellen van de standen van de matrijscilinder 8 en de toevoerinrichting 1 over de breedte van de plaat S met betrekking tot de onderste en bovenste rollen 16 en lb 15 naast de voornoemde draaifase-instelling.As a result, the upper and lower rollers 11 + and 16 can be adjusted to the correct phase by adjusting the degree of rotation of the motor 31 +. In addition, it is to be noted that the partridge and die 13 and 15 can be replaced by others according to different cutting blades 10, which are mounted on the die cylinder 8. This further necessitates the mutual rotational phases of the upper and lower rollers 11 + and ΐβ. configure. This setting can. are established by the differential mechanism 1 + 6. When the motor 3l + of the differential mechanism 1 + 6 is turned on, the outer sleeve 1 + 3 is rotated relative to the inner sleeve 35 because the trunnions ll + a of the upper roller 11 + are retained by the drive gear against rotation thereof. 1 + 7, wherein the rotation of the outer sleeve 1 + 3 is then transferred from the intermediate gear 1 + 8 by the gear 72 30 of the coupling 68 to the trunnions 16a of the lower roller 16. As a result, the lower roll l6 is rotated relative to the upper roll lU, so that adjustment to the correct phase is possible by adjusting the degree of rotation of the motor 3l +. Incidentally, it is clear that both the phase adjustment of the upper and lower rollers 11 + and 16 with respect to the die cylinder 3204625 - 11 - and the phase adjustment of the lower roller 16 with respect to the upper roller 1b. , can be carried out irrespective of whether the gear tooth bT rotates or is stationary. In the waste stripper unit 3, the top roller 1b can also be axially positioned relative to the bottom roller 16 in the same manner as the die cylinder 8 of the die cutting device 2 by operating the handle shaft 39 of the differential mechanism. sine b5, so that the width position of the partridge 13 of the upper roll can be adjusted with respect to the mold 15 of the lower roll 16. As a result, after the upper roller 1b has been axially engaged to adjust the position with respect to the lower roller 16, the mutual positions can be adjusted to the ideal state by adjusting the positions of the die cylinder 8 and the feeder 1 across the width of the plate S with respect to the lower and upper rollers 16 and 1b 15 in addition to the aforementioned rotary phase adjustment.

Overigens is de afvalafstroopeenheid 3 zodanig geconstrueerd, dat de differentieelmechanismen b5 en b6 zijn verbonden met de einden van beide draaitappen lba van de bovenste rol lb, zodat de draaifase-instelling ten opzichte van de aandrijfzijde, d.w.z. het aandrijftand-20 viel bj, tot stand kan vorden gebracht door het differentieelmechanis-me b5, vaarbij de draaifase-instelling van de onderste rol 16 ten opzichte van de bovenste rol lb tot stand kan vorden gebracht door het differentieelmechanisme b6. Het is echter volledig mogelijk deze dif-. ferentieelmechanismen zodanig te construeren, dat zij afzonderlijk 25 zijn bevestigd aan de bovenste en onderste rollen lb en l6, zodat zij /de fase-instellingen onafhankelijk van elkaar met betrekking tot de bijbehorende aandrijfzijden kunnen verzekeren.Incidentally, the waste stripper unit 3 is constructed such that the differential mechanisms b5 and b6 are connected to the ends of both trunnions 1ba of the upper roller 1b, so that the pivot phase adjustment relative to the drive side, ie, the drive tine 20, is effected bj. can be effected by the differential mechanism b5, while the rotary phase adjustment of the lower roller 16 relative to the upper roller 1b can be effected by the differential mechanism b6. However, it is completely possible for this dif. construct ferrous mechanisms such that they are separately attached to the upper and lower rollers 1b and 16 so that they can ensure phase adjustments independently of each other with respect to the associated drive sides.

Zoals hiervoor is beschreven, heeft de uitvinding het voordeel, dat het van de plaat snijden van afval doorlopend en automatisch kan 30 vorden verzekerd zonder enige handarbeid door het verschaffen van de afvalafstroopeenheid, die een bovenste rol bevat, die aan de buiten-omtrek is uitgerust met een patrijs voor samenverking met het afval van het plaatmateriaal, en een onderste rol, die op de buitenomtrek is uitgerust met een matrijs voor samenverking met de patrijs aan de 35 bovenste rol, zodat alleen het afval van het plaatmateriaal kan vorden 8204625 - 12 - gescheiden onder achterlating van het produkt door het tussen de boven-ste en onderste rollsn samenknijpen van het plaatmateriaal.As described above, the invention has the advantage that cutting waste from the sheet can be continuously and automatically ensured without any manual labor by providing the waste stripper unit, which includes an upper roll, which is equipped on the outer periphery with a partridge for compaction with the sheet metal waste, and a lower roll, which is provided on the outer circumference with a mold for coincidence with the partridge on the upper roll, so that only the sheet material waste can be formed 8204625 - 12 - separated leaving the product by squeezing the sheet material between the top and bottom rolls.

Door het uitvoeren van de afvalafstroopeenheid net differenti-eelmechanismen, die zovel de draaifasen van de bovenste en onderste 5 rollen met betrekking tot de aandrijfzijde van de eenheid als de draaifasen onderling kunnen instellen, kan bovendien elke wanverhou-ding tussen de verkstanden van de patrijs en de matrijs, hetgeen wordt uitgelokt door een verplaatsing van de snijbladen van de matrijssnij-inrichting, de patrijs van de bovenste rol of de matrijs van de onder-10 ste rol, en andere mechanische oorzaken, vorden gecorrigeerd door de differentieelmechanismen voor het zodoende verbeteren van de verknauv-keurigheid en het verminderen van foute produkten, d.v.z. het verbete- . ren van de opbrengst.In addition, by designing the waste stripper unit with differential mechanisms which can adjust as many the rotational phases of the upper and lower rollers with respect to the drive side of the unit as the rotational phases, any misalignment between the partridge ravages and the die, which is provoked by a displacement of the cutting blades of the die cutting device, the upper roll partridge or the lower roll die, and other mechanical causes, are corrected by the differential mechanisms to thereby improve the cross-linking accuracy and the reduction of faulty products, i.e. it improves. run the yield.

* 3204525* 3204525

Claims

1. Device for cutting with a mold, characterized by a feed device for continuously feeding plates of paper and the like, by a die cutting device, comprising a die cylinder, provided on the outer circumference in a predetermined shape mounted cutting blades, and an anvil cylinder, arranged to cooperate with the die cylinder, passing a plate from the feeder through the cutting blades of the die cylinder during the passage of the plate between the die and anvil cylinders being cut into a product and waste, and through a waste stripper-10 unit, which includes an upper roll, provided with a die on the outer circumference, which die corresponds to the waste of the plate, and a lower roll, provided with a die on the outer circumference, which can mold together with the partridge of the upper roller for separating the waste from the plate only leaving the product behind by passing it from the die cutting device squeezing the plate between the top roll and the bottom roll.

2. Device for cutting with a die, characterized by a feed device for continuously feeding sheet material and the like, by a die cutting device, which contains a die cylinder, provided with cutting blades arranged on the outer circumference in a predetermined shape, and an anvil cylinder arranged to cooperate with the die cylinder, the sheet material being cut from the feeder through the cutting blades to the die cylinder during the passage between the die and anvil cylinders to a product and waste, and by a waste stripper unit, containing an upper roll, which has a partridge on the outer circumference corresponding to the waste of the sheet material, and a lower roll, which is provided on the outer circumference with a die, which can be jointed with the partridge of the upper roll for separating the scrap material from the sheet material only leaving the product through the squeezing the sheet material from the die cutting device between the upper roll and the lower roll, 8204625-111. - the unit further comprising differential means for adjusting the rotational phases of the upper roll and the lower roll with respect to the drive side of the unit, and of the mutual rotation phase of the rollers. 8204625