NL8204285A - Lichte-vloeistof-afscheider voor waterafvoeren. - Google Patents

Description

vo 3876 ,:/

Li chte-vloeistof-afs che idsr voor vat erafvoeren.

Afscheiders voor lichte vloeistoffen, zoals benzine en olie, voor vaterafvoeren zijn bekend. Volgens het Duitse octrooischrift 1.250.37^ vormt een op afstand van de binnenwand van een houder zich bevindende buie met een kleinere cirkelvorm een toevoerkamer, en zijn 5 de afvoeropeningen gericht naar bet toevoerkanaal. Indien een grote boeveelheid vloeistof uit bet toevoerkanaal in de toevoerkamer komt, kan deze onbelemmerd direct volgens de'kortste veg bij de afvoeropeningen komen, vaarbij benzine of olie en water zich krachtig met el-kaar vermengen, hetgeen het afscheiden ongunstig belnvloedt. De vloei-10 stof, die de afvoeropeningen bij gebrek aan een belemmering, met een kracbtige stroom verlaat, vekt aan het oppervlak wervels op en brengt zelfs het veer vermengen van reeds afgescheiden delen tot stand.

Het onderverp van de uitvinding is een lichte-vloeistof-afschei-der voor vaterafvoeren volgens de aanhef van conclnsie 1. Aan dit on-15 derwerp ligt de opgave ten grondslag om 00k bij een grotere hoeveelheid toevoer, de vloeistof vertraagd naar buiten te laten komen, en wervel-vormingen aan het oppervlak, velke het veer vermengen van gescheiden delen mogelijk maken, uit te sluiten.

Volgens de uitvinding vordt deze opgave opgelost door de in 20 het onderscheiden kenmerk van conclusie 1 vermelde maatregelen. Verdere voordelige uitvoeringen zijn te ontlenen aan de volgconclusies 2-5·

De uitvinding vordt nader toegelicht aan de hand van de teke-ning, vaarin;

Pig. 1 een doorsnede is van een uitvoeringsvoorbeeld van de toe-25 voer van de afscheider ter hoogte van de toevoerbuis;

Fig.2 een verticale doorsnede is;

Fig.3 een aanzicht is in de richting van de pijl III in fig,1; en

Fig. k een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig.1.

30 In het vanddeel 1' van een met voordeel uit beton bestaande, ge- 8204285 - 2 - bruikelijke houder 1, mondt een toevoerkanaal 2 uit. In de houder 1 bevindt zich ter boogte van het toevoerkanaal 2 direct bij bet wand-deel 11 een toevoerkamer 3. Deze wordt gevormd door de houderwand 1' en een daannee verbonden ellipsvormige boog k. De toevoerkamer 3 is 5 aan de bovenkant open en aan de onderkant op gebruikelijke wijze ge-deeltelijk afgesloten. door een bodemplaat 5. De ellipsvormige boog k vormt met de houderwand 1' een in het horizontale vlak liggende ovaal 6. In de twee brandpuntgebieden J van de ovaal 6 heeft de ellipsvormige boog k aan elk der einden een hoekige afvoeropening 8. De twee af-10 voeropeningen 8 liggen in de welving van de ellipsvormige boog k direct aan tegen de binnenzijde van de houderwand 11 en zijn zijdelings ver-springend ten opzichte van het toevoerkanaal 2. De bodemplaat 5» die werkt als stromingsgeleider, heeft een trapeziumvormige doorvalopening 9, die op afstand wordt omvat door de ellipsvormige boog k, zoals fig. 15 1 toont. De doorvalopening 9 maakt het wegvallen mogelijk van afge- scheiden delen, zoals zand, enz., op de niet gedetailleerd afgebeelde bodem van de houder 1. De doorgangsruimten 10 strekken zich uit vanaf de top van de ellipsvormige boog b naar de afvoeropeningen 8 en worden ten opzichte daarvan geleidelijk nauwer.

20 De door het toevoerkanaal 2 in de toevoerkamer 3 gekomen, te behandelen vloeistof wordt in de top van de ellipsvormige boog k ver-deeld in twee in verschillende riehtingen ten opzichte van elkaar lo-pende stromen 11, 11', die in fig.1 zijn aangeduid door pijlen. De ver-deelde stromen stromen langs de convexe, in fig.1 aan de binnenzijde 25 liggende vlakken van de ellipsvonnige boog naar de afvoeropeningen 8 en worden daarbij naar binnen gedrukt. Andere stromingen in de toevoerkamer nabij het toevoerkanaal 2 trekken direct naar de afvoeropeningen 8. In de brandpuntgebieden 7 van de ovaal 6 ontstaan stuwingen van de aankomende stromingen, waardoor de vertraging tot stand wordt gebracht 30 voordat zij de afvoeropeningen 8 bereiken. De uit de afvoeropeningen 8 in de afscheiderruimte 12 van de houder 1 gekomen vloeistof stijgt daarin vertraagd omhoog, waarbij het ontstaan van wervelingen aan het oppervlak wordt voorkomen.

De streepstippellijn lk in fig.2 geeft het gebruikelijke peil 35 aan in de afscheidersruimte.

8204285 , .“ 3 -

Volgens praktijkproeven is met de beschreven afscheider op grond van de bijzondere uitvoeriag van de toevoerkamer met de ellipsvormige boog ea het verspringend aanbrengen van de afvoeropeningen ten opzich-te van het toevoerkanaal, ook bij een zeer grote hoeveelheid liciite 5 vloeistof, die geffoonlijk bestaat nit een olie-benzine-watermengsel, een zeer gnnstig afs cheidea gewaarborgd.

8204285

Claims (5)

1. Lichte-vloeistof-afscheider, voorzien van een toevoerkanaal, dat voert naar een in een houder aangebrachte toevoerkamer, waarvan de wand in de afseheidersruimte uitmondende afvoeropeningen heeft, met het kenmerk, dat de toevoerkamer (3) een in de horizontaal liggende 5 ovaal (6) omvat, die aan de buitenzijde wordt gevormd door de houder-wand (1 *) en aan de binnenzijde door een ellipsvormige boog (1), waar-bij de afvoeropeningen (8) zich zijdelingsiten opzichte van bet toevoerkanaal (2) versprongen bevinden in de brandpunt gebieden (7) van de ovaal, en de naar de afvoeropeningen gerichte doorloopruimten nauwer 10 worden, een en ander zodanig dat de in de toevoerkamer gekomen vloei-stof onder het bestrijken van het convexe vlak van de ellipsvormige boog volgens een vlakke boog wordt geleid naar de afvoeropeningen» voor de afvoer wordt gestuwd en daarvan de stromingsloop wordt vertraagd.

2. Afscheider volgens conclusie 1, met een onder de afvoeropeningen 15 in de toevoerkamer liggende stromingsplaat, die een doorvalopening heeft, met het kenmerk, dat de ellipsvormige boog (1) de doorvalopening (9) omvat.

3. Afscheider volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de, de doorvalopening (9) omvattende ellipsvormige boog (1) een vast 20 geheel vormt met de houderwand (1').

1. Afscheider volgens de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de doorvalopening (9) in de stromingsleiplaat (5) zich vanaf de houderwand (T) uitstrekt tot in de top van de ellipsvormige boog (1).

5. Afscheider volgens de conclusies 1-1, met het kenmerk, dat de 25 afvoeropeningen (8) in de brandpuntgebieden (7) van de ovaal (6) lig-gen, waarbij de doorgangsruimten (10) naar de afvoeropeningen (8) nauwer worden. 8204285