NL8201366A - Buizenlegschip. - Google Patents

Description

$ . ï ft VO 3207

Titel: Buizenlegschip.

De uitvinding betreft een buizenlegsohip voor het leggen van een uit lange buis continue samengelaste buizenstreng, met transportinrichtingen voor het ovememen, voor het transport en voor de opslag van af-5 zonderlijke buizen, inrichting voor het samenstellen van lange buizen en het transport daarvan in een legtoren, alsmede een inrichting met lasapparaat voor het leggen van de stapsgewijs verlengde buizenstreng.

Bij een buizenlegschip van het hiervoor beschreven type bestaat het op te lossen probleem daarin, een ononderbroken, economisch voordelig leg-10 gen van een uit lange buizen lopend samengelaste buizenstreng mogelijk te maken. Daarbij moet de buizenstreng een grote diameter (100 cm) en een grote wanddikte (40 mm) bezitten en in grote waterdieptes gelegd kunnen worden,

De oplossing van dit probleem bestaat daarin, dat midscheeps aan 15 het vooreinde van een buizenstrengschacht een legtoren voor het J-vormig leggen van de buis en ter weerszijden van de schacht alsmede daarvoor en daarachter door de dekken onderverdeelde ruimen voor het transport en opslag van de afzonderlijke buizen en voor hun samenstelling tot lange buizen met de daartoe behorende buisstraten, buisliften, laadruimkranen 20 en overneemkranen met pendelarm-lastophanging en/of zeegangvolginrichting aanwezig is en dat de de buizenstreng vasthoudende en leidende legtoren een zwenkarm voor het afzetten van een lange buis en daarachter geschakeld een afbrand-stoplasinstallatie, een ommantelingsinrichting en een buizenstreng geleiding, alsmede buizenstrengondersteuning voor het beveiligen 25 tegen overbelasting in het bereik van het eindgedeelte van de legtoren heeft, *

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het legschip onder elkaar een kraandek, een lasdek en tenminste één laadruimdek, om voor het ovememen, opslaan en verwerken van de afzonderlijke buizen tot 30 lange buizen de noodzakelijke ruimten ter beschikking te hebben.

Verder zijn de buisovemeemkranen op het kraandek ter weerszijden van de buizenstrengschacht langsscheeps verplaatsbaar en met lastdraai-inrichtingen uitgerust, door middel waarvan een automatische bewegings-baan voor de afzonderlijke buizen in de scheepslangsrichting ingeleid 35 wordt.

8201366 ï \ -2-

Dienovereenkomstig zijn voorts de buizentransportinrichtingen zodanig uitgevoerd, dat de buizen voor het opslaan en/of bewerken op/of in het schip roet hun as steeds evenwijdig aan de scheepslangsrichting getransporteerd worden.

5. De opslag van afzonderlijke buizen is boven én onder het lasdek en de opslag van lange buizen ingedeeld aan het einde van het lasdek aanwezig.

Het samenstellen van afzonderlijke buizen tot lange buizen voorts is in het samenstellen van de afzonderlijke buizen tot lange buizen op 10 het lasdek van achteren naar voren voortschrijdend voorzien en is steeds noodzakelijke bewerking van'de buiseinden, de samenbouw en het laspro-ces waarvan de afzonderlijke buizen, het nabehandelen en het gereedhouden van de lange buis voor de zwenkarm van de legtoren onderverdeeld.

Het bewerken van de buiseinden van de afzonderlijke buizen is slechts 15 noodzakelijk bij beschadigen van afzonderlijke buizen tijdens het transport of bij een foutief lasproces na een hernieuwde scheiding.

De buisstraten voor het transport in de scheepslangsrichting zijn van rollen en voor het transport in de scheepsdwarsrichting met wagens, banden of dergelijke voorzien.

20 Buisliften zijn aan de scheepslangszijde aangebracht en voor de verticale beweging van de buizen in de, respectelijk uit de laadruimen onder het lasdek aanwezig, waarbij de in de lasdekstand zich bevindende buisliften een lift-buizenstraat vormen, respectievelijk uitsluitend in -de kraandekstand de kraandek-buizenstraat aanvullen.

25 Alle buisstraten zijn van een electrisch controle-en beveiligingssysteem voorzien.

Door het controle- en beveiligingssysteem is de functionele werking gewaarborgd. Bijvoorbeeld kan een buis alleen dan over de buizenstraat getransporteerd worden, wanneer de buisliften in de juiste stand op het 30 buisliftstraatniveau staan, of wanneer een trajectbeveiliging (overeenkomstig die bij de Spoorwegen) voor de vaste buizenstraat aanwezig is.

Binnen de laadruimen zijn één of meer voor het lossen en laden van de buizenliften dienende,dwarsscheeps verplaatsbare laadruim-kranen aanwezig.

35 De legtoren is zwenkbaar in het scheepsmidden gelagerd en heeft een 8201366 -3- # * -bijvoorbeeld met een staalkabel verbonden- verplaatsbare tangenwagen voor het vormsluitend vasthouden van de toegevoerde lange buizen of de verlengde buizenstreng bij het leggen alsmede een concentrisch werkende vasthoudinrichting voor het overnemen -ran lange buizen in de legtoren en 5 voor het instellen van de buisstand in de laspositie.

De afbrand-stoplasinstallatie is in de zwenkas van de legtoren aangebracht en deze omvat inrichtingen voor het maken van een radiale lasnaad alsmede voor het leveren van de noodzakelijke perskrachten en voor het vasthouden van de buizenstreng.

10 Onder de lasinstallatie is een station voor de nabehandeling van de buizenstreng in het bereik van de -laszone aanwezig.

Bijvoorbeeld moet met het oog op het instandhouden van de kathodische bescherming/ de ommanteling in het bereik van de laszone aangevuld worden.

15 De uitvinding wordt hierna aan de hand van een weergegeven voor beeld nader toegelicht. In de tekening toont:

Fig. 1 een buizenlegschip volgens de uitvinding in vertikale langs-doorsnede,

Fig. 2 een bovenaanzicht op het lasdek van een buizenlegschip 20 volgens fig. 1.

Fig. 3 een doorsnede door het buizenlegschip volgens fig. 1 voor de buizenstrengschacht,

Fig. 4 een doorsnede overeenkomstig fig. 3 doch in het bereik van de buizenstrengschacht en 25 Fig. 5 details van een buizenstraat in doorsnede.

Het buizenlegschip 1 volgens de uitvinding bevat een kraandek 17 alsmede daaronder een lasdek 18 en één of meer laadruimdekken 19, welke voor het overaeman, de opslag en de verwerking van afzonderlijke buizen 5 dienen. Midscheeps, dat wil zeggen in het bereik van de kleinste scheeps- 30 bewegingen tijdens zeegang, is een buizenstrengschacht 2 aanwezig.

Deze dient voor het opnemen van de buisstreng 11, welke aan het vooreinde van de buizenstrengschacht 2 door één op een horizontale, dwarsscheeps verlopende zwenkas 31 draaibare legtoren 3 wordt vastgehouden. De legtoren 3 draagt een eveneens in de vertikale langsscheepsas zwenkbare zwenkarm 12, 35 met behulp waarvan de uit twee afzonderlijke buizen 5 vervaardigde 8201366 i τ -4~ lange buis 6 ten opzichte van het buizenstrengeinde 11 in de lasstand 30 gebracht en in deze stand wordt vastgehouden,

De afzonderlijke buizen 5 worden door een niet weergegeven yeor-raadschip met behulp van een op het kraandek 17 aan de scfteepszijden 5 van het buizenlegschip 1 ter weerszijden van de buizenstrengschacht 2 ver*· plaatsbare ovemeemkraan IQ door -middel van een bekende, pendelvrije lastophanging en volginrichting voor de zeegang alsmede een lastdraai-inrichting 20 aan boord van het buizenlegschip 1 overgenomen en met be·" hulp van buisstraten 7 en liftbuisstraten 26 horizontaal, door buisliften 10 8 vertikaal en met behulp van de laadruimkranen 9 getransporteerd, over-gezet, gericht en tot lange buizen 6 samengelast en als zodanig voor de zwenkarm 12 toegankelijk gemaakt en door deze in de lasstand 30 gebracht. Bij de hiervoor beschreven bewegingshandelingen aan· boord van het buizenlegschip 1 worden in de voorgenoemde dekken 17 tot 19 en·- in. de door 15 deze dekken en de overige langs- en dwarsschotten gevormde scheepsruimen 4 buizenmagazijnen 21 en 22 alsmede rollen 23, wagens 24 en banden 25 als gebruikelijke hulpmiddelen benut.

Is het overnemen van de afzonderlijke buizen 5, het transport, de opslag en de verbinding tot langere buizen van een lengte -yan twee af-20 zonderlijke buizen 5 aan boord van het buizenlegschip 1 als hiervoor bedoeld gereed, dan wordt uit de voorraad 22 steeds een lange buis· 6 met behulp van de zwenkarm 12 op het einde van een reeds gelegde buizenstreng 11, waarvan de stand voor het vermijden van ontoelaatbare belastingen door de buizenstrenggeleiding 15 en de buizenstrengondersteuning 16 yan de 25 legtoren 3 wordt bepaald, aangepast en daarmee verbonden. De legtoren 3 kan daarbij met behulp van een staalkabel, in een veranderlijke hoek ten opzichte van de horizontaal ingesteld worden. Een dergelijke instelling is ook voor de zwenkarm 12 aanwezig.

Is aldus het richten van de op te plaatsen lange buis 6 op de buizen-30 streng 11 gereed, dan treedt de op de legtoren 3 aangebrachte afbrand-stoplasinstallatie 13 in werking, om het huisstreneinde 11 met de lange buis 6 te verbinden en vervolgens de ommantelingsinrichting 14, om deze verbinding tegen corrosie en andere invloeden na het leggen onder water door de canmanteling van de lasplaats te beschermen.

35 Bij deze wijze van verbinden en het opbrengen van een beschermende 8201366 * -5- onnnan teling wordt de buizenstreng 11 door een houder 32, de lange buis 6 daarentegen door een over de legtoren 3 verplaatsbare tangenwagen 28 aan een staalkabel 27 vastgehouden.

Voor het station 33 van de legtoren 3 worden al deze processen ge-5 controleerd en bestuurd.

\ 8201366

Claims (43)

1. Buizenlegschip voor het leggen van een uit grote buizen continue samengelaste buizenstreng met transportinrichtingen voor het ovememen, het transport en opslaan van de afzonderlijke buizen, inrichting voor het maken van lange buizen en het transport in een legtoren, alsmede een 5 inrichting met lasapparaat voor het leggen van de stapsgewijs verlengde buizenstreng, met het kenmerk, dat midscheeps aan het vooreinde van een buizenstrengschacht (2) een legtoren (3) voor het J-vormig leggen van de buis en ter weerszijden van de schacht alsmede daarvoor en daarachter door de dekken onderverdeelde ruimen (4) voor het transport en opslaan van de 10 afzonderlijke buizen (51 en voor hun samenstelling tot lange buizen (6) met de daarbij behorende buisstraten (7, 26), buisliften (8) laadruim-kranen (9) en ovemeemkranen (10) met pendelarm-lastophanging en/of zeegangvolginrichting aanwezig is en dat de de buizenstreng (111 vasthoudende en leidende legtoren (3) een zwenkarm (12) voor het af zetten 15 van een lange buis (6) en daarachter geschakeld een afbrand-stoplasinstal-latie (13) een ommantelingsinrichting (14) en een buizenstrenggeleiding (15), alsmede buizenstrengondersteuning (16) voor het beveiligen tegen overbelasting in het bereik van het eindgedeelte van de legtoren (3) heeft.

2. Buizenlegschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het legschip 20 (1) onder elkaar een kraandek (17), een lasdek (18) en tenminste één laadruimdek (191 omvat.

3. Buizenlegschip volgens conclusies 1 of 2 met het kenmerk, dat de buisovemeemkranen (10) op het kraandek (17) ter weerszijden van de buizenstrengschacht (2) langsscheeps verplaatsbaar zijn en met lastdraai-inrich- 25 tingen (201 zijn uitgerust, door middel waarvan in een automatische bewe-gingsbaan voor de afzonderlijke buizen (5) in de scheepslangsrichting voorzien is.

4. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 3 met het kenmerk, dat de buizenstreng transportinrichtingen zodanig uitgevoerd zijn, dat de buizen 30 (5,6) voor opslag en/of bewerking aan/of in het schip met hun assen steeds evenwijdig aan de scheepslangsrichting getransporteerd worden.

5. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 4 met het kenmerk, dat het buizenmagazijn (21) voor de afzonderlijke buizen boven en onder het lasdek (18). en het magazijn (22) voor de lange buizen in een gedeelte aan 35 het einde van het lasdek aanwezig is. 8201366 - 1 ï -7-

6. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 4 met het kenmerk, dat in het samenstellen voor de afzonderlijke buizen (5) tot lange buizen (6) op het lasdek (18) van achteren naar voren voortschrijdend is voorzien en de steeds noodzakelijke bewerking van de buiseinden, de samenbouw en 5 het lasproces van de afzonderlijke buizen, het nabehandelen en het gereedhouden van de lange buis voor de zwenkarm (12) van de legtoren (3) onderverdeeld is. • 7. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 6 met het kenmerk, dat de buisstraten (7) voor het transport in de scheepslangsrichting van 10 rollen (23} en voor een transport in de scheepsdwarsrichting van wagens (24}, banden (25} of dergelijke voorzien zijn.

8. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 7 met het kenmerk, dat de buisliften (8) aan de scheepslangszijden aangebracht en voor de vertikale beweging van de buizen (5). in de, respectievelijk uit de laadruimen (4) IS onder het lasdek ondergebracht zijn, waarbij de in de lasdekstand zich bevindende buisliften een lift-buisstraat (261 vormen, respectievelijk alleen in de kraandekstand de kraandek-buizenstraat aanvullen.

9. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 8 met het kenmerk, dat alle buisstraten (7, 26) van een electrisch controle en beveiligings-systeem 20 voorzien zijn.

10. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 9 met het kenmerk, dat binnen de laadruimen (4) één of meer voor het lossen en laden' van de buisliften (8) dienende, dwarsscheeps verplaatsbare laadruimkranen (9) aanwezig zijn.

11. Buizenlegschip volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de legtoren (3) zwenkbaar in het scheepsmidden gelagerd is en een -bijvoorbeeld met ^ een kabel (27) verbonden- verplaatsbare tangenwagen (28)voor het vorm-sluitend vasthouden van de toegevoerde lange buizen (6) op de verlengde buisstreng (11) bij het leggen alsmede een concentrisch werkende vasthoud- 30 inrichting (29). voor het overnemen van de lange buizen (6) in de legtoren (3) en voor het instellen van de buisstand in de lasstand (301 heeft.

12. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 11 met het kenmerk, dat de afbrand-stoplasinstallatie (13) in de zwenkas (31) van de legtoren (31 is' aangebracht en inrichtingen voor het maken van een radiale lasnaad, als- 35 mede voor het leveren van de noodzakelijke perskracht en voor het vast- 8201366 -8- houden (321 van de buizenstreng (11) omvat.

13. Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 12 met bet kenmerk, dat onder de lasinstallatie (131 een station (331 voor de nabehandeling yan de buizenstreng (111 in het bereik van. de laszone aanwezig is. 5 14 Buizenlegschip volgens conclusies 1 tot 13 met het kenmerk, dat een buisstrenggeleiding (151 voor het fixeren van de buizenstreng (11} in de lasstand, welke de paralleliteit van de te lassen vlakken waarborgt en een buisstrengondersteuning (161, welke de buizenstreng (111 tegen overbelasting als gevolg van de uit de zeegang resulterende scheeps-10 en buisstreng bewegingen in het bereik onder de lasinstallatie beveiligd, aanwezig is. 8201366 -9- c Verwi jzingslijst

1. Buizenlegschip

2. Buizenstrengschacht

3. Legtoren

4. Scheepsruimen

5. Afzonderlijke buizen 6f Lange buis

7. Buisstraat

8. Buizenlift

9. Laadruimkraan

10. Ovemeemkraan

11. Buizenstreng

12. Zwenkarm

13. Afbrand-stoplasinstallatïe

14. Ommantelingsinrichting 15 15'. Buizenstrenggeleiding

16. Buizenstrengondersteuning

17. Kraandek

18. Lasdek

19. Laadruimdek

20. Lastdraai-inrichting

21. Buizenmagazijn

22. Magazijn voor lange buizen

23. Rollen

24. Wagens

25. Banden

26. Liftbuisstraat

27. Kabel

28. Tangenwagen

9. Vasthoudinrichting

30. Lasstand

31. Zwenkas

32. Vasthouder van de buizenstreng

33. Station. 8201366