NL8200952A - Kanteldeur, in het bijzonder voor garages. - Google Patents

Description

-1- 4 * VO 315¾

Kanteldeur, in het bijzonder voor garages.

De uitvinding heeft betrekking op een kanteldeur, in het bijzonder voor garages, volgens de inleiding van conclusie 1, zoals dit bijv. uit het Duitse octrooischrift 1.58^.165 bekend is.

5 Bij de uit het Duitse octrooischrift 1.58^.165' bekende kantel- . deur zijn de zwenkhe fbomen ongeveer op de halve vleugelhoogte op zo klein mogelijke afstand van de binnenzijde van de deurvleugel en de trek-veren op een grotere afstand daarvan aan de consoles bevestigd, waarbij de trekveren bij gesloten deurvleugel op' hun grootste lengte uitgetrok-10 ken zijn en op de deurvleugel om het steunpunt van de zwenkhefboom aan de console in de sluitstand van de deurvleugel een sluitmoment en in de open stand een tegengesteld draaimoment uitoefenen, dat de horizontale,^ open stand van de deur-vleugel met aanslag van boven tegen het vaststaande frame houdt, waarbij de trekveren in de richting van het vleu-15 gelvlak eveneens op enige afstand van de steunpunten van de betreffende zwenkhefboom bevestigd zijn, de steunpunten van de trekveren in de sluitstand van de deurvleugel onder de steunpunten van de bijbehorende zwenkhefboom liggen en de afstanden van de zwenkhefboom-bevestigingspunten tot het bevestigingspunt van de trekveer in de richting van het vleugel-20 - vlak aanzienlijk groter zijn, dan loodrecht daarop.

Dergelijke kanteldeuren zijn in de praktijk doelmatig gebleken en geven aan de gebruiker geen enkel probleem.

Als nadeel wordt echter ondervonden, dat deze kanteldeuren relatief omvangrijk zijn, zodat zij bij transport betrekkelijk veel 25 plaats nodig hebben.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, hier een oplossing voor te vinden, d.w.z. een kanteldeur van het betreffende type zodanig te verbeteren, dat deze ruimtebesparend getransporteerdfemrwor-den, zonder daartoe zijn goed funktioneren te verliezen.

30 Dit probleem wordt volgens de uitvinding voor een kanteldeur van het bovenomschreven type opgelost, waarbij de steunpunten voor de veer in het eindbereik van een beugel liggen, welke aan een bijbehorende console is bevestigd, zodat deze in zijn haaks op het vleugelvlak staand vlak zwenkbaar is, waarbij bij de beugel een arreteerihrichting behoort, 35 door middel waarvan deze na het instellen van de gewenste zwenkstand gearreteerd kan worden en aan elke zijde een bij voorkeur als geperforeer- 8200952 -2- V - de band uit gevoerde band aanwezig is, waarvan het ene einde aan het ondereinde van de bijbehorende trekveer en het andere einde aan de bijbehorende beugel bevestigd is. Aldus uitgevoerde kanteldeuren kunnen tijdens transport aanzienlijk dichter gestapeld worden, omdat de aan de 5 binnenzijde van de vleugel aanwezige delen minder uitsteken, resp. ten opzichte van het vlak van de vleu-gel in een transportstand gezwenkt kunnen worden.

Het voor de bevestiging aan een, bij voorkeur als afrolbeugel j uitgevoerde beugel bestemde einde van de band kan een lus bevatten, 10 waartoe aan de beugel een voor de bevestiging dienende pen behoort.

De consoles van de kanteldeur volgens de uitvinding kunnen elk een geleidingssleuf voor een door de bijbehorende beugel reikende arreteerschroef bezitten, welke op een concentrisch over het steunpunt van de beugel verlopende cirkelboog ligt en tezamen met de arreteer-15 schroef de hierboven bedoelde arreteerinrichting vormt.

Door het zwenken van de beugel in de richting van de deurvleugel kan de afstand van het bevestigingspunt van de band aan de beugel tot de binnenzijde van de deurvleugel tot a 60, bij voorkeur ongeveer 50f, d.w.z. tot op ongeveer 5 cm verminderd worden.

20 Bij een doelmatige uitvoeringsvorm van de kanteldeur volgens de uitvinding heeft de deurvleugel voor de zijdelingse geleiding aan het vaststaande frame in het onderste bereik glijrollen, welke op aan de deurvleugel bevestigde tappen gelagerd zijn, waarbij de vrije tap-einden in aan het frame bevestigde glijrails gevoerd zijn, met het voor-25 deel, dat de onderlinge afstand van deze glijrails ten opzichte van het frame gunstig voor het transport kleiner gekozen kan worden, dan de onderlinge afstand van de glijrails bij de bekende kanteldeuren van het bedoelde type, welke in hoofdzaak met de buitendiameter van de glij rollen overeenstemde.

30 Verdere details, voordelen en kenmerken van de uitvinding blijken uit de beschrijving van een voorkeur verdienende uitvoeringsvorm in samenhang met de tekening.

In de tekening tonen schematisch: figuur 1 een zijaanzicht van een kanteldeur volgens de uLtvin-35 ding, waarbij de gesloten stand van de deurvleugel in getrokken lijnen en de open stand alsmede een tussenstand van de deurvleugel in streep-stippellijnen zijn weergegeven, 8200952 -3- figuur 2 een zijaanzicht en figuur 3 een vooraanzicht op een console van de in figuur 1 weergegeven kanteldeur, op vergrote schaal,alsmede figuur h een doorsnede volgens de lijn TV-IV van figuur 1.

5 De weergegeven kanteldeur heeft een in een doorbreking van een wand vast verankerbaar frame 1 en een deurvleugel 2.

Aan de deurvleugel 2 zijn ter weerskanten nagenoeg op de halve hoogte naar binnen wijzende consoles 3 en in het onderste bereik eveneens ter weerskanten naar binnen wijzende consoles 17 bevestigd.

10 Aan de ongeveer op halve hoogte bevestigde consoles 3 zijn zwenkhefbomen k bevestigd, waarvan het boveneinde op beslagstukken 5 zijn bevestigd, welke boven het deurframe 1 zijn vastgezet.

De in het onderste bereik van de deurvleugel aan weerskanten bevestigde consoles 17 dragen tappen 6, waarop glijrollen 7 draaibaar 15 gelagerd zijn. De vrije einden van de tappen 6 zijn in korte glijrails· 8 gevoerd, welke aan de binnenzijde van het frame 1 bevestigd zijn.

Het samenspel tussen de vrije einden van de tappen 6 en de glijrail 8 verhindert, dat bij het bedienen van de deur de deurvleugel met zijn ondereinde naar binnen kan zwenken.

20 Aan de ongeveer op de halve hoogte aan de deurvleugel 2 bevestig de console 3 is door middel van een klinknagel 9 het einde van een beugel 10 bevestigd, waarvan het andere' einde een pen 11 draagt, welke voor het bevestigen van een eindlus 12 van een geperforeerde band 13 dient. Aan het andere einde van deze band 13, welke bij voorkeur uit 25 metaal bestaat, doch aok uit textiel kan bestaan, is het ondereinde van de trekveer U gehangen, waarvan het boveneinde aan het reeds genoemde beslagstuk 5 bevestigd is.

De beugels 10 zijn cirkelboogvormig uitgevoerd en hebben ongeveer in het midden een gat, waardoorheen een arreteerschroef 15 reikt, 30 welke in een geleidingssleuf 16 van de console 3 gevoerd is. De geleidings-sleuven 16 liggen op een concentrisch ten opzichte van het scharnierpunt van de beugel 10 verlopende cirkelboog, zodat de beugels 10 uit een in figuur 2 met streepstippellijnen weergegeven transportstand om het scharnierpunt in de betreffende werkstand gezwenkt kunnen worden, wanneer de 35 bijbehorende arreteerschroef 15 losgemaakt is. Voor het fixeren van de werkstand van de beugel 10 behoeven dan nog slechts de arreteerschroeven 15 aangetrokken te worden.

8200952 . -k-

De afrolbeugel 10 'bewerkstelligt tezamen met de' ophanghand 13 voor de veer een. gemakkelijk elastisch openen en sluiten. In de in figuur 1 door streepstippellijnen weergegeven open stand van de deurvleugel 2 werkt, de afrolbeugel 10 als hefboomsarm voor de trekveer 1¾.

5 In de half geopende stand (in figuur 1 door streepstippellijnen weergegeven) komt de geperforeerde band 13 om de afrolbeugel 10 te liggen en vermindert de hefboomsarm de veerkracht, zodat de veerkracht in de gesloten stand van de deurvleugel 2 door de lagering van de zwehkhefboom U volledig opgeheven is.

10 De in het bereik van de deurvleugel ter weerskanten aan het frame 1 bevestigde glijrail 8 omvatten niet meer zoals bij de tot nog toe bekende kanteldeuren de glijrollen 7» doch slechts de vrije einden van de tappen 6, waarop deze glijrollen draaibaar gelagerd zijn. Deze vrije tapeinden steken over 10 tot 15, "hij voorkeur 12. mm naar buiten 15 uit.

De bovenste steunpunten van de zwenkhefboom k stemmen bij voorkeur overeen met de bovenste bevestigingspunten van de trekveren 14, waardoor de bovenste beslagstukken 5 kleiner en dicht tegen het deur-frame aanliggen, uit gevoerd kunnen worden.

20 Het frame 1 van de kanteldeur volgens de uitvinding is in fi— guur ^ eenvoudigheidshalve als massief constructieleer weèrgegeven, Alle delen bestaan echter bij voorkeur uit gewalste, rechthoekige profiel- * delen, waardoor een bijzondere stijfheid voor het afrollen van de glij— rollen 9 alsmede voor de bevestiging van de consoles 8 bereikt wordt.

25 Samenvattend kan worden vastgesteld, dat de kanteldeur vol gens de uitvinding eenvoudig en rationeel slechts uit gestanste plaat— delen vervaardigd beslag heeft, welke zich door een zeer laag gewicht onderscheidt en een goede deurfunktie waarborgt,

De consolés 5 en de glijrails 8 kunnen volgens de uitvinding 30 zo plat.zijn uitgevoerd, dat zij bij het transport minder dan de over^ eenkomstige consoles resp. glijrails van de tot nog toe bekende kantel— deuren van het bedoelde type hinderen.

Zo kan de breedte van de consoles 5 bijv. van ca.8Q mm tot 50 mm gereduceerd en de glijrails 8 kunnen ongeveer 15 mm vlakker uit-35 gevoerd worden.

8200952

Claims (4)

1. 2. Kanteldeur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voor het bevestigen aan de beugel (10). bestemde einde van de band (13Γ een lus (12) heeft, waartoe aan de beugel (10). een voor de bevestiging dienende pen (11) behoort.
2. 3. Kanteldeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beugels (10) als afrolbeugels uitgevoerd zijn. b. Kanteldeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de consoles (3) elk een geleidingssleuf (16) voor een door de bijbehorende beugel (10) reikende arreteerschroef (15-). hebben, 25 welke op een concentrisch ten opzichte van het steunpunt van de beugel (10) verlopende cirkelboog ligt.
3. 5. Kanteldeur volgens een van de voorafgaande cnclusies, met het kenmerk, dat de afstand van het bevestigingspunt van de band aan de beugel (10) ten opzichte van de binnenzijde van de deurvleugel (2). door 30 het zwenken van de beugels (10) in de richting van de deurvleugel (2) over 40 tot 60, bij voorkeur 50/ verminderd kan worden.
4. 6. Kanteldeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deurvleugel (2) voor de zijdelingse geleiding aan het vaststaande frame (1) in het onderste bereik glijrollen (7Ï heeft, 35 welke op aan de deurvleugels (2) bevestigde tappen (6) gelagerd zijn, en dat de vrije einden van de tappen (6) in aan het frame (1). bevestigde glijrails (8) gevoerd zijn. 8200952