NL8200833A

NL8200833A - METHOD FOR FORMING A MULTI-LAYERED PAPER PATH IN A DOUBLE SIEVE DEVICE AND A DOUBLE SIEVE DEVICE FOR CARRYING OUT THE PROCESS.

Info

Publication number: NL8200833A
Application number: NL8200833A
Authority: NL
Original assignee: Escher Wyss Gmbh
Priority date: 1981-03-02
Filing date: 1982-03-02
Publication date: 1982-10-01
Also published as: JPS6149437B2; GB2094364A; SE8201224L; FR2500861B1; FI820727L; CA1172484A; DE3107926C2; JPS57199892A; ES509937A0; IT8219862A0; FR2500861A1; AT386626B; IT1149779B; ATA60282A; ES8303579A1; SE455607B; DE3107926A1; GB2094364B

Description

•v ï « N.0*. 30880 1• v ï «N.0 *. 30880 1

Werkwijze voor het vormen van een uit meer lagen bestaande papierbaan in een dubbele zeefvorminrichting en een dubbele zeefvorminrichting voor het uitvoeren van'de werkwijze.A method for forming a multilayer paper web in a double screen-forming device and a double screen-forming device for carrying out the method.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een uit meer lagen bestaande papierbaan in een dubbele zeefvorminrichting met een eerste en een tweede rondlopende eindloze zeef, die onder spanning gedeeltelijk tegen elkaar liggend een, een ontwaterings-5 druk opwekkend krommingstraject gemeenschappelijk doorlopen en in het inloopgebied van het krommingstraject een papierbaan in wording opnemende convergerende spleet vormen, en met behulp van tenminste twee uit stofinloop-uittree-openingen gescheiden uittredende, hoofdzakelijk in aangrenzende lagen gevoerde stofstromen die stroomafwaarts van de uit-10 tree-openingen door in de stromingsrichting verlopende scheidingsele-menten nog over een bepaald traject van elkaar gescheiden worden gehouden. De uitvinding heeft voorts betrekking op een dubbele zeefvorminrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, welke inrichting is voorzien van stofinloopinrichtingen met tenminste 15 twee van elkaar gescheiden stoftoevoeren en een overeenkomstig aantal uittree-openingen die door zich over de breedte van de stofloopinrich-tingen uitstrekkende, evenwijdig aan de stroming verlopende begren-zingswanden worden begrensd, scheidingselementen tussen de stofstromen die de stofstromen nog over een bepaald traject stroomafwaarts van de 20 uittree-openingen van elkaar gescheiden houden, en met een eerste en een tweede rondlopende eindloze zeef, die gemeenschappelijk gedeeltelijk om een ontwateringswals zijn geslagen en in het gebied van een op-loopplaats op de ontwateringswals een convergerende spleet voor het opnemen van de papierbaan in wording vormen.The invention relates to a method for forming a multilayer paper web in a double screen-forming device with a first and a second circumferential endless screen, which jointly pass a curved section, which produces a dewatering pressure-generating tension, and form a emerging converging slit paper web in the run-in region of the curvature path, and with the aid of at least two dust streams separated from the dust-inlet exit openings, which are mainly fed in adjoining layers, which flow downstream of the exit-tree openings in the direction of flow dividing separating elements are still kept separated from each other over a certain range. The invention furthermore relates to a double screen-forming device for carrying out the method according to the invention, which device is provided with dust inlet devices with at least two dust feeds separated from one another and a corresponding number of outlet openings extending through the width of the dust-running devices. boundary walls extending parallel to the flow are bounded, separating elements between the material flows which keep the material flows separated for a certain distance downstream of the 20 outlet openings, and with a first and a second circumferential endless screen, which are jointly wrapped partly around a dewatering roll and form a converging slit for receiving the paper web in the region of an infill area on the dewatering roll.

25 Er is in toenemende mate vraag naar zeefinrichtingen voor het ver vaardigen van uit meer lagen bestaande papierbanen om over de doorsnede van de papierbaan verdeeld, uitgangsstoffen van verschillende kwaliteit te kunnen toepassen. Terwijl men vroeger hiervoor in het algemeen secundaire stofinlopen boven de lange zeefinrichting toepaste, waarbij 30 een andere baanlaag op een reeds gereed geformeerde voorafgaande laag werd opgebracht, tracht men tegenwoordig vanwege de betere onderlinge lagenbinding de stofstroom voor een volgende laag zoveel mogelijk op een nog niet gereed geformeerde voorafgaande laag op te brengen, waarbij men om redenen van de verlaging van de inrichtingskosten meestal 35 ernaar streeft de verschillende stofstromen uit een en dezelfde stofin-inloop af te nemen, die voor dit doel overeenkomstig is onderverdeeld 8200833 i * 2 of telkens naar behoefte kan worden onderverdeeld. In het bijzonder bij de zich steeds meer doorzettende dubbele zeefvorminrichtingen die voor de hoogste snelheden geschikt zijn, is in het algemeen de toepassing van inlopen voor meer stoflagen nodig, aangezien de ruimte voor een 5 eventuele secundaire stofinloop dikwijls niet ter beschikking staat.There is an increasing demand for sieving devices for the manufacture of multi-layered paper webs in order to be able to use starting materials of different quality distributed over the cross section of the paper web. While in the past secondary dust inflows above the long screen device were generally used for this purpose, in which another web layer was applied to an already ready-formed preliminary layer, nowadays because of the better mutual layer bonding the material flow for a subsequent layer is attempted as far as possible at a not yet apply a pre-formed pre-layer, whereby for reasons of the reduction of the furnishing costs, the aim is usually to take the different substance flows from one and the same substance inlet, which is correspondingly divided for this purpose 8200833 i * 2 or each need can be divided. In particular, in the increasingly perpetual double screen-forming devices which are suitable for the highest speeds, the use of run-ins for more dust layers is generally necessary, since the space for any secondary dust run-in is often not available.

Een inrichting van de in de aanhef genoemde soort is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.141.788. Bij de aldaar beschreven inrichting wordt de totale stroom die door tussenwanden ia een stofinloopkanaal in drie van elkaar gescheiden afzonderlijke stofstro-10 men wordt onderverdeeld, onmiddellijk en wel in nagenoeg symmetrische rangschikking in de convergerende inloopspleet tussen een dubbele zeef geleid. Weliswaar zetten de beide flexibele zichzelf uitrichtende scheidingselementen tussen de drie stofstromen zich voorbij de uittree-opening van de stofinloop in de convergerende inloopspleet tussen de 15 zeven voort, waardoor de middelste stofstroom eerst op een latere plaats wordt ontwaterd, terwijl echter de beide buitenste stofstromen onmiddellijk met de betreffende zeven in aanraking komen en onder invloed van de convergerende zeefspleet worden ontwaterd. Bij een andere in deze publikatie beschreven uigvoeringsvorm die de toepassing van de 20 overeenkomstige stofinloop op een dubbele zeefvorminrichting met een gesloten formeerwals voorstelt, zijn aangezien de ontwatering van de stofbanen slechts naar één zijde plaats vindt, de scheidingselementen weliswaar verschillend lang uitgevoerd, échter treedt de totale stof-stroom ook hier onmiddellijk in het convergerende gebied tussen de bei-25 de zeven binnen, zodat de ontwateringsdruk in totaliteit door de geometrie van het spleetgebied wordt bepaald.A device of the type mentioned in the preamble is known, for example, from US patent 4,141,788. In the device described there, the total flow, which is divided by intermediate walls through a dust inlet channel into three separate dust flows separated from each other, is immediately guided in a substantially symmetrical arrangement in the converging inlet gap between a double screen. It is true that the two flexible self-aligning separators between the three dust streams continue beyond the dust inlet exit opening in the converging inlet gap between the 15 screens, thereby dewatering the middle dust stream at a later location, while the two outer dust streams are immediately come into contact with the relevant screens and are dewatered under the influence of the converging screen gap. In another embodiment described in this publication, which proposes the application of the corresponding dust inlet to a double screen-forming device with a closed forming roller, since the dewatering of the dust webs only takes place on one side, the separating elements are of different lengths, however, the Total dust flow here also immediately in the converging region between the two screens, so that the dewatering pressure is determined entirely by the geometry of the slit region.

Soortgelijke inrichtingen waarbij de scheidingselementen tussen de stofstromen echter niet voorbij de uittree-opening van de stofinloop uitsteken, zijn bijvoorbeeld af te leiden uit het Duitse Offenlegungs-30 schrift 29 16 351, het Amerikaanse octrooischrift 3.923.593 en het Amerikaanse octrooischrift 4.181.568.Similar devices in which the separating elements between the dust streams do not protrude beyond the outlet opening of the dust inlet, for example, can be derived from German Offenlegungs-29 29 351, US 3,923,593 and US 4,181,568.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort voor het vervaardigen van een uit meer lagen bestaande stofbaan met behulp van een dubbele zeefvorminrichting, 35 waarbij een afzonderlijk ontwateren van de afzonderlijke stofstromen respectievelijk -lagen onder verschillende voorwaarden over een traject van voldoende lengte mogelijk is, waarbij de afzonderlijke stofstromen echter zoveel mogelijk gescheiden kunnen worden gehouden.The object of the invention is to provide a method of the type mentioned in the preamble for the production of a multilayer dust web using a double screen-forming device, wherein a separate dewatering of the individual fabric streams or layers under different conditions a range of sufficient length is possible, but the individual material flows can be kept as separate as possible.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat ten-40 minste de aan een eerste van de beide zeven grenzende eerste stofstroom 8200833 « t 3 : aan deze eerste zeef zonder invloed van de tweede zeef en van de ontwa-teringsdruk van het krommingstraject tot een geformeerde papierbaanlaag vooraf wordt ontwaterd en tenminste de door het laatste scheidingsele-ment geleide, naar buiten niet door een scheidingselement begrensde 5 laatste stofstroom voor het ontwateren onmiddellijk in het door de zeven gevormde convergerende spleetgebied wordt ingevoerd.This object is achieved according to the invention in that at least the first material stream 8200833 3 3 adjoining a first of the two sieves: on this first screen without influence of the second screen and of the dewatering pressure of the curvature range up to a formed paper web layer is dewatered beforehand and at least the last material stream for dewatering guided by the last separating element, outwardly not delimited by a separating element, is immediately introduced into the converging slit region formed by the sieves.

Daarbij kunnen indien noodzakelijk, de voor het convergerende spleetgebied op de eerste zeef vallende stofstromen onder de statische druk van hun eigen vloeistofzuilen zeer voorzichtig door de eerste zeef 10 worden ontwaterd. In het voorontwateringstraject kunnen onder de eerste zeef echter ook de ontwatering beïnvloedende elementen worden toegepast, zoals zeeftafelelementen, zuiglijsten of zuigkasten. Bij voorkeur zal men deze elementen zodanig opstellen, dat in het gebied van het vallen van elke andere stofstroom op de eerste zeef een enigszins hoge-15 re onderdruk voor het ontwateren ontstaat, aangezien elke volgende stofstroom door het reeds neergeslagen vezelvlies van de vooraf gaande stofstromen heen moet worden ontwaterd.If necessary, the material flows falling for the converging gap region on the first screen can be dewatered very carefully through the first screen under the static pressure of their own liquid columns. However, in the pre-dewatering section, elements that influence dewatering can also be used under the first screen, such as screen table elements, suction strips or suction boxes. Preferably, these elements will be arranged such that, in the region of any other material flow falling on the first screen, a somewhat higher vacuum for dewatering arises, since every subsequent material flow through the already deposited fibrous web of the preceding material flows. must be drained.

Om voor het geval van de laatste stofstroom de ontwateringsdruk die ontstaat uit de zeefspanning en de krommingsstraal van het krom-20 mingstraject, bij een door een walsmantel bepaalde kromming niet onmiddellijk tot volle sterkte te laten komen, wordt het krommingstraject bij voorkeur met een toenemende kromming uitgevoerd, wat in de praktijk kan geschieden, doordat voor de ontwateringswals een zeefschoen met convex gekromd oppervlak wordt geplaatst, waarvan de kromming geringer 25 is dan de mantelkromming van de wals.For the case of the last material flow, the dewatering pressure resulting from the sieve stress and the radius of curvature of the curvature path does not immediately come to full strength with a curvature determined by a rolling jacket, the curvature path is preferably with an increasing curvature which can be done in practice by placing a screen shoe with convex curved surface in front of the dewatering roller, the curvature of which is less than the jacket curvature of the roller.

Om de ontwaterlngstrajecten voor de afzonderlijke stofstromen binnen zekere grenzen te kunnen veranderen, zijn de door de scheidingsele-menten gevormde geleidingen voor de afzonderlijke stofstromen buiten de uittree-opening van de stofinloop bij voorkeur qua positie variabel.In order to be able to change the dewatering paths for the individual dust streams within certain limits, the guides formed by the separating elements for the individual dust streams outside the outlet opening of the dust inlet are preferably positionally variable.

30 Voor het uitvoeren van de werkwijze is het natuurlijk essentieel dat de scheidingselementen waarvan de uitvoering nog in bijzonderheden zal worden beschreven, een voldoende lengte hebben, waarbij natuurlijk de lengten overeenkomstig de gewenste opvalpunten van de afzonderlijke stofstralen trapvormig zijn uitgevoerd. De beschreven bladvormingswerk-35 wijze biedt een uitstekende mogelijkheid om de afzonderlijk dicht naast elkaar geleide stofstromen voor een uit meer lagen bestaande papierbaan bij de eerste ontwatering en onmiddellijke bladvorming individueel zodanig te behandelen, dat nagestreefde bladeigenschappen bereikbaar zijn en kunnen worden ingesteld. In het bijzonder is met voortschrijdende 40 baandikte een trapvormig toenemend drukverschil voor de ontwatering be- 8200833 ί » 4 reikbaar, waarbij de voordelen van een lange zeefinrichting en een dubbele zeefvorminrichting in de praktijk met elkaar worden gecombineerd.It is, of course, essential to carry out the method that the separating elements, the implementation of which will be described in more detail, have a sufficient length, the lengths, of course, being stepped in accordance with the desired striking points of the individual dust jets. The described sheet-forming method provides an excellent opportunity to individually treat the closely-spaced multi-layered paper web fabric streams upon initial dewatering and instant sheet formation such that target blade properties are attainable and adjustable. In particular, with progressive web thickness, a step-wise increasing pressure differential for dewatering is achievable, the advantages of a long screen device and a double screen-forming device being combined in practice.

Een voor de uitvoering van de werkwijze geschikte inrichting met stofinloopinrichtingen met tenminste twee van elkaar gescheiden stof-5 toevoeren en een overeenkomstig aantal uittree-openingen die door zich over de breedte van de stofinloopinrichtingen uitstrekkende, evenwijdig aan de stroming verlopende begrenzingswanden wordt begrensd, met schei-dingselementen tussen de stofstromen die de stofstromen nog over een bepaald traject stroomafwaarts van de uittree-openingen van elkaar ge-10 scheiden houden en met een eerste en een tweede rondlopende eindloze zeef die gemeenschappelijk gedeeltelijk om een ontwateringswals zijn geslagen en in het gebied van hun inloopplaats op de ontwateringswals een convergerende spleet voor het opnemen van de papierbaan in wording vormen, heeft volgens de uitvinding het kenmerk, dat de eerste zeef 15 voor het oplopen op de ontwateringswals over een voorontwateringstra-ject wordt geleid, aan het begin waarvan zich tenminste één uittree-opening van de stofinloopinrichtingen bevindt, en dat de scheidingsele-menten zodanig zijn uitegvoerd en geleid, dat aan het begin van het voorontwateringstraject alleen de aan de eerste zeef grenzende eerste 20 stofstroom op de eerste zeef valt en tenminste het laatste scheidings-element een zodanige lengte heeft, dat de daardoor ondersteunde laatste stofstroom onmiddellijk in de convergerende spleet tussen de zeven wordt gericht.A device suitable for carrying out the method with feed-in devices with at least two separated feed-in materials and a corresponding number of outlet openings which are delimited by boundary walls extending parallel to the flow and extending parallel to the flow, with separation keep elements separated between the streams of material which still separate the streams of dust along a certain distance downstream of the outlet openings and with a first and a second revolving endless screen which are jointly partly wrapped around a dewatering roller and in the region of their inlet point on the dewatering roller forming a converging gap for receiving the paper web in the making, according to the invention, characterized in that the first screen 15 for entering the dewatering roller is guided over a pre-dewatering path, at the beginning of which at least one outlet of the fabric and that the separating elements are designed and guided in such a way that at the beginning of the pre-dewatering section only the first material stream adjacent to the first screen falls on the first screen and at least the last separating element has such a length that the final stream of matter supported thereby is directed directly into the converging gap between the screens.

Het voorontwateringstraject kan een kromlijnig of recht verloop 25 hebben. Bij een recht verloop is aan het begin van het voorontwateringstraject om redenen van het aanbrengen van de stofinloop bij voorkeur, alsmede anders ook gebruikelijk, een kraagwals aangebracht waar omheen de eerste zeef in het voorontwateringstraject wordt gevoerd. De door de beide zeven omgeven ontwateringswals kan een wals met gesloten 30 oppervlak zijn, zoals deze bijvoorbeeld bij weefsel-vorminrichtingen wordt toegepast, waarbij het ontwateren in beginsel door de van de wals afgekeerde zeef tot stand wordt gebracht, echter kan deze ook worden uitgevoerd als een wals met opgetrokken rooster waaruit het water aan de van de zeef afgekeerde zijde wordt weggeslingerd, of met doorbroken 35 boringen, in welk laatste geval binnen de wals ook een zuigkast kan worden aangebracht. Deze uitvoeringen worden bij voorkeur bij dubbele zeefvorminrichtingen voor drukpapier gebruikt. Een rooster op de wals voldoet in tegenstelling tot blinde boringen aan de voorwaarde dat lucht in dwarsrichting uit de water-opnemende uitsparingen kan ontwij-40 ken.The pre-dewatering path can have a curvilinear or straight course. In the case of a straight course, at the beginning of the pre-dewatering path, for reasons of the provision of the dust inlet, a collar roller is preferably arranged, as well as usual, around which the first screen is fed into the pre-dewatering path. The dewatering roller surrounded by the two sieves can be a closed-surface roller, such as is used, for example, in tissue forming machines, in which dewatering is in principle effected by the sieve remote from the roller, but it can also be designed as a roller with a raised grate from which the water is ejected on the side remote from the sieve, or with perforated holes, in the latter case a suction box can also be arranged within the roller. These embodiments are preferably used with double screen paper sievers. In contrast to blind holes, a grate on the roller fulfills the condition that air can escape transversely from the water-receiving recesses.

8200833 i «.8200833 i «.

55

Om de convergerende spleet tussen de belde tesamen lopende zeven te kunnen wijzigen, is het voordelig om de geleidingswals die de tweede zeef in het spleetgebied keert, instelbaar uit te voeren, zoals dit reeds in het Amerikaanse octrooischrift 45.176.005 is beschreven.In order to be able to change the converging gap between the belted sieves running together, it is advantageous to design the guide roller which turns the second screen into the gap area, as already described in US patent 45,176,005.

5 De scheidingselementen tussen de afzonderlijke stofstromen behoe ven een bijzondere uitvoering, aangezien zij voor de beschreven inrichting betrekkelijk lang moeten zijn. Het is meestal mogelijk dat het voorontwateringstraject met een lengte tot 150 cm wordt uitgevoerd, waarbij het laatste scheidingselement zich in het algemeen over deze 10 gehele lengte moet uitstrekken. Scheidingselementen die meestal flexibel zijn, zoals deze in het Amerikaanse octrooischrift 4.141.788 zijn beschreven, hebben weliswaar het voordeel dat zij zich automatisch aanpassen aan de stofstroom, maar bij een te lange uitvoering kunnen zij echter in trilling raken of beginnen te golven. In het kader van de 15 uitvinding verdient het daarom de voorkeur de scheidingselementen zowel binnen het stofinloopkanaal in de vorm van starre scheidingswanden als buiten de stofuittree-openingen als op zichzelf zoveel mogelijk starre scheidingsvlakken uit te voeren. Wanneer de scheidingswanden binnen het stofinloopkanaal star zijn, komt het erop aan of de stofinloop voor de 20 verschillende stofstromen een enkele eenheid vormt. Deze kan veeleer bouwdoosvormig als afzonderlijke eenheden voor de verschillende stofstromen worden tesamen gevoegd. Ook kan een stofstroom bij voorkeur aan de laatstgenoemde via een gescheiden aangebrachte eenheid worden toegevoerd.The separating elements between the individual material streams have a special design, since they must be relatively long for the described device. It is usually possible for the pre-dewatering section to be carried out with a length of up to 150 cm, the last separating element generally having to extend over this entire length. Separators, which are usually flexible, such as those described in U.S. Pat. No. 4,141,788, have the advantage of automatically adapting to the dust stream, but with too long an embodiment they may vibrate or start to undulate. Within the scope of the invention it is therefore preferable to design the separating elements both in the form of rigid partitions inside the dust inlet channel and outside the dust outlet openings as per se as much rigid separating surfaces as possible. When the partitions within the dust inlet channel are rigid, the matter is whether the dust inlet forms a single unit for the 20 different material flows. Rather, it can be built together as separate units for the different material streams. A material stream can also preferably be supplied to the latter via a separately arranged unit.

25 In beide gevallen is een trapdiffusor-stofinloop voor een dubbele zeefvorminrichting in de hier genoemde uitvoering het best geschikt.In both cases, a step diffuser dust inlet for a double screen-forming device in the embodiment mentioned here is best suited.

Aangezien zulk een stofinloop voor grotere vloeistofhoeveelheden zonder meer meestal over verscheidene trapdiffusor-rijen beschikt, is een onderverdeling van het daarop volgende stofinloopkanaal door vaste schei-30 dingswanden overeenkomstig de diffusorrijen in verscheidene gescheiden kamers op eenvoudige wijze mogelijk. Als gevolg van hun compacte bouwwijze kunnen echter ook van elkaar onafhankelijke, in één rij opgestelde trapdiffusoreenheden in een betrekkelijk nauwe ruimte tot een geschikt stofinloopsysteem voor verscheidene baanlagen worden verenigd.Since such a dust inlet for larger quantities of liquid readily usually has several stage diffuser rows, a subdivision of the subsequent dust inlet channel by fixed partition walls corresponding to the diffuser rows in several separate chambers is easily possible. However, due to their compact construction, independent, single-row stage diffuser units can be combined in a relatively narrow space into a suitable multi-layer dust inflow system.

35 In het algemeen komt slechts het vervaardigen van uit twee of drie lagen bestaande banen in aanmerking. Bij de produktie van uit twee lagen bestaande banen kan het doelmatig zijn de enige scheidingswand met het daarop aansluitende scheidingsvlak buiten de uittree-opening als een starre eenheid uit te voeren, waarbij echter bij voorkeur beide 40 buitenwandbegrenzingen van het stofinloopkanaal instelbaar moeten zijn 8200833 * * 6 om de afzonderlijke stofstralen overeenkomstig te kunnen beïnvloeden. Ook bij een inrichting voor een uit drie lagen bestaande baan kan het voldoende zijn wanneer bij toepassing van twee starre scheidingsvlakken de buitenwandbegrenzingen van het stofinloopkanaal instelbaar zijn. In 5 dit geval kan de middelste stofstroom via de waterhoeveelheid worden geregeld, wat in vele toepassingsgevallen mogelijk zou kunnen zijn. Het is echter voordelig om bij een inrichting voor een uit drie lagen bestaande baan tenminste het bovenste, tweede scheidingsvlak dat zich over een grotere lengte uitstrekt, beweegbaar uit te voeren, waarbij 10 het qua positie door uitwendige bedieningsmiddelen instelbaar kan zijn.Generally, only manufacturing two or three layer webs is eligible. In the production of two-layered webs, it may be expedient to design the single partition with the adjacent partition outside the exit opening as a rigid unit, but preferably both 40 outer wall boundaries of the dust inlet channel must be adjustable. 8200833 * * 6 to be able to influence the individual dust beams accordingly. Even with a three-layer web device it may be sufficient if the outer wall boundaries of the dust inlet channel are adjustable when two rigid interfaces are used. In this case, the middle material flow can be controlled via the water quantity, which could be possible in many application cases. However, it is advantageous in a three-layer web device to make at least the upper, second interface, which extends over a longer length, movable, wherein it can be adjustable in position by external operating means.

Beweegbare scheidingsvlakken worden bij voorkeur in het gebied van de uittree-openingen van de stofimloop scharnierbaar bevestigd aan de scheidingswanden tussen de afzonderlijke kanalen, waarbij de schei-15 dingsvlakken op zichzelf star kunnen zijn uitgevoerd. De scharnierver-binding van de scheidingsvlakken kan kort buiten de uittree-openingen van de stofinloop plaats vinden, in welk geval de verbinding zodanig kan worden uitgevoerd, dat de scheidingsvlakken van buiten de stofinloop af gemakkelijk kunnen worden uitgewisseld.Movable partitions are preferably hinged to the partitions between the individual channels in the region of the outlet openings of the dust inlet, whereby the partitions can be rigid in themselves. The hinge connection of the interfaces can take place shortly outside the outlet openings of the dust inlet, in which case the connection can be made in such a way that the interfaces can be easily exchanged from outside the fabric inlet.

20 In beginsel is het mogelijk scharnierbaar bevestigde scheidings vlakken zich vrij tussen de stofstromen qua positie te laten instellen, terwijl het echter bij een grotere lengte van de scheidingsvlakken voordelig is om deze te voorzien van uitwendige instelelementen. Deze kunnen instelelementen zijn, die onmiddellijk vormsluitend, bijvoor-25 beeld aan de zijeinden van de scheidingsvlakken aangrijpen, zoals in-stelschroefassen en dergelijke, echter zijn ook zuiver krachtsluitende elementen mogelijk, zoals bijvoorbeeld elektromagnetische afstandhou-ders. Deze kunnen bestaan uit een magneetlijst die beneden de zeef, bij voorkeur in een ontwateringselement geïntegreerd, elektrisch wordt ge-30 voed en waarvan de krachten afstotend en dus op afstand houdend op in het scheidingsvlak zich bevindende permanente magneten werken.In principle, it is possible to allow hingedly attached separating surfaces to be adjusted in position between the material streams, while it is advantageous to provide them with external adjusting elements with a greater length of the separating surfaces. These can be adjusting elements which immediately engage positively, for example on the side ends of the interfaces, such as adjusting screw shafts and the like, but purely force-locking elements, such as for instance electromagnetic spacers, are also possible. These may consist of a magnetic strip which is electrically fed below the screen, preferably integrated in a dewatering element, and whose forces act repulsive and thus spacing on permanent magnets located in the interface.

Aangezien in het bijzonder de laatste stofstroom een betrekkelijk lang traject over het scheidingsvlak moet afleggen, kan het doelmatig en noodzakelijk zijn de oppervlakken van de scheidingsvlakken tenminste 35 gedeeltelijk van microturbulentie opwekkende strukturen te voorzien.In particular, since the final stream of material must travel a relatively long path across the interface, it may be expedient and necessary to provide the surfaces of the interfaces at least partially with structures that generate micro-turbulence.

Voor zover de stofstromen en zeven een gebogen verloop volgen, moet het dwarsdoorsnedeprofiel van de scheidingsvlakken overeenkomstig worden aangepast, in het bijzonder bij een starre uitvoering.Insofar as the material flows and sieves follow a curved course, the cross-sectional profile of the interfaces must be adjusted accordingly, especially for a rigid version.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van 40 de tekeningen. In de tekeningen toont: 8200833 ί » 7 figuur 1 een schematische afbeelding van het stofinloop- en blad-vormingsgebied van een dubbele zeefvorminrichting voor bij voorkeur drukpapier; figuur 2 een schematische voorstelling van een dubbele zeefvormin-5 richting voor uit meer lagen bestaande weefselbanen; figuur 3a op vergrote schaal een afbeelding van het bladvormings-gebied van een inrichting die lijkt op die van figuur 1; figuur 3b en 3c doorsneden X en Y volgens figuur 3a, die het dwarsdoorsnedeverloop van de scheidingselementen illustreren; 10 figuur 4 een andere uitvoeringsvorm van een dubbele zeefvormin richting voor uit meer lagen bestaande banen; figuur 5 nog een andere uitvoeringsvorm van een dubbele zeefvorminrichting voor een uit twee lagen bestaande baan; figuur 6 een schematische afbeelding van een dubbele zeefvormin-15 richting voor uit meer lagen bestaande kartonbanen met een gescheiden opgestelde stofinloop-uittree-opening voor de derde baanlaag in de vorm van een secundaire stofinloop, waarbij een van de scheidingselementen zich van de eerste stofinloop tot aan de secundaire stofinloop uitstrekt; 20 figuur 7 en met figuur 6 overeenkomende afbeelding, waarbij het tweede scheidingselement eerst stroomafwaarts van de eerste stofinloop begint; en figuur 8 een met figuur 6 overeenkomende uitvoeringsvorm, waarbij het tweede scheidingselement eerst aan de secundaire stofinloop is be-25 vestigd.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawings. In the drawings: 8200833 ί »7 Figure 1 shows a schematic representation of the dust-inflow and sheet-forming area of a double screen former for preferred printing paper; FIG. 2 is a schematic representation of a double screen molding device for multilayer fabric webs; Figure 3a is an enlarged view of the leaf-forming region of a device similar to that of Figure 1; Figures 3b and 3c show cross-sections X and Y according to Figure 3a, which illustrate the cross-sectional pattern of the separating elements; Figure 4 is another embodiment of a double screen molding device for multilayer webs; FIG. 5 is yet another embodiment of a dual-layer web for a two-layer web; Fig. 6 is a schematic of a double screen-forming device for multi-layered cardboard webs with a separately arranged dust inflow outlet for the third web layer in the form of a secondary dust inflow, with one of the separating elements extending from the first dust inflow to extends to the secondary dust inlet; Figure 7 and figure corresponding to figure 6, wherein the second separating element first starts downstream of the first dust inlet; and figure 8 shows an embodiment corresponding to figure 6, wherein the second separating element is first attached to the secondary dust inlet.

De in figuur 1 gedeeltelijk afgebeelde dubbele zeefvorminrichting beschikt over een binnenzeef of benedenzeef 1, die om een kraagwals 2 is geleid en van deze af via een hoofdzakelijk rechtlijnig voorontwate-ringstraject 3 gedeeltelijk om een ontwateringswals 4 is geslagen. Van 30 bovenaf wordt vla een geleidingswals 5 een buitenzeef of bovenzeef 6 tegen de benedenzeef 1 geleid. De bovenzeef 6 is dan eveneens om de ontwateringswals 4 geslagen, zodat in het inloopgebied bij de ontwateringswals een convergerend spleetgebied 7 tussen de bovenzeef en de benedenzeef wordt gevormd. De geleidingswals 5 van de bovenzeef 6 is aan 35 een scharnierarm 8 bevestigd, door het scharnieren waarvan de geometrie van het spleetgebied 7 kan worden gewijzigd respectievelijk de bovenzeef 6 van de benedenzeef 1 kan worden gelicht.The double screen-forming device shown partly in figure 1 has an inner screen or bottom screen 1, which is guided around a collar roller 2 and which is partly wrapped around a dewatering roller 4 via a substantially rectilinear pre-dewatering path 3. From above, a guide roller 5 is guided an outer screen or top screen 6 against the bottom screen 1. The top screen 6 is then also wrapped around the dewatering roller 4, so that a converging gap area 7 is formed between the top screen and the bottom screen in the run-in area at the dewatering roll. The guiding roller 5 of the top screen 6 is attached to a hinge arm 8, by means of which it is possible to change the geometry of the slit area 7 or to lift the top screen 6 of the bottom screen 1.

Wanneer in het kader van deze aanvrage van een eerste en een tweede zeef wordt gesproken, dan hangt dit onderscheid alleen ervan af aan 40 welk van de beide zeven van de dubbele zeefvorminrichting de eerste 8200833 8 stofstroomlaag vooraf wordt ontwaterd. De eerste zeef in deze zin kan zowel een bovenzeef, een benedenzeef, een binnenzeef of een buitenzeef zijn, voor zover de technische opstelling het vooraf ontwateren van de eerste met een zeef in aanraking komende stofstroom op deze zeef toe-5 laat.When speaking of a first and a second screen in the context of this application, this distinction depends only on which of the two screens of the double screen-forming device the first fabric stream layer is dewatered beforehand. The first sieve in this sense can be either a top sieve, a bottom sieve, an inner sieve or an outer sieve, insofar as the technical arrangement allows the pre-dewatering of the first material stream coming into contact with a sieve on this sieve.

Beneden het rechtlijnige voorontwateringstraject 3 van de benedenzeef 1 zijn verschillende ontwateringselementen 9 aangebracht. Daarbij gaat het in het eerste deel achter de kraagwals 2 om zeeftafelelementen of zuiglijsten 10 en in het daarop volgende deel om zuigkasten 11. On-10 middellijk voor het oplopen van de benedenzeef 1 op de ontwateringswals 4 is een zeefschoen 12 met een gekromd oppervlak aangebracht. De krom-mingsstraal van het oppervlak van de zeefschoen 12 is groter dan die van de ontwateringswals 4. Aangezien de ontwateringsdruk op de baan in het gekromde baangeleidingsgebied om de ontwateringswals 1 bij een 15 vooraf bepaalde zeefspanning met stijgende kromming van de baangelei-ding toeneemt, wordt zulk een zeefschoen met een geringere kromming bij voorkeur voor de ontwateringswals geschakeld om de ontwateringsdruk niet met een sprong te laten toenemen bij het lopen van de zeef op de ontwateringswals 4.Various dewatering elements 9 are arranged below the rectilinear pre-dewatering section 3 of the bottom screen 1. In the first part behind the collar roller 2 these are sieve table elements or suction strips 10 and in the subsequent part they are suction boxes 11. Immediately before the bottom sieve 1 rises on the dewatering roller 4, a sieve shoe 12 with a curved surface is arranged . The radius of curvature of the surface of the screen shoe 12 is greater than that of the dewatering roll 4. Since the dewatering pressure on the web in the curved track guiding area around the dewatering roll 1 increases at a predetermined screen tension with increasing curvature of the track guide, such a sieve shoe with a smaller curvature is preferably connected in front of the dewatering roller in order not to increase the dewatering pressure with a jump when the sieve runs on the dewatering roll 4.

20 Xn de getoonde uitvoeringsvorm vertonen de zeefschoen 12 en de ontwateringswals 4 een kromming in dezelfde richting. Het is echter in het algemeen ook mogelijk de zeef achter de gekromde zeefschoen een kantelpunt te laten doorlopen om deze dan in tegengestelde krommings-richting om de ontwateringswals te voeren.In the embodiment shown, the screen shoe 12 and the dewatering roller 4 have a curvature in the same direction. However, it is generally also possible to let the sieve run through a tilting point behind the curved sieve shoe, in order to then pass it in the opposite curvature direction around the dewatering roller.

25 Boven en voor de kraagwals 2 is een stofinloopinrichting in de vorm van een meer-lagenstofinloop 13 aangebracht. Deze stofinloop kan bijvoorbeeld als een trapdiffusor-stofinloop worden uitgevoerd. De stofinloop heeft drie uittree-openingen 14, 15, 16 die gemeenschappelijk aan de buitenzijde door twee begrenzingswanden 17 en 18 zijn be-30 grensd. De drie uittree-openingen zijn van elkaar afgebakend door scheidingswanden 19 en 20. De naar de drie uittree-openingen 14, 15 en 16 verlopende, aldus van elkaar gescheiden en afgebakende stofinloopka-nalen staan in verbinding met van elkaar onafhankelijke stoftoevoerin-richtingen 21, 22 en 23. Tussen de stoftoevoerinrichtingen en de stof-35 inloopkanalen kunnen bijvoorbeeld trapdiffusorrijen zijn aangebracht, die in de afbeelding van de tekeningen slechts als eenvoudige doorloop-kanalen 24 zijn aangegeven.A dust-inflowing device in the form of a multi-layer dust-inflowing 13 is arranged above and in front of the collar roller 2. This dust inlet can for instance be designed as a staircase diffuser dust inlet. The dust inlet has three outlet openings 14, 15, 16 which are jointly bounded on the outside by two boundary walls 17 and 18. The three outlet openings are delimited from each other by dividing walls 19 and 20. The dust inlet channels thus leading to the three outlet openings 14, 15 and 16 are mutually separated and demarcated in connection with mutually independent dust supply devices 21, 22 and 23. For example, step diffuser rows can be arranged between the dust supply devices and the dust inlet channels, which rows are shown in the illustration of the drawings as simple passageways 24 only.

Op de op zichzelf star uitgevoerde scheidingswanden 19 en 20 in het stofinloopkanaal sluiten achter de uittree-openingen 14, 15 en 16 40 onmiddellijk scheidingselementen 25 en 26 aan, die zich over een be- 8200833 9 langrijke lengte stroomafwaarts van de uittree-openingen uitstrekken.After the outlet openings 14, 15 and 16 40, separating elements 25 and 26, which extend over a long length downstream of the outlet openings, immediately adjoin the partition walls 19 and 20 in the dust inflow channel, which are rigid in themselves.

De scheidingselementen 25 en 26 zijn bij voorkeur ook star uitgevoerd en kunnen door uitwendige steun- en instelelementen qua stand worden bepaald, die in de schematische afbeelding niet in bijzonderheden zijn 5 getoond. Vermelding behoeft nog dat de bovenste scheidingswand 20 in het stofinloopkanaal scharnierbaar is bevestigd om de doorsnedeverhou-ding van de uittree-openingen 15 en 16 te kunnen wijzigen. Voor de verdere stofstroombeïnvloeding zijn in het algemeen ook de, de uittree-openingen begrenzende einden van de begrenzingswanden 17 en 18 instel-10 baar. Met deze instelmogelijkheden kunnen de dwarsdoorsneden van alle drie uittree-openingen 14, 15 of 16 gericht worden beïnvloed.The separating elements 25 and 26 are preferably also rigid and can be determined in position by external supporting and adjusting elements, which are not shown in detail in the schematic illustration. It still needs to be mentioned that the upper partition wall 20 is hingedly mounted in the dust inlet channel in order to be able to change the cross-section ratio of the outlet openings 15 and 16. In general, the ends of the boundary walls 17 and 18, which delimit the outlet openings, are also adjustable for further influencing the flow of matter. With these adjustment options, the cross-sections of all three exit openings 14, 15 or 16 can be influenced in a targeted manner.

Uit de schematische afbeelding van figuur 1 blijkt duidelijk dat de eerste, uit de uittree-opening 14 uittredende stofstroom A reeds in het punt I op de eerste zeef, hier de benedenzeef 1 valt en zoveel mo-15 gelijk in het gebied van de zeeftafelelementen of zuiglijsten 10 vooaf wordt ontwaterd. Aangezien het benedenste scheidingselement 25 tot ver in dit gebied verloopt, wordt de uit de uittree-opening 15 uittredende tweede stofstroom B voor het grootste gedeelte eerst in het gebied van de zuigkasten 11 ontwaterd. Tot kort voor de zuigkasten 11 wordt deze 20 door het scheidingselement 25 gescheiden gehouden van de stofstroom A respectievelijk van de daaruit reeds geformeerde papierbaanlaag. De uit de uittree-opening 16 uittredende derde en bovenste stofstroom C valt in het punt II op de bovenzeef 6. Deze wordt echter tot voorbij dit punt door het zich tot in het spleetgebied (7) uitstrekkende bovenste 25 scheidingselement 26 nog gescheiden gehouden van de beide overige stof-stromen respectievelijk papierbaanlagen. Eerst achter het einde van het scheidingselement 26 vindt dan een gemeenschappelijke verdere ontwatering van de lagen B en C in het krommingstraject van de zeefschoen 12 en de ontwateringswals 4 plaats, waarbij kan worden uitgegaan van het 30 feit dat een vormen van een baan uit de stofstroom A op dit tijdstip reeds volledig is afgesloten.It is clear from the schematic representation of Figure 1 that the first material stream A exiting from the exit opening 14 already falls at point I on the first screen, here the bottom screen 1 falls and as far as possible in the region of the screen table elements or suction strips 10 before being dewatered. Since the lower partition element 25 extends far into this region, the second material stream B exiting from the exit opening 15 is for the most part dewatered first in the region of the suction boxes 11. Until shortly before the suction boxes 11, this is kept separate by the separating element 25 from the material stream A or from the paper web layer already formed therefrom. The third and top material stream C emerging from the exit opening 16 falls at the point II on the top screen 6. However, it is kept separate from the top separation element 26 extending into the slit region (7) beyond this point. both other material flows and paper web layers respectively. Only after the end of the separating element 26 then a common further dewatering of the layers B and C in the curvature path of the sieve shoe 12 and the dewatering roller 4 takes place, based on the fact that a path is formed from the material flow. A is already completely closed at this time.

Door de beschreven inrichting heeft men het zoveel mogelijk in de hand de ontwatering van de afzonderlijke stofstromen van de uit meer lagen bestaande baan afzonderlijk te beïnvloeden, wat in het bijzonder 35 bij baanlagen van verschillende kwaliteiten en verschillende ontwate-ringseigenschappen van groot voordeel kan zijn.The described device provides as much control as possible for individually influencing the dewatering of the individual material flows of the multilayer web, which can be of great advantage in particular with web layers of different qualities and different dewatering properties.

Een met figuur 1 overeenkomende inrichting is in figuur 3a ge-toond. In plaats van de in figuur 1 afzonderlijk afgebeelde zuiglijsten en zuigkasten zijn hier echter slechts enige ontwateringselementen 9 40 schematisch aangegeven. De aandacht wordt erop gevestigd dat bij deze 8200833 10 uitvoeringsvorm de scheidingselementen 25’ en 26' nagenoeg even ver naar het spleetgebied 7 tussen de zeven 1 en 6 verlopen, zodat na een zo goed als afgesloten vooraf ontwatering van de stofstroom A in het voorontwateringstraject 3 de stofstromen B en C eerst in het spleetge-5 bied 7 gemeenschappelijk worden ontwaterd. Het ontwateren kan bij voorkeur naar een zijde maar ook naar beide zijden plaats vinden. Dit hangt er geheel vanaf hoe de ontwateringswals 4 is uitgevoerd. Is deze als gesloten formeerwals uitgevoerd, dan kan in de richting daarvan een ontwateren slechts in zoverre plaats vinden als de zeefmazen van de be-10 nedenzeef 1 water kunnen opnemen. De ontwateringswals 4 kan echter ook als doorboorde wals of als een wals met zuigkasten zijn uitgevoerd.A device corresponding to figure 1 is shown in figure 3a. However, instead of the suction strips and suction cabinets shown separately in Figure 1, only some dewatering elements 940 are shown schematically here. Attention is drawn to the fact that in this embodiment 8200833 10 the separating elements 25 'and 26' extend almost the same distance to the gap area 7 between the sieves 1 and 6, so that after a virtually closed pre-dewatering of the material stream A in the pre-dewatering section 3 the material streams B and C are first dehydrated in the gap region 7. Dewatering can preferably take place to one side, but also to both sides. This depends entirely on how the dewatering roller 4 is designed. If it is designed as a closed forming roller, dewatering can take place in the direction thereof only to the extent that the screen meshes of the bottom screen 1 can absorb water. However, the dewatering roller 4 can also be designed as a drilled roller or as a roller with suction boxes.

De scheidingselementen 25* en 26* wijken van die van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 voorts af, doordat zij twee doorsnede- respectievelijk dikteverminderingen 27 en 28 hebben. Tot voorbij het ge-15 bied van de uittree-openingen 14, 15 en 16 hebben de scheidingselementen 25' en 26* nog de doorsnede van de scheidingswanden 19 en 20 in het stofinloopkanaal en stellen dus de onmiddellijke voortzetting daarvan voor. De doorsnede-overgangen in de punten 27 en 28 van de scheidingselementen 25' en 26’ oefenen daarbij een diffusorwerking uit, zoals de-20 ze bekend is bij de trapdiffusor-stofinlopen. Uit de figuren 3b en 3c blijkt voorts dat de scheidingselementen 25’ en 26’ aan hun uitwendige begrenzingskanten slangvormig met elkaar zijn verbonden. De daartussen gevoerde stofstroom B wordt dus ook in de richting van de baankanten geïsoleerd van de stofstromen A en C getransporteerd.The separating elements 25 * and 26 * further deviate from those of the embodiment according to Figure 1 in that they have two cross-section and thickness reductions 27 and 28, respectively. Beyond the area of the exit openings 14, 15 and 16, the dividing elements 25 'and 26 * still have the cross section of the dividing walls 19 and 20 in the dust inlet channel and thus represent their immediate continuation. The cross-section transitions at points 27 and 28 of the separating elements 25 'and 26' thereby exert a diffuser action, as is known with the staircase diffuser dust-inlets. Figures 3b and 3c further show that the separating elements 25 'and 26' are connected to each other on their external boundary sides in a hose-like manner. The material stream B fed between them is thus also transported in the direction of the web edges in isolation from the material streams A and C.

25 Figuur 2 toont in een schematische afbeelding de vollledige zeef- inrichting van een dubbele zeefvorminrichting voor uit meer lagen bestaande weefselbanen. Overeenkomende delen zijn hier met dezelfde ver-wijzingsnummers aangegeven, zoals bij de uitvoeringsvorm van figuur 1. De eerste zeef is hier de binnenzeef of nevenzeef 6.Figure 2 shows in a schematic view the complete screen device of a double screen former for multilayer fabric webs. Corresponding parts are indicated here with the same reference numbers, as in the embodiment of figure 1. The first sieve here is the inner sieve or secondary sieve 6.

30 Beide zeven 1 en 6 vormen ook hier eindloze lussen en omgeven de ontwateringswals 4 gemeenschappelijk langs een gedeelte van de omtrek daarvan. Voor de geleiding van de binnenzeef 6 dienen andere gelei-dingswalsen 29, terwijl de hoofdzeef 1 over extra geleidingswalsen 30 is geleid.Here, too, both sieves 1 and 6 form endless loops and jointly surround the dewatering roller 4 along a part of the circumference thereof. Other guiding rollers 29 serve for guiding the inner screen 6, while the main screen 1 is guided over additional guiding rollers 30.

35 Na de ontwateringswals 4 vormen de beide zeven 1 en 6 een hoofdza kelijk rechtlijnig gemeenschappelijk deel, dat naar een scheidingsin-richting 31 verloopt. De scheidingsinrichting bevat twee walsen 32 en 33, waarbij de wals 33 tevens een geleidingswals voor de binnenzeef 6 kan vormen. De beide walsen 32 en 33 kunnen massieve walsen zijn. Het 40 is echter ook mogelijk de wals 32, zoals geïllustreerd, als een zuig- 8200833 11 wals uit te voeren. Na de scheidingsinrlchting 31 verlopen de zeven 1 en 6 gescheiden. De zeef 6 heeft een schuin naar boven verlopend deel waar beneden een opvangkuip 34 is aangebracht, die voor het opvangen van boven de zeef 6 in dit gebied aangebrachte (niet getoonde) zeefrei-5 nigingsinrichtingen dient. De hoofdzeef 1 bereikt vanuit de scheidings-inrichting 31 een opneeminrichting 35 die bestaat uit een van de gelei-dingswalsen 30, alsmede een afneemwals 36. Over de afneemwals die als zuigwals kan worden uitgevoerd, is een viltbaan 37 geleid. De viltbaan 37 dient voor het afnemen van de niet afgebeelde papierbaan van de zeef 10 1 en voor het verdere transport daarvan naar een niet getoonde droogin- richting van de machine.After the dewatering roller 4, the two screens 1 and 6 form a substantially rectilinear common part, which runs to a separating device 31. The separating device comprises two rollers 32 and 33, wherein the roller 33 can also form a guide roller for the inner screen 6. Both rolls 32 and 33 can be solid rolls. However, it is also possible to design the roller 32 as illustrated as a suction roller 11. After the separating device 31, the sieves 1 and 6 are separated. The sieve 6 has an obliquely upwardly extending part below which a collecting vessel 34 is arranged, which serves for collecting sieve cleaning devices (not shown) arranged above this in the region. The main screen 1 reaches from the separating device 31 a pick-up device 35 consisting of one of the guide rollers 30, as well as a take-off roller 36. A felt web 37 is guided over the take-off roller, which can be designed as a suction roller. The felt web 37 serves to remove the paper web (not shown) from the sieve 101 and for its further transport to a drying device of the machine (not shown).

Beneden de ontwateringswals 4 bevindt zich een opvangreservoir 38 voor het in het krommingstraject van de ontwateringswals 4 afgescheiden water. Op het opvangreservoir 38 volgt een zuigkast 39. Beneden de 15 zuigkast 39 is een ander opvangreservoir 40 aangebracht, dat voor het opvangen van sproeiwater alsmede van ander water kan dienen, dat door extra (niet getoonde) in het gebied van de zuigkast 39 opgestelde ont-wateringselementen kan vallen. Tenslotte bevindt zich boven de zeef 6 achter de ontwateringswals 4 nog een opvangreservoir 41 dat het door de 20 ontwateringswals 4 weggeslingerde water opvangt. Het aanbrengen van dit opvangreservoir is mogelijk, aangezien beide zeven achter de ontwateringswals 4 een schuin naar beneden gericht verloop hebben.Below the dewatering roller 4 there is a collecting reservoir 38 for the water separated in the curvature section of the dewatering roller 4. A suction box 39 follows on the collection reservoir 38. Below the suction box 39, another collection reservoir 40 is arranged, which can serve for collecting spray water as well as other water, which is disposed in the area of the suction box 39 by means of additional (not shown) water elements can fall. Finally, above the screen 6 behind the dewatering roller 4 there is also a collecting reservoir 41 which collects the water thrown away by the dewatering roller 4. The provision of this collection reservoir is possible, since both screens behind the dewatering roller 4 have an inclined downward direction.

Boven de zeef 6 is voor de ontwateringswals 4 een meer-lagenstof-inloop 13 aangebracht, die op dezelfde wijze als de in figuur 1 getoon-25 de meer-lagenstofinloop kan zijn uitgevoerd. Ook de stofinloop van figuur 2 heeft drie uittree-openingen die door twee scheidingswanden van elkaar worden gescheiden, waarop de scheidingselementen 25 en 26 zich onmiddellijk aansluiten. Terwijl het onderste scheidingselement 25 reeds voor het oploopgebied van de zeef op de ontwateringswals.4 ein-30 digt, is het bovenste scheidingselement 26 tot ver in het spleetgebied van de beide zeven en wel zelfs tot in het gebied waar de zeef om de ontwateringswals 4 is geslagen, naar binnen gevoerd. De eerste stof-straal valt ook hier in het punt I op de eerste zeef, hier de binnenzeef 6 en wordt met behulp van een slechts schematisch aangegeven ont-35 wateringselement 9 vooraf ontwaterd. De door het scheidingselement 26 voorts van elkaar gescheiden gehouden beide resterende stofstralen worden eerste in het spleetgebied tussen de zeven 1 en 6 respectievelijk in het krommingsgebied van de ontwateringswals 4 ontwaterd. Met II is ook hier het punt aangegeven waarin de bovenste stofstraal op de zeef 1 40 valt. Het ontwateren in het spleet- respectievelijk krommingsgebied 8200833 12 vindt bij voorkeur in buitenwaartse richting plaats in de richting van het opvangreservoiir 38. Het water dat door de als gesloten formeerwals uitgevoerde ontwateringswals 4 uit de zeefmazen van de zeef 6 eruit wordt gezogen en daarna wordt weggeslingerd, wordt door het opvangre-5 servoir 41 opgevangen.A multilayer dust inlet 13 is provided above the screen 6 for the dewatering roller 4, which can be designed in the same manner as the multilayer dust inlet shown in Figure 1. The dust inlet of figure 2 also has three outlet openings which are separated from each other by two dividing walls, to which the dividing elements 25 and 26 immediately connect. While the lower separating element 25 already ends before the run-up area of the sieve on the dewatering roller 4, the upper separating element 26 is far into the gap area of the two screens, even up to the area where the sieve around the dewatering roller 4 beaten, brought in. The first dust jet also falls here at point I on the first screen, here the inner screen 6 and is dewatered in advance by means of a dewatering element 9, which is only schematically indicated. The two remaining dust jets, further separated from each other by the separating element 26, are first dewatered in the gap region between the sieves 1 and 6 and in the curvature region of the dewatering roller 4, respectively. II also indicates the point at which the upper dust jet falls on the sieve 1 40. Dewatering in the gap or curvature area 8200833 12 preferably takes place in the outward direction in the direction of the collecting reservoir 38. The water which is drawn out of the sieve meshes of the sieve 6 by the dewatering roller 4, which is designed as a closed forming roller, and is then thrown away , is collected by the receiving reservoir 41.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een dubbele zeefvorminrich-ting voor een uit twee lagen bestaande baan, waarbij de tweede of binnenzeef de mantel van een zuigwals vormt, die tevens de ontwateringswals is. De benedenzeef 1 doorloopt na een geleiding om een kraagwals 2 10 een betrekkelijk kort recht voorontwateringstraject 3, waarna deze om een boven liggende zuigwals 44 is geslagen en van hieraf om een gelei-dingswals 30 weer wordt teruggevoerd. De zuigwals 44 is in de inwendige ruimte over meer dan zijn halve omtrek voorzien van zuigkasten 42, zodat nadat de zeef 1 de zuigwals heeft verlaten, de niet getoonde pa-15 pierbaan door de onderdruk van de zuigkasten 42 op de zuigwals blijft en verder wordt ontwaterd om dan achter de zuigkasten 42 in het bovengebied van de zuigwals 44 door een viltbaan 43 met behulp van een koetswals 45 voor de verdere verwerking te worden overgenomen.Figure 4 shows an embodiment of a double screen web for a two-layer web, the second or inner screen forming the jacket of a suction roller, which is also the dewatering roller. The bottom screen 1, after being guided around a collar roller 2, passes through a relatively short straight pre-dewatering section 3, after which it is wrapped around an upper suction roller 44 and from there back around a guide roller 30. The suction roller 44 is provided with suction boxes 42 in its internal space over more than half its circumference, so that after the sieve 1 has left the suction roller, the paper path (not shown) remains on the suction roller through the vacuum of the suction boxes 42 and continues dewatered to be taken over behind the suction boxes 42 in the upper region of the suction roller 44 by a felt web 43 with the aid of a carriage roller 45 for further processing.

De stofinloop 46 is als twee-lagenstofinloop uitgevoerd en heeft 20 daarom behalve de buitenste begrenzingswanden 19 en 20 slechts een inwendige scheidingswand 47 die zich als een scheidingselement 48 buiten de uittree-openingen voortzet, welk element tot in het spleetgebied van de zeef 1 met de mantel van de zuigwals 44 naar binnen is gevoerd. De onderste, eerste stofstroom A valt in het punt I op de eerste zeef, 25 hier de zeef 1 en wordt in het hoofdzakelijk rechtlijnige voorontwateringstraject 3 door de zeef 1 heen naar beneden ontwaterd. De tweede bovenste stofstroom B valt in het punt II op de mantel van de zuigwals en wordt tot kort voorbij dit punt door het scheidingselement 48 gescheiden gehouden van de benedenstofstroom Δ respectievelijk de daaruit 30 reeds vooraf geformeerde baan. Het ontwateren van de stofstroom B vindt dan uitsluitend door de zuigwals 44 naar boven plaats.The dust inflow 46 is designed as a two-layer dust inflow and therefore has, apart from the outer boundary walls 19 and 20, only an internal dividing wall 47, which extends as a dividing element 48 outside the exit openings, which element extends into the gap area of the screen 1 with the casing of the suction roller 44 has been fed in. The lower, first material stream A falls at point I on the first screen, here the screen 1 and is dewatered downwards through the screen 1 in the substantially rectilinear dewatering path 3. The second upper material flow B falls at point II on the casing of the suction roller and until shortly beyond this point is kept separated by the separating element 48 from the lower material flow Δ or the web already preformed therefrom. Dewatering of the material stream B then takes place exclusively upwards through the suction roller 44.

Een soortgelijke inrichting met een stofinloop voor een uit twee lagen bestaande baan toont de uitvoeringsvorm van figuur 5. Hier worden weer twee zeven gebruikt, die gemeenschappelijk een ontwateringswals 35 omgeven, die in dit geval als open ontwateringswals is uitgevoerd. Beneden het voorontwateringstraject 3 van de zeef 1 zijn hier ontwate-ringselementen 49 aangebracht, waardoor een zo goed mogelijk vooraf ontwateren van de onderste stofstroom A in dit gebied plaats vindt. Aangezien de ontwateringswals 5 niet als zuigwals maar als open ontwa-40 teringswals is uitgevoerd, vindt het ontwateren van de bovenste stof- 8200833 13 stroom B achter het einde van het scheidingselement 48 plaats, zowel naar buiten door de uit de stofstroom A reeds geformeerde baanlaag en door de zeef 1 heen, als naar binnen door de zeef 6 en de mantel van de ontwateringswals 50 heen. Deze dubbel gerichte ontwatering van de stof-5 stroom B is door de pijlen Bj en B2 aangegeven.A similar device with a dust inlet for a two-layer web shows the embodiment of figure 5. Here again two screens are used, which together surround a dewatering roller 35, which in this case is designed as an open dewatering roller. Below the pre-dewatering section 3 of the sieve 1, dewatering elements 49 are arranged here, so that the best possible dewatering of the bottom material stream A takes place in this area. Since the dewatering roller 5 is designed not as a suction roller but as an open dewatering roller, dewatering of the upper material stream B takes place behind the end of the separating element 48, both outwards through the web layer already formed from the material stream A and through the sieve 1, as inwards through the sieve 6 and the casing of the dewatering roll 50. This double-directed dewatering of the material stream B is indicated by the arrows Bj and B2.

In de figuren 6 tot en met 8 is schematisch een dubbele zeefvorm-inrichting afgebeeld, die hoofdzakelijk voor de produktie van meer-la-genkarton dient. De bendenzeef 1 toont hoofdzakelijk het verloop van een normale langzeefinrichting, waarin de zeef een'kraagwals 2 omgeeft, 10 van daaraf via ontwateringselementen in de vorm van zeeftafelelementen of zuiglijsten 10 en zuigkasten 11 en 51, daarna om een zuigwals 52 en terug over de zeefgeleidingswalsen 30 naar de kraagwals wordt teruggevoerd. Achter de zuigwals 52 wordt de (niet getoonde) papierbaan met behulp van een zuigafneemwals 36 van de zeef 1 af op een viltbaan 37 15 overgenomen. De dubbele zeefinrichting bevindt zich in het gebied tussen de zuigkasteenheden 11 en 51, waarbij van bovenaf een tweede of bovenzeef 6 met de benedenzeef 1 wordt samengevoegd. De bovenzeef 6 is via zeefgeleidingswalsen 29 teruggevoerd.Figures 6 to 8 schematically show a double screen-forming device, which mainly serves for the production of multi-layer cardboard. The bottom sieve 1 mainly shows the course of a normal long sieve device, in which the sieve surrounds a collar roller 2, 10 from there via dewatering elements in the form of sieve table elements or suction strips 10 and suction boxes 11 and 51, then around a suction roller 52 and back over the sieve guide rollers 30 is returned to the collar roll. Behind the suction roller 52, the paper web (not shown) is transferred from the sieve 1 to a felt web 37 by means of a suction take-off roller 36. The double sieve device is located in the area between the suction box units 11 and 51, whereby a second or top sieve 6 is combined from above with the bottom sieve 1. The top screen 6 is returned via screen guiding rollers 29.

Achter de kraagwals 2 bevindt zich boven de benedenzeef 1 een 20 twee-lagenstofinloop 46 met bovenste en benedenste begrenzingswanden 18 en 17 van het stofinloopkanaal, alsmede een daartussen gelegen scheidingswand 47 die tesamen twee uittree-openingen 53 en 54 begrenzen. De scheidingswand 47 van de stofinloop zet zich stroomafwaarts van de uittree-openingen 53 en 54 voort in de vorm van een scheidingselement 48 25 dat zich uitstrekt tot in het gebied van de zuigkasten 11. De onderste respectievelijk eerste stofstroom A die uit de uittree-opening 53 naar buiten treedt, wordt op de eerste of benedenzeef 1 door de zeeftafelelementen of zuiglijsten 10 en een gedeelte van de zuigkasten 11 vooraf ontwaterd respectievelijk geformeerd, alvorens achter het einde van het 30 scheidingselement 48 de uit de uittree-opening 54 uittredende tweede stofstroom B in het overblijvende gebied van de zuigkasten 11 reeds vooraf wordt ontwaterd.Behind the collar roller 2, above the lower screen 1, there is a two-layer dust inlet 46 with upper and lower boundary walls 18 and 17 of the dust inlet channel, as well as a dividing wall 47 situated between them, which together define two outlet openings 53 and 54. The dust inlet partition wall 47 continues downstream of the outlet openings 53 and 54 in the form of a partition element 48 extending into the region of the suction boxes 11. The bottom and first fabric stream A, respectively, emerging from the outlet opening 53 exits, is dewatered or formed on the first or bottom screen 1 by the screen table elements or suction bars 10 and a part of the suction boxes 11 before the second material stream B emerging from the outlet opening 54 behind the end of the separating element 48 in the remaining area of the suction boxes 11 is already dewatered beforehand.

Achter het einde van de zuigkastengroep 11 is voor het inloopge-bied van de dubbele zeefinrichting een secundaire stofinloop 55 met een 35 enkele uittree-opening 56 aangebracht, waaruit de bovenste en laatste stofstraal C uittreedt. Achter de secundaire stofinloop 55 omgeven de tesamen gevoerde zeven 1 en 6 met een zwakke kromming een binnen de bovenzeef liggende ontwateringsinrlchting 57 die eveneens uit zuigkasten kan bestaan. Achter de zuigontwateringsinrichting 57 zijn de zeven dan 40 met een tegengestelde kromming en met een bepaalde omslaghoek om een 8200833 14 binnen de benedenzeef 1 liggende ontwaterings- of formeerwals 4 gevoerd. Het omgeven van de ontwateringswals 4 wordt door een daaropvolgende in de bovenzeef 6 liggende geleidingswals 58 bereikt. Achter deze geleidingswals 58 omgeven de zeven gemeenschappelijk met een tegenge-5 stelde kromming nogmaals een binnen de benedenzeef 1 liggende geleidingswals 59, waarna dan de bovenzeef 6 via een van zijn geleidingswal-sen 79 wordt teruggevoerd en de benedenzeef 1 met de zich daarop bevindende (niet getoonde) papierbaan via de zuigkasten 51 wordt verderge-leid.Behind the end of the suction box group 11, a secondary dust inlet 55 with a single outlet opening 56, from which the upper and last dust jet C emerges, is provided for the run-in area of the double screen device. Behind the secondary dust inlet 55, the co-lined sieves 1 and 6 surround with a weak curvature a dewatering device 57 located within the top sieve, which can also consist of suction boxes. Behind the suction dewatering device 57, the sieves 40 are passed with an opposite curvature and with a certain wrap angle around a dewatering or forming roller 4 lying within the bottom screen 1. Surrounding of the dewatering roll 4 is achieved by a subsequent guide roll 58 lying in the top screen 6. Behind this guide roller 58, the sieves, together with an opposed curvature, once again surround a guide roller 59 situated within the bottom screen 1, after which the top screen 6 is returned via one of its guide rollers 79 and the bottom screen 1 with the thereon ( paper path (not shown) via the suction boxes 51 is passed on.

10 Bij deze inrichting is het een ontwateringsdruk opwekkende krom- mingstraject waardoor beide zeven tegen elkaar liggend gemeenschappelijk worden geleid, uit verscheidene delen met telkens wisselende krom-mingsrichting samengesteld. Ook hier neemt de kromming voor het verhogen van de ontwateringsdruk trapsgewijze toe. Het oppervlak van de ont-15 wateringsinrichting 57 heeft slechts een geringe kromming, terwijl de walsmantel van de ontwateringswals 4 reeds sterker is gekromd. Ook de van een nog kleinere diameter en dus een nog sterkere kromming voorziene zeefgeleidingswalsen 58 en 59 dragen eveneens bij tot de verdere ontwatering.With this device it is a dewatering pressure generating curvature path through which both seven abutting together are guided jointly, composed of several parts with alternating curvature direction. Here, too, the curvature increases to increase the dewatering pressure. The surface of the dewatering device 57 has only a slight curvature, while the roller jacket of the dewatering roller 4 is already more curved. The screen guide rollers 58 and 59 provided with an even smaller diameter and thus an even greater curvature also contribute to the further dewatering.

20 Het bijzondere van deze inrichting is daarin gelegen, dat een an der scheidingselemënt 60 aanwezig is, dat in het punt 61 aan de bovenste begrenzingswand 18 van de eerste stofinloop 46 scharnierend is bevestigd en de tweede stofstroom B naar buiten is begrensd. Dit schei-dingselement 60 verloopt via het gehele voorontwateringstraject 3 in 25 heengaande richting tot aan de secundaire stofinloop 55 en verder tot in het spleetgebied tussen de zeven 1 en 6, om ook nog in het gebied van de ontwateringsinrichting 57 de derde stofstroom C gescheiden te houden van de beide reeds vooraf geformeerde banen van de stofstromen A en B. Deze opstelling heeft bij een geschikte dimensionering van het 30 scheidingselement 60 en van de ontwateringseigenschappen het voordeel, dat de stofstroom C die in het punt II op de bovenzeef 6 valt, niet onmiddellijk met de reeds vooraf geformeerde baanlagen A en B in aanraking moet worden gebracht, maar zelf eerst in zekere mate vooraf kan worden ontwaterd, waardoor bij het tesamen voeren van de laag C en de 35 lagen A en B, deze in ongeveer gelijke ontwateringstoestanden voorkomen. Hierdoor wordt enerzijds vermeden, dat de reeds geformeerde baanlagen A en B door de stofstroom G weer worden beschadigd, echter kan anderzijds de mate van ontwatering zodanig worden geregeld, dat de baanlagen bij het tesamen voeren zich nog in een toestand bevinden, die 40 een verdere ontwatering in het gebied van de dubbele zeven noodzakelijk 8200833 15 maakt, waardoor door dwarsstromingen van de vloeistoffen een beter ver-vilten en betere binding tussen de afzonderlijke baanlagen wordt bereikt, zonder dat de vezelstoffen van de lagen zich noemenswaard met elkaar vermengen. Daardoor heeft deze inrichting voor de vervaardiging 5 van karton in het bijzonder ook een voordeel ten opzichte van zulke zeefinrichtingen, waarbij gereed geformeerde en zo goed mogelijk vooraf ontwaterde baanlagen slechts op elkaar worden gekoetst.The special feature of this device lies in the fact that one of the separating elements 60 is present, which is hinged at point 61 on the upper boundary wall 18 of the first dust inlet 46 and the second material stream B is bounded outwards. This separating element 60 extends via the entire pre-dewatering section 3 in the forward direction to the secondary dust inlet 55 and further into the gap area between the sieves 1 and 6, in order to separate the third material stream C also in the area of the dewatering device 57. keeping the two pre-formed webs of the material streams A and B. This arrangement has the advantage, when the separating element 60 and the dewatering properties are dimensioned appropriately, that the material stream C falling on the top sieve 6 at point II does not must immediately be brought into contact with the already pre-formed web layers A and B, but can itself be dewatered to some extent beforehand, so that when the layers C and the layers A and B are co-applied, they occur in approximately equal dewatering states . On the one hand, this prevents the already-formed web layers A and B from being damaged again by the material flow G, but on the other hand the degree of dewatering can be regulated such that the web layers are still in a state during further co-operation. dewatering in the region of the double screens necessitates a better felting and better bonding between the individual web layers by transverse flows of the liquids, without the fibers of the layers mixing to any appreciable extent. As a result, this device for the manufacture of cardboard has a particular advantage over such sieving devices, in which ready-formed and, as far as possible, pre-dewatered web layers are only scraped together.

De uitvoeringsvorm van figuur 7 komt overeen met die van figuur 6 met het enkele verschil dat in plaats van het doorgaande scheidingsele-10 ment 60 een scheidingselement 60' aanwezig is, dat bevestigd is aan een van de stofinloop 46 onafhankelijke vaste ondersteuning 62 die stroomafwaarts van de uittree-opening 54 van de stofinloop is aangebracht. De stofstraal B is na het verlaten van de uittree-opening 54 eerst naar boven niet begrensd om daarna de begrenzing tussen de scheidingselemen-15 ten 46 en 60' binnen te treden. Figuur 8 toont tenslotte een uitvoeringsvorm waarbij een scheidingselement 60" aanwezig is, dat eerst uitgaat van de onderste begrenzingswand 63 van de secundaire stofinloop 55. De stofstroom B beweegt zich daarom in dit geval van de eerste stofinloop 46 tot aan de secundaire stofinloop 55 met een naar boven 20 vrij oppervlak en komt eerst bij de secundaire stofinloop 55 onder het scheidingselement 60", waardoor deze nog over een bepaald traject van de stofstroom C gescheiden wordt gehouden.The embodiment of figure 7 corresponds to that of figure 6 with the only difference that instead of the continuous separating element 60 there is a separating element 60 ', which is attached to a fixed support 62 independent of the dust inlet 46 which is located downstream of the outlet opening 54 of the dust inlet is provided. After leaving the exit opening 54, the dust jet B is first not bounded upwards and then enters the boundary between the separating elements 46 and 60 '. Figure 8 finally shows an embodiment in which a separating element 60 "is present, which first starts from the lower boundary wall 63 of the secondary dust inlet 55. Therefore, the material flow B moves in this case from the first dust inlet 46 to the secondary dust inlet 55 with a surface upwards and first enters the secondary dust inlet 55 below the separating element 60 ", so that it is still kept separate from the substance stream C over a certain range.

Aangezien in het bijzonder de scheidingselementen 60 en 60r van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 6 en 7 de tweede stofstroom over een 25 langer traject naar boven begrenzen, zijn zij bij voorkeur van vlakken voorzien, die in de stofstroom een microturbulentie opwekken om een uitvlokken van de stof in het stromingstraject te verhinderen, waarin nog geen ontwatering van de betreffende stofstroom plaats vindt.In particular, since the separating elements 60 and 60r of the embodiment according to Figures 6 and 7 delimit the second material flow upwards over a longer path, they are preferably provided with surfaces which generate a micro-turbulence in the material flow to flocculate the prevent dust in the flow path, in which no dewatering of the relevant dust flow takes place yet.

De scheidingselementen zijn door in bijzonderheden niet getoonde 30 middelen over het gebied van hun uitstrekking bij voorkeur ondersteund en zijn voor zover zij niet volledig star zijn bevestigd, door overeenkomstige inrichtingen qua positie instelbaar.The separating elements are preferably supported over their extension region by means not shown in detail and, if not rigidly fixed, are positionally adjustable by corresponding devices.

82008338200833

Claims

1. Method for manufacturing a multilayer paper web in a double screen-forming device with a first and a second circular endless screen which, under tension, pass through a curved section generating a dewatering pressure in common and in the run-in area of the curving section converging slits that receive the emerging paper web, and by means of at least two dust streams emerging separately from dust inlet exit openings, are guided mainly in adjacent layers and downstream of the exit openings by flow direction separating elements are still kept separated from each other over a certain range, characterized in that at least the first material stream (A) adjoining a first (1; 6) of the two screens (1, 6.) on this first screen (1; 6 ) without influence of the second screen (6; 1) and the dewatering pressure of the curvature range to one formed paper web layer is dewatered in advance and at least the last material stream (C) passed through the last separating element (26, 60), outwardly not delimited by a separating element, for the dewatering is immediately introduced into the sieves (1, 6) formed converging slit area (7).

Method according to claim 1, characterized in that the first (A) and the other material streams (B) up to the last (C) dust stream on the first screen (1) are pre-dewatered.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the pre-dewatering on the first screen (1) takes place mainly through the static and dynamic property pressure of the liquid columns of the material streams.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the pre-dewatering on the first screen (1) is influenced by dewatering elements (9, 10, 11, 49) arranged on the back of the screen.

Method according to any one of claims 1-4, characterized in that at least the last material stream (C) and the path already formed at least from the first material stream (A) in a curvature path with an increasing curvature is exposed to an increasing dewatering pressure.

Method according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the material flows (Δ, B, C) are separated from one another by essentially rigid separating elements (25, 26, 48, 60) per se. 8200833

Method according to any one of claims 1 to 6, characterized in that the conductivity of the individual material streams (A, B, C) can be influenced by the separating elements outside the exit openings (14, 15, 16; 53, 54; 56).

A papermaking machine double screen forming apparatus for carrying out the process according to any one of claims 1 to 7, with dust inflows having at least two separated dust feeds and a corresponding number of exit openings bounded by boundary walls, which extend across the width of the dust inlet devices and run parallel to the flow, with separating elements between the material flows, which keep the material flows apart for a certain distance downstream of the outlet openings, and with a first and a first second continuous endless sieve, which are jointly partly laid around a dewatering roller and form a converging slit for receiving the paper web in the region of their run-up location on the dewatering roller, characterized in that the first sieve (1 and 6, respectively) for rising onto the dewatering roller (4; 44, 50) over a pre-dewatering section (3) w is guided, at the beginning of which there is at least one step-out opening (14, 53) of the dust-intake devices (13, 46), and that the separating elements (25, 26, 48, 60) are designed and guided, that at the beginning of the pre-dewatering path, only the first material stream (A) adjacent to the first screen (1 and 6, respectively) falls on the first screen (1 and 6, respectively) and at least the last separating element (26; 60) has a length such that the final stream of dust (C) supported by it is immediately directed into the converging gap (7) between the screens (1, 6).

Double sieve-molding device according to claim 8, characterized in that the first sieve (1) is guided substantially rectilinearly away from a collar roller (2) through the pre-dewatering section (3).

Double sieve-molding device according to claim 9, characterized in that in the pre-dewatering section (3) below the first sieve (1) the dewatering-influencing elements (9, 10, 11), such as sieve table elements (10), Suction strips (10) and / or suction boxes (11) are preferably arranged in an arrangement of increasing negative pressure.

Double sieve-forming device according to claim 9 or 10, characterized in that for the dewatering roller (4) below the first sieve (1) there is a sieve shoe (12) with a convex curved surface, the curvature of which is less than the jacket curvature of the dewatering roller (4) and which is at least partly also surrounded by the second screen (6) 8200833 '.

Double screen-forming device according to claim 8, characterized in that the first screen is placed around a forming roller (4) in the pre-dewatering stage.

Double screen-forming device according to any one of claims 8-12, characterized in that the dewatering roller (4) is a closed-surface roller.

A double screen-forming device according to any one of claims 8-12, characterized in that the dewatering roller is a roller (50) with a grid arranged on the jacket.

Double screen-forming device according to claim 14, characterized in that the dewatering roller (44) additionally comprises a suction box (42).

Double sieve-molding device according to one of Claims 8-15, characterized in that the second sieve (6) is guided together with the first sieve (1) around a positionally variable guide roller (5) for influencing of the converging inlet gap (7).

Double screen-forming device according to one of Claims 8 to 16, characterized in that the separating elements (25, 26, 48, 60) between the individual material streams are designed as rigid separating surfaces.

A double screen-forming device according to claim 17, characterized in that the interfaces with their upstream ends are hingedly mounted on the dust-inflowing devices.

19. Double screen-forming device according to claim 18, characterized in that the interfaces are adjustable to a specific position by external adjustment elements.

A double screen-forming device according to claim 19, characterized in that the adjusting elements are positively engaging mechanical adjusting elements.

Double screen-forming device according to claim 19, characterized in that the adjusting elements are force-acting, for example controllable, electromagnetic spacers.

22. A double screen-forming device according to any one of claims 18-21, characterized in that the interfaces in their pivotable mounting are designed such that they are interchangeable from outside the dust-inflowing devices.

A double sieve-molding device according to any one of claims 17-22, characterized in that the interfaces are curved according to the sieve guides if necessary.

A double screen-forming device according to any one of claims 8200833 * 1 ----- 17-23, characterized in that the interfaces are at least partially provided with a micro-turbulence generating surface structure.

The double screen-forming device according to any one of claims 5 to 17-24, characterized in that at least two outlet openings of a multilayer dust inlet (46) adjoining the outlet openings (53, 54) of the dust inlet devices are adjacent boundary walls form a common partition wall (47) to which a partition element (48) immediately joins.

26. Double sieve-molding device according to claim 25 for a two-layer web, characterized in that a single dividing surface, which is rigidly connected to the single dividing wall, is provided and that the two outer boundary walls of the exit openings are adjustable to influence the Ray.

The double screen-forming device according to claim 25 for a three-layer web, characterized in that the dividing wall (19) and dividing surface (25) adjoining the first sieve (1) are of rigid design, that the second dividing surface (26) the associated dividing wall (20) is movably mounted and is preferably adjustable and the outer boundary walls (17, 18) are adjustable.

28. A double screen-forming device according to claim 25 for a three-layer web, characterized in that the two necessary partitions (19, 20) and / or partitions (25T, 26 ') are connected as a channel-shaped unit on its outer sides (figure 3b, 3c).

A double sieve molding device according to any one of claims 17-24 for a three-layer web, characterized in that the exit tree opening (56) for the final dust flow (C) downstream of the 30 exit openings (53) 54) for the two first material streams (A, B) is arranged in a place (Figure 6-8) where the formation of the web layer from the second material stream (B) has not yet been completed.

Double sieve molding device according to claim 29, characterized in that the separating element (60 ') for separating the second 35 (B) and third (C) dust stream at a location (62) downstream of the exit openings (53, 54) for the first (A) and second (B) fabric flow begins (Figure 7).

A double sieve molding device according to any one of claims 17-30, characterized in that adjacent separating elements (25 ', 26') 40 enclosing a material flow (B) between them are provided with a 8200833 profiling which produces sudden cross-sectional changes (27, 28) for the material flow (B). ************** 8200833