NL8200750A - Inrichting voor het grijpen en overbrengen van produkten in een wikkelmachine. - Google Patents

Description

f i -1-

VO 311T

Inrichting voor het grijpen en overbrengen van produkten in een wikkel-machine.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het grijpen en overbrengen van produkten in een wikkelmachine , en meer in het bijzonder op een inrichting voor het veilig, maar voorzichtig grijpen en overbrengen van breekbare of gemakkelijk vervormbare produkten.

5 De inrichting kan nuttig worden toegepast om het gebied van de suikergoedindustrie, en in het bijzonder in machines voor het in papier wikkelen van kwetsbare produkten, zoals zuurtjes, pijpen zuurtjes, chocolaatjes, chocoladetabletten en soortgelijke voortbrengselen. In dergelijke machines wordt het overbrengen van de produkten gewoonlijk 10 uitgevoerd door grijpdelen, die tangen omvatten of samenstellen, die drukorganen en tegendrukorganen bevatten, uitgerust met een heen en weer gaande ' beweging.

Bij de gebieden van direkte aanraking met de produkten, zijn dergelijke grijpdelen gewoonlijk voorzien van rubberen kussens of gemaakt 15 van soortgelijk veerkrachtig materiaal, ontworpen voor· het verzekeren van de zo veilig en voorzichtig mogelijke greep van de produkten.

Een dergelijk doel wordt echter vrijwel nooit onder alle omstandigheden op bevredigende wijze bereikt, aangezien is gebleken, dat het gebruik van betrekkelijk stijve kussens niet altijd het met voldoende 20 voorzichtigheid en een passend uitgebreide oppervlakteaanraking grijpen mogelijk maakt van de produkten, in het bijzonder in het geval van pro-dükten met gebogen oppervlakken.

Indien aan de ene kant het gebruik van zeer zachte kussens, gemaakt van zacht poreus rubber, voordelig is voor deze produkten, veroor-25 zaakt dit aan de andere kant veelvuldige vervangingen van de kussens als gevolg van snelle slijtage daarvan.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een grijpinrichting van de voornoemde soort te verschaffen, waarbij de kussens uitstekende eigenschappen van duurzaamheid hebben, gepaard aan het vermogen 30 van het voorzichtig grijpen van produkten met een willekeurige gedaante,

Deze en nog andere doeleinden worden alle tot stand gebracht door de grijp- en overbrenginrichting voor produkten in een wikkelmachine overeenkomstig de uitvinding, welke inrichting grijpmiddelen omvat voor de produkten, welke middelen aan de grijpeinden voor de produkten 35 zijn voorzien van veerkrachtige middelen, met het kenmerk, dat althans 82 0 0 7 5 0.

-2- een van deze veerkrachtige middelen althans een inwendige holte heeft.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een zijaanzicht is van een eerste grijpinrichting 5 voor de produkten, figuur 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in figuur 1, en figuur 3 een zijaanzicht is van een tweede grijpinrichting voor de produkten.

10 Verwijzende naar figuur 1, geeft het verwijzingscijfer 1 in zijn algemeenheid een wiel of toren aan voor het overbrengen en wikkelen van produkten 2, welk wiel of welke toren deel uitmaakt van een niet weergegeven wikkelmachine.

Een dergelijk wiel 1 omvat een schijfelement 3, coaxiaal ge— 15 dragen door een as k3 voorzien van een horizontale hartlijn, en met tussenpozen draaibaar aan te drijven door niet weergegeven aandrijf-middelen.

Door de omtrek van het schijfelement 3 strekt zich een. aantal pennen 5 evenwijdig met de as b uit, aan welke pennen armen 6 aan een 20 einde draaibaar zijn aangebracht, welke armen in hoofdzaak radiaal naar buiten uitsteken vanaf het wiel 1.

De armen 6 vormen' in paren onderdeel van grijptangen voor de produkten 2, in zijn algemeenheid aangegeven bij 7» en op onderling gelijke hoekafstanden.

25 Door middel van zwaluwstaartkoppelingen of -verbindingen, dragen de twee armen 6 van elke tang 7 aan de betreffende vrije einden, kussens of' veerkrachtige elementen 9.

Elk kussen 9 is--gemaakt van rubber of soortgelijk veerkrachtig materiaal, en heeft een holte 10, die daar volgens een richting evenwij-30 dig met de as ^ doorheen loopt.

Bedieningsmiddelen, die niet zijn weergegeven aangezien zij algemeen bekend zijn, verschaffen het openen en sluiten van de tangen 7, waardoor passende heen en weer bewegingen tot stand worden gebracht van de armen 6 rond de betreffende pennen 5 wanneer een produkt 2 door 35 de tangen 7 moet worden opgenomen of daaruit verwijderd.

Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, is. elk der tangen 7 in staat tot het opnemen en dragen tijdens het wikkelen van een produkt 8200750 n* -i -3- 2 tussen de twee kussens 9, evenals een betrekkelijk klein vel of wik-kellengte 11, op bekende wijze, niet weergegeven, geleverd aan het wiel 1. Het blijkt duidelijk, dat de bepaalde constructie van de kussens 9 de grijpwanden 12 daarvan aanzienlijk vervormbaar maakt overeenkomstig 5 de omtrekken van de produkten 2.

Zoals weergegeven in figuur 3, kunnen de hiervoor beschreven kussens ook worden gebruikt in samenstellen, waarin de grijpmiddelen drukorganen en tegendrukorganen omvatten, uit gerust met een rechtlijnige heen en weergaande beweging.

10 Meer in het bijzonder geeft het verwij zings cijfer 13 een druk- element aan, dab een as 1¼ omvat, voorzien van een plaat 15, loodrecht daarop en aan een einde daarvan bevestigd.

Door middel van een zwaluwstaartkoppeling of -verbinding 16, draagt de plaat 15 een kussen 17, in een holte 18 waarvan althans een 15 veerkrachtig deel of een schroefveer 20 evenwijdig met de as 14 is geplaatst, teneinde de hechting tussen de grijpwand 19 en een produkt 2 te verbeteren.

De veer 20 werkt op de wand 19 met een zodanige kracht, dat het gedaanteaanpassingsvermogen van het kussen 1T niet in gevaar wordt 20 gebracht onder het verzekeren van een juiste veerkrachtige terugkeer van de wand 19 bij elk loslaten van een produkt 2, zelfs wanneer als gevolg van langdurig gebruik een verslechtering optreedt in de veerkrachtige eigenschappen van het materiaal, waaruit het kussen 17 bestaat.

Een tegendrukelement 21 is axiaal in lijn met het drukelement 25 13 aangebracht, en omvat een as 22, waarbij een plaat 23 integraal is met een einde daarvan, welke plaat een gebruikelijk soort kussen 2k draagt, gemaakt van veerkrachtig materiaal.

Het beschreven samenstel van een kussen 17, voorzien van. een holte 18, en een kussen 2k zonder een dergelijke holte, kan een voldoende 30 veilig grijpen verzekeren van de produkten 2 in alle gevallen, waarin de produkten 2, zoals in het voorbeeld van figuur 3, bij het overbrengen daarvan niet onderhevig zijn aan centrifugaalkracht of andere spanningen, die de stand daarvan kunnen wijzigen.

Zonder verandering van het beginsel van de uitvinding kunnen 35 natuurlijk vele veranderingen of wijzigingen worden aangebracht zonder het kader van de uitvinding te verlaten.

De beschreven holte zou bijv. kunnen zijn aangebracht in de 8200750 *

Y

-li- kus sens 9 of IT volgens andere richtingen dan die, welke zijn weergegeven, teneinde, indien nodig, een betere aanpassing van de wanden 12 of 19 mogelijk te maken aan de gedaante van de produkten 2.

In het bijzonder in het geval, dat de inrichting moet werken 5 met produkten met betrekkelijk grote afmetingen, kan bovendien een aantal onderling verschillende holten zijn aangebracht in de kussens 9 of 1T.

8200750

Claims (5)

1. Inrichting voor het grijpen en overbrengen van produkten in een. wikkelmachine, gekenmerkt door grijpmiddelen (J; 13, 21) voor de produkten (2), welke middelen aan de grijpeinden voor de produkten zijn voorzien van veerkrachtige elementen (9; 17, 2^), waarbij althans 5 een van de veerkrachtige elementen althans een inwendige holte (T0;18) heelt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grijpmiddelen eiv een veerkrachtig element omvatten, voorzien van een inwendige holte.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat althans een van de veerkrachtige elementen althans een veerkrachtig deel (20) omvat, opgenomen in de inwendige holte. k. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het veerkrachtige deel een schroefveer (20) is met de einden nabij twee T5 tegenover elkaar liggende wanden van de betreffende inwendige holte,

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans een van de veerkrachtige elementen een aantal inwendige holten heeft.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, en in 20 hoofdzaak zoals beschreven en weergegeven in de bijgaande tekening en voor de hiervoor gespecificeerde doeleinden. 1 8200750