NL8200551A - Stoffilter. - Google Patents

Description

VO 2644 -1- •%t z * '3·

Titel: Stoffilter

De uitvinding· heeft betrekking op een stoffilter, bestaande uit een cilindrisch huis, voorzien van een horizontale scheidingswand, een conische bodem uitgerust met een toevoerstomp, alsmede een met een sluis uitgeruste afvoerstomp, en van een met een luchtaf-5 voerkanaal uitgeruste bovenzijde, waarbij in het huis een aantal filterslangen is opgesteld, elk met een gesloten ondereinde en een open bovenste afvoereinde dat uitmondt in de horizontale scheidings- wand, waarbij voorts middelen aanwezig zijn voor het in elke filter-slang periodiek teweegbrengen van een overdruk.

10 Tijdens bedrijf wordt de met stof beladen lucht door het doek van de filterslangen gezogen respectievelijk geblazen. Eet stof blijft daarbij aan het filterdoek hangen en de gereinigde lucht verlaat het filter. Voor het regelmatig reinigen van het filter wordt een krachtige luchtstoot in een of in een groep filterslangen ge-15 injecteerd. Hierdoor komt het stof los van het filterdoek en wordt via de in de conische bodem opgestelde afvoerstomp opgestelde sluis afgevoerd. De naar beneden vallende stofdeeltjes zullen daarbij grotendeels als een gesloten massa naar beneden vallen en bijgevolg door de zich bovenwaarts bewegende luchtstroom heen. Het zal duidelijk 20 zijn, dat voor het verkrijgen van een goed rendément de invloed van het voor de werking van de inrichting opgewekte drukverschil zal moeten worden uitgeschakeld daar anders een bijzonder laag rendement wordt verkregen. Genoemde uitschakeling kan echter bij de bekende inrichtingen in verband met de vereiste continue stofafvoer niet plaats-25 vinden, zodat genoegen moet worden genomen met een laag rendement.

Een ander nadeel van de bekende inrichtingen is , dat bij het stukgaan van één van de filterslangen, de gehele installatie moet worden stilgezet, ten einde na te gaan welke slang lek is.

De uitvinding beoogt genoemde nadelen op te heffen.

30 Hiertoe vertoont een stoffilter van de in de aanhef vermelde soort het kenmerk, dat het cilindrische huis door middel van verticale wanden is verdeeld in een aantal compartimenten, waarbij boven de scheidingswand kamers worden gevormd, die elk afzonderlijk middels een afsluitbare opening in verbinding staan met het luchtafvoerkanaal.

35 Hierdoor is de mogelijkheid verkregen om de invloed van het opge- 8200551 V * -2- wekte drukverschil in één compartiment op te heffen. Bovendien zal door het geven van de luchtstoot in een of meer filterslangen van een compartiment, deze zich als een soort drukgolf van boven naar beneden voortzetten en daarbij het verwijderen van de min of meer 5 aangekoekte stoflaag als een massa voor zich uit bewegen, waardoor deze "door" de aanzuiglucht zal vallen.

Centraal in het huis kan daarbij een buffervat voor de opslag van perslucht zijn opgesteld, voorzien van een perslucht-toevoerleiding, op welk buffervat aan de bovenzijde naar elk van de 10 compartimenten reikende, afsluitbare leidingen aansluiten, die telkens zijn uitgerust met aftakleidingen, welke uitmonden in de filterslangen. Door deze maatregelen-wordt bereikt, dat telkens in korte tijd een hoeveelheid perslucht in de gewenste omvang en met het gewenste drukverschil aan de filterslangen kan worden 15 toegevoerd, m.a.w. de invloed van de lengte en afmetingen van de persluchttoevoerleidingen is hierdoor nagenoeg uitgeschakeld.

Voorts kan het stoffilter zijn voorzien van besturingsorganen voor het telkens na elkaar afsluiten van de genoemde opening tussen de bovenkamers en het luchtafvoerkanaal, alsmede het toevoeren 20 van perslucht aan een of meer filterslangen van een compartiment.

Doordat tijdens het afblazen het compartiment is afgesloten van het luchtafvoerkanaal, i.c. de daarin opgestelde zuigventilator, wordt enerzijds een extra versnelling van het stof in neerwaartse richting verkregen, zodat minder kans is op een naar de "zuigende" compartimen-25 ten stromen van het stof. Voorts kan door het tot enige tijd na het toevoeren van de perslucht gesloten houden van genoemde opening tussen de bovenkamers en het luchtafvoerkanaal, de afgeblazen stof in stilstaande lucht vanuit het betreffende compartiment naar beneden vallen.

30 In verdere uitwerking van de uitvinding bestaat ook de mogelijkheid om de mantel van het cilindrische huis draaibaar te verbinden met de conische bodem, waarbij de conische bodem is voorzien van een scheidingswand welke een gedeelte ter grootte van een compartiment afscheidt van het overige gedeelte van de 35 conische bodem en waarbij op dit gedeelte een met een sluis uitgevoerde afvoerstomp aansluit. Het “voordeel van deze constructie is dat het te reinigen compartiment geheel wordt gescheiden van 8200551 -3- het overige gedeelte van de inrichting, waardoor de invloed van de opstijgende lucht wordt uitgeschakeld.

Naast de rendements'verbetering wordt een groot voordeel van de inrichting volgens de uitvinding daardoor· gevormd, dat 5 bij een of meer kapotte filterslangen, snel kan worden vastgesteld in welk compartiment de betreffende slang zich bevindt ,waarna dit compartiment buiten werking kan worden gesteld door de opening tussen dé bovenkamer en het luchtafvoerkanaal af te sluiten. De andere compartimenten kunnen Hierdoor gewoon doorwerken, zonder dat 10 meer stof het filter kan passeren.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen thans, onder verwijzing naar de tekening, enkele uitvoeringsvoorbeeldaivan het stoffilter worden beschreven. In de tekening toont: fig. 1 een schematische langsdoorsnede van een stoffilter; 15 fig. 2 op grotere schaal een deel van de doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 vergroot een bij de inrichting volgens figuren 1 en 2 toegepaste filterslang; en fig. 4 een doorsnede overeenkomstig fig. 1 van een tweede uit-20 voeringsvorm van het stoffilter volgens de uitvinding.

Volgens de tekening is een stoffilter voorzien van een huis 1 bestaande uit een cirkelcilindrische mantel 2 , een conische bodem 3 en een bovenwand 4. In het huis is een horizontale scheidingswand 5 aangebracht, uitgerust met een aantal'openingen waarin filter-25- slangen 6 zijn bevestigd. Centraal in het huis bevindt zich een persluchtbuffervat 7.

De conische bodem 3 is uitgerust met een stomp 8 voor het toevoeren van de te reinigen lucht. De bodem mondt aan de benedenzijde uit in een met een roterende sluis 9 uitgeruste stomp 10, 30 In de cirkelcilindrische mantel zijn verder een aantal ver ticale schotten 11, in dit geval zes, opgesteld, die de ringsegment-vormige ruimte waarin de filterslangen 6 hangen, verdelen in een aantal compartimenten. Genoemde schotten 11 lopen bovenwaarts, dus tot voorbij de scheidingswand 5 door, aldus bovenkamers 12 35 vormend.

Centraal op de bovenwand 4 *sluit een luchtafvoerkanaal 13 aan die van de bovenkamers 12 is gescheiden middels een met kleppen 14 8200551 -4- uitgeruste wand 15.

Het buffervat 7 is voorzien van een of meer persluchttoevoerlei-dingen 16 en een met het aantal compartimenten overeenkomend aantal persluchtafvoerleidingen 17. Op laatstgenoemde leidingen , die elk 5 zijn voorzien van een klep 18 sluiten een aantal aftakleidingen 19 aan die uitmonden in het boveneinde van een filterslang.

Zoals uit’figuur 3 blijkt,. bestaat elke filterslang uit een van metaaldraad vervaardigde kooi 20 waaromheen een uit naaldvilt bestaande slang 21 hangt. De boveneinden van de kooi en 10 slang zijn bevestigd aan een ring 22, die middels bijvoorbeeld een bajonetsluiting gemakkelijk verwisselbaar is bevestigd in een ring 23 aangebracht in openingen in de scheidingswand 5.

De werking van de inrichting is als volgt:

Uit de via de stomp 8 toegevoerdeΛ te reinigen lucht zullen 15 de zware deeltjes direct naar beneden vallen (en in de afvoerstomp 10 terechtkomen), terwijl de met stof bevuilde lucht, onder invloed van een in het luchtafvoerkanaal opgestelde, niet weergegeven ventilator bijvoorbeeld een Roots-blower bovenwaarts zal bewegen (zie likerdeel fig.DELj het passeren van de filterslangen 6 zal het stof zich afzetten op 20 de buitenzijde van de slang 21. De aldus gereinigde lucht wordt daarna via de bovenkamers 12 ,de middels kleppen 14 afskitbare openingen in de wand 15 afgevoerd naar het luchtafvoerkanaal 13.

Wanneer zich op de filterslangen in een bepaald coup artiment een zodanige hoeveelheid stof heeft afgezet dat de werking daarvan 25 onvoldoende is, wordt de bij dit compartiment behorende klep 14 gesloten (zie rechterdeel figuur l).en wordt de klep 18 in de betreffende persluchttoevoerleiding 17 korte tijd geopend. Door de hierdoor opgewekte persluchtstoot zal de aangekoekte stoflaag van de filterslang loslaten en naar beneden vallen op de conische bodem 30 3 en via de roterende sluis 9 kunnen worden afgevoerd.

Zoals hiervoor reeds is gesteld wordt door enerzijds het onderverdelen in compartimenten en anderzijds het opwekken van een drukgolf bewerkstelligd dat de van de filterslangen te verwijderen stofkoek als een min of meer qesloten massa benedenwaarts valt door 35 de bovenwaarts bewegende, met stof bevuilde lucht heen.

De niet weergegeven besturingsmiddelen toegepast bij de inrichting volgens figuur 1 zijn zodanig, dat elk compartiment 8200551 -S' Ί-ί* -5- cyclisch van het luchtafvoerkanaal 13 wordt afgesloten en de filter-slangen in dat compartiment worden gereinigd.

De inrichting weergegeven in figuur 4 verschilt ten opzichte van die weergegeven in de figuren 1-3 slechts hierdoor, dat 5 de cilindrische mantel' 2 en de conische bodem 3 draaibaar ten opzichte- van elkaar zijn opgesteld middels een leger 24, en in de conische bodem 3 een scheidingswand 25 is aangebracht voorzien van een met de roterende sluis 27 uitgeruste afvoerstomp 26.

Het zal duidelijk zijn dat bij deze constructie tijdens bedrijf 10 de conische bodem stilstaat en de zich daarboven bevindende cilindrische mantel 2 met de daarin opgestelde elementen roteert.

Het voordeel van laastgenoemde constructie bestaat daaruit dat het compartiment met de af te blazen filterslangen volledig gescheiden wordt van het overige gedeelte van de inrichting, zodat 15 de invloed van opstijgende, bevuilde lucht volledig wordt uitgeschakeld.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het raam van de uitvindings-gedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk zijn.

8200551

Claims (4)

1. Stoffliter bestaande uit een cilindrisch huis voorzien van een horizontale scheidingswand, een conische bodem uitgerust met een toevoerstomp alsmede een met een sluis uitgeruste afvoerstomp, van een met een luchtafvoerkanaal uitgeruste bovenzijde, waarbij in 5 het huis een aantal filterslangen elk met een gesloten ondereinde en een open bovenste afvoereinde is ongesteld, dat uitmondt in de horizontale scheidingswand en waarbij voorts middelen aanwezig zijn voor het in elke filterslang periodiek teweegbrengen van een overdruk, met het kenmerk, dat het cilindrische huis door middel van 10 verticale wanden is verdeeld in een aantal compartimenten, waarbij boven de scheidingswand kamers worden gevormd, die elk afzonderijk middels een afsluitbare opening in verbinding staan met het luchtafvoerkanaal .

2. Stoffilter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat centraal 15 in het huis een persluchtbuffervat is opgesteld, voorzien van een persluchttoevoerleiding, op welk buffervat aan de bovenzijde naar elk van de compartimenten reikende afsluitbare leidingen zijn aangesloten, die telkens zijn uitgerust met aftakleidingen, welke uitmonden in de filterslangen.

3. Stoffilter volgens conclusie 2, gekenmerkt door besturings- organen voor het telkens na elkaar afsluiten van de genoemde opening tussen de bovenkamers en het luchtafvoerkanaal, alsmede het toevoeren van perslucht aan één of meer filterslangen van een compartiment.

3 -6- Conclusiés

4. Stoffliter volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de 25 mantel van het cilindrische huis draaibaar is verbonden met de conische bodem en de conische bodem is voorzien van een scheidingswand, welk een gedeelte ter grootte van een compartiment afscheidt van het overige gedeelte van de conische bodem, en waarbij op dit gedeelte een met een sluis uitgeruste af voerstomp aansluit. 8200551