NL8120179A - - Google Patents

Description

8120179 * VO 3048

Inrichting met indrukbare toets, die een onderbreker met vertraagde opening vormt.__ 1 ' _

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting met indrukbare toets, zoals een toetsenbordtoets of een drukknop, die een mechanische onderbreker vormt, die in de ruststand van de toets is gesloten.

Men kent numerieke of ot-numerieke drukknoppen en toetsenborden, 5 die indrukbare toetsen omvatten, elk onderworpen aan een magnetische aantrekkracht, die de toets naar zijn ruststand trekt en samenwerkt met een mechanische onderbreker, die in de ruststand van de toets is gesloten, en die wordt geopend door het indrukken daarvan. In het algemeen heeft het openen van de onderbreker plaats zodra men op de toets een indruk-10 kracht uitoefent, die groter is dan de magnetische aantrekkingskracht, die hem in zijn ruststand houdt, dat wil zeggen zodra de toets zijn ruststand verlaat. Dergelijke toetsenborden of drukknoppen vertonen een groot aantal voordelen met betrekking tot de gebruikelijke techniek, waarbij mechanische onderbrekers, samenhangende met toetsen, open zijn 15 in de ruststand van de toetsen en gesloten wanneer de toetsen zijn ingedrukt.

Het is desondanks in bepaalde gevallen wenselijk, dat het openen van de onderbreker, samenhangend met de toets, wordt vertraagd ten opzichte van het indrukken van de toets, dat wil zeggen dat dit openen 20 pas plaats heeft na een bepaalde tijd van indrukken van de toets. Men heeft in feite vastgesteld, dat bepaalde bedieners, die zich bedienen van dergelijke toetsenborden of dergelijke drukknoppen, de gewoonte hebben hun vingers te laten rusten op de toetsen wanneer zij een ogenblik ophouden met het zich bedienen van het toetsenbord of de drukknop-25 pen of onder het langsstrijken verplaatsen van hun vingers op de toetsen. ; Deze manier van doen wordt soms overgezet in een ongewilde bediening , van een toets, die over een zeer kleine afstand wordt ingedrukt, en in de niet gewenste opwekking van een stuursignaal indien de met de toets samenhangende onderbreker direct bij het begin van de indrukduur van de 30 toets open is.

Voor het opheffen van dit ongemak heeft men reeds voorgesteld, dat de met toetsen samenhangende onderbrekers van de soort zijn met een geleidelijke opening, zodat zij pas volledig open zijn wanneer de toetsen een minimale vooraf bepaalde afstand of dode weg hebben doorlopen. Deze 35 geleidelijke opening van onderbrekers komt echter tot uitdrukking in verschijnselen van opspringen ter hoogte van contacten, zodat het . -..-,81 2 01 79...... -........ ............ - -..........., -2- signaal, opgewekt door de opening van de onderbreker niet volkomen is en in bepaalde gevallen moet worden behandeld door tekens voor het in vorm brengen.

De uitvinding heeft als doel een inrichting met indrukbare toets, 5 die deze verschillende nadelen niet vertoont, en stelt voor dit doel een soortgelijke inrichting voor, die is gekenmerkt doordat de met de indrukbare toets samenhangende onderbreker wordt gevormd door een con-tactplaat, gedragen door de toets, en een vertraagde, maar plotselinge opening heeft.

10 Men voorkomt zodoende enerzijds niet gewenste produkties van signalen, wanneer de bediener zijn vingers op de toetsen laat rusten of ze door verschuiven verplaatst van een toets naar een andere, en anderzijds verschijnselen van terugspringen als gevolg van de geleidelijke opening van de onderbreker.

15 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding, omvat de contact- plaat van een toets althans een veerkrachtig vervormbare tong, die eindigt in een contactstuk, dat is bestemd om te worden gedrukt op het onafhankelijke geleidende oppervlak van de toets door het sluiten van de onderbreker,en dat wordt onderworpen aan een magnetische aantrekkings-20 kracht, die groter is dan een tegengestelde kracht, daarop uitgeoefend door de tong bij het begin van het indrukken van de toets vanuit zijn ruststand, welke door de tong op het stuk uitgeoefende kracht toeneemt vanaf een waarde, die in hoofdzaak nul is in ruststand van de toets, tot een waarde, die groter is dan de magnetische aantrekkingskracht 25 wanneer de toets een vooraf bepaalde afstand of dode slag heeft doorlopen.

Zodoende verkrijgt men een zeer plotselinge en zeer snelle opening van de onderbreker, zonder geleidelijkheid, wanneer dë toets deze voorafbepaalde minimale afstand, die de dode slag bepaalt, heeft afge-30 legd.

In de volgende beschrijving, gegeven bij wijze van voorbeeld, wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin: - fig.1 een schematische doorsnede is van de inrichting met indrukbare toets, 35 - fig.2 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van de contact- plaat van de toets, - fig.3 een bovenaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de con-tactplaat, -8 12 01 ..... .....'· -3- - fig.4 een bovenaanzicht is van nog een andere uitvoeringsvorm van de contactplaat, - fig.5 een zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de contactplaat en het onderste blad van de toets, 5 - fig.6 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van de contactplaat van fig. 5, - fig.7 een met fig. 5 overeenkomend zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm, - fig.8 een ruimtelijk aanzicht is van de uitvoeringsvorm van fig. 7, 10 - fig.9 een met de fig. 5 en 7 overeenkomstig zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm, - fig.10 een ruimtelijk aanzicht is van de uitvoeringsvorm volgens fig.9, - fig.11 het gedrag toont van de terugstelkracht van een toets als functie van de weg van deze toets, en 15 - de figuren 12 en 13 doorsneden zijn van twee uitvoeringsvarianten van de inrichting.

In fig. 1 is schematisch in doorsnede de inrichting met indrukbare toets weergegeven, die deel kan uitmaken van een drukknop of een : numeriek of α-numeriek toetsenbord.

20 Deze inrichting omvat in beginsel een samengestelde plaat 10, voorzien van een gat 11 waardoor heen zich de steel 12 uitstrekt van een toets, op het bovenste einde waarvan een verwijderbare sierknop 13 is gemonteerd, en waarvan het onderste einde een blad 14 vormt voor het dragen van een contactplaat 15.

25 In het weergegeven voorbeeld wordt de samengestelde plaat 10 ge vormd door een metalen bovenste plaat 16, een tusseriblad 17 van magnetisch materiaal, zoals een magnetisch geladen elastomeer, en een buigzame onderste gedrukte keten 18. De bovenste metalen plaat 16, het tus-senblad 17 van een magnetisch geladen elastomeer, en de buigzame gedrukte , / 30 keten 18 vormen een eendelig samenstel, dat een totale dikte heeft van 2 tot 3 ram. De buigzame gedrukte keten 18 is een zeer dun blad of een foelie 19 van kunststofmateriaal, geplakt op het onderste eindvlak van het blad 17 van de magnetisch geladen elastomeer,en waarvan het onderste eindvlak is voorzien van een geleidernet 20, dat contactplaatjes 21 omvat. Dit 35 geleidernet kan zijn gevormd door een geleidende inkt, aangebracht door zeefdrukken op het onderste eindvlak van de foelie 19 van kunststofmate- ' riaal.

De contactplaat 15 (fiq. 2), qedraqen door h£bovenste eindvlak ....... 8 1 2 0 1 7 9....................... ......

-4- van het blad 14 van het lichaam van de toets, omvat twee contactstukken 22, elk bestemd om samen te werken met een plaatje 21 van het geleider-net 20. Elk stuk 22 is met de plaat 15 verbonden door een veerkrachtig vervormbare tong 23, die vooraf bepaalde afmetingen heeft. De plaat 15 5 is door gelijktijdig vormen in een vorm bevestigd aan het bovenste eind-vlak van het blad 14 over het hoofdgedeelte van zijn oppervlak, maar de tongen 23 en de contactstukken 22 zijn vrij en kunnen vanuit het blad 14 worden opgeheven door veerkrachtig buigen van de tongen 23.

Het oppervlak van de contactstukken 22 is vooraf bepaald, en is met 10 voordeel in hoofdzaak gelijk aan dat van de contactplaatjes 21 van de buigzame gedrukte keten 18. De tongen 23 en de plaatjes 21 vormen mechanische onderbrekers, bestuurd door de toetsen.

Deze inrichting werkt op de volgende wijze.

In de ruststand van de toets, wordt de contactplaat 15, gedragen 15 door het onderste blad 14 van de toets, gedrukt op het geleidernet 20 van het onderste eindvlak van de samengestelde plaat 10, en worden de contactstukken 22 gedrukt op de bijbehorende plaatjes 21 van het geleidernet 20. De luchtspleet tussen dit geleidernet en de contactplaat 15 ·, is dan nul. De toets wordt in deze ruststand gehouden door de magneti-20 sche aantrekkingskracht,ontwikkeld door het blad 17 van een magnetisch geladen elastomeer, en inwerkende op de contactplaat 15 van de toets.

Wanneer men op de sierknop 13 van de toets een indrukkracht uitoefent, die groter is dan de magnetische aantrekkingskracht, die inwerkt op de ; plaat 15, begint de toets naar beneden te bewegen ten opzichte van de 25 samengestelde plaat 10, en gaat deze beweging door totdat de onderste rand van de sierknop 13 komt aan te liggen tegen de bovenste metalen -plaat 16 (welke stand in de rechterhelft van de fig. 1 is weergegeven).

Zodra de op de toets uitgeoefende indrukkracht ophoudt, wordt de toets in zijn ruststand teruggebracht door de magnetische aantrekkingskracht, λ 30 ontwikkeld door het blad 17 van de magnetisch geladen elastomeer. ;

Bij het begin van de indrukweg van de toets, blijft elke onderbreker, gevormd door een contactplaatje 21 en het bijbehorende contact-stuk 22 van de plaat 15 gesloten, waarbij het stuk 22 over zijn gehele ; oppervlak gedrukt blijft op het contactplaatje 21 als gevolg van de mag-35 netische aantrekkingskracht, die op hem wordt uitgeoefend door het blad 17. Te zelfder tijd vervormt de bijbehorende tong 23 zich veerkrachtig door buigen en oefent hij op het stuk 22 een veerkracht uit, tegengesteld aan de magnetische aantrekkingskracht, en die geleidelijk toeneemt - ' ..... 8 1 2 01 7 9.......;- ::....... ......:......:r -5- vanaf een nulwaarde tot aan een waarde, die althans gelijk is aan de magnetische aantrekkingskracht, uitgeoefend op het stuk 22 (welke stand in de linkerhelft van de fig.1 is weergegeven).

Zodra de veerkracht, uitgeoefend op het stuk 22 door de tong 5 23, de magnetische aantrekkingskracht, uitgeoefend op dit stuk overschrijdt, scheidt dit stuk zich plotseling van het bijbehorende con-tactplaatje 21 en keert het terug naar aanligging tegen het bovenste eindvlak van het blad 14 van de toets. De mechanische onderbreker, gevormd door het stuk 22 en het contactplaatje 21 wordt zodoende op 10 plotselinge en ten opzichte van het indrukken van de toets vertraagde wijze geopend zonder enige geleidelijkheid en zonder het verschijnsel van het terugspringen te veroorzaken.

Wanneer de onderbreker is geopend, of wanneer hij is gesloten wanneer de toets zich in zijn ruststand bevindt, vertoont de tong 23 15 geen enkele buigingsvervorming en oefent hij geen enkele kracht uit op 'N - ·'··. , het contactstuk 22.

Het oppervlak van elk contactstuk 22 en de afmetingen van de bijbehorende tong 23 zijn zodanig bepaald, dat de magnetische aantrekkingskracht, uitgeoefend op het stuk 22, in evenwicht is met de kracht, 20 die op dit stuk wordt uitgeoefend als gevolg van de veerkrachtige vervorming van de tong 23 voor een vooraf bepaalde weg van de toets vanuit zijn ruststand.

Om de gedachte te bepalen wordt bij wijze van voorbeeld gepreciseerd, dat de op een toets voor het indrukken daarvan uit te oefenen 25 kracht in de orde kan zijn van 60 g, dat elk stuk 22 een zodanig oppervlak kan hebben, dat de door het blad 17 op hem uitgeoefende magnetische aantrekkingskracht in de orde van.10 g'is," dat de opening van de onderbreker plaats vindt wanneer de toets vanuit zijn ruststand een afstand ?' ’ heeft afgelegd van althans gelijk aan 0,5 mm, en dat de totale weg van 30 de toets ongeveer 2 mm is. . !

In de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvariant, is de contact-plaat, gedragen door het blad 14 van de toets, verwezenlijkt in twee gelijke gedeelten 24 die elk een contactstuk 25 omvatten, dat het einde vormt van een veerkrachtig vervormbare tong 26, en die in een zelfde 35 vlak zijn geplaatst,symmetrisch ten opzichte van de lengte-hartlijn van de toets. Deze twee gedeelten 24 zijn onderling verbonden door een diode ; 27, die gewoonlijk is verzonken in het onderste blad 14 van de toets.

In de in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvorm, bestaat de contact- ;v' ;'t 1 2 0 1 7 9............. :-.........~.................

-6- plaat uit twee gelijke helften 30, onderling verbonden door een diode 31, zoals in fig. 3, waarbij elk gedeelte 30 een contactstuk 32 omvat, dat het einde vormt van een veerkrachtig vervormbare tong met een grote lengte, gevormd van drie gedeelten 33, 34 en 35 in eikaars verlengde.

5 Als gevolg van de grote lengte van de veerkrachtig vervormbare tongen,die elk contactstuk 32 verbhden met een gedeelte 30 van de contactplaat, kan men voor de opening van de onderbreker een zeer aanzienlijke dode weg van de toets verkrijgen.

De figuren 5 en 6 tonen een andere uitvoeringsvorm van de veer-10 krachtig vervormbare tongen, die eindigen in contactstukken. In deze twee figuren, kan de contactplaat zijn verwezenlijkt in twee‘gelijke gedeelten 40,onderling verbonden door een diode, zoals in de fig. 3 en 4, en omvat elk gedeelte 40 door doorsnijden een veerkrachtig vervormbare tong 41, die eindigt in een contactstuk 42 met passende afmetingen, dat 15 schuin staat ten opzichte van de vervormbare veerkrachtige tong en zelf eindigt in een L-vormig gevouwen en een haakvormend gedeelte 43. Deze haak 43 grijpt aan onder een rand 44 van het onderste blad 45, vast verbonden met de toets en waaraan elk gedeelte 40 van de contactplaat is bevestigd, behalve natuurlijk de veerkrachtig vervormbare tongen 41 en de 20 contactstukken 42.

Wanneer de toets in zijn ruststand is, neemt de tong 41 in hoofd- , zaak de met een getrokken lijn in fig. 5 weergegeven stand in ten opzichte , van het onderste blad 45 van de toets. Wanneer men de toets begint in te drukken, verwijdert het blad 45 zich van het in fig. 1 weergegeven een-25 delige samenstel, dat de bovenste metalen plaat 16,. het tussenblad 17 van een magnetisch geladen elastomeer en de buigzuime gedrukte keten 18, die het geleidernet 20 draagt, omvat, maar blijft elk contactstuk 42 door. magnetische aantrekkingskracht gedrukt op een contactplaatje 21 van het geleidernet, waarbij de tongen 41 zich veerkrachtig vervormen in hun ver-30 bindingszone met. elk gedeelte 40 van de contactplaat. Aan het einde van v de dodeweg van de toets, is de haak 43 van elke tong 41 in een aanlig- ! ging onder de rand 44 van het onderste blad 45 van de toets, en wordt, indien men doorgaat de toets in te drukken het contactstuk 42 gedwongen ,r zich te scheiden van het bijbehorende contactplaatje 21, en wordt de 35 onderbreker geopend (welke stand met streeplijnen is weergegeven in fig.5).

Met voordeel is de hellingshoek van het contactstuk 42 ten opzichte van zijn vervormbare tong 41 in hoofdzaak gelijk aan de hoek, die de - vTTO'ï 7 9 ................'...............

-7- tong 41 maakt met de contactplaat 40 aan het einde van de dode weg van de toets, zodat in deze omstandigheden het gehele oppervlak van hét contactstuk 42 is gedrukt op het bijbehorende contactplaatje 21 aan het einde van de dode weg van de toets, en de op dit contactstuk 42 uitge-5 oefende magnetische kracht maximaal is. Zodoende krijgt men een hard punt, dat aan de bediener het einde aangeeft van de dode weg van de toets.

De in de fig. 5 en 6 geïllustreerde uitvoeringsvorm maakt het mogelijk een volkomen bepaalde dode weg te hebben van de toets, die is 10 vastgelegd door de vorm en de afmetingen van de haak 43 van elk contactstuk 42.

In de uitvoeringsvariant van de fig. 7 en 8, omvat elk gedeelte 50 van een contactplaat een veerkrachtig vervormbare tong 51, die eindigt in een contactstuk 53, dat schuin staat ten opzichte van de tong 51 op 15 dezelfde wijze als in de voorgaande uitvoeringsvorm. Vanaf elke tong 51 strekt zich zijdelings naar beneden een lip 54 uit, die in de vorm van een haak naar beneden is gevouwen, en die aangrijpt onder een gedeelte van het onderste blad 55 van het lichaam van de toets.

De wèrking van deze uitvoeringsvorm is dezelfde als de voorgaande: 20 aan het einde van de dode weg van de toets, is de haak 54 tot aanligging . gekomen onder het onderste blad 55 van de toets, en het aanvullend indrukken van de toets komt noodzakelijkerwijze tot uitdrukking in.de ope- ' ning van de onderbreker, gevormd door het contactstuk 53 en het bijbehorende contactplaatje 21.

25 In de in fig. 9 en 10 weergegeven uitvoeringsvorm, omvat elk ge deelte 60.van een contactplaat een veerkrachtig vervormbare tong 61, eindigende in een contactstuk 62. De verbindingszone van elke tong 61 : met het bijbehorende gedeelte 60 van de contactplaat is zodanig naar beneden afgebogen(fig. 10), dat de tong 61 zich uitstrekt onder een aan-30 slag 63, die zich naar beneden uitstrekt vanaf het onderste blad 64 van ^ de toets, waaraan de twee gedeelten 60 van de contactplaat zijn beves- i , ' tigd. Deze aanslag 63 vormt een aflopende helling 65, die de schuine hoekstand begrenst, die de veerkrachtig vervormbare tong 61 kan innemen ten opzichte van de rest van de toets. - 35 In de ruststand van de toets, is elke vervormbare tong in hoofd zaak in de met een getrokken lijn in fig. 9 weergegeven stand, dat wil zeggen dat hij zich uitstrekt onder de aanslag 63 en gescheiden is van de aflopende helling 65. Wanneer de toets zijn dode weg aflegt, heft de .......'8 1 2^ 1-7-9 -V- --...............:..... -..........

-8- tong 61 zich geleidelijk op totdat hij is gedrukt op de aflopende helling 65 aan het einde van deze dode weg. Bet aanvullend indrukken van de toets veroorzaakt dus noodzakelijkerwijze de opening van de onderbreker, gevormd door het contactstuk 62 en het bijbehorende contact-5 plaatje 21.

Op te merken is, dat in de uitvoeringsvorm van de fig. 5-10, de dode weg van de toets zeer goed is bepaald en herhaalbaar is, en dat de opening van de contacten op plotselinge wijze en zonder terugspringen aan het einde van de dode weg van de toets,tot stand komt.

10 Thans wordt verwezen naar de fig. 11, die het gedrag toont van de terugstelkracht, uitgeoefend op elke toets tijdens de dode weg als functie van de afstand d, afgelegd door de toets vanuit zijn ruststand.

De terugstelkracht is de resultante van twee krachten met dezelfde richting, waarvan de ene de magnetische aantrekkingskracht F^ 15 is, uitgeoefend door het blad van een magnetische elastomeer op de con-tactplaat, gedragen door het onderste blad van de toets, en waarvan de andere de kracht is, uitgeoefend op de contactplaat door de veerkrachtig vervormde tong, waarvan het contactstuk door magnetische aantrekkingskracht gedrukt wordt gehouden op het gedrukte geleidernet van 20 het blad van de magnetische elastomeer.

In de ruststand van de toets, kan de kracht F^ een negatieve uitgangswaarde hebben indien de tong dan enigszins naar beneden is gevouwen of vervormd, wanneer zij rust op het geleidernet. De verandering van de kracht als functie van 'de weg van de toets is in hoofdzaak rechtlijnig. 25 De krachten F^ en F^ veranderen in tegengestelde richting tijdens de dode weg van de toets. De terugstelkracht F ,uitgeoefend op de toets, is gelijk aan de som van de krachten F^ en F^ : te zien is dat deze door een minimum gaat tijdens de dode weg van de toets, en zeer plotseling afneemt aan het einde van deze dode weg; het punt A komt overeen met het 30 einde van de dode weg voor een van de uitvoeringsvormen van de figuren 5-10, terwijl het punt B overeenkomt met het einde van deze dode weg voor een van de uitvoeringsvormen van de figuren 1 - 4. In het weergegeven voorbeeld, is de dode weg gelijk aan 2 mm (van het punt A).

Men kan natuurlijk de waarde van de dode weg naar keuze bepalen, 35 waarbij de in de praktijk aangehaalde waarden in het algemeen tussen 0,5 en ongeveer 2 mm liggen of ook tussen 10 % en 90 % van de totale weg van de toets.

Thans wordt verwezen naar de fig.12, die een andere uitvoerings- 8120179 -9- vorm toont van de inrichting.

In deze figuur omvat de inrichting een samengestelde plaat 70, voorzien van gaten 71, waardoorheen stelen 72 zich uitstrekken van toetsen, van welke stelen het bovenste einde een verwijderbare sierknop 73 5 omvat, en waarvan het onderste einde een blad 74 vormt. De stelen 72, de sierknoppen 73 en de onderste bladen 74 van dé toetsen zijn verwezenlijkt van een niet-geleidend en niet-magnetisch materiaal, bijvoorbeeld van kunststofmateriaal.

De samengestelde plaat 70 is in dit voorbeeld gevormd van een 10 bovenste metalen plaat 75 en van een onderste plaat 76 van magnetisch materiaal, zoals een magnetisch geladen elastomeer. Op het onderste eindvlak van het blad 76 van magnetisch materiaal is een geïsoleerd ge-leidernet gevormd, dat contactplaatjes heeft, die zijn bestemd voor samenwerking met contactplaten van de toetsen voor het vormen van onder-15 brekers, die zijn gesloten in de ruststand van de toetsen, en geopend wanneer de toetsen zijn ingedrukt na een vooraf bepaalde dode weg te hebben doorlopen. Dit geleidernet kan op het onderste eindvlak van het blad 76 van een magnetisch geladen elastomeer zijn gevormd door afzetting door zeefdrukken van geleidende inkten.

20 Elke toets omvat een beweegbaar blad 80, waarvan het bovenste eindvlak een contactplaat 81 draagt, bestemd voor samenwerking met de contactplaatjes van het voomoemde geleidernet voor het vormen van de onderbrekers, en deze beweegbare plaat is verschuifbaar gemonteerd om de steel 72 van de toets volgens de lengte-hartlijn of verplaatsings-25 hartlijn 82 daarvan,tussen twee aanslagen, waarbij de onderste aanslag wordt gevormd door het onderste blad 74 van de toets, en de bovenste aanslag wordt gevormd door een schouder 83 van de steel 72.

Het beweegbare blad 80 is gevormd van een stuk met een middengat, waardoorheen zich de steel 72 van de toets uitstrekt, en hij draagt inet 30 voordeel twee contactplaten 81, onderling verbonden door een diode, verzonken in de schouder van het blad 80.

Het onderste blad 74 van de toets is omgeven door een verticaal uitstekende rand 84, waarvan de hoogte althans gelijk is aan de dikte . - van het beweegbare blad 80 en de contactplaten 81. Op het bovenste eind-35 vlak van de rand 84 is een metalen plaat 85 bevestigd, bijvoorbeeld van week ijzer.

De werking van deze uitvoeringsvorm is de volgende:

In de ruststand van de toets, weergegeven in het linkergedeelte ΐ'νΛ 8120179.....................: -10- van de fig. 12, is de rand 84 van het onderste blad 74 van de toets op het onderste eindvlak gedrukt van het blad 76 van de magnetische elastomeer als gevolg van magnetische aantrekking, die inwerkt op zijn metalen plaat 85. Het beweegbare blad 80 is eveneens gedrukt op het 5 onderste eindvlak van het blad 76 als gevolg van de magnetische aantrekking, uitgeoefend op de contactplaten 81, die in contact zijn met de plaatjes van het geleidernet. De met de toets samenhangende onderbreker is in deze omstandigheden gesloten.

Wanneer men op de sierknop 73 van de toets een indrukkracht uit-10 oefent, die groter is dan de magnetische aantrekkingskracht, die inwerkt op de metalen plaat 85 van het onderste blad 74, begint de toets naar beneden te bewegen ten opzichte van de samengestelde plaat 70, maar blijft het beweegbare blad 80 gedrukt op het onderste eindvlak van het blad 76 van de magnetische elastomeer totdat de schouder 83 in aanlig-15 ging komt op het beweegbare blad 80 (welke stand in de rechterhelft van de fig. 12 is weergegeven). Wanneer men dan op de toets een indrukkracht uitoefent, die groter is dan de magnetische aantrekkingskracht, die inwerkt op de contactplaten 81, wordt de schouder 83 van de steel 72 van de toets dan gescheiden van het beweegbare blad 80 vein het blad 20 76 van de elastomeer, en wordt de met de toets samenhangende onderbreker op plotselinge wijze geopend.

De dode weg van de toets tussen zijn ruststand en de openings-stand van de onderbreker is nauwkeurig bepaald door de verplaatsings-afstand van het beweegbare blad 80 tussen de twee aanslagen, gevormd 25 door de schouder 83 en het onderste blad 74 van de toets.

De fig. 13 toont een variant van deze uitvoeringsvorm, waarin het beweegbare blad 90, dat de twee contactplaten 91 draagt, verplaatsbaar is volgens de as 92 van het lichaam 93 van de toets tussen twee aanslagen, waarvan de ene wordt gevormd door het bovenste eindvlak van 30 het onderste blad 94 van de toets, en waarvan het andere wordt gevormd door de metalen plaat 95, bevestigd aan het bovenste eindvlak van de verticale rand 96, die het blad 94 omgeeft. Deze metalen plaat 95 grenst aan het inwendige van het onderste blad 94 en strekt zich uit ten opzichte van een onderste ringvormige rand 97, gevormd aan de om-35 trek van het beweegbare blad 90.

In de ruststand van de toets, weergegeven in de linkerhelft van de fig. 13, is het beweegbare blad 90 door zijn contactplaten 91 op het ,8.12:p.i.7.9,. ............

-11- onderste eindvlak gedrukt van het blad 76 van de magnetische elastomeer, en is het onderste blad 94 van de toets eveneens gedrukt op het onderste eindvlak van dit blad 76 door middel van de metalen plaat 95 en zijn rand 96. Wanneer men op de toets een indrukkracht uitoefent, groter dan 5 de magnetische aantrekkingskracht, die inwerkt op de plaat 95, wordt de toets ingedrukt en doorloopt hij een dode weg totdat de plaat 95 komt aan te liggen op de ringvormige omtreksrand 97 van het beweegbare blad 90 (welke stand in de rechterhelft van de fig. 13 is weergegeven). Indien men dan op de toets een indrukkracht uitoefent, die groter is dan 10 de magnetische kracht, die inwerkt op de contactplaten 91 van het beweegbare blad 90, beweegt de toets verder naar beneden en veroorzaakt hij de plotselinge opening van de bijbehorende onderbreker.

In de twee, aan de hand van de fig. 12 en 13 beschreven uitvoeringsvormen, neemt de magnetische terugstelkracht, die de toets on-15 onderbroken naar zijn ruststand drukt, geleidelijk af tussen de ruststand en het einde van de dode weg (de magnetische kracht, die inwerkt op de plaat 85 of 95 van de rand van het onderste blad van de toets), gaat vervolgens plotseling naar een maximum aan het einde van de dode weg als gevolg van de magnetische aantrekking, uitgeoefend op het be-20 weegbare blad 80 of 90, en neemt vervolgens opnieuw geleidelijk af wanneer het beweegbare blad wordt gescheiden van het blad van de magnetisch geladen elastomeer. Men verkrijgt dus een hard punt aan het einde van de dode weg, hetgeen zeer nauwkeurig de bediener inlicht over de indruktoestand van de toets.

25 Men kan natuurlijk de sterkte van dit harde punt veranderen door het wijzigen van de afmetingen van de contactplaten, gedragen door het beweegbare blad, ten opzichte van die van de metalen plaat, die wordt ' gedragen door de rand van het onderste blad van de toets.

; ; 1.2.0.179 ................................._ ................; ......._

Claims (19)

1. Inrichting met indrukbare toets en contactplaat, die is onderworpen aan een magnetische aantrekkingskracht, die hem naar een ruststand drukt,en die samenwerkt met een onafhankelijk geleidend oppervlak van de toets voor het vormen van een mechanische onderbreker, die gesloten is in de ruststand van de toets, en geopend wordt door het indrukken daarvan, met het kenmerk, dat de contactplaat (15, 24, 30, 40, 50, 60, ...) wordt gedragen door de toets (12, 13, 14, 45, 55, ...), en de onderbreker een plotselinge en vertraagde opening heeft.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening van de onderbreker plaats vindt nadat de toets een vooraf bepaalde afstand of dode weg heeft afgelegd.

3. Inrichting volgens,een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat (15, 25, 30, 40, ...) althans een tong(23, 26, 33, 41, 51, 61, ...)omvat, ,die .veerkrachtig vervormbaar is en eindigt in een contact-stuk (22, 25, 32, 42, 53, 62, ...),dat is bestemd om op het geleidende oppervlak (21) te worden gedrukt voor het sluiten van de onderbreker, en wordt onderworpen aan een magnetische aantrekkingskracht, die groter is dan een tegengestelde kracht, die op hem wordt uitgeoefend door de tong (23, 26, 35, 41, ...) bij het begin van het indrukken van de toets vanuit zijn ruststand, welke door de tong op het stuk uitgeoefende kracht toeneemt vanaf een nulwaarde in de ruststand van de toets tot een waarde, die groter is dan de magnetische aantrekkingskracht, wanneer de toets een voorafbepaalde afstand of dode weg heeft afgelegd.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de door de tong (23, 26, 33, 41, ...) op het stuk (22, 25, 32, ...) uitgeoéfende kracht het resultaat is van het veerkrachtig buigen van de tong.

^ 5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat midde len (43, 54, 63,, 65) aanwezig zijn voor het aan het einde van de dode weg van de toets plotseling vergroten van de door de tong (23, 26, 33, 41, ...) op het contactstuk (22, 25, 32, ...) uitgeoefende kracht.

4 -12- C O N CL U'S I É S:

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat deze middelen een aanslag (43, 54, 63) omvatten, die de veerkrachtige vervorming van de tong (41, 51, 61) beperken tot eaivooraf bepaalde maximale waarde. _ 8Ï.20.1 79............................................... ’ ................... ’........-....._.....’ i -13-

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aanslag (63) zich neerwaarts uitstrekt vanaf een onderste blad (64) van de toets, waaraan de contactplaat (60) is bevestigd, die de tong (61) omvat.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de aanslag 5 (63) een aflopende helling (65) vormt, waarop de tong (61) wordt ge drukt aan het einde van de dode weg van de toets.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aanslag _(43, 54) zich neerwaarts uitstrekt vanaf de tong (41, 51) en een haak (43) of een lip (54) vormt, die aangrijpt onder het onderste blad (44, 10 55) van de toets, welk blad de contactplaat (40, 50) draagt.

10. Inrichting volgens een der conclusies 3-9, met het kenmerk, dat het contactstuk (22, 24, 32, 42, 53, 62) een plat oppervlak heeft.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het platte oppervlak schuin is ten opzichte van de lip (41, 51, 61) met een hoek, 15 die in hoofdzaak gelijk is aan de hoek van de tong met de contactplaat (40, 50, 60)aan het einde van de dodé weg van de toets.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat (15) twee contactstukken (22) omvat, elk door een veerkrachtig vervormbare tong (23) verbonden met de rest van de plaat (15).

13. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de con tactplaat (81, 91) verschuifbaar is gemonteerd langs de lengte-as (82,92) van de toets tussen twee aanslagen (83, 74); (94, 95) vastverbonden met het lichaam (72, 93) van de toets, waarbij de dode weg van de toets wordt bepaald door de verplaatsingsafstand van de contactplaat (81, 91) 25 tussen deze twee aanslagen.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de toets eveneens middelen draagt, onderworpen aan de magnetische aantrekkingskracht, en die de toets voortdurend naar zijn ruststand drukken, welke middelen bijvoorbeeld worden gevormd door een van de of de platen 30 (85, 95) van magnetisch materiaal, vastverbonden met het lichaam (74, 94) van de toets.

15. Inrichting volgens de conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de : contactplaat (81, 91) vast wordt gedragen door een beweegbaar blad (80, 90) van een elektrisch isolerend materiaal.

16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de contactplaat is verwezenlijkt in twee gelijke gedeelten (24, 30), \ onderling verbonden door een diode (27, 31).

17. inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,^ ..... 8 1 2 0 1 7 0 :..........:........... ' -14- dat de terugstelkracht (F^) die de toets tijdens zijn dode weg naar zijn ruststand drukt, afneemt vanuit de ruststand en door een mi nimi-ïm gaat, en vervolgens toeneemt tot aan het einde van de dode weg.

18. Toetsenbord, met het kenmerk, dat de toetsen van de in een van 5 de voorgaande conclusies omschreven soort zijn.

19. Toetsenbord volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat deze bestaat uit een samengestelde plaat (10), voorzien van gaten (11), waarin de lichamen (12) zich uitstrekken van de toetsen, welke samengestelde plaat (10) een bovenste metalen plaat (16) omvat, bevestigd aan een 10 blad (17) van magnetisch materiaal, zoals een magnetisch geladen elastomeer, en een geleidernet (18) bevestigd of gevormd op het onderste eind-vlak van het blad (17) van magnetisch materiaal en.de geleidende oppervlakken (21) omvattende, die samenwerken met de stukken (22) van de contactplaten (15) van de toetsen. 81 20 1 79 .......................:...........::......' _................