NL8105852A - Buiskoppeling resp. -aansluitstuk. - Google Patents
Buiskoppeling resp. -aansluitstuk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8105852A NL8105852A NL8105852A NL8105852A NL8105852A NL 8105852 A NL8105852 A NL 8105852A NL 8105852 A NL8105852 A NL 8105852A NL 8105852 A NL8105852 A NL 8105852A NL 8105852 A NL8105852 A NL 8105852A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ring
- chamber
- clamping ring
- pipe coupling
- connecting piece
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/08—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
- F16L37/084—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking
- F16L37/092—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector
- F16L37/0925—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector with rings which bite into the wall of the pipe
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/08—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
- F16L37/084—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking
- F16L37/092—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector
- F16L37/0927—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector the wedge element being axially displaceable for releasing the coupling
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Joints With Sleeves (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
- Branch Pipes, Bends, And The Like (AREA)
- Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
- Medicines Containing Plant Substances (AREA)
- Control Of Transmission Device (AREA)
- Non-Disconnectible Joints And Screw-Threaded Joints (AREA)
- Ceramic Products (AREA)
- Compositions Of Oxide Ceramics (AREA)
Description
" I
81.5133/vdV/Rdm/sme
Korte aanduiding: Buiskoppeling resp. -aansluitstuk.
Door Aanvraagster worden als uitvinders genoemd: Per Duus Frederiksen te Virreng (Denemarken), Oege René Offringa te Hardenberg en Willem Kiezebrink te Hardenberg.
De uitvinding heeft betrekking op een buiskoppeling resp. -aansluitstuk, omvattende een, aan een eind van een insteek-opening voor een buis voorzien huis, welke insteekopening binnenin het huis overgaat in een kamer, waarvan de omtreksrand een gedeelte 5 met een vanaf de insteekopening toenemende diameter bezit en met in deze kamer een spanring voorzien van een omtrekswanddeel met eveneens toenemende diameter en een om de buis passende afdichtings-ring. Dergelijke koppelingen of aansluitstukken voor buizen zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het met elkaar 10 verbinden van twee buizen of voor het aansluiten van een leiding op een aft destuk van een hoofdleiding. Een dergelijke koppeling is bijvoorbeeld beschreven in het Duitse octrooischrift 2 222 290.
Bij deze bekende koppeling wordt een spanring uit elastisch materiaal, bijvoorbeeld van rubber toegepast, die op ver-15 schillende plaatsen in axiale richting gedeeltelijk is gespleten en aan zijn binnenomtrek van zaagtandvormige omtreksgroeven is voorzien voor het verkrijgen van een goede aanligging tegen de buitenomtrek van een in de koppeling te steken buis. De gespleten delen zijn aan de buitenomtrek van de spanring voorzien van blokken 20 vormvast materiaal, bijvoorbeeld uit metaal, waarvan de totale buitenomvang aan het gedeelte van de wand van de kamer met toenemende diameter is aangepast. Een dergelijke spanring, die dient om het uit de koppeling trekken van de buis te verhinderen, geeft echter geen afdichting tegen de mediumdruk, bijvoorbeeld van een 25 vloeistof of een gas. Om lekkage van het medium vanuit een buis via de buiskoppeling te verhinderen, is in de kamer van de buiskoppe- 8105852 - 2 - * c I * ling of het aansluitstuk, waarin de spanring is opgenomen, een afzonderlijke afdichtingsring uit veerkrachtig materiaal aangebracht, welke afdichtingsring een afsluiting tussen de buitenomtrek van een buis en de binnenomtrek van de kamer verschaft. De afdichtingsring 5 is bij deze bekende koppeling zodanig uitgevoerd, dat de medium-druk vanuit de leiding de afdichtingsring tegen de spanring drukt waardoor deze ten gevolge van het wanddeel van de kamer met veranderende diameter zich tegen de buis vastklemt.
Mede doordat de vertanding van de spanring van rubber of 10 soortgelijk elastisch materiaal is uitgevoerd, geeft deze koppeling geen waarborg om het uit de koppeling trekken van de buis te verhinderen zolang geen mediumdruk in het inwendige van de buisieiding heerst. Vooral bij het aanleggen van leidingen, kan herhaaldelijk een trek op een buis worden uitgevoerd, zodat reeds gemonteerde 15 buizen van leidingstelsels reeds direct na montage kunnen losraken. Ook wanneer grotere krachten in axiale richting op de buis worden uitgeoefend, die groter zijn dan de door de mediumdruk veroorzaakte axiale krachten, geeft deze bekende spanring geen voldoende waarborg om het uit de koppeling trekken van de buis te verhinderen.
20 Dit gevaar wordt nog verhoogd doordat bij deze bekende koppeling de spanring zich niet in axiale richting kan verplaatsen, omdat deze direct tegen de afdichtingsring aanligt. Dit betekent, dat de gespleten einden van de spanring zich niet in radiale richting kunnen uitzetten bij het insteken van de buis, zodat aan de spanring geen 25 voorspanning gegeven kan worden, teneinde een goede klemming op de buis voordat hierin een mediumdruk heerst, te verkrijgen.
De uitvinding heeft tot doel een buiskoppeling resp. -aan-sluitstuk te verschaffen geschikt voor toepassing bij buizen uit kunststof of van aan de buitenzijde met kunststof beklede buizen, 30 waarbij een relatief goede indringingsdiepte van de vertanding aan het inwendige van de spanring in het materiaal van de buis mogelijk is, doordat reeds bij het insteken van de buis een radiale bewegings- 8105852 - 3 -
• ( I
mogelijkheid van de spanring aanwezig is, zonder dat het gevaar bestaat dat desoriëntatie van de spanring optreedt, die het tegen het relatief scherpe eind aanstoten van het kopvlak van de buis tegen de spanring veroorzaakt. Er kan hierbij van enkelvoudig geheel 5 gespleten spanring worden gebruik gemaakt, in tegenstelling tot een spanring die meervoudig gespleten is, waardoor afzonderlijke lippen door het kopvlak van de buis naar binnen gedrukt kunnen worden.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een buiskop-10 peling resp. -aansluitstuk van de aan het begin beschreven soort, die daardoor is gekenmerkt, dat in de kamer een centreerorgaan aanwezig is, dat enerzijds in radiale richting met een omtreksdeel van de kamer en anderzijds met de spanring samenwerkt en een radiale uitzetting van de spanring onder invloed van het insteken van een 15 buis toelaat.
Het voordeel hiervan is, dat de spanring zich in radiale richting kan uitzetten bij het insteken van de buis, zonder dat deze excentrisch in de kamer kan liggen. Op deze wijze is een goede verankering van de buis in het koppelingsstuk gegarandeerd zodra 20 een trekkracht op de buis ten opzichte van de koppeling wordt uitgeoefend, zonder dat reeds een mediumdruk in de buis aanwezig is.
In een praktische uitvoering is de buiskoppeling resp. het -aansluitstuk volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat het centreerorgaan een in radiale richting tegen een wanddeel van de 25 kaner aanliggende ring is, die tenminste in radiale richting eveneens tegen een deel van de spanring aanligt. De ring is hiertoe van een omtrekskraag voorzien, die past in een kamer van de spanring en de ring is bij voorkeur een drukring voor de afdichtingsring in de buiskoppeling.
30 De uitvinding wordt nu aan de hand van de bijgaande teke ning nader toegelicht, waarin: fig. 1 een zijaanzicht half in axiale doorsnede van een 810 5 S 52 4 - - 4 - buiskoppeling of buisaansluitstuk volgens de uitvinding voordat een buis wordt gemonteerd; en fig. 2 eenzelfde aanzicht gedeeltelijk in axiale doorsnede als van fig. 1 met een buisdeel in gemonteerde toestand toont.
5 De buiskoppeling of het buisaonsluitstuk, zoals dit in de tekening is getoond, bestaat uit twee onderdelen, het eigenlijke aansluitdeel 1, dat in dit uitvoeringsvoorbeeld is ingericht om op een aftakstuk van een hoofdleiding te worden gemonteerd en een mof 2, die door middel van schroefdraad om het aansluitdeel 1 is ge-10 schroefd. Het aansluitdeel 1 en de mof 2 vormen tezamen het huis van de koppeling. Tussen het aansluitdeel 1 en de mof 2 wordt een vast-houdring 4 geklemd bij het aandraaien van de mof 2 op het aansluit-stuk 1 door middel van de schroefdraad 3. Deze vasthoudring 4 houdt een afdichtingsring 5 vast. Het aansluitdeel 1 kan door middel van 15 schroefdraad· 6 worden gemonteerd in een aftakstuk van een buislei-ding voor bijvoorbeeld gas of water. Een afdichtingsring 7 zorgt voor de afdichting tussen het aansluitdeel 1 en het niet-getekende aftakstuk. In de op het aansluitdeel 1 gemonteerde mof is een in de langsrichting gespleten klemring of spanring 8 opgenomen. De 20 spanring is aan de binnenzijde voorzien van weerhaakvormige groeven 9 en heeft aan zijn buitenzijde een conisch oppervlak 10, dat samen-werkt met een eveneens conisch oppervlak aan de binnenzijde van de mof 2,
De buiskoppeling of het buisaansluitstuk omvat dus aan 25 één eind een van een insteekopening 13 voor een buis 12 voorzien huis 1, 2, welke insteekopening binnenin het huis overgaat in een kamer, waarvan eveneens een omtrekswand 10 een gedeelte met een vanaf de insteekopening 13 toenemende diameter bezit en met in deze kenner een spanring 8 voorzien van een omtrekswanddeel 10 met even-30 eens toenemende diameter en een om de buis passende afdichtingsring 5. In de kamer is een centreerorgaan 11 aanwezig, dat enerzijds via de ring 4 in radiale richting met een omtreksdeel van de kamer 8105852 * a - 5 - en anderzijds met de spanring 8 samenwerkt en een radiale uitzetting van de spanring onder invloed van Het insteken van een buis toelaat.
Het centreerorgaan 11 is dus een in radiale richting^t^ge^e^n^and-deel van de kamer aanliggende ring 4, die tenminsteAn radiale rich-5 ting tegen een deel van de spanring 8 aanligt, zoals duidelijk in fig. 1 is getoond. Het centreerorgaan 11 met de met een wanddeel van de kamer samenwerkende ring 4 sluit hierbij op een radiaal vlak van de spanring 8 aan. De als centreerorgaan 11 dienende ring 4 is dus voorzien van één of meer steunorganen voor het eind van 10 de spanring 8 waar zich de grootste buitendiameter bevindt en het centreerorgaan 11 of steunorganen kunnen één of meer in axiale richting verlopende uitsteeksels op een radiaal vlak van de ring 4 zijn.
In het getekende uitvoeringsvoorbeeld is het centreerorgaan of steun-orgaan uitgevoerd als een omtrekskraag met een in axiale richting 15 van het radiale vlak van de ring 4 verlopende buitenmantel, die past in een binnenmantel van de kamer in één eindvlak van de span- centreer- ring. De buitendiameter van de omtrekskraag die door het / orgaan 11 is ontstaan, is nabij zijn eindvlak groter dan de buitendiameter van de kraag bij het radiale vld< van de ring 4, zoals duidelijk 20 uit fig. 2 blijkt. De diameter van de kamer in het eindvlak van de spanring is bij dit eindvlak kleiner dan de diameter bij de bodem van de kamer, zoals eveneens duidelijk uit fig. 2 blijkt. De uitwendige diameter van de omtrekskraag van het centreerorgaan 11 van de ring 4 en de inwendige diameter van de kamer in de spanring zijn 25 zodanig ten opzichte van elkaar afgestemd, dat de spanring met een geringe voorspanning op de omtrekskraag te plaatsen is. De spanring 8 en de drukring 4 kunnen worden samengevoegd voordat de buiskoppe-ling wordt samengesteld, dus nadat de afdichtingsring 5 in het aan-sluitdeel 1 is geplaatst en voordat de mof 2 op het aansluitdeel 30 wordt geschroefd. Door de geringe voorspanning van de spanring 8 die een eenzijdig gespleten ring is, kan deze niet van het centreerorgaan 11 vallen ook niet wanneer de buiskoppeling aan schokken 8105852 - ó - * *> r wordt onderworpen, bijvoorbeeld wanneer deze op een harde bodem valt. Een goede oriëntatie en centrering van de spanring is hierbij verzekerd, zodat een buis 12 gemakkelijk in de koppeling gestoken kan worden. De koppeling met de onderdelen zijn zodanig gedimensio-5 neerd, dat bij het insteken van de buis 12 de spanring 8 zich enigszins verwijdt en van het centreerorgaan 11 vrijkomt, zoals in de gemonteerde eindtoestand van de buis in fig. 2 is getoond. De buis-koppeling is dan ook zodanig uitgevoerd, dat het van de omtreks-kraag voorziene radiale vlak van de ring 4 zo ver van het gedeelte 10 10 met vanaf de insteekopening 13 toenemende diameter van de om-trekswand van de kamer is geplaatst, dat bij op de omtrekskraag van het centreerorgaan 11 geplaatste spanring 8, het wandgedeelte 10 met toenemende diameter van de spanring 8 met radiale speling ten opzichte van het overeenkomstige gedeelte van de omtrekswand van 15 de kamer ligt. Deze radiale speling is in fig. 1 getoond. Ondanks deze radiale speling zal geen desoriëntatie van de spanring optreden, zodat ten alle tijde een gemakkelijk insteken van de buis is gegarandeerd. Het van een omtrekskraag van het centreerorgaan 11 voorziene radiale vlak van de ring 4, ligt aan de van de afdichtings-20 ring 5 afgekeerde zijde van de ring 4, die de drukring voor de afdichtingsring 5 is.
Op deze wijze is met zeer eenvoudige middelen een goede oriëntatie van de spanring gewaarborgd terwijl een goede beveiliging tegen het uittrekken van de buis 12 is gegarandeerd. De buis 12 wordt 25 bij het insteken geheel tegen een borst 14 gedrukt en bij het enigszins terugtrekken van de buis komen de vlakken 10 met elkaar in aanraking en wordt een goede klemwerking hierdoor verkregen.
De uitvoering van de buiskoppeling in het bijzonder van het aansluitstuk 1, is geheel afhankelijk van het gebruiksdoel. Zo kan 30 het gedeelte met de schroefdraad 6 vervangen worden door een gedeelte met een schroefdraad 3 en met kamers voor het opnemen van een afdichtingsring 5 met drukring 4«. Hiertegen wordt dan een tweede mof 2 geschroefd en de koppeling is geschikt voor het met elkaar verbinden van twee buizen.
81 0 5 8 5 2
Claims (11)
- 2. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het centreerorgaan een in radiale richting tegen een wanddeel van de kamer aanliggende ring is, die 15 tenminste in radiale richting eveneens tegen een deel van de spanring aanligt.
- 3. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het centreerorgaan een met een wanddeel van de kamer samenwerkende ring is, die op een radiaal 20 vlak van de spanring aansluit.
- 4. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de als centreerorgaan dienende ring is voorzien van een of meer steunorganen voor het eind van de spanring waar zich de grootste buitendiameter 25 bevindt. 8105852 *> £ - 8 -
- 5. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1 - -4, met het kenmerk, dat de steunorganen een of meer in axiale richting verlopende uitsteeksels op eert radiaal vlak van de ring zijn.
- 6. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het steunorgaan in de vorm van een uitsteeksel een omtrekskraag is met een in axiale richting van het radiale vlak van de ring verlopende buitenmantel, die past in een kamer in een eindvlak van de spanring.
- 7. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de buitendiameter van de omtrekskraag nabij zijn eindvlak groter is dan de buitendiameter van de kraag bij het radiale vlak van de ring.
- 8. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1-7, 15 met het kenmerk, dat de diameter van de kamer in het eindvlak van de spanring bij dit eindvlak kleiner is dan de diameter bij de bodem van de kamer.
- 9. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat de uitwendige diameter van de 20 omtrekskraag van de ring en de inwendige diameter van de kamer in de spanring zodanig ten opzichte van elkaar zijn afgestemd, dat de spanring met een geringe voorspanning op de omtrekskraag te plaatsen is.
- 10. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1 - 9, 25 met het kenmerk, dat het van de omtrekskraag voorziene radiale vlak van de ring zover van het gedeelte met vanaf de in-steekopening toenemende diameter van de omtrekswand van de kamer is 8105852 - 9 - geplaatst dat bij op de omtrekskraag geplaatste spanring het wand-gedeelte met toenemende diameter van de spanring met radiale speling ten opzichte van het overeenkomstige gedeelte van de omtrekswand van de kamer ligt.
- 11. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1 - 10, m e t het kenmerk, dat het van een omtrekskraag voorziene radiale vlak van de ring aan de van de afdichtingsring in de kamer afgekeerde zijde van de ring ligt.
- 12. Buiskoppeling resp. -aansluitstuk volgens conclusies 1 - 10 11, met het kenmerk, dat de van de omtrekskraag voorziene ring een drukring voor de afdichtingsring is. 8105852
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8105852A NL8105852A (nl) | 1981-12-24 | 1981-12-24 | Buiskoppeling resp. -aansluitstuk. |
AT82201638T ATE26335T1 (de) | 1981-12-24 | 1982-12-20 | Rohrkupplung oder abzweigleitung. |
DE8282201638T DE3275944D1 (en) | 1981-12-24 | 1982-12-20 | A pipe coupling or branch pipe |
EP82201638A EP0083135B1 (en) | 1981-12-24 | 1982-12-20 | A pipe coupling or branch pipe |
DK572982A DK158923C (da) | 1981-12-24 | 1982-12-23 | Roerkobling f.eks. til et grenroer |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8105852 | 1981-12-24 | ||
NL8105852A NL8105852A (nl) | 1981-12-24 | 1981-12-24 | Buiskoppeling resp. -aansluitstuk. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8105852A true NL8105852A (nl) | 1983-07-18 |
Family
ID=19838615
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8105852A NL8105852A (nl) | 1981-12-24 | 1981-12-24 | Buiskoppeling resp. -aansluitstuk. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0083135B1 (nl) |
AT (1) | ATE26335T1 (nl) |
DE (1) | DE3275944D1 (nl) |
DK (1) | DK158923C (nl) |
NL (1) | NL8105852A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8411713D0 (en) * | 1984-05-08 | 1984-06-13 | Gordon Brigitte | Connectors for pipes |
FR2597188B1 (fr) * | 1986-04-15 | 1988-06-17 | Vallet Rolland | Systeme de raccordement rapide et autobloquant pour conduites tubulaires en matiere synthetique |
DE50104239D1 (de) * | 2000-08-22 | 2004-11-25 | Hawle Armaturenwerke Gmbh Voec | Verbindungseinrichtung für schutzrohre |
NO313720B1 (no) * | 2001-03-05 | 2002-11-18 | Raufoss Water & Gas As | Kobling for tilkobling av et ror eller en slange ved innskyvning |
DE202004003270U1 (de) * | 2004-03-03 | 2004-05-13 | Arnold, Hermann | Schutzrohr für Versorgungsleitungen |
ITMI20081452A1 (it) * | 2008-08-04 | 2010-02-05 | Bonomi Bresciane Rubinetterie | Raccordo ad innesto rapido per la giunzione tra due tubi o tra un tubo ed un componente di un impianto di trasporto e/o di distribuzione di fluidi, particolarmente per tubi in materiale sintetico. |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2458874A (en) * | 1944-12-28 | 1949-01-11 | Parker Appliance Co | Coupling for tubes |
US2899217A (en) * | 1954-12-31 | 1959-08-11 | Henry T. Chamberlain | Pipe coupling device with pressure acitvated pipe gripping means |
BE749329A (fr) * | 1969-05-23 | 1970-10-01 | Legris Fils | Dispositif pour le raccordement rapide de conduits de fluide |
DE3008962A1 (de) * | 1980-03-08 | 1981-09-17 | Y. Bargele & Sohn KG, 5510 Saarburg | Vorrichtung zum loesbaren anschliessen von leitungen |
-
1981
- 1981-12-24 NL NL8105852A patent/NL8105852A/nl not_active Application Discontinuation
-
1982
- 1982-12-20 DE DE8282201638T patent/DE3275944D1/de not_active Expired
- 1982-12-20 AT AT82201638T patent/ATE26335T1/de not_active IP Right Cessation
- 1982-12-20 EP EP82201638A patent/EP0083135B1/en not_active Expired
- 1982-12-23 DK DK572982A patent/DK158923C/da not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ATE26335T1 (de) | 1987-04-15 |
DK158923B (da) | 1990-07-30 |
EP0083135B1 (en) | 1987-04-01 |
DK158923C (da) | 1990-12-31 |
DE3275944D1 (en) | 1987-05-07 |
DK572982A (da) | 1983-06-25 |
EP0083135A1 (en) | 1983-07-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR890014944A (ko) | 작은 직영의 파이프를 연결하기 위한 커넥터 | |
JP3283528B2 (ja) | 液体を通す差込み継手のための接続体 | |
US3439944A (en) | Nipple for pipe joints | |
RU2000101314A (ru) | Соединительное устройство для передачи текучей среды | |
US6334634B1 (en) | Push-to-connect tubing fitting | |
KR840005594A (ko) | 원자로 연료 어셈블리의 단부 이음쇠의 리세스에 안내관을 고정시키기 위한 장치 | |
KR20020084071A (ko) | 유체용 커넥터 | |
SA95150556B1 (ar) | قارنة coupling للتعشيق engagement مع السطح الخارجي لانبوب بوليمري | |
KR860000499A (ko) | 밸브의 상하류측 시일링장치 | |
US4054157A (en) | Coupling device for pipes having a convex shaped or straight tubular end | |
NL8105852A (nl) | Buiskoppeling resp. -aansluitstuk. | |
FR2435654A1 (fr) | Raccords pour tuyaux souples ou tubes en un materiau ductile | |
KR20010012234A (ko) | 관형 플러그 접속 부재를 수납하기 위한 분리가 가능한신속 장착형 커플링 장치 | |
KR101779086B1 (ko) | 웨지 밀폐형 원터치 배관 커플러 | |
CZ294529B6 (cs) | Potrubní spojka | |
US3853338A (en) | Coupling | |
KR930008359A (ko) | 클램핑 연결기 | |
KR900700814A (ko) | 파이프 조인트 | |
EA200401477A1 (ru) | Система вытяжных труб или трубопроводов из готовых металлических трубчатых модулей | |
KR102632634B1 (ko) | 파이프 연결용 고정 캡 조립체 및 이음관 | |
NL8302993A (nl) | Manchetvormige koppeling voor buisleidingen. | |
JPH0217291A (ja) | 管、ホース、棒等の分離可能な結合装置 | |
ES2162149T3 (es) | Racor atornillado para cables. | |
RU2120578C1 (ru) | Защитное устройство трубопровода | |
KR102397246B1 (ko) | 고정 캡 조립체 및 이를 포함하는 이음관 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |