NL8105376A

NL8105376A - Werkwijze en inrichting voor het vormen van een afgedichte verpakking.

Info

Publication number: NL8105376A
Application number: NL8105376A
Authority: NL
Original assignee: Grace W R & Co
Priority date: 1981-03-18
Filing date: 1981-11-27
Publication date: 1982-10-18
Also published as: NZ199005A; FI813713L; DK154882C; PT74165B; IL64378A0; AU7762281A; IE52250B1; AU550863B2; IT8125500A0; ES507426A0; FI70185B; DK154882B; GR78028B; ZA818164B; ES8207071A1; IL64378A; JPS57153826A; BE891435A; CH654266A5; NO813940L

Description

- i < -1- Wérkwijze en inrichting voor het vormen van een af gedichte verpakking.

De uitvinding heeft betrekking qp een werkwijze en inrichting voor het vormen van een afgedichte verpakking, in het bijzonder door samensmelting van filmmateriaallagen (die zelf uit gebonden meerlaagfilmstructuren kunnen bestaan) 5 on een verpakking af te dichten. Een dergelijke verpakking kan bijvoorbeeld een onderdrukpak zijn, maar zou evengoed een inert gas kunnen bevatten, dat behulpzaam is bij het conserveren van de inhoud van de verpakking, in het bijzonder wanneer de inhoud aan bederf onderhevig is.

10 Er zijn verscheidene werkwijzen békend voor het af dichten van films. In wijd verspreid gebruik op het manent zijn: cmklenming cm de hals van een van het filmateriaal gevormde zak af te sluiten, warmtedichting door de gelijktijdige uitoefening van warmte en druk cm twee lagen van de film opeen 15 te drukken in samensmeltend contact, en klevende afdichting, bijvoorbeeld door bekleding van een van de of beide oppervlakken die in contact moeten kanen voor onderlinge afdichting met een klevende samenstelling zodat de in contact gebrachte oppervlakken af dichten wanneer deze opeengedrukt worden.

20 Ui aanvulling qp warmtedichting door opeendrukking van films onder toepassing van verwarmde mechanische klemstaven, is het uit de Amerikaanse octrooischriften 3989778 en 4069080 ook békend cm geklemde filmlagen te bestralen met energie van een laser cm gelocaliseerde samensmelting van de oppervlakken 25 die met elkaar in contact zijn te bevorderen. Het is uit de

Amerikaanse octrooischriften 3477194 en 3247041 ook bekend cm geklemde filmlagen te bestralen met infrarode straling van het aan een aangrenzende bron met het oog op/elkaar binden daarvan.

In al deze vroegere octrooischriften verlaat men 30 zich qp de uitoefening van warmte op gedeelten van de films die reeds in afdichtend verband geklemd zijn, zodat de aanbrenging van een dergelijk systeem het nauwkeurig uitrichten 8105376 -2- » ί vereist van de geklemde filmgedeelten met de energieuitzendings-baan van de infrarode bron of laser, al naar het geval zich voordoet. Bovendien is het, in het bijzonder ten aanzien van het gebruik van infrarode bestraling, moeilijk te vermijden dat 5 afstand tussen de infrarode bron(nen) en de geklemde filmgedeelten optreden, welke (teneinde genoeg ruimte te verschaffen voor manipulatie van het verpakte product en het materiaal daaromheen) zo groot zijn dat de stralingsverliezen, die omgekeerd variëren in verhouding tot het kwadraat van de afstand van de 10 warmtebron, aanzienlijk worden.

Teneinde de bezwaren van de vroegere systemen, waarbij stralingswarmte wordt toegepast cm kunststofmateriaal af te dichten, te ondervangen voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het vormen van een verpakking, 15 bestaande uit het omhullen van goederen in een kunststoffilm die uitgevoerd is met corresponderende filmgedeelten welke met elkaar in contact gebracht zullen worden om de verpakking af te dichten, het buiten contact met elkaar houden van de corresponderende filmgedeelten vóór het afdichten, het ver-20 warmen van de corresponderende filmgedeelten met infrarode straling, en het dan in contact met elkaar brengen van de verwarmde filmgedeelten on samen te smelten bij het contact.

Een ander aspect van de uitvinding voorziet in een inrichting voor het vormen van een verpakking, bestaande 25 uit een ondersteuning voor goederen en een omhullende kunststoffilm, tenminste ëën infrarode stralingsbron die er cp ingesteld is cm corresponderende filmgedeelten van een dergelijke ondersteunde omhullende film te bestralen, middelen voor het buiten contact met elkaar houden van de corresponderende 30. filmgedeelten gedurende de werking van de infrarode stralings-bronnen, en middelen voor het vervolgens in contact met elkaar brengen van de corresponderende filmgedeelten cm de verpakking te sluiten.

Ofschoon de werkwijze en inrichting volgens de 35 uitvinding toepassing vinden bij verscheidene verschillende soorten van verpakking, zijn zij bijzonder geschikt voor de 8105376 f * % * -3- orderdrukverpakking van producten in een kamer.

Bijgevolg voorziet een verder aspect van de uitvinding in een werkwijze voor het vormen van een onderdruk-verpakking, bestaande uit het crtiiullen van een product in 5 kunststoffilia, het plaatsen van het onhulde product binnen een onderdrukkamer, het luchtledig maken van de kamer cm de druk binnen en rond de kunststoffilm te verminderen, en het af dichten van corresponderende gedeelten van de omhullende film cm een onderdrukverpakking te vormen, waarbij de verrichting 10 van het af dichten van de filmgedeelten bestaat uit het bestralen van de corresponderende filmgedeelten binnen de kamer met infrarode straling, en het in contact met elkaar brengen van de verwarmde filmgedeelten cm samen te smelten bij het contact.

Nog een vierde aspect van de uitvinding voorziet 15 in een inrichting voor het vormen van een onderdrukverpakking, bestaande uit een onderdrukkamer, een ondersteuning binnen de kamer voor een geladen kunststof zak, middelen voor het insnoeren van de hals van de zak binnen de kamer, middelen voor het opbollen van de hals van een zak die ondersteund wordt qp de 20 ondersteuning met de hals daarvan ingesnoerd door de hals-insnoeringsmiddelen, infrarode straling-uitzendingsmiddelen in de kamer die te bekrachtigen zijn voor het bestralen van de qpgebolde:.. hals van de zak cm het opgebolde halsmateriaal te verwarmen, en middelen voor het vrijgeven van gas van binnen 25 de zak cm de zakhals uit de cpgébolde vormgeving daarvan te voeren na het verwarmen van de zak door de infrarode straling-uitzendingsmiddelen en cm er voor te zorgen dat het verwarmde qpgebolde halsmateriaal met zichzelf in contact kcrnt cm af te dichten bij het contact.

30 De uitvinding vóórziet ook in een verpakking gevormd volgens een van de in het voorgaande vermelde werkwijzen, of onder toepassing van een van de in het voorgaande vermelde inrichtingen.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht 35 aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beelden daarvan.

8105376 S % ^ -4-

Fig. 1 is een zijaanzicht, in schematische vorm, van één vorm van onderdrukkamer waarin de werkwijze volgens de uitvinding uitgevoerd kan worden; fig. 2A is een detail, in doorsnedevorm, van het 5 afdichtingsmechanisme dat in de kamer van fig. 1 opgenonen is; fig. 2B is een eindaanzicht van het afdichtingsmechanisme van fig. 2A; fig. 3 is een bovenaanzicht, in schematische vorm, van een alternatieve vorm van onderdrukkamer waarin de werkwijze 10 volgens de uitvinding uitgevoerd kan worden; fig. 4 is een afbeelding, overeenkomstig aan fig. 3, maar toont nog een verdere uitvoering van de onderdrukkamer waarin de werkwijze uitgevoerd kan worden; en fig. 5 is een circuitschema van een eenvoudige 15 vorm van regelsysteem voor de infrarode warmtebronnen die in fig. 1 t/m 4 toegepast zijn.

Bij het nu beschouwen van fig. 1 kan een onderdrukkamer 1 gezien worden, bestaande uit een basisgedeelte 2 en een deksel 3, die qpeengesloten zijn en afdichten rond 20 . hun randen 20 om een afgedichte cmhulling te vormen waarbinnen twee kunststof zakken 4 -. (in dit geval gevormd van een door warmte krimpbaar materiaal), die productartikelen 21 omhullen, luchtledig gemaakt en afgedicht kunnen worden.

Krimpwarmte wordt aan elke zak 4 verleend door ' 25 middel van twee ventilatoren 6 en 7 die aangedreven worden door respectieve motoren 8 en 9 en circulerende lucht door tussenkomst van cirkelvormige verwarmingselementen 10 en 11 die, terwijl deze in zijaanzicht weergegeven zijn in fig. 1, identiek zijn aan de constructie van de corresponderende ver-30 warmingselementen 10 en 11 welke in bovenaanzicht weergegeven zijn in fig. 3 en 4. De radiaal naar buiten gerichte luchtstroom van de centrifugaalventilatorwaaiers 6 en 7 gaat over de ver-· warmingselementen 10 en 11, wordt daardoor verwarmd, en kont dan in contact met de zakken 4 boven een ondersteuningsrooster 35 12 in de kamer. De zakken verkrijgen dan warmte uit de lucht en 8105376 I / « % -5- krimpen in de gewenste mate, afhangende van de mate waarin de film georiënteerd was gedurende de fabricage.

De kaner cmvat voorts bovenste en onderste verwarmingseenheden 13 en 14, waarin infrarode warmte-uitzenden-5 de stroaklampen (37 en 38 in fig. 2A) apgenctnen zijn, die warmte uitstralen naar de uiteengelegen filmgedeelten van de halsgebieden van de zakken 4 en de halsgebieden in een voldoende mate verwannen zodat wanneer deze filmgedeelten vervolgens net elkaar in contact kanen, bijvoorbeeld gedurende 10 het weer onder druk brengen van de kamer 1, de filmlagen automatisch samensmelten.

De gedetailleerde constructie van deze bovenste en deze onderste verwarmingseenheden 13 en 14 zal. beschreven worden aan de hand van de gedetailleerde tekeningen van 15 fig. 2Ά en fig. 2B.

Het mondingsgèbied van elke zak wordt vastgeklemd door een iteegevend zakvasthoudmiddel dat bovenste en onderste onderdelen 33 en 35 heeft, zoals in fig. 2A en 2B weergegeven is, op een zodanige wijze dat lucht ontsnappen kan uit het 20 inwendige van de zak 4 tussen de bovenste en onderste verwarmingseenheden 13 en 14 en de bovenste en onderste onderdelen 33 en 35, maar dankzij de meegevende zakvasthoud-werking kan er geen lucht weer in de zak toetreden door het mondingsgebied.

25 De in de kamer van fig. 1 toegepaste luchtledig- nskingscyclus kan er een van verscheidene verschillende vormen zijn.

Als een eerste voorbeeld, is het mogelijk om de krimpwarmte op de zak 4 uit te oefenen, door inwerkingstelling 30 van de ventilatormotoren 8 en 9 en de verwarmingsorganen 10 en 11, vóór luchtledignaking van de kamer 1. Dit zal resulteren in het door warmte krimpen van het zakmateriaal. Dit door warmte krimpen strékt tot het catprimeren van de tussen het product 21 en de zak 4 opgesloten lucht en de opgesloten lucht 35 houdt de zak "opgebold" buiten contact met het betrekkelijk koude product terwijl de spanning in de door warmte krimpende 8105376 \ -6- zak 4 toeneemt.

De binnen de zak 4 opgesloten lucht wordt dan vrijgegeven wanneer de druk daarvan het elastische blad 33 overwint, waardoor de in de strakgespannen zak opgeslagen krimpenergie 5 het zakmateriaal omlaag drijven kan op het product 21. De onderdrukpornp wordt dan aangezet en de luchtledigmaking van de kamer 1 vindt plaats. Na een geschikte vertraging wordt de gemodelleerde draad 48 bekrachtigd en wordt de zakhals gescheurd cm verdere luchtledigmaking van de zak door de hals toe te 10 laten. De kamer 1 wordt verder luchtledig gemaakt teneinde de resterende lucht van binnen de zak 4 af te voeren en om het af dichten van de zak te veroorloven. Een dergelijke cyclus is er een welke beschreven wordt aan de hand van fig. 2A en 2B, en wordt in elk geval beschreven in de tevens aanhangige Britse 15 octrooiaanvrage no. -

Een alternatieve werkcyclus voor de kamer in fig. 1 is er een waarbij de luchtledigmaking van de kamer 1 gelijktijdig aanvangt met de inwerkingstelling van de ver-warmingsorganen 10 en 11 en van de ventilatormotoren 8 en 9 en 20 vindt op een zodanige wijze voortgang dat de vernauwing van de zakmonding door de meegevende zakvasthoudmiddelen resulteert in een vertraagde af voer van lucht van binnen de zak 4 .

Dit leidt tot het naar buiten opbollen van de zak 4 van het product 21 af als de druk in de kamer rond. de zak 4 sneller 25 daalt dan de druk van de lucht binnen de zak' 4. Wanneer de zak eenmaal in een gewenste mate qpgebold is (zoals vastgesteld kan worden door of een cyclus tij dafs telinrichting te hebben, waarbij men zich verlaat op het feit dat een partij van overeenkomstige productartikelen, die in een overeenkomstige 30 film verpakt zijn en in een overeenkomstige mate aan luchtledigmaking van de kamer onderworpen worden, dezelfde tijd vergen zullen cm op te bollen, of zoals .vastgesteld door middel van mechanische tastorganen die op het opbollen van de zak 4 afgaan), houdt de luchtledigmaking van de kamer op zodat de 35 opgebolde toestand van de zak vasthouden wordt gedurende de circulatie van de resterende lucht in de kamer 1 door tussen- 8105376 -7- kranst van de ventilatorwaaiers 6 en 7. Deze circulatie van warme lucht leidt tot verdere warmteoverdracht op het materiaal van de zak 4 met resulterende terugwinning van de krimpenergie in de zak 4 daar de zak nog buiten contact net 5 het productartikel 21 daarin gehouden wordt. Wanneer deze verwarming van de zak 4 eenmaal in een gewenste mate voortgang gevonden heeft, wordt de luchtledigmaking van de kamer hervat en wordt de zakhals dan eventueel afgedicht wanneer het inwendige van de zak een voldoende lage resterende druk (hoge 10 onderdruk) bereikt heeft. Een dergelijke werkwijze is beschreven in de tevens aanhangige Britse octrooiaanvrage no. 8023465.

Andere mogelijke werkcyclussen kunnen beoogd worden, bijvoorbeeld waarbij de luchtledigmaking en warmte luchtcirculatie gelijktijdig aanvangen en ononderbroken 15 voortgang vinden tot een voldoende lage resterende druk (hoge onderdruk) bereikt is, en de zak dan af gedicht wordt.

Bij elk van de voorgaande vormen van wefkcyclus zijn zal de kamer van fig. 1 bij voorkeur voorzien/van de bovenste en onderste verwarmingseenheden 13 en 14 die in fig. 2A en 20 2B weergegeven zijn.

Zoals in fig. 2A weergegeven is, wordt het meegevende zakvasthoudmiddel 30 ondersteund door een bovenste ondersteuningsonderdeel 31 dat deel uitmaakt van het kamer-deksel 3 en een onderste ondersteuningsonderdeel 32 van 25 het onderste kamerdeel 2. Als het deksel 3 op de onderste kamer 2 sluit daalt het bovenste ondersteuningsonderdeel 31 naar het onderste ondersteuningsonderdeel 32 af cm de in fig. 2A weergegeven vormgeving aan te nemen.

Een elastisch zakvasthoudblad 33 van een geschikt 30 rubberachtig materiaal wordt gedragen door het bovenste ondersteuningsonderdeel 31 en is daaraan bevestigd door een stel schroeven 34. Langs de onderrand daarvan verkeert het elastische blad 33 in contact met een tegenonderdeel 35 dat door het onderste ondersteuningsonderdeel 32 gedragen 35 wordt. Eet tegenonderdeel kan als alternatief uit een blad 8105376 -8- overeenkomstig aan het blad 33 bestaan. Nadat de hals van een kunststof zak op het tegenonderdeel 35 geplaatst is terwijl het kamerdéksel 3 zich in de opgelichte stand bevond, wordt door het neerlaten van het kamerdéksel 3 cm de bovenste en 5 onderste ondersteuningsonderdelen 31 en 32 in de vormgeving van fig. 2A te brengen de zakhals automatisch op het tegenonderdeel 35 zodanig vastgehouden dat elk opgebouwd luchtdrukverschil binnen de zak boven de bepaalde waarde afgelaten kan worden ver door'«plaatsing van het blad 33 . Terugtrekking van de zakhals 10 naar links tussen het blad 33 en het tegenonderdeel 35 wordt tegengegaan door veerbelaste plunjers, waarvan er een, 36, in fig. 2A weergegeven is, waarmee de zakhals stevig op het tegenonderdeel 35 gedrukt wordt.

De hellingshoek van het meegevende blad 33 is 15 zodanig dat lucht onder een voldoende drukverschil ontsnappen kan van binnen de zak, althans in de mondingsgébieden tussen opeenvolgende plunjers 36.

Afdichting van de zakhals, op een zodanige wijze dat de minimum luchtruimte resulteert binnen de zak rond de 2Q hals, wordt tot stand gebracht door middel van bovenste en onderste warmtebronnen 37 resp. 38 in de vorm van strook-lampen die infrarode warmte uitstralen met een golflengte die optimum warmteabsorptie door de kunststofsamenstelling vari de zakken 4 binnen de kamer geeft.

25 De golflengte van het door de lampen 37 en 38 uitgezonden licht wordt bij voorkeur zo gekozen dat deze samenvalt met de golflengte die het gemakkelijkst door het materiaal van de zak toegenomen wordt. De betreffende golflengte kan geschikt in de orde van 3 tot 4 micron bedragen 30 voor de meeste kunststof films, daaronder begrepen meerlaagfilms en laminaten zoals een door warmte krimpbaar (d.w.z. georiënteerd) drielaaglaminaat van etheenvinylacetaat, polyvinylideenchloride en bestraald etheenvinylacetaat.

Een korte blootstelling van het zakhalsgebied 35 aan de straling van de warmteuitzendorganen 37 en 38 zal voldoende zijn cm het zakmateriaal tot het verwekingspunt daarvan 8105376 * -9- te verwarmen zodat wanneer de panelen van het zakmateriaal opeengedrukt worden zij ter plaatse van de mondings- en hals-gebieden afdichten zullen.

Het contact van het zalanateriaal met de bovenste 5 en onderste warmtebronnen 37 en 38 wordt tegengegaan door middel van draadschermen 39 en 40 die gedragen worden door respectieve bovenste en onderste paren draagplaten 41 en 42 welke zwenkbaar aangebracht zijn op pennen 41a, 42a.

Elke draagplaat 41, 42 heeft een sleuf 41b, 42b, die op ver-10 schuifbare wijze samenwerkt met een respectieve kanpen 43 of 44 welke gedragen wordt aan het daarmee samenhangende einde van een verticaal beweegbare bovenste of onderste klemstaaf 45 resp. 46. De onderste klemstaaf 46 cmvat een hoofdratp die een elastisch aangedrukt klauwonderdeel 46a daaraan verbonden 15 heeft door middel van schroeflijnvormige drukveren 46b welke verzekeren dat als de twee drukstaven 45 en 46 met elkaar in contact kanen het klauwonderdeel 46a meegeeft.

Hat vasthoudmiddel 30 cmvat verder een gemodelleerde draad 48 die door het tegenonderdeel 35 gedragen wordt en die 20 bij de in fig. 2A weergegeven vormgeving van het vasthoudmiddel mat de opgebolde zakhals in contact kont. Bij bekrachtiging daarvan met een strocmimpuls scheurt de draad de zakhals cm ontsnapping van het gas (gewoonlijk lucht) toe te laten binnen de opgebolde hals vóór de afdichting. De draad 48 kan 25 bijvoorbeeld een zaagtandvorm of een sinusoidale golvende vorm hebben.

Als de bovenste klemstaaf 45 neerdaalt, schuiven de kanpennen 43 daarvan langs de sleuven 41b omlaag en worden hierdoor de bovenste zwenkbare draagonderdelen 41 in de zin 30 tegengesteld aan die van de wijzers van het uurwerk gezwenkt cm de warmtebron 37 en het draadscherm 39 daarvan naar rechts van de neergaande bewegingsbaan van de bovenste klemstaaf 45 af te zwenken.

Op overeenkomstige wijze werken, als de 35 onderste klemstaaf 46 cmhoog gaat, de kampennen 44 daarvan 8105376 -10- samen met de sleuven 42b van de onderste draagorganen 42 om die dragers opzij te zwenken en om de onderste warmtebron 38 en het draadscherm 40 daarvan van de bewegingsbaan van de orthoog gaande klemstaaf 46 af te bewegen. Dit veroorlooft 5 het vastklerrmen van het filmmateriaal tussen de twee klem-staven 45 en 46. Tezelfdertijd wordt een blad 47 , dat door het hoofdrompgedeelte van de onderste klemstaaf 46 gedragen wordt, blootgesteld boven de meegevende klauw 46a door het meegeven van de drukveren 46b en kan dit het overtollige zak-10 materiaal van de hals snijden gedurende de afdichting.

Fig. 2B toont het aandrijfmechanisme door toedoen waarvan de bovenste klemstaaf 45 aangedreven wordt voor de verticale beweging daarvan.

Zoals in fig. 2B weergegeven is, is de bovenste 15 klemstaaf 45 in twee gescheiden delen uitgevoerd, die ondersteund worden door een centraal legergedeelte 49 op een verticale leipen 50 om het verticaal schuiven van de twee delen van de bovenste klemstaaf 45 te veroorloven.

De twee klemstaaf delen zijn verbonden met de 20 ondereinden van respectieve drukkoppelstangen 51 welke op hun beurt hun boveneinden scharnierend verbonden hebben aan respectieve dubbele tuimelaars 52, 52' waarvan een, 52, in fig. 2A gezien kan worden,

De linkse van de tuimelaars 52 heeft een vaste 25 zwenkpen 53 bij één hoek, een zwenkpen 54 bij een andere hoek, waardoor deze scharnierend verbonden is met de drukkoppel-stang 51, en een verdere zwenkpen 55 bij de derde hoek, waardoor deze scharnierend verbonden is met één einde van een secundaire aandrijfstijl 56.

30 Het andere einde van de secundaire aandrijf stijl 56 is bij 57 scharnierend verbonden met een corresponderende hoek van de rechtse dubbele tuimelaar 521 die ook tegenhanger-zwenkpennen 53' en 54' heeft om met de in het voorgaande beschreven pennen 53 en 54 te corresponderen.

35 Een primaire aandrijfstijl 58 is tussen de zuiger- 8105376 -11- stang 59 van een ram 60 en een verdere schamierpen 61 op de rechtse tuimelaar 52' opgencmen. Uitzetting ai terugtrekking van de zuigerstang 59 leidt tot respectievelijk beweging in de zin tegengesteld aan die van de wijzers van het uurwerk of 5 in de zin van de wijzers van het uurwerk van de tuimelaars 52, 52* en bijgevolg tot opkomende en neergaande beweging van de klemstaven 45.

Een overeenkomstige aandri j fverbinding en aandrijf ram zullen aangebracht zijn cm de hoofdrcmp van de onderste klem-10 staaf omhoog en omlaag te drijven.

Zoals ook in fig. 2B weergegeven is, heeft de Bovenste klemstaaf 45 een beschermonderdeel 62 daaraan geschroefd met het oog op het vormen van een spleet waarin het blad 47 toetreden kan wanneer de bovenste en onderste klem-15 staven 45 en 46 samenkcmen.

De vasthoudmiddelen 30 van fig. 2A en 2B werken in verscheidene stadia gedurende de cyclus van de gehele machine zoals later beschreven zal worden.

De werking van de in fig. 1 weergegeven inrichting 20 bij toepassing van zakken 4 gevormd van een door warmte krimp-baar, d.w.z. georiënteerd, filmmateriaal· is als volgt:

Een geladen maar onaf gedichte zak 4 van door warmte krimpbare verpakkingsfilm wordt in de onderdrukkamer 1 geplaatst, en het kamerdeksel 3 wordt omlaag gedreven om 25 de kamer te sluiten en het afdichten van de kamer bij de rand 20 daarvan te veroorloven.

Een vorm van een door warmte krimpbare (d.w.z. georiënteerde) film, die voor de zak 4 gébruikt wordt, kan bestaan uit een drielaaglaminaat van etheenvinylacetaat, 30 polyvinylideenchloride en bestraald etheenvinylacetaat, zoals geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3.714.253 en verhandeld door W.R. Grace & Co. onder het handelsmerk "Draagzak".

Zoals in het voorgaande uiteengezet is, wordt 35 door het neerlaten van het kamerdeksel 3 het elastische blad 8105376

* V

-12- 33 omlaag gébracht tegen de zakhals om de hals stevig vast te houden op het bovenqppervlak van het tegenonderdeel 35.

. In dit stadium worden de bovenste en onderste klemstaven 45 en 46 teruggetrokken en bevinden de warmtebronnen 37 en 38 zich 5 in de in fig. 2A weergegeven vonngevingen.

Kriirpwarmte wordt op het uitwendige van de zak uitgeoefend vóór enige hoofdzakelijke afzuiging van lucht uit het inwendige van de kamer en door de uitgeoefende warmte begint het zakmateriaal te krimpen. De lucht die zich 10 opgesloten bevindt binnen de op doeltreffende wijze afgedichte zak (welke door het elastische blad 33 vastgehouden wordt) gaat de krimpwerking tegen en houdt het zakmateriaal van het oppervlak van het product (bijvoorbeeld een stuk vers rood vlees) daarin af "opgebold". Terwijl de zak aldus vrij gehouden wordt 15 van het oppervlak van het product, wordt door de circulatie van warme lucht rond de buitenzijde van het opgebolde zakmateriaal verdere warmte aan het zakmateriaal verleend en de warmte-'krimpbewerking voltooid cm het filmmateriaal weer cmlaag tegen het oppervlak van het product te trékken. Het 20 zakmateriaal zal echter lang genoeg van het oppervlak van het product af opgebold zijn on voldoende warmteoverdracht te veroorloven qp de opgebolde film die niet in staat is cm enige warmte van betekenis aan het product 21 af te geven, en cm de film qp de krimptemperatuur daarvan te brengen zodat een zeer 25 hoog verhoudingsgedeelte van de krimpenergie teruggewonnen kan worden.

Gedurende deze tijd zal van de warmtebronnen 37 en 38 of de bekrachtiging opgeheven worden of zullen deze bij voorkeur bekrachtigd worden tot een laag verwarmingsniveau waar-30 door deze niet in staat gesteld zullen worden cm het filmmateriaal van de zakhals tot een temperatuur voldoende cm samensmelting te bewerkstelligen te verwarmen.

De vernauwing van de zakmonding wanneer deze aangegeven wordt door de meegevende vasthoudmiddelen 30 verzekerd 35 dat, als· de uitoefening van warmte door convectie op het uitwendige van de zak voortgang vindt, elk overmatig drukverschil, 8105376 -13- dat binnen de zak qpgébouwd wordt, geregeld kan worden door het aflaten van gas (gewoonlijk lucht) uit het inwendige van de zak 4 in een mate die het zakmateriaal nog van het oppervlak van het product 21 daarin af "opgebold" houden zal. Daar de 5 cpbolwerking afhangen zal van factoren die voor een bepaalde groep van producten 21 gelden (bijvoorbeeld de oppervlaktempe-ratuur, de hoeveelheid lucht die zich binnen het product bevindt, en de oppervlakaard - bijvoorbeeld kleverigheid - van het product) kan het geschikt zijn cm door waarneming te 10 bepalen wanneer opbolling naar alle waarschijnlijkheid optreedt en cm dan de werkwijze zo qp tijd af te stellen dat de luchtledigmaking tegelijkertijd voor al de producten van een groep aanvangt en de tijd met een geschikte tijdinrichting nagegaan wordt. Desgewenst kunnen willekeurige andere regel-15 middelen aangewend worden.

Daar gedurende de warmtekrimpverrichting de zak nog op meegevende wijze over de hals daarvan vasthouden wordt, kan verdere ontsnapping van lucht van binnen de zak door de hals optreden in het onwaarschijnlijke geval van 20 een overmatig drukverschil over het zakmateriaal, terwijl het overige gedeelte van de zak terug krimpen zal op het oppervlak van het productartikel 21 cm zodoende een in hoofdzaak rimpelloos oppervlak door het productarikel 21 bedekt te vormen en niettemin de zakhals in staat te laten cm 25 af te dichten wanneer de klemstaven 45 en 46 opeensluiten en met elkaar in contact kernen.

Aan het einde van de opbollingsfase, en voordat het luchtledig maken van de zak beginnen moet, wordt de gemodelleerde draad 48 kort bekrachtigd cm de zakhals te 30 scheuren en cm het opgesloten gas daarbinnen vrij te geven.

De luchtledigmaking van de kameratmosfeer (en van de nu gescheurde zak 4) vindt voortgang tot het gewenste onderdrukniveau bereikt is. Aan, of iets voor, het einde van de luchtledigmakingsfase kunnen de lampen 37, 38 tot hun 35 maximum niveau bekrachtigd worden cm stralingswarmte met de gewenste golflengte uit te zenden voor optimum warmteabsorptie 8105376

, V

t -14- door het filmmateriaal, en cm zodoende de doorboorde zakhals tot de samensmeltingstemperatuur te verwannen.

De ranusn 60 worden dan bediend om de bovenste en onderste klemonderdelen 45 en 46 bijeen te brengen, onder 5 het tegelijkertijd wegzwenken van de bronnen 37 en 38 en de daarmee samenhangende draadschermen 39 en 40.

Wanneer de bovenste klemstaaf 45 eenmaal in contact gekomen is met de aangedrukte klemklauw 46a, resulteert de verdere bediening van de rammen 60 in het scheiden van het 10 blad 47 van de zakhals cm het overschietende materiaal daarvan los te maken. Gedurende deze gehele verrichting was het mondingsgedeelte van de zak nog vastgeklemd tussen het meegevende blad 33 en het tegenonderdeel 35 zodat de zak zich nog veilig binnen de vasthoudmiddelen 30 bevinden zal.

15 De terugtrekking van de bovenste en onderste klemstaven 45 en 46 zal de warmtebronnen 37 en 38 en hun draadschermen 39 resp. 40 in de vormgeving van fig. 2A terugbrengen.

De luchtledigmaking van de kamer vindt na deze terugtrekking van de klemstaven 45 en 46 plaats zodat onbelemmerde ontsnapping 20 van eventuele resterende lucht uit de zak plaats vinden kan.

Wanneer de onderdrukkamer weer onder druk gébracht wordt bij het openen worden de verwarmde halsgedeelten van de zak links van de klemonderdelen 45 en 46 opeengedrukt cm samensmeltingslassen te bewerkstelligen en cm de afmeting 25 van eventueel overschietend zakmateriaal rond de afdichtings-zone te verminderen cm een net uiterlijk aan het gereedgekomen pak tot stand te brengen.

Het overschietende zakmateriaal, dat door het bad 47 afgescheiden wordt, wordt nog vastgehouden tussen 30 het elastische blad 33 en het tegenonderdeel 35 en kan gedurende of na verwijdering van de verpakking uit de geopende kamer verwijderd worden.

De in het voorgaande beschreven werkwijze is in het bijzonder geschikt voor toepassing bij natte producten 35 zoals vers rood vlees in door warmte kriirpbare zakken omdat de 8105376 -15- drukverhoging qp het oppervlak van het vlees tijdens de zak-opbollingswerking strekt tot het in het product houden van het vocht en het vermijden van verneveling van het binnenopper-vlak van de zak wanneer deze zich in de opgebolde toestand 5 bevindt. Bovendien wordt het door snel aflaten van de opgesloten lucht bij de zakdoorboring mogelijk on het zakmateriaal snel en voordat enige zodanige verneveling optreedt met het product in contact te brengen. Bijgevolg is het uiterlijk van de gereedgekomen verpakking bijzonder aantrekkelijk in IQ het geval van vochtproducten zoals vers rood vlees.

In het geval van alle volgens deze werkwijze verpakte producten wordt de rimpelloze aard van het product verbeterd door de toepassing van een voorafgaande krimpver-richting gevolgd door daarna kanende luchtledigmaking "(in 15 tegenstelling tot de gebruikelijke volgorde van eerst onder-druk-afdichting en daarna krimpen).

De gereecbgekcmen verpakking volgens de uitvinding is bovendien sterk verbeterd ten opzichte van de tot dusver op dit gebied bekende door krimp in orde gebrachte verpakkingen 20 waarbij een waterkrimpbad gebruikt wordt teneinde de "warmteput" effecten van het betrekkelijk koele en een groot warmtevermogen bezittend product te lenigen, andat het krimpen van de film in contact met lucht een grotere terugwinningsmate van de krimp-energie, en bijgevolg een grote® toename in dikte veroorlooft, 25 met het gevolg dat de afsluitingseigenschappen van de zak (van belang teneinde een hermetische afdichting van het product en versheid tot cp het moment van consumptie te bewaren) doeltreffender worden. Bovendien is het bestand zijn tegen misbruik van een dergelijke zak beter als gevolg van de 30 toegencmen dikte.

Daar de luchtholte, die binnen de zak opgesloten wordt gedurende de voorverwarmingskriiipfase, de samenklapping van de zak tegengaat en contact van de zak met het koude product opschort, is dit diktetoenemingseffect zelfs nog 35 merkbaarder en dit geldt ook ten aanzien van het rimpelloze uiterlijk van de zak wat. weer afhangt van de mate van terug- 8105376 -16- winning van latents krinpenergie in bet filmmateriaal. Bovendien zal, daar de krimp opgewekt wordt door luchtstromingen die rond het geheel van het product bewegen, de krimp van de zak gelijkmatig zijn rond het product en zal dit het gevaar voor op-5 sluiting van luchtholten achter de "evenaar" van het product (d.w.z. het gebied van de grootste doorsnede in een vlak loodrecht op de langsas van de zak) ondervangen.

Bovendien verzekert de in het voorgaande genoemde eigenschap van het weinig of geen waterdamp hebben in de lucht 10 tussen het product en de krimpende zak (veroorzaakt door het inzetten van de krimp vóór enige drukvermindering en zelfs een geringe druktoename veroorzakend) dat minder krimpwarmte vereist is daar de droge lucht op de binnenzijde van de zak minder warmte absorbeert dan met vocht bezwangerde lucht.

15 Daar de onderste en bovenste ondersteuningsonder- delen 31 en 32 van de meegevende vasthoudmiddelen 30 respectievelijk door het onderste kamergedeelte 20 en het kamerdeksel-gedeelte 2 gedragen worden, sluiten deze automatisch opeen in contact met elkaar wanneer de kamer gesloten wordt en 20 al hetgeen de bedieningspersoon behoeft te doen is te verzekeren dat de hals van de zak 4 op het tegenonderdeel 35 geplaatst wordt voordat de kamer sluit.

Desgewenst kan, waar de geladen zakken door een transporteur in de kamer 1 toegevoerd worden, de transporteur' 25 er een zijn die verzekert dat, wanneer de zak 4 gestopt wordt, de zakhals goed ingesteld is voor samengesnoerde vast-klemming zonder de noodzaak voor zorgvuldige instelling door een bedieningspersoon.

Zoals in het voorgaande aangegeven is, kunnen 30 andere zaksluitmechanismen aangebracht worden voor toepassing bij de stralingswarmteafdichtingseenheden 13 en 14 die in het voorgaande beschreven zijn.

Bijvoorbeeld kan de zakhals gesloten worden door een gebruikelijke bijwerk-afdichtstaaf 70 (fig. 3) die de 35 zowel overmaat materiaal afsnijdt als/ zakmonding afdicht langs 8105376 -17- <3e druklijn tussen bovenste en onderste klemstaven (door middel van een weerstandsverwarmingsorgaan). De uitoefening van warmte op het halsgebied tussen de bijwerk-afdichteenheid 70 en loet product 21 heeft het gevolg dat wanneer de kamer 1 5 weer onder druk gebracht wordt het zakmateriaal in het halsgebied verwarmd zal zijn in een mate waarbij het zelf samensmelt bij het samenklappen, onder het over laten van een veel netter halsgebied aan de verpakking.

Als alternatief kan de zakhals geplaatst worden 10 in een samenbrengeenheid 71 (fig. 4) cm zodoende samengebracht te worden in een onderdrukkamer wanneer de kamer sluit, en wordt een knijper aan de hals van de zak verbonden door de ontklemings-eenheid 71a nadat de luchtledigmakings- en kriirpverrichtingen voltooid zijn. Een dergelijk cmklamtingsorgaan in een kamer 15 is bijvoorbeeld geopenbaard in het Britse octrooischrift 1.353.157 van de onderhavige aanvrager.

Nog een verdere mogelijkheid is cm de cmklammings-eenheid 71a achterwege te laten uit fig. 4 en cm de bijeen-brengingshandeling uit te voeren nadat de bekrachtiging van 20 de infrarode warmtebronnen de verwarming van de zakhals in het gebied, dat op het punt staat bijeengebracht te worden, tot stand gebracht heeft. Wanneer de aldus verwarmde en verweekte zakhalsgebieden bijeengetrokken worden door de werking van de bijeeribrengeenheid 71 (die bijvoorbeeld zijn 25 kan van het type dat geopenbaard is in de Britse octrooischriften 1.353.157, 1,361.142 en 1.496.740) is de bijeenbrengingswerking voldoende cm het halsmateriaal zich te laten hechten aan en gelijkenis te vertonen net de vormgeving van een omklemde hals maar zonder een knijper. Louter het door warmte verweken van 30 het zakhalsgebied zal voldoende zijn cm te innig contact en afdichting van het bijeengebrachte halsgebied te leiden.

De schematisch voorgestelde bijeenbrengeenheid 71 kan bijvoorbeeld in twee trappen werken, zoals geopenbaard is in het Britse octrooischrift 1.353.157, doordat deze in de 35 eerste plaats de zak bijeenbrengt tot een horizontale sleuf- 8105376 -18- achtige vormgeving als de kamer sluit, en voldoende beperking van de gasstrocm uit het inwendige van de zak bewerkstelligt on het gewenste opbollingseffect te bevorderen vóór bekrachtiging van de infrarode stralingsbronnen. Vervolgens wordt in de 5 tweede bijeeribrengingstrap de lengte van die sleuf verminderd om de zakhals met plooien in te nemen in een zelf-hechtende bijeengebrachte vormgeving. Als alternatief kan een willekeurige andere zakmondingsinsnoerwerking op de zak uitgeoefend worden en kan de bijeeribrengeenheid 71 dan bediend worden cm de zakhals 10 geheel bijeen te brengen naar de opbollende verwarmingswerking.

De voorgaande beschrijving van de verschillende werkingscyclussen die mogelijk zijn met de kamer 1 van fig. 1 heeft overal betrekking op het gebruik van een door warmte krirnpbare film. Het kan echter mogelijk zijn cm de werkwijze 15 volgens de uitvinding toe te passen bij andere films, bijvoorbeeld zelf-lassende films die door warmte verweekt worden en dan gelast zullen worden wanneer zij met elkaar in contact komen.

.............Ook kunnen de alternatieve kamerconstructies, 20 die in fig. 3 en 4 weergegeven zijn, toegepast worden bij elke geschikte film, daaronder begrepen door warmte.krimpbare film en zelf-lassende film.

Pig. 5 toont een schematische afbeelding van ëën mogelijk regelcircuit voor bekrachtiging van de stralings-25 warmte-uitzendlampen 37 en 38. Een variabele transformator 72 is opgenomen over ingangsklemmen 73 en 74, en over dezelfde twee klemmen 73 en 74 is een shuntleiding geschakeld, die een microschakelaar 75 en een tijdinrichting 76 omvat. Een verdere shuntleiding omvat een schakelaar 77 en een circuit-30 onderbreker 78, waarbij de circuitonderbreker zelf verbonden is met schakelaarcontacten 79 en 80 in het secundaire circuit van de variabel transformator 72. De twee schakelaarcontracten 79 en 80 regelen zodoende de bekrachtiging van de infrarode uitzendlampen .37 en 38 die parallelgeschakeld zijn in het 35 secundaire circuit van de variabele transformator 72.

8105376 « s -19-

De variabele transformator wordt permanent bekrachtigd, en de cyclus wordt in gang gezet door bediening van de microschakelaar 75, die afgaat op een of andere bewegende mechanische component, bijvoorbeeld het sluiten 5 van Ocamerdeksel 3. Het sluiten van de microschakelaar 75 zet de tijdcyclus van de tijdinrichting 76 in gang zodat de schakelaar 77 onmiddellijk sluit, onder het bekrachtigen van de circuitonöerbreker 78 die de contacten 79 en 80 sluit cm de lampen 37 en 38 te bekrachtigen.

10 Na een door de tijdinrichting 76 bepaalde tijd- vertraging wordt de schakelaar 77 geopend, onder het onderbreken van het circuit naar de circuitonderbreker 78 die dan de contacten 79 en 80 opent cm de bekrachtiging van de lampen 37 en 38 op te heffen.

15 Bij een bijzonder geschikte gewijzigde uitvoering van het circuit van fig. 5 kunnen voorzieningen worden getroffen cm de lampen 37 en 38 terug te brengen tot een bij staande vermcgensinstelling (bijvoorbeeld bij 20% van hun volle vermogen) in plaats van de bekrachtiging daarvan volledig 20 op te heffen wanneer de bekrachtiging van de circuitonderbreker 78 opgeheven wordt. Dit kan bijvoorbeeld tot stand gébracht worden door een tweewegschakelsysteem te hebben ter plaatse van de contacten 79 en 80 zodat bij de ene positie van de Bewegende contacten een "bij staand" circuit voltooid wordt 25 cm de lampen 37 en 38 te bekrachtigen bij hun bij staande vermcgensinstelling, en bij de andere positie van het beweegbare contact het in fig. 5 weergegeven hoofdcircuit bekrachtigd kan worden.

De afstelling van de variabele transformator 72 30 kan het variëren van het vermogen van de lampen veroorloven, en zo kan ook de tijdinrichting 76 instelbaar zijn cm een tijdvertraging, van bijvoorbeeld 2 tot 6 seconden, te veroorloven voor de werking van de lampen 37 en 38.

Een verkieslijk type lamp voor toepassing als 35 de lampen 37 en 38 is een Philips-type 12195 X/98-lamp, die 8105376 ψ » -20- verkrijgbaar is van de Philips Electrical Company.

De voordelen van bet toepassen van het hier geopenbaarde samensmeltafdichtsysteem behelzen het feit dat de warmtetraagheid van de infrarode lampen 37 en 38 zeer 5 gering is zodat hét mogelijk is om deze alleen aan te draaien wanneer samensmeltafdichting vereist is. Bovendien heeft samensmeltafdichting het voordeel dat er geen fysisch contact optreedt tussen de larrpen die de warmte toevoeren en het te binden kunststof^materiaal.

10 Het is een bijzonder belangrijk voordeel van de uitvinding dat de warmte door straling op de films uitgeoefend wordt voordat zij met elkaar in contact gebracht worden, onder het zodoende verzekeren dat gezorgd kan worden voor de kortst mogelijke stralingsenergiébaan van de lampen naar de 15 vastgeklemde films zonder dat de lampen 37 en 38 dicht bij elkaar geplaatst behoeven te worden. In plaats daarvan kunnen de. lampen heel wijd uiteen geplaatst en het zakhalsmateriaal in de nabijheid van de lampen opgebold worden cm zodoende de afstand van de warmtebron tot het zakmateriaal terug te 20 brengen. Dit verschaft een veel minder omvangrijke inrichting uit een oogpunt van (a) het laden van de zak in de kamer, of (b) meer in het algemeen (waar de samensmeltafdichting van een f ilmcmhulling cm een verpakking te vormen uitgevoerd wordt zonder het gebruik van een onderdrukkamer) het instellen van 25 telkens twee te lassen filmgedeelten in een positie gereed voor samensmeltverwarming met de inrichting volgens de uitvinding.

Bovendien kan de aan de films verleende mate van energie snel en gémakkelijk afgesteld worden door of het 30 variëren van de voeding s panning naar de lampen, of door het variëren van de tijd gedurende welke zij "aan" staan, of door het afstellen van beide parameters.

Desgewenst kan het haisgebied van de zak bedrukt worden met een. materiaal dat een hoge absorptiecoëfficiënt 35 heeft cm zodoende voor een zelfs nog intenser gelocaliseerde warmteopname te zorgen.

8105376 -21-

De onderdrukniveau' s, die voor de in het voorgaande beschreven werkwijzen beoogd worden, zullen in de orde van 5 Torr bedragen- De onderdruk kan echter veel zachter zijn (hogere resterende druk) indien dit wenselijk is (bijvoorbeeld 5 wanneer verpakkingsproducten zoals zogenaamde sterk vergassende kaas die van nature gas - bijvoorbeeld kooldioxide - uitzweet en dit in een veel sterkere mate doen zal bij verpakking onder hoge onderdrukgesteldheden).

In fig. 1, 3 en 4 bestaand de middelen voor het 10 op het zakmateriaal uitoefenen van warmte uit ventilatoren die warme lucht circuleren. Als alternatief kunnen andere zak-verwarmingsmiddelen in samenhang met de stralingswarmte— uitzendende verwarmingseenheden 13 en 14 toegepast worden.

Temperaturen van 90°C tot 140°C in de opgebolde 15 film zullen vereist zijn teneinde het door warmte krimpen in het teval van een biaxiaal georiënteerde krimpbare film te bewerkstelligen. Hogere tsrperaturen kunnen echter verleend worden door de stralingswarmte-uitzendende verwarmingseenheden 13 en 14 in het halsgebied van de film cm de samen-20 smeltafdichting te bevorderen.

De voorgaande beschrijving heeft algemeen betrekking op de werking qp een afzonderlijke zak 4 in de kamer, dat ofschoon het heel duidelijk genaakt is dn fig. 1 twee afzonderlijke zakken 4 aangebracht zijn. De werkwijze en inrichting 25 volgens de uitvinding kunnen opgezet zijn voor toepassing bij één verpakking, of bij twee of meer verpakkingen die gelijktijdig afgedicht worden, en deze veelzijdigheid zal evengoed gelden voor de drie afzonderlijke uitvoeringen die in fig. 1, 3 en 4 voorgesteld zijn en ook voor willekeurige andere uitvoeringen 30 die binnen het kader van de uitvinding vallen.

een

Kort samengevat zijn in het voorgaande7werkwijze en inrichting voor het vormen van een afgedichte verpakking beschreven, waarbij kunststof zakken 4 afgedicht worden in het halsgebied door opbolling van het halsgebied en blootstelling 35 van de opgebolde halsgedeelten aan infrarode straling die uit- 8105376 -22- gezonden wordt door verwariningseeriheden 13 en 14 . Het aldus verwarmde halsgebied wordt dan op zichzelf samengeklapt on af te dichten bij het contact.

8105376

Claims

1. Werkwijze voor het vormen van een verpakking, bestaande uit het omhullen van goederen in een kunststof film die uitgevoerd is met corresponderende filmgedeelten welke met elkaar in contact gebracht zullen worden cm de verpakking 5 door warmte af te dichten, met het kenmerk, dat de corresponderende filmgedeelten buiten contact met elkaar gehouden worden vóór het af dichten, het verwarmen van de buiten contact verkerende corresponderende filmgedeelten met infrarode straling, en het dan in contact met elkaar brengen van de 10 verwarmde filmgedeelten cm samen te smelten bij het contact.

2. Vferkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kunststof film uitgevoerd is in de vorm van een zak (4) die een hals heeft welke de onderling af te dichten filmgedeelten bepaalt. 15

3. Wërkwijze volgens conclusie 1, roet het kenmerk, dat de warmtedichting uitgevoerd wordt‘in een onderdrukkamer (2, 3. waarbinnen het arihulde product geplaatst wordt, en de kamer luchtledig gemaakt wordt cm de druk binnen en rond de kunststoffilm (4) te verminderen vóór de corresponderende 20 gedeelten van de arihul-lende film afgedicht worden on een onderdrukverpakking te vormen.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kunststoffilm uitgevoerd is in de vórm van een zak (4) waarvan de hals ingesnoerd gehouden wordt cm zodoende 25 de ontsnapping van gas van binnen de zak (4) op te houden en onderworpen wordt aan een opbollingswerking, en waarbij de infrarode straling uitgezonden wordt door bronnen (13, 14) die dicht bij de hals van de zak geplaatst worden cm de door de opgehouden ontsnapping van gas van binnen de zak (4) opge-30 bolde hals te verwarmen, en men gas dan ontsnappen laat uit de verwarmde zak (4), en de halsgedeelten in contact met elkaar gebracht worden cm af te dichten bij het contact.

5. iferkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ontsnapping van gas uit de zak (4) bewerkstelligd wordt 35 door het qp meegevende wijze vasthouden van de zakhals cm de 8105376 -24- < · * 4S ontsnapping van gas te beperken tot het drukverschil tussen het inwendige en uitwendige van de zak een waarde bereikt waarbij het zakhalsvasthoudmiddel (30) meegeeft om ontsnapping door de zakitonding toe te laten.

6. Vferkwijze volgens conclusie 4 of 5, met het ken merk, dat de opbolling van de zakhals veroorzaakt wordt door verwarming van het zakmateriaal onder toepassing van bijkomende verwarmingsmiddelen (6, 7, 8, 9, 10, 11), en waarbij de ontsnapping van gas van binnen de zak (4) tot stand kont door 10 het scheuren van de opgebolde zakhals om in hoofdzaak onbelemmerde ontsnapping van gas uit het inwendige van de zak toe te laten.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bijkomende verwarmingsmiddelen bestaan uit geforceerde 15 convectieverwarmingsorganen (6, 8, 10) en (7, 9, 11) die warme lucht circuleren rond het uitwendige van de zak (4).

8. /Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat Het filmmateriaal· uit een door warmte krimpbare film bestaat.

9. Werkwijze volgens een der conclusies 4 t/m 8, met het kenmerk, dat het opbollen van de zak (4) veroorzaakt wordt door het door warmte krimpen van het zakmateriaal terwijl de zakhals ingesnoerd gehouden wordt.

10. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, met het 25 kenmerk, dat het opbollen van de zakhals veroorzaakt wordt door de afvoer van lucht van binnen de kamer (2, 3) hetgeen tot een drukverschil over het zakfilmmateriaal leidt door toedoen van de ingesnoerde zakhals.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 30. met het kenmerk, dat het filmmateriaal een meerlaagfilm is, Bestaande uit tenminste een etheenvinylacetaatlaag, een laag α polyvinylideenchloride, en een laag bestraald etheenvinylace-taat, en waarbij de golflengte van de infrarode straling van 3 tot 4 micron bedraagt.

12. Inrichting voor het vormen van ëen verpakking, 8105376 -25- ί* bestaande uit een ondersteuning voor goederen en een omhullende kunststoffilm, een warmtebron voor het verwarmen van corresponderende gedeelten van de omhullende kunststoffilm, en middelen voor het in contact met elkaar brengen van dergelijke 5 corresponderende gedeelten van de omhullende kunststoffilm om de verpakking te sluiten, gekenmerkt doordat de warmtebron bestaat uit tenminste één infrarodestralingsbron (13, 14) die er qp ingesteld is cm dergelijke corresponderende filmgedeelten van een ondersteunde omhullende film te bestralen, en doordat 10 middelen (8, .10) en (9, 11) aangebracht zijn voor het buiten contact met elkaar houden van deze corresponderende filmgedeelten gedurende de werking van de infrarode stralingsbronnen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt doordat de infrarode stralingsbron (13, 14) en de ondersteuning 15 (5) zich binnen een onderdrukkamer (2, 3) bevinden, doordat de middelen voor het buiten contact met elkaar houden van de corresponderende filmgedeelten bestaan uit middelen (30) voor het insnoeren van de hals (4) binnen de kamer, en middelen (6, 8, 10) en (7, 9, 11) voor het opbollen van de hals van een 20 zak die ondersteund is op de ondersteuning (5) met de hals daarvan ingesnoerd door de halsinsnoermiddelen, en doordat de middelen voor het in contact met elkaar brengen van dergelijke corresponderende filmgedeelten cm de verpakking te sluiten bestaan uit middelen (48) voor het vrijgeven van gas van 25 binnen de zak (4) cm de zakhals uit de opgebolde vormgeving daarvan te voeren na het verwarmen van de zak door de infrarode straling-uitzendmiddelen (13, 14) cm zodoende het verwarmde opgebolde halsmateriaal met zichzelf in contact te laten komen cm af te dichten bij het contact.

14. Inrichting volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat de halsinsnoermiddelen bestaan uit een zakhalsbijeen-brengeenheid (71) die berekend is op het insnoeren van de zakhals door het bijeenbrengen cm afdichting te bewerkstelligen.

15. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt 35 doordat de bijeenbrengeenheid (71) geprogrammeerd is om de 8105376 f* l’ -26- zakhals bijeen te brengen na bekrachtiging van de infrarode straling-uitzendmiddelen (13, 14),

16. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt door voorts een cmklemmingseenheid (71a) die dienen kan on 5 een knijper aan te brengen on de zakhals te sluiten na het voeren van de zakhals uit de opgebolde vormgeving daarvan.

17. Inrichting volgens èen der conclusies 13 t/m 16, gekenmerkt doordat de genoemde middelen voor het uit de opgebolde vormgeving daarvan voeren van de zakhals 10 middelen (48) voor het scheuren van de opgebolde zakhals omvatten.

18. Inrichting volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat de genoemde middelen voor het uit de opgébolde vormgeving voeren van de zakhals samenwerkende vasthoudklauwen 15 (45, 46a) omvatten, die aangrenzend aan de zakhalsscheur- middelen (48) ingesteld zijn, aan de zijde van de scheur-middelen (48), die zich dichter bij de zakondersteuning (5) bevindt, voor het vastklemmen van de zakhals om:, deze weer te sluiten na ontsnapping van gas door het gescheurde hals-20 gedeelte..

19. Inrichting volgens een der conclusies 13 t/m 18, gekenmerkt doordat de infrarode straling-uitzendmiddelen bestaan' uit een paar· strooklampen (13 , 14) die evenwijdig aan elkaar ingesteld zijn aan weerszijden van de 25 beoogde plaats van het opgébolde halsmateriaal van de zak (4).

20. Inrichting volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat de halsinsnoermiddelen bestaan uit een paar evenwijdige klemstaven (33, 35) die nabij de ruimte tussen de strooklampen 30 (13, 14) aangebracht zijn en de hals van een zak (4) daartussen vastklemmen kunnen.

21. Inrichting volgens conclusie 20, gekenmerkt doordat tenminste een (33) van de klemstaven meegevend is in zijn klemwerking on zodoende ontsnapping van gas van 35 binnen de zak (4) te veroorloven in het geval van een over- 8105376 -27- matige drukverschiltoename over het filmmateriaal van de zak.

22. Inrichting volgens een der conclusies 18 t/m 21, gekenmerkt doordat de vasthoudklauwen (45, 46a) naar en van elkaar bewegen langs een werkingsbaan, en de strooklampen 5 (13, 14) zo gemonteerd zijn dat deze een beweging uitvoeren kunnen tussen een werkzame positie, waarin zij zich langs de bewegingsbaan tussen uiteengelegen posities van de vasthoudklauwen (45, 46a) bevinden, en een onwerkzame positie, waarin zij vrij zijn van de werkingsbaan om de vasthoudklauwen 10 opeen te laten sluiten.

23. Inrichting volgens conclusie 22, gekenmerkt door voorts schermen (39, 40) die met de strooklampen samenhangen voor het tegengaan van fysisch contact van de strooklampen (13, 14) met het opgebolde zakhalsmateriaal gedurende 15 de verwarming.

24. Inrichting volgens een der conclusies 19 t/m 23, gekenmerkt doordat de strooklampen (13, 14) reflectors omvatten cm de gehele straling van elke strooklamp (13 of 14) naar de ruimte tussen de twee strooklampen te richten.

25. Inrichting volgens conclusie 24, gekenmerkt doordat elke reflector bestaat uit een weerkaatsende bekleding die op een oppervlakgedeelte van de strooklamp (13 of 141 aangebracht is voor het weerkaatsen van straling die van nature niet naar die ruimte tussen de strooklampen (13 en 14) gericht 25 zou zijn.

26. Inrichting volgens een der conclusies 19 t/m 25, gekenmerkt doordat deze voorts middelen ctnvat voor het bekrachtigen van de strooklampen (13, 14) op een eerste niveau, waarbij zij infrarode straling uitzenden met een intensiteit 30 voldoende cm verwarming van de opgebolde zakhals te bewerkstelligen, en een tweede niveau, waarbij zij met een sterk verminderd energieverbruik in bij staande toestand werken.

27. Inrichting volgens een der conclusies 19 t/m 26, gekenmerkt doordat deze voorts een tijdinrichting (75) cmvat 35 voor tijdafstelling van de uitzendingsduur van infrarode straling van de strooklampen (13, 14), en middelen (72) voor het afstellen 8105376 -28- van de intensiteit waarmee zij de infrarode straling voor het verwarmen van de zak uitzenden.

28. Inrichting volgens een der conclusies 13 t/m 27, gekenmerkt doordat de middelen voor het opbollen van de 5 hals van een zak tenminste één luchtcirculatieventilator (6, 8) en (7, 9) binnen de kamer en een verwarmingsorgaan (10, 11) voor het verwarmen van de daardoor gecirculeerde lucht omvatten.

29. Inrichting volens een der conclusies 13 t/m 28, gekenmerkt door'middelen· '.(47) omvat voor het scheiden van 10 het overtollige zakhalsmateriaal van de verpakking na de werking van de infrarode straling-uitzendmiddelen (13, 14).

30. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen..

31. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld 15 in de Beschrijving en/of tekeningen. 8105376