NL8105266A - Inrichting voor het bepalen van de buighoek van een plaat bij het buigen daarvan in een kantpers. - Google Patents

Description

' , i N/30. 516-St/id

Inrichting voor het bepalen van de buighoek van een plaat bij het buigen daarvan in een feantpers.

De uitvinding betreft een inrichting voor het bepalen van de buighoek van een plaat bij het buigen daarvan in een kantpers van het type met een van een langsgroef voor-zien vlak onderstempel en een in het verticale symmetrievlak 5 van deze groef verticaal beweegbaar langwerpig bovenstempel van smal V-vormig eindprofiel, welke inrichting is voorzien van een verschuifbaar tastorgaan, dat de te buigen plaat op een ter zijde van de buiglijn liggende plaats kan aftasten, en van een met het tastorgaan gekoppeld meet- of signalerings-10 toestel.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Ne-derlandse octrooiaanvrage 78.01000. Bij deze bekende inrich-ting is het tastorgaan verticaal verschuifbaar in de langsgroef van het onderstempel aangebracht/ waarbij het de onder-15 zijde van de te buigen plaat aftast in twee symmetrisch ten opzichte van het symmetrievlak van de groef gelegen punten, die elk tussen dit vlak en de betrokken afgeronde groefzij-rand ligt. De afstand, waarover het tastorgaan bij het buigen van de plaat ten opzichte van de groefzijrand naar omlaag 20 wordt verplaatst, vormt een maat voor de buighoek onafhanke-lijk van de plaatdikte. Deze uitvoering heeft het bezwaar, dat bij groeven van kleine breedte slechts een zeer beperkte ruimte voor het onderbrengen van het tastorgaan in de groef beschikbaar is en de afstand tussen het aangrijpingspunt van 25 het tastorgaan op de plaat en de groefrand zeer klein wordt, hetgeen de meetnauwkeurigheid ongunstig beinvloedt. Bovendien moeten voor het buigen van verschillende materialen en het vormen van verschillende buigstralen van de in de plaat gebo-gen hoek ook onderstempels met langsgroeven van verschillende 50 breedte worden toegepast, hetgeen dan ook telkens een ander, aan de betrokken groef aangepast en daarin opgenomen tastorgaan vereist.

De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die dit bezwaar on-35 dervangt.

De inrichting volgens de uitvinding heeft daar- 8105266

> V

-2- toe het kenmerk, dat het tastorgaan verschuifbaar in het bovenstempel is aangebracht en aan tenminste §€n zijde van dit stempel over enige afstand buiten het bovenstempel uitsteekt.

Aldus wordt derhalve tijdens het buigen de plaat 5 aan de bovenzijde door het tastorgaan afgetast, waarbij de relatieve stand van het tastorgaan ten opzichte van het bo-venstempel een maat voor de buighoek in de plaat vormt. Even-als bij de bekende inrichting, hebben normale dikte-afwijkin-gen, die zich bij het buigen van een serie platen kunnen voor-10 doen, geen invloed op het meetresultaat. Daarnaast wordt ech-ter het voordee1 verkregen, dat het tastorgaan voor wat be-treft zijn plaatsing en uitvoering onafhankelijk is van de breedte van de groef in het onderstempel en dus zondermeer in combinatie met onderstempels van verschillend type kan 15 worden gebruikt.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uit-vinding bestaat het tastorgaan uit een plaatvormig lichaam met afgeronde onderste hoeken, welk plaatlichaam zich dwars op het middenlangsvlak van het bovenstempel en symmetrisch 20 ten opzichte van dit vlak uitstrekt en in een dwarsgleuf van het bovenstempel axiaal verschuifbaar is geleid. De breedte van het plaatlichaam kan daarbij groter zijn, dan de breedte van de langsgroef van het onderstempel.

Als een te buigen plaat op het onderstempel 25 wordt gebracht en vervolgens het bovenstempel bij zijn aan-drijving naar omlaag in de langsgroef van het onderstempel naar binnen dringt en daarbij de plaat buigt zullen de beide omhoog draaiende vleugels van de plaat het tastorgaan ten opzichte van het bovenstempel omhoog drukken, waarbij dit or-30 gaan met zijn afgeronde onderhoeken tegen de plaatvleugels aanligt. De relatieve verplaatsing van het tastorgaan ten opzichte van het bovenstempel vormt daarbij een maat voor de optredende buighoek. Het met het tastorgaan gekoppelde, even-eens in het bovenstempel ondergebrachte meet- of signalerings-35 toestel kan van elk bekend geschikt type zijn en bijvoorbeeld bij het bereiken van een vooraf ingestelde bepaalde buighoek een stuursignaal afgeven, dat de machine stopt. Het is aldus mogelijk om een bepaalde gewenste hoek steeds nauwkeurig te reproduceren, waarbij als gezegd de plaatdikte en de in ver- 8105266 -3- band daarmee gekozen breedte van de groef in het onderstempel geen rol spelen.

Uit het voorgaande volgt, dat bij een vrij ver-v schuifbaar tastorgaan de buighoek tijdens het buigen van de 5 plaat continu kan worden bepaald. Volgens de uitvinding is echter ook een uitvoering mogelijk, waarbij het tastorgaan vooraf op een bepaalde stand, corresponderend met een bepaal-de gekozen buighoek, ten opzichte van het bovenstempel instel-baar is. Zodra dan de te buigen plaat de genoemde buighoek belt) reikt spreekt het tastorgaan aan en stopt de machine. Daartoe kan het tastorgaan bijvoorbeeld van een naderingsschakelaar zijn voorzien. Op deze wijze wordt de invloed van wrijvings-krachten tussen het tastorgaan en het plaatoppervlak enerzijds en het tastorgaan en zijn geleiding in het bovenstempel ander-15 zijds ondervangen, hetgeen in het bijzonder van belang kan zijn als een serie platen over een grote hoek, dus tot een kleine binnenhoek, moet worden gebogen, daar in dat geval te-gen het eind van de buigbewerking de door de plaat op het tastorgaan uitgeoefende druk slechts een kleine verticale 20 component bezit.

In zulke gevallen is het volgens de uitvinding ook mogelijk om een aan ££n zijde van het bovenstempel gele-gen tastorgaan toe te passen, waarvan de lineaire verschui-vingsas met het middenlangsvlak van het bovenstempel een hoek 25 insluit. Een dergelijk schuin geplaatst tastorgaan heeft we-liswaar een klein meetbereik, maar is instaat om kleine bin-nenhoeken van de te buigen platen met grote nauwkeurigheid te bepalen.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van 30 de inrichting volgens de uitvinding afgebeeld.

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een kantpers, waarin de inrichting is toegepast; fig. 2 is op grotere schaal een dwarsdoorsnede van het onderstempel en het van de inrichting voorziene bo-35 venstempel tijdens het buigen van een plaat; fig. 3 is een langsdoorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2, waarbij de kantpers in de open stand staat; en fig. 4 illustreert op vergrote schaal de geome- 8105266 ' i fc -4- trie van de bepaling van de buighoek met het aftastorgaan.

* De kantpers van fig, 1 is op zichzelf van con- ventionele uitvoering en heeft een matrijs of onderstempel 1, dat met een beweegbaar bovenstempel 2 samenwerkt en in hori-5 zontale stand op een massieve tafel 3 is gemonteerd, welke door een kolom 4 wordt gedragen. De kolom 4 zit vast aan een zich langs het onderstempel 1 omhoog uitstrekkend freem 5, dat aan de bovenzijde een hydraulisch of mechanisch aandrijf-systeem 6 draagt voor de verticale op- en neergaande beweging 10 van een bovenstempelhouder 7, waaraan het bovenstempel 2 door klemmiddelen 8 verwisselbaar is vastgezet.

Het onderstempel 1 heeft een langwerpige recht-hoekige prismatische vorm, waarbij het bovenvlak van het onderstempel een horizontaal oplegvlak 9 voor de te buigen platen 15 vormt, waarin een zich over de gehele lengte van het stempel uitstrekkende langsgroef 10 is gevormd. In de getekende uit-voeringsvorm heeft deze groef een V-vormig profiel, maar dit profiel kan ook rechthoekig zijn of nog een andere vorm heb-ben.

20 Het bovenstempel 2 heeft een smalle langwerpige vorm met een V-vormig profiel eindigend in een afgeronde punt 11. Het verticale raiddenlangsvlak of symmetrievlak van het bovenstempel 2 valt samen met het symmetrievlak door het midden van de groef 10 van het onderstempel 1. Als op het opleg-25 vlak 9 van het onderstempel 1 een metalen plaat, zoals 12, wordt geplaatst en vervolgens het bovenstempel 2 door middel van het aandrijfsysteem 6 omlaag wordt bewogen, wordt de plaat 12 op de getekende wijze gebogen onder een hoek, die afhanke-lijk is van de afstand, waarover het bovenstempel 2 in de 30 groef 10 naar binnen dringt. De plaat 12 steunt daarbij op afgeronde hoeken 13, waarmee de groefzijwanden in het oplegvlak 9 overgaan.

Het bovenstempel 2 bestaat uit een aantal tegen elkaar aansluitende delen van gelijk profiel, waaronder een 35 relatief smal deel 14, dat dient voor het opnemen van een tastorgaan en dat in de lengterichting van het bovenstempel 2 derhalve op verschillende plaatsen kan worden opgenomen. In het ondereinde van het stempeldeel 14 is een verticale dwars-sleuf 15 aangebracht, waarin een plaatvormig tastorgaan 16 -5- verticaal verschuifbaar past. Het tastorgaan 16 heeft een rechtheekige vorm met afgeronde onderhoeken 17, waarmee het tegen de te buigen plaat 12 kan aanliggen. Het tastorgaan 16 steekt symmetrisch ter weerszijden van het bovenstempel 2 5 uit en heeft een breedte, die iets groter is, dan de breedte van de groef 10 in het onderstempel 1. Het tastorgaan 16 zit vast aan een tasteras 18, waartoe de plaat 16 aan zijn boven-rand een omhoog stekend deel heeft dat in een gleuf in de onderzijde van de as 18 steekt en door een pen 19 daarin is 10 vastgezet. In het stempeldeel 14 zijn voorts een aan ££n zij-de open uitsparing 20 en een zich tussen de bodem van deze uitsparing en de sleuf 15 uitstrekkende verticale boring 21 gevormd, waarin een legerbus 22 is opgenomen, die als gelei-ding voor de tasteras 18 dient. De boring 21 zet zich met een 15 smaller boringdeel over enige afstand in de zijwarden van de sleuf 15 voort voor het opnemen van het ondereinde van de tasteras 18. De legerbus 22 dient de tasteras 18 bij zijn verticale beweging met een minimale wrijving te geleiden en kan elke daartoe geschikte uitvoering hebben en bijvoor-20 beeld kogels bevatten of als een luchtleger zijn uitgevoerd. Op het boveneinde van de tasteras 18 is een borgring 23 vastgezet, die samen met het boveneinde van de legerbus 22 de on-derste stand van het tastorgaan 16 bepaalt, waarin dit over een kleine afstand onder de punt 11 van het bovenstempel 2 25 uitsteekt (fig. 3). In de uitsparing 20 is een meettoestel 24 door middel van een afstandsblok 25 en bouten 26 verwis-selbaar gemonteerd, in welk toestel een omhooglopend versmald deel 27 van de tasteras 18 naar binnen is gevoerd. Het meettoestel kan bijvoorbeeld bestaan uit een lineaire potentio-30 meter, die via een heugel-rondsel-overbrenging door het as-deel 27 wordt bediend en die een stuurspanning afgeeft, welke een maat is voor de stand van het tastorgaan 16 ten opzichte van het bovenstempel 2. Uiteraard kunnen ook meet- of detec-tietoestellen van ander type worden toegepast om de verschui-35 ving van het tastorgaan 16 in een voor verdere verwerking ge-schikt elektrisch signaal om te zetten. Dit signaal kan die-nen om tijdens het buigen continu de stand van het in zijn beide onderhoeken 17 door de te buigen plaat ten opzichte van het bovenstempel 2 omhoog gedrukte tastorgaan 16 aan te ge-40 ven, maar kan ook worden gebruikt om het bereiken van een be- 8105266 • * τ -6- paalde, vooraf ingestelde buighoek te signaleren en dan de machine automatisch te stoppen. Ofschoon door een passende elektrische schakeling het mogelijk is ora de buighoek nauw-keurig in graden afleesbaar en daardoor direkt instelbaar te 5 maken, is dit in het algemeen niet in de eerste plants van belang, raaar wel de mogelijkheid ora bij het buigen van een serie platen een eenmaal ingestelde buighoek nauwkeurig te kunnen reproduceren.

In fig. 4 is nader aangegeven hoe de buighoek oC 10 zich verhoudt .tot de- verticale af stand Y, waarover het tast-orgaan 16 ten opzichte van de punt 11 van het bovenstempel 2 verticaal is verplaatst, waarbij dus in de uitgangsstand = 180° en Y = 0. Daarbij is voorts r de kromte- straal van de tegen de gebogen plaat 12 rustende onderhoek 15 17 van het tastorgaan 16, terwijl X de horizontale afstand is tussen de hartlijn van het bovenstempel 2 en het raakpunt tussen de hoek 17 en de plaat 12. Omdat tijdens de buigbe-werking de plaat met een bepaalde kromtestraal wordt gebogen, die bovendien afwijkt van de kromtestraal van de punt 11 van 20 het bovenstempel 2, treedt er een afstand $Y op tussen de punt 11 en het snijpunt van de bovenstempelhartlijn met het bovenvlak van het omgezette plaatdeel, weIke afstand varieert met de buighoek oc en met de kromtestraal van de plaatbocht.

Er geldt nu: 25 Y - X cotg <X/2 -iY.

Door invoering van de straal r van de hoek 17 en de afstand Z tussen het middelpunt van deze straal en de hartlijn van het bovenstempel 16 kan X worden weergegeven door de formule: 30 X = Z + r cos oc/2.

Iedere combinatie van een plaat van bepaald mate-riaal en bepaalde materiaaldikte enerzijds en een bepaalde breedte van de onderstempelgroef 10 anderzijds leidt tot een bepaalde kromtestraal van de plaatbocht, die uit ervaring bekend is.

35 Op dergelijke wijze als de afstand X kan ook de afstand &Y uitgedrukt worden in deze kromtestraal en derhalve de buighoek oc/2. Deze informatie kan in een elektrisch stelsel worden ver-werkt als men een direkte aflezing van de buighoek en de mogelijkheid tot een direkte instelling daarvan zou wensen.

8105266 * ::--¾ -7-

Bij het beschreven uitvoeringsvoorbeeld wordt de buighoek van de plaat continu door het tastorgaan 16 afge-tast. De uitvoering kan echter ook zodanig zijn, dat het tastorgaan 16 vantevoren naar een bepaald punt omhoog wordt ge-5 plaatst en die stand wordt vastgehouden. Als dan bij de buig-bewerking de plaat met het aldus ingestelde tastorgaan in aanraking komt is de gewenste buighoek bereikt, hetgeen op geschikte wijze kan worden gesignaleerd. Bijvoorbeeld kan daartoe het tastorgaan met een naderingsschakelaar zijn uit-10 gerust. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat minder slij-tage optreedt en dus de levensduur van de inrichting wordt vergroot. Bovendien wordt hierdoor bij de meting de invloed van wrijvingsweerstanden tussen het tastorgaan 16 en het plaatoppervlak en tussen de tasteras 18 en de geleidingsbus 15 22 onwerkzaam. Deze invloed doet zich in het bijzonder gelden als de plaat tot een kleine hoek Of scherp moet worden gebogen.

In het laatste geval kan het nuttig zijn om een uitvoeringsvorm toe te passen, waarbij de verschuivingsas van het tastorgaan met de hartlijn van het bovenstempel 2 een hoek 20 insluit en dus als gezien in fig. 2 de tasteras 18 zodanig schuin is gesteld, dat deze as in de eindstand, als de kleine buighoek cc is bereikt, nog een relatief grote hoek met het plaatoppervlak insluit. In dat geval zal het tastorgaan uiter-aard slechts een zijde van de plaat af ta.sten en moet het tast-25 orgaan dienovereenkomstig zijn gevormd.

8105266

Claims (9)

1. Inrichting voor het bepalen van de buighoek van een plaat bij het buigen daarvan in een kantpers van het type met een van een langsgroef voorzien vlak onderstempel en een in het verticale symmetrievlak van deze groef verticaal 5 beweegbaar langwerpig bovenstempel van smal V-vormig eindpro-fiel, welke inrichting is voorzien van een verschuifhaar tast-orgaan, dat de te buigen plaat op een ter zijde van de buig-lijn liggende plaats kan aftasten, en van een met het tastor-gaan gekoppeld meet- of signaleringstoestel, met het lOkenmerk, dat het tastorgaan (16) verschuifhaar in het bovenstempel (2) is aangebracht en aan tenminste §§n zijde van dit stempel over enige afstand buiten het bovenstempel uitsteekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het 15kenmerk, dat het tastorgaan (16) bestaat uit een plaat- vormig lichaam met afgeronde onderste hoeken, welk plaatli-chaam zich dwars op het middenlangsvlak van het bovenstempel (2) en symmetrisch ten opzichte van dit vlak uitstrekt en in een dwarsgroef (15) van het bovenstempel axiaal verschuif-20 baar is geleidt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, me t het k e n m e r k, dat de breedte van het plaatlichaam (16) gro-ter is dan de breedte van de langsgroef (10) van het onderstempel (1) .

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, i e t het k e n m e r k, dat het plaatlichaam (16) vastzit aan een tasteras (18), die in een op de dwarsgleuf aansluitende axiale boring (21) in het bovenstempel (2) met minimale wrij-ving verschuifhaar is gelegerd en die aan zijn boveneinde is 30 gekoppeld met een in een uitsparing (20) van het bovenstempel gemonteerde meetinrichting (24).

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, m e t hetkenmerk, dat de onderste stand van het plaatlichaam (16) door een aanslag wordt bepaald en in deze onderste 35 stand de afgeronde onderhoeken (17) van het plaatlichaam zich althans nagenoeg ter hoogte van of iets onder de punt (11) van het bovenstempel (2) bevinden. 8105266 -9- >

6. Inrichting volgens een der voorafgaande con-clusies, met het kenmerk, dat het tastorgaan (16) vooraf op een bepaalde stand, corresponderend met een bepaal-de gewenste buighoek, ten opzichte van het bovenstempel (2) 5 instelbaar is.

7. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de lineaire verschuivingsas van het tastorgaan met het middenlangsvlak van het bovenstempel een hoek insluit en het tastorgaan de te buigen plaat slechts aan gen 10 zijde van de buiglijn aftast.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, m e t het kenmerk, dat het tastorgaan van een naderings-element is voorzien.

9. Inrichting volgens gen der voorafgaande con-15 clusies, met het kenmerk, dat het tastorgaan in een afzonderlijk deel (14) van het uit een aantal naast elkaar liggende delen opgebouwde bovenstempel (2) is ondergebracht. 8105266