NL8105022A - Zitinrichting. - Google Patents

Description

7 % -1- 22243/CV/tl

Korte Aanduiding: Zitinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een zitinrichting met een zitvlak en twee daartegenover dieper liggende oplegvlakken voor het met betrekkenen 5 king tot de boven·/ naar achteren afgebogen onderbeen,waarbij bij voorkeur de oplegvlakken van het voorste gedeelte van de zitinrichting in de richting naar het achterste gedeelte daarvan schuin naar beneden verlopen. Een dergelijke zitinrichting is bekend uit dé Duitse octrooiaanvrage 2.020.658 en het Duitse octrooi 1.779.455. Daarbij wordt het als 10 nadelig ondervonden,dat een dergelijke zitinrichting slechts op een bepaalde lichaamsgrootte afgestemd is.

Met de uitvinding wordt beoogd met eenvoudige middelen een dergelijke zitinrichting zodanig uit te voeren,dat de zitinrichting snel aan verschillende lichaamsgroottes of verschillende tafelhoogtes kan wor-15 den aangepast.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de zitinrichting in zijn onderste gedeelte is onderverdeeld in twee zitdelen, waarbij tussen beide zitdelen een losneembare verbinding,bijvoorbeeld een schroefverbinding bestaat. Hierdoor kan men niet slechts een aanpas-20 sing verkrijgen aan verschillende lichaamsgroottes (volwassenen-kinderen), maar kan men ook de hoogteligging van het zitvlak wijzigen,bijvoorbeeld afhankelijk daarvan of de zitinrichting bij een verhoudingsgewijs hoge of verhoudingsgewijs lage tafel toegepast moet worden.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 25 van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een zitinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een aanïicht cp de in fig.1 afgebeelde zitinrichting gezien volgens de pijl II in fig.1.

30 De zitinrichting omvat een zitvlak 1 waarvan de onderbouw 2 ongeveer vleugelvormig kan zijn uitgevoerd en wordt gedragen door een rugvormig middengedeelte 3. Dit deel 3 gaat over in een bovenste voetstuk 4,dat de beide in lengterichting verlopende opfegvlakken 5 bezit. De overgangs- 5/ plaats /tussen het middengedeelte 3 en het bovenste voetstukgedeelte 4 35 kan in een doorsnede loodrecht op het middenlangsvlak 7 gewelfd zijn (zie fig.2).

8105022 -2- 22243/CV/tl

Bij vookeur verlopen de oplegvlakken 5 van voor (6) naar achteren (7) schuin hellend naar beneden,zodat in de met stippellijnen weergegeven zitstand een voldoend grote hoek tussen het bovenbeen en het onderbeen van de zittende persoon bestaat. Het zitvlak kan op niet nader weerge-5 geven wijze een weinig gewelfd zijn.

Door een scheidingsvlak 8 wordt in zijn onderste gedeelte de zitin-richting in het reeds genoemde bovenste voetstukdeel 4 en een onderste voetstukdeel 9 gescheiden,welke delen door een losneembate verbinding, bijvoorbeeld een schroefverbinding 10, aan elkaar bevestigd kunnen wor- 10 den. De voetstukdelen 4,9 zijn bij voorkeur gelijkvormig aan elkaar, waarbij de elementen van de losmaakbare verbinding aan de beide voetstukdelen 4,9 in hun bemeting en ruimtelijke ligging overeenkomstig aan elkaar zijn aangepast.

15 8105022

Claims (3)

1. Zitinrichting met een zitvlak en twee ten opzichte daarvan dieper liggende oplegvlakken voor de met betrekking tot de bovenbenen naar achteren afgebogen onderbenen,waarbij bij voorkeur de oplegvlakken van bet voorste gedeelte van de zitinrichting in de richting naar het 5 achterste gedeelte daarvan hellend naar beneden verlopen,met het kenmerk,dat de zitinrichting in zijn onderste voor het opleggen op de bodem dienende gedeelte een ongeveer horizontaal verlopend scheidings-vlak (8) bezit, terwijl een losmaakbare verbinding tussen de beide hierdoor gescheiden voetstukdelen (4,9) bestaat.

2. Zitinrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat als los neembare verbinding een schroefverbinding (10) dienst doet.

3. Zitinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de voetstukgedeelten (4, 9) althans bij hun stootvlakken gelijkvormig aan elkaar zijn. 15 8105022