NL8104908A - Duurzame verankering van drijvende bouwwerken. - Google Patents

Description

- V

. VO 2k3h

Titel : Duurzame verankering Tan drijvende "bouwwerken*

De uitvinding heeft betrekking op een duurzame verankering van drijvende "bouwwerken op hoge zee volgens het "beginsel van de eenpunts-, . 'verankering.

Drijvende bouwwerken uit "beton of staal voor het opnemen van 5 fabrieken, installaties voor het vloeibaar maken van'"gas of transport-installaties voor olie moeten duurzaam op grote watervlakken gepositio-neerd worden·. ; ’ . . .. Λ Daartoe bestaat, de mogelijkheid de direktewerankering op meer-.' dere vaste punten,, welke .stervormig om de standplaats van het bouwwerk 10 L liggen. Een dergelijke direkte op verschillende plaatsen aan de omtrek . .' van het bouwwerk bevestigde verankering maakt het draaien van het drij-" vende bouwwerk ten opziehte van de vaste punten van het anker onmogelijk.

N

Een andere opstelling is de een-puntsverankering (Single-Point-!··'":

Mooring).. Bij een bekende een-punt sverankering is het bouwwerk' aan de 15 . smalle zijde gestund.

Een bouwwerk draait om het verankeringspunt en stelt zich steeds met de smalle zijde in ten opzichte van aankomende golven.

De belastingen op de ankers zijn op deze wijze relatief klein.

De tot nog toe bekende een-puntsverankeringen zijn als volgt .20 uitgevoerd: \

Vanaf een boei lopen stervormig in tenminste drie richtingen ankertrossen, welke naar in de grond vast zittende verankeringspunten lopen. Op deze wijze is de boei in alle richtingen vast gepositioneerd.

Tussen boei en bouwwerk is een starre verbinding in de vorm van een V-25 vormig draagwerk aangebracht. De steunpunten zijn aan de zijde van het bouwwerk scharnierend,, aan de zijde van de boei cardanisch uitgevoerd.

Door het draagwerk wordt vermeden, dat het bouwwerk bij het zwaaien om het verankeringspunt tegen de boei aan stoot en dan de boei of het bouwwerk beschadigt.

30 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, zulk een eenpuntsverankering in die zin te verbeteren, dat de boei en het V-vor-mige draagwerk vermeden kunnen worden.

Het principe volgens hetwelk dit probleem volgens de uitvinding wordt opgelost, bestaat daarin, dat het draaipunt onder water en onder 35. de bodem van het drijvende bouwwerk ligt en aldus niet met bet bouwwerk 8104 9 Ö8 ......

t' . ^ ' * - , - * .

, -¾¾ het zwaaien in aanraking kan kernen..· Middelen om dit probleem, op te lossen, bestaan, uitgaande ran. een eenpunt s-ver anker ing als hierboven -beschreven, daarin, dat een eenpunts-wervel onder water een aantal ; · ankertrossen en daarmede' in hoofdzaak symmetrisch een aantal naar het 5 bouwwerk roerende rastmaakstrengen onderling om een vertikale wervelas '.'draaibaar-met elkaar verbindt.

Daarbij wordt met symmetrische plaatsing ran.de ankertrossen • ‘.ten opzichte van de rastmaakstrengen bedoeld, dat de in elke aangrij-pingsrichting ontstane trekkrachten in de vastmaak- alsmede de anker- 1.0 trossen zich zo gelijkmatig m'cgelijk over de belaste anker- respectie- ' . relijk.rastmaakstrengen zullèn verdelen. '···.. · i . . - " ; . Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorge- v. steld,. dat de eenpunts-wervel een wervelblok heeft,dat in glijlagers' loopt, welke met edelstaalbussen. op bronzen-lagers, uitgerust zijn. . : 15 ' Toorts kunnen naar keuze ankers of anker stenen bij" de veranke— . . :.V ring worden toegepast. ' ·- . r '·'· - . Tenslotte kan de verankering volgens de in conclusie k omschre— ; . ven handelingen, a — c plaats vinden.. _ , y . De tekening toont een voorbeeld van de uitvinding en de toe- 20 passing- en dient ter· toelichting^ Daarin toont :· ' fig. 1 een zij-aanzicht van de verankering van een drijvend bouwwerk door middel van een eenpunts-wervel volgens de uitvinding; fig. 2 de bevestiging van de vastmaaktrossen op het bouwwerk; fig. 3 details van de anker- en de vastmaaktrossen; 25 fig. k schematisch de eenpunts-wervel volgens de uitvinding on perspectivisch aanzicht en in doorsnede door de wervelas; fig. 5 de geometrie van de verankering volgens de uitvinding ' in langs- én zij-aanzicht van het bouwwerk bij het uitbrengen van de ' 'verankering; en 30 fig. 6 de afzonderlijke fazen bij het ten. uitvoer brengen van de verankering volgens de uitvinding.

Fig. T toont het drijvende bouwwerk. 1 met de ankertrossen k3 de eenpunts-wervel 3 en de vastmaaktrossen 2, welke volgens fig. 2 door - kluisgaten 5 en via rollen 6 naar de bevestiging T op het bouwwerk 1 35 gevoerd zijn. De waterspiegel van het bouwwerk 1 is door 8 en de zeebodem door 9 aangeduid. Daarin grijpen, zoals fig. 3 toont, de ankers V. Daar-• - aan zijn de uit afzonderlijke lengten Ua en Vb bestaande ankertrossen V

8 1 0 4 9 0 f .......7 7 • > : i m · t *

* - . e -- I

~ 3 - bevestigd, welke aan'het andere einde met de onderste ogen 12 (fig. k) van de eenpunt s-wervel 3 verbonden zijn.

In fig.-3 zijn de verdeling van de ankertrossen k en de ver-. bindingselementen van de anker- en vastmaaktrossen k en 2 in detail ' 5 weergegeven. Getoond zijn door : .1. een gevorkte kabelhuls .. II een wervel-kabelhuls met schalmen · ΣΪΙ een damloze kettingschalm s. ,- · .. ly»·. een ankerwervel-kabelhuls ! ' 10 - . V een anker en ’ " - VI een heugel-kabelhnls met schalmen.

.. · De in. de tekeningen weergegeven afmetingen tonen slechts de grootteverhoudingen. ' " — Fig. k toont de eenpunts-wervel 3 met het wervelblok 10 en 15 de onderste ogen 12 van de verbindingselementen II van de ankertrossen 4 en de werveltap 11 met de bovenste ogen 13 voor de verbindingselementen VI van de vastmaakbrossen 2. De edelstaalbussen zijn met ik en de wervelas met.. 15 aangeduid. _

Fig. 6 toont in de schetsen a)- c)in beginsel de handelings-. 20 faze a - c als omschreven in conclusie k. Schets a) toont twee ankers V als eindpunten van een deel van de kruisvormige verankeringsgeometrie, welke allereerst uit vier ankertrossen k en een anker V bestaat, welke door boeien ll''gemarkeerd worden, zodra, de ankers V met behulp van een ankertrekschip l6 in de grond gebracht en de ankertrosdelen, kb geschei-25 den zijn, zoals de schets b) dit toont. Na het bemeten van de afstanden tussen, het.middelpunt 18 van de kruisvormige verankeringsgeometrie en i de boeien 17-aan de naar binnen wijzende einden van de ankertrosdelen ka worden, zoals in conclusie k onder c) omschreven en in de schets c) ver-. duidelijkt, het bouwwerk 1 met de vastmaaktrossen 2 in de kluisgaten 5 30 en de eenpunt s-wervel 3, alsmede vier ankertrosdelen kb, waarvan de lengte in overeenstemming met de gemeten afstanden en welke eveneens aan de wervel 3 bevestigd zijn, op hun plaats gebracht en met een ankertrek-schip 16 na elkaar de 150 m lange ankertrosdelen ka via een niet getekende boekstaander opgenomen, gestrekt en met de betreffende met de 35 afmetingen van de af gekorte ankertrosdelen kb verbonden.

Schets d) in fig. 6 toont, dat het ver anker ings systeem in staat is,, het bouwwerk 1 in elke richting vast te verankeren. De ponton kan probleemloos om het yerankeringspant draaien.

8 1 0 4 9 0 8..... '

Claims (3)

1. ♦*-**» . ö . ^ - V * Λ ' . . * · ' · : i j .. -,' . . ^j\j'-^ - j.-: ,· i" * ” CONCLUSIES : > . - i . 1., . Duurzame verankering voor. drijvende bouwwerken op hoge zee • volgens het beginsel van de eenpunts-verankering met het kenmerk, dat een eenpunts-wervel (3) onder water een aantal ankertrossen (b) en daaraan in hoofdzaak symmetrisch, een aantal naar het bouwwerk (l) ' ' '5 , voerende vastmaaktrpssen (2) onderling om een vertikale vervelas (15) draaibaar met elkaar verbindt .
2. .·,2.· , - Verankering volgens conclusie 1 met het kenmerkdat de een- ; punts-wervel (3) een wervelblok (10) heeft, dat.. in gliJlagers loopt,. * i* · ' ----' v . V ' · | . ; ;' .v- ·· welke met edelstaalbussen (1¾) op bronzen lagers uitgerust zijn. •TO··
3. 3. Verankering volgens conclusie t - 2 met'het kenmerk, dat naar . . J keuze ankers of ankerstenen gebruikt worden. . | . .k· Werkwijze voor het toepassen van de verankering volgens con- ; · clusie Γ- 3 gekenmerkt door dé navolgende handelingen : a. , ' Het middelpunt, alsmede de vier hoekpunten van de kruisvormige ver- 15 " anker ingsgeemetri e worden door boeien gemarkeerd, de ankers uitge- · legd en. tegenover elkaar via de lieren en een vast punt aan het -- voorschip van een anker-trekschip in de grond gebracht. b. · Is de vereiste houdbaarheid van.de ankers verkregen, dan blijven .bijvoorbeeld 150 meter anker tros na het afkoppelen van de trekkabels ; 20'" in de grond,, de koppelingspunten worden door boeien gemarkeerd en de afstanden tussen deze boeien, en.het kruismiddelpunt gemeten. .;Yanwege verschillende lengten van de ankerindringwegen ontstaan verschillende afstanden. . c. Tenslotte worden het bouwwerk met de vastmaaktrossen in. de kluisga-25 ten en met de eenpunts-wervel, alsmede vier ankertrosdelen, waarvan de lengte overeenstemt met de gemeten afstanden en welke eveneens ©p de eenpunts-wervel bevestigd zijn, op hun plaats gebracht en met een ankertrekschip na:-.elkaar'-.de 150 meter lange ankertrosdelen via ’ een niet. getekende boeistaander opgenomen, gestrekt en met de over-30 eenstemmende,. op lengte gebrachte ankertrosdelen verbonden. i 8104908~ ; "