NL8104699A - Tegen onbevoegd ingrijpen beveiligde gasmeter. - Google Patents

Description

-------------------- ------- -------- -------- -------- ------- -----> ï VO 2398 κ

Tegen onbevoegd ingrijpen beveiligde gasmeter.

De uitvinding heeft betrekking op gasmeters van de . algemene soort, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.55^.665, en is in het bijzonder gericht op middelen voor het voorkomen van het onbevoegd ingrijpen in de meter door onbevoegde personen voor 5 het verschaffen van een onjuiste aanduiding van de hoeveelheid gas, die is verbruikt. Als gevolg van de enorme verhoging de laatste ja-ren van de kosten van gas en andere energie, is eveneens het onbevoegd ingrijpen in gasmeters door de verbruikers teneinde registratie van door de meter stromend gas te veranderen of te voorkomen, 10 eveneens enorm gestegen. Gasbedrijven en fabrikanten van gasmeters hebben zich derhalve steeds meer bezig gehouden met de ontwikkeling van middelen voor het voorkomen van dit onbevoegd ingrijpen.

De gebruikelijke werkwijzen, toegepast voor het voorkomen of veranderen van de meterregistratie zijn het veranderen van de stro-15 ming door de meter door het volledig uitschakelen van de meter of het omkeren van de stroming door de meter, hetgeen beide het uit de pijpleiding loskoppelen vereist van de meter of het verkrijgen van toegang tot het inwendige van de meter voor het door het mechanisme in de meter doen verschaffen van een onjuiste aanduiding van 20 het door de meter gestroomde gas.

De stand van de techniek openbaart vele pogingen voor het voorkomen van het onbevoegd ingrijpen in gasmeters, voorbeelden waarvan zijn de Amerikaanse octrooischriften 101.501, 6l6.128, 1.^73·T51j 1-579.95¾. 1.678.955, 1.8lU.Ul2, 1.919-701 en 2.067.028.

25 In elk geval zijn de in de stand van de techniek geopenbaar de inrichtingen buitengewoon ingewikkeld, kostbaar in vervaardiging, vereisen zij bijzondere verbindingen voor het met de pijpleiding verbinden van de meter of zijn zij eenvoudig niet in staat de vereiste mate van veiligheid te verschaffen. Het Amerikaanse octrooi-30 schrift 101.501 b.v. beschrijft een tweedelige inrichting, die het 8104699 - 2 - V * ontkoppelen van twee pijpen voorkomt zo lang de twee delen van de inrichting hij elkaar worden gehouden door een schroef, waarbij de toegang tot deze schroef wordt beschermd door afsluitmateriaal.

Deze inrichting is niet alleen ingewikkeld, maar vereist een af-5 sluiting, die kan worden verwijderd en dan weer aangebracht naar keuze van de verbruiker.

Het Amerikaanse octrooischrift 616.I28 beschrijft een kap 7, die het draaien voorkomt van de verbindingsmoer 3 zo lang het afsluitmateriaal 10 zich op zijn plaats bevindt. Een dergelijke uit-10 voering vereist niet alleen een bijzondere pijp, voorzien van sleu ven 5, maar is ook afhankelijk van de aanwezigheid van afsluitmateriaal 10, dat kan worden verwijderd en dan weer aangebracht.

Het Amerikaanse octrooischrift 1.^-73-751 beschrijft een watermeter, waarbij het verwijderen van een toegangsplaat wordt voor-15 komen door een staaf, die de toegangsplaat overbrugt en is gegren deld aan de koppelmoeren, door middel waarvan de meter is gemonteerd in de pijpleiding. Onbevoegd losmaken van de moeren wordt voorkomen door verzegelingsdraad, die door in lijn liggende openin-gen in de moeren is gestoken. Deze geopenbaarde uitvoering vereist 20 weer een afsluiting, alsmede koppelingsmoeren van een bijzondere vormgeving' voor het opnemen van de verzegelingsdraad en de afsluit-staaf. Bovendien is een slot vereist voor het voorkomen van het verwijderen van de afsluitstaaf.

Het Amerikaanse octrooischrift 1.579*95^ beschrijft een 25 uitgebreide, ingewikkelde uitvoering, waarbij een staaf, bestaande uit delen 5,.en samenpassende delen 10 en 11 zich uitstrekken over de bovenkant van de meter vanaf een huisinrichting, die de moeren omsluit, die de uitwendige pijpleiding verbinden met de inlaat en de uitlaat van de meter. Niet alleen is de beschermingsinrichting 30 ingewikkeld'en kostbaar, maar kan hij, zoals gesteld op blz.3, regels 68 - 80, met betrekkelijk weinig inspanning door een handig iemand worden verwijderd.

Het Amerikaanse octrooischrift 1.678.955 openbaart een tweedelige omsluiting voor het omsluiten van de wartelmoer, die de 35 inlaat- en'uitlaatpijpen verbindt met de pijpleiding. De twee delen 8104699 - 3 - zijn met elkaar verbonden door het "klinken" van metalen lippen van een deel over een gedeelte van het andere deel voor het zodoende bij elkaar houden daarvan. Volgens de leer van dit octrooi schrift doet elke poging de tongen of lippen te buigen voor het tot stand 5 brengen van een ontkoppeling tussen de twee gedeelten, de tongen afbreken, waardoor pogingen tot onbevoegd ingrijpen duidelijk wor- den gemaakt. Bij gebruikelijke produktiewerkwijzen echter is het moeilijk de samenstelling van het materiaal en de sterkte van de lippen zodanig te regelen, dat zij niet afbreken wanneer zij bij 10 het in eerste instantie samenstellen eerst worden gebogen, maar wel afbreken bij de eerste keer dat een toekomstige poging wordt gedaan ze te buigen. Veelal breken dergelijke lippen af tijdens het in eerste instantie samenstellen of kunnen zij voorzichtig naderhand worden gebogen voor het mogelijk maken van het uit elkaar 15 nemen van de twee delen.

Het Amerikaanse octrooi schrift 1.81^-. Hl2 beschrijft eveneens een tweedelige omsluiting, die de wartelmoeren omsluit, die de inlaat en de uitlaat van de gasmeter verbinden met de uitwendige pijpleiding. Deze inrichting vereist echter eveneens het gebruik van 20 een afsluiting, die kan worden gemanipuleerd voor het mogelijk maken van toegang tot het inwendige van de omsluiting, tenzij hij zorgvuldig is aangebracht, of die voorzichtig kan worden verwijderd en weer teruggeplaatst nadat toegang is verkregen tot de wartelmoer.

Het Amerikaanse octrooischrift 1.919*701 openbaart twee-25 delige kappen, die de wartelmoeren omsluiten, waarbij een staaf uit éên stuk is gevormd aan en zich uitstrekt tussen de kappen, die de wartelmoeren aan de inlaat en de uitlaat van de meter omsluiten.

Be twee delen van de kap omvatten de wartelmoer en zijn door een gebruikelijk slot aan elkaar gegrendeld. De geopenbaarde inrichting 30 vereist weer een afzonderlijk slot, dat betrekkelijk kostbaar is en onderhevig aan "opensteken".

Het Amerikaanse octrooischrift 2.067.028 beschrijft een omsluiting, die een wartelmoer omsluit, en een kap l6 omvat, evenals een vernietigbaar sluitringdeel 2h. Een eenrichtingsaandrijfverbin-35 ding tussen de zeshoekige kap l6 en een inwendig van schroefdraad 8104399 * r - k - voorziene huls 20 is verschaft door middel van een rolpen 23 en een sleuf 22. De pijp 11 wordt verbonden met de pijp 12 door het draaien van het kapdeel l6 in de juiste richting voor het op het schroefdraadgedeelte 21 van de pijp 12 schroeven van de huls 20.

5 De eenrichtingsaandrijfverbinding verschaft een aandrijfverbinding voor het aandrijven van de huls 20 in een richting voor het vastschroeven van de verbinding, maar maakt het de kap 16 mogelijk vrij te draaien ten opzichte van de huls 20 bij het draaien daarvan in een richting voor het losmaken van de twee pijpen. Voor het 10 verwijderen van de kap 22 en het verkrijgen van toegang tot het inwendige daarvan, is het nodig het sluitringdeel 2k te vernietigen. In dit geval moet worden opgemerkt, dat de kap of mantel l6, die de huls 20 omsluit, ook deel uitmaakt van de middelen voor het verschaffen van een verbinding tussen de pijpen 11 en 12. Deze in-15 richting vertegenwoordigt dus een bijzondere pijpverbinding, die niet kan worden toegepast bij gebruikelijke wartelmoeren, en niet kan worden toegepast bij meters, die reeds zijn aangebracht en waarbij gebruik wordt gemaakt.van gebruikelijke wartelmoeren.

Het is derhalve een doel van de uitvinding middelen te ver-20 schaffen voor het voorkomen van het niet op te sporen loskoppelen van de meter uit de leiding en/of toegang tot het inwendige van de meter, welke middelen eenvoudig zijn,goedkoop te vervaardigen, geen bijzondere inrichting vereisen voor het verbinden van de meter met de uitwendige pijpleiding, kunnen worden toegepast bij wartel-25 moeren, gebruikt aan reeds geïnstalleerde meters, en niet het ge bruik vereisen van afsluitorganen voor het voorkomen van onbevoegd toegang tot de wartelmoerverbinding. Om dit te bereiken is een tweedelige omsluitingskap verschaft, die los een gebruikelijke war-telmoero omsluit en bestaat uit twee cilindrische huls delen, waar-30 van er een telescopisch is in het andere, waarbij middelen aanwe zig zijn voor het voorkomen van het uit elkaar nemen van de twee delen wanneer zij zijn samengevoegd voor het omsluiten van de war-telmoer, waardoor toegang tot de wartelmoer niet kan worden verkregen zonder een van de of beide delen te vernietigen.

35 Volgens een andere uitvoering sluit een afsluitplaat, die 8104699 - 5 - zich. uitstrekt tussen de inlaat en de uitlaat van de meter, een toegangsopening af in de bovenkant van de meter, waarbij het onbevoegd verwijderen van de plaat wordt voorkomen door de tweedelige wart elmoer omsluiting.

5 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig.1 een vooraanzicht is van een gebruikelijke meter, waarbij gebruikelijke vartelmoeren zijn weergegeven voor het met de uitwendige pijpleiding verbinden van de meter; 10 Fig.2 een vooraanzicht is van een soortgelijke meter, voor zien van de onderhavige wartelmoerkappen en af sluitplaat; en

Fig.3 de inwendige details toont van de tegen onbevoegd ingrijpen beveiligde wartelmoerkap.

Verwijzende naar de tekening toont fig.1 een gebruikelijke 15 meter, waarvoor de uitvinding in het bijzonder toepasbaar is uitge voerd. Deze meter omvat een onderste huis 10, waarop een bovenste huis 12 is gemonteerd door middel van een aantal op onderlinge afstand liggende schroeven ik. Een inlaataansluitstomp l6 en een uit-laataansluitstomp 18 zijn op de weergegeven wijze in het bovenste 20 huis 12 geschroefd. Wartelmoeren 20 en 22 zijn geschroefd op de aansluitstompen 16 en 18 en zetten de scharnierpijp 2k aan de inlaataansluitstomp l6, en de scharnierpijp 26 aan de uitlaataansluit-stomp 18 vast. Een verhoogde naaf 30 is gevormd op het bovenoppervlak van het huis 12 tussen de aansluitstompen 16 en 18, en omgeeft 25 een toegangsopening tot het inwendige van het bovenste huis 12, waarin zich de verschillende kleppen en regelelementen bevinden die de werking van de meter regelen. Deze inwendige elementen en de werking daarvan, zijn beschreven in het voomoemde Amerikaanse octrooischrift 2.5^-665. Een afsluitplaat 32 is verwijderbaar vast-30 gezet aan de bovenkant van de naaf 30 door middel van schroeven ^1, zoals weergegeven. Toegang tot het inwendige van het huis 12 kan worden verkregen waardoor aanpassingen voor een juiste tijdinstelling van de regelkleppen en nauwkeurigheid snel kunnen worden aangebracht door het eenvoudig verwijderen van de schroeven Ul. Het is 35 echter duidelijk, dat toegang tot het inwendige van het huis 10 door 8104599 - 6 - onbe'voegde,.personen, eveneens verstelling of beschadiging of vernietiging mogelijk maakt van de inwendige regelelementen, waardoor de meter het daardoor·gestroomde gas niet op juiste wijze registreert.

Fig.2 toont een soortgelijke meter als weergegeven in fig.1, 5- waarbij de uitvinding is toegepast. Bij deze inrichting is de af- sluitplaat 32 van fig.1 vervangen door een af sluitplaat fco, die ; j ; . zich uitstrekt tussen de inlaat- en uitlaatverbindingen, zeals' . weergegeven. De montering van de plaat 1*0 aan de meter is vergemakkelijkt door openingen, waarvan er in fig.3 een is weergegeven hij 10 1*2,. en door welke openingen de inlaataansluitstomp 16 en de uit laat aansluit stomp 18 uitsteken. Onbevoegd verwijderen van de plaat 1*0 wordt voorkomen door middel van de tegen onbevoegd ingrijpen beveiligde kappen 1*1* en 1*6, die de wartelmoeren omsluiten, die de scharnierpijpen 2i* en 26 verbinden met de meter. Hoewel fig-3 15 een opening in de vorm van een volledige cirkel toont door de plaat 1*0, is het duidelijk, dat het enige noodzakelijke is, dat de plaat 1*0 is voorzien van armen of equivalente delen, die de aansluit stompen in voldoende mate omvatten om het verwijderen van de plaat te voorkomen zonder het verwijderen van de kappen 1*1* en 1*6. 20 Fig.3 toont de details van het samenstel van de tegen onbe voegd ingrijpen beveiligde kap 1*1*, de scharnierpijp 2l*, de aan-sluitstomp l6 en de afsluitplaat 1*0. Zoals weergegeven is het einde van de scharnierpijp 2.1* uitgevoerd met een flens 1*8. Een huls 50 van rubber of een ander materiaal met soortgelijke eigenschappen 25 bedekt het eindgedeelte van de scharnierpijp 2l* met inbegrip van de flens 1*8 voor het verkrijgen van een fluidumdichte verbinding tussen de scharnierpijp en de aansluitstomp l6 en voor het elektrisch isoleren van de meter ten opzichte van de pijpleiding. Een sluitring 51 is aangebracht tussen de wartelmoer 20 en de huls 51 30 voor het vergemakkelijken van het vastschroeven van de wartelmoer zonder bovenmatige vervorming van de huls 50· De inwendig van schroefdraad voorziene wartelmoer 20 is geschroefd op een schroef-draadgedeelte van de aansluitstomp l6 en dient voor het tot in afsluitaangrijping met het einde van de aansluitstomp vastklemmen 35 van het flensgedeelte 1*8 van de scharnierpijp.

8104699 ~ ' * ....... ............ ----- - 7 -

De tegen onbevoegd ingrijpen beveiligde kap UU, die gelijk is aan de kap U6, bestaat uit twee cilindrische huls delen 5U en 56, die kunnen zijn gemaakt van een willekeurig passend en beschikbaar thermoplastisch materiaal. Het deel 5U bestaat uit de cilindrische 5 wand 58, voorzien van een verspringend mantelgedeelte 59, en van een radiaal zich uitstrekkende wand 60 aan zijn boveneinde met een ’ opening 62 voor het opnemen van de seharnierpijp 2k. Het deel 56 bestaat uit een cilindrische wand 6k en een radiaal zich uit strekkende wand 66, voorzien van een opening 68 voor het opnemen van 10 de aansluitstomp l6.

Een lei-oppervlak 72 en een radiaal zich uitstrekkend, ringvormig aanligoppervlak JO zijn gevormd op het inwendige oppervlak van de wand 6U bij het open einde van het deel 56, zoals weergegeven in fig.3· Het is duidelijk, dat zowel het lei-oppervlak 72 als 15 de aanligging 70 zich ringvormig uitstrekken langs het einde van de wand 6k. Een vasthoudgedeelte 7U is gevormd op het inwendige van de huls 58, die naar binnen op afstand ligt vanaf het mantelgedeelte 59, voor het verschaffen van een ringvormige uitsparing 71 voor het opnemen van het vrije einde van de wand 6U wanneer de 20 hulsdelen 58 en 58 zijn samengevoegd. Een ringvormige aanligging 75 is gevormd aan het vrije einde van het vasthoudgedeelte 7U, welke aanligging samenwerkt met de aanligging 70 aan de wand 6h voor het voorkomen van het uit elkaar nemen van de hulsdelen 58 en 58 wanneer deze zijn samengevoegd.

25 Bij het aanbrengen van de plaat Uo en de kappen Uil· en U6 op de meter, wordt de plaat Uo gemonteerd bovenop de naaf 30, waarbij de aansluitstompen 16 en 18 door de Gpening k2 uitsteken, waarna de plaat door middel van schroeven Ul wordt vastgezet aan de naaf.

De inwendige telescopische delen 58 worden dan aangebracht op de 30 aansluitstompen l6 en 18, die door de openingen 68 en door het on derste radiale oppervlak 66 van het deel 56, dat bovenop de plaat U0 rust, uitstekend. Met het deel 56 in deze stand is er voldoende lengte van het schroefdraadgedeelte van de aansluitstompen l6 en l8 vrij en niet bedekt door de wand 6U, zodat de wartelmoer 20 35 in voldoende mate op de aansluitstompen kan worden geschroefd voor 8104699 ;—i----------: ' ...... " I j I !. .-8- het in fluïdumdichte aangrijping met de aansluitstompen vastzetten van het flensgedeelte van de scharnierpijpen 2b en 26. Het huisde el 5b, dat vooraf is gemonteerd aan de scharnierpijp 2k door de opening 62,en het deel 56 worden dan met de hand in telescopisch 1 5. verhand samen ge drukt totdat de aanligging 75 van het vasthoudge- 1 . ; .. deelte 7^ tot in aangrijping springt met de aanligging 70 op de I . j wand 6b. Het is duidelijk, dat het materiaal, waaruit de hulsen 56 , en 58 zijn gemaakt, enigermate van veerkracht bezit, zodat hij de ' onderlinge beweging tijdens het aanbrengen van de delen 5b en 56, 10 het lei-oppervlak J2 de vrije rand van het vasthoudgedeelte Jb radiaal naar binnen drukt weg vanuit de bewegingsbaan van de aanligging 70 totdat het lei-oppervlak is losgemaakt -van de aanligging 75 s op welk punt het vasthoudgedeelte terugspringt in de in fig.3 weergegeven stand. Het is duidelijk,, dat elke poging de delen 5b 15 en 56 uit elkaar te nemen, wordt voorkomen door aangrijping van de aanligging 70 en de aanligging 75.

Omdat de vasthoudkap niet kan worden verwijderd, wordt tevens het verwijderen van de af sluitplaat 1*0 voorkomen. Het kap-deel bh voorkomt dus niet alleen toegang tot de wartelmoer 20, 20 maar voorkomt samen met de plaat 1*0 onbevoegd toegang tot het hand- gat in het bovenste huis 12. Wanneer bevoegd personeel toegang wenst tot de wartelmoer, worden de delen 5b en 56 uit elkaar gewrikt of verwijderd door snijden door middel van een passend instrument. Omdat de kap slechts bestaat uit twee goedkope elementen, wordt hij 25 gemakkelijk en economisch vervangen, wanneer en indien dit wense lijk is.

Het is eveneens duidelijk, dat het vasthouddeel jb, dat, zoals weergegeven, uit een stuk is gevormd met het inwendige van '· het hulsdeel 5b, ook aan het inwendige van het deel 56 kan zijn 30 vastgezet en uitgevoerd voor aangrijping met een aanligging en een lei-oppervlak op het inwendige van het deel 5^* - Het is ook mogelijk het vasthoudgedeelte 7^ of zijn equivalent los van de hulsdelen te maken en vast te zetten aan het inwendige van eên van de delen 5^ en 56 door een algemeen bekende werkwijzes zoals versmelten of een 35 perspassing.

8104699 < i y - 9 -

Zodoende is een zeer economische, tegen onbevoegd ingrijpen beveiligde kap verschaft voor het omsluiten van de wartelmoer van een gasmeter, welke kap niet het gebruik vereist van afsluitingen, zeer economisch kan worden geproduceerd, geen bijzondere wartelmoer 5 vereist en samenwerkt met een af sluitplaat voor het voorkomen van onbevoegde toegang tot het handgat in het bovenste huis 12, waarbij zowel de kap als de afsluitplaat zonder meer kunnen worden toegepast bij thans in bedrijf zijnde meters.

De beschreven uitvinding kan gestalte worden gegeven in an-10 dere bijzondere vormen zonder de strekking of de essentiële eigen schappen daarvan te verlaten. De beschreven uitvoeringsvorm wordt derhalve als voorbeeld gezien en niet als beperking, waarbij het gebied van de uitvinding wordt aangegeven door de conclusies, en alle afwijkingen van de voorgaande beschrijving, die binnen de be-15 tekenis en het bereik van equivalentie vallen van de conclusies, derhalve door de conclusies omvat worden geacht te zijn.

8104699

Claims (8)

1. Gasmeter, gekenmerkt door een huis, waaruit een aansluit-stonrp naar "buiten steekt, die door een wartelmoer is verbonden met i het einde van een pijpleiding, welke wartelmoer is geschroefd op - i · j de· aansluitstomp, en los wordt omsloten door een gemakkelijk ver- » ‘ .:5 nietigbare kap-, tot het inwendige waarvan slechts toegang kan wor den verkregen door het vernietigen daarvan.

2. Gasmeter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kap bestaat uit een samenstel van twee hulsdelen, waarvan er een telescopisch is opgenomen in het andere, waarbij grendelmiddelen in r 10 de dop het uit het andere deel losmaken voorkomen van het ene huls deel.

3· Gasmeter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen bestaan uit een veerkrachtige vasthouder, vastgezet aan het inwendige van een van de. hulsdelen en voorzien van een aan- 15 liggedeelte aan zijn vrije rand, en uit aaniigmiddelen op het in wendige van het andere hulsdeel, welke aaniigmiddelen worden aangegrepen door het aanliggedeelte van de vasthouder wanneer de hulsdelen in samengevoegd verband zijn voor het zodoende voorkomen van het uit elkaar nemen van de hulsdelen.

20 Gasmeter volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ande re hulsdeel in zijn inwendige een leigedeelte heeft, dat het vrije einde kan aangrijpen van de vasthouder voor het bewegen daarvan uit de bewegingsbaan van de aanligging aan het andere hulsdeel wanneer de hulsdelen tijdens samenvoegen telescopisch in elkaar 25 worden bewogen, waarbij het vrije einde van de vasthouder kan terug keren naar de bewegingsbaan van de aanligging aan het andere deel wanneer.de aanligging is bewogen tot voorbij.het vlak van het aanliggedeelte aan het ene hulsdeel.

5. Gasmeter, gekenmerkt door een huis, waarmee op onderlinge 30 afstand liggende inlaat- en uit laat verb indingen samenhangen, waar tussen zich een toegangsopening in het huis bevindt, alsmede door een afsluitplaat, voorzien van op onderlinge afstand liggende ope- 8104699 - 11 - ningen, door welke openingen de verbindingen resp. uitsteken wanneer de plaat is gemonteerd voor het afsluiten van de tcegangsope-ning, en onafhankelijke vastzetmiddelen aan de verbinding voor het voorkomen van het verwijderen van de plaat, welke vastzetmidde-5 len niet verwijderbaar zijn van de verbinding zonder vernietiging van althans een gedeelte daarvan. . -6. Gasmeter, gekenmerkt door een huis, waaruit op onderlinge afstand liggende inlaat- en uitlaataansluitstompen naar buiten steken, en waartussen zich een toegangsopening in het huis bevindt, 10 alsmede door een af sluitplaat, voorzien van middelen voor het om vatten van althans een gedeelte van de omtrekken van de aansluit-stompen wanneer de plaat is gemonteerd voor het afsluiten van de toegangsopening, en middelen voor het met een pijpleiding verbinden van de aansluitstompen, welke middelen bestaan uit een wartel-15 moer voor schroefaangrijping met een aansluit stomp, en een van de plaat gescheiden kap, die de wartelmoer los omsluit, en waarvan het inwendige pas toegankelijk wordt door vernietiging daarvan.

7· Gasmeter volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de kap bestaat uit een samenstel van een eerste hulsdeel, telescopisch 20 aangebracht over een tweede huls deel, en uit grendelmiddelen in de kap voor het voorkomen van het uit het andere deel verwijderen van het ene hulsdeel.

8. Gasmeter volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de gren-delmiddelen bestaan uit een veerkrachtige vasthouder, vastgezet 25 aan het inwendige van een hulsdeel en voorzien van een vrij einde, en uit aanligmiddelen op het inwendige van het andere huls deel, welke middelen worden aangegrepen door het vrije einde van de vasthouder wanneer de hulsdelen zijn samengevoegd voor het zodoende voorkomen van het uit elkaar nemen van de hulsdelen. 30 9- Gasmeter volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het ande re hulsdeel een leigedeelte heeft in het inwendige daarvan, welk gedeelte het vrije einde kan aangrijpen van de vasthouder voor het bewegen van het vrije einde van de vasthouder uit de bewegingsbaan van de aaniigging wanneer de hulselementen telescopisch in elkaar 35 worden geplaatst, waarbij het vrije einde van de vasthouder kan te- 8104699 * I - 12 - rugkeren naar de bevegingsbaan van de aanligging vanneer deze voorbij bet vlak van bet vrije einde van de vasthouder is bevogen.

10. Gasmeter volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat bet andere huls deel aan de plaat grenst, vaarbij zijn cilindrische vand ; 5· een zodanige lengte.heeft, dat toegang mogelijk is tot de wartel- ! moer voordat de hulsdelen telescopisch in elkaar zijn gezet. 8104699