NL8104584A - Registratiedrager met een over elkaar liggend aangebracht beeldmotief en lijnenpatroon en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

5 -1- 22159/JF/mv

Korte aanduiding: Registratiedrager met een over elkaar liggend aangebracht beeldmotief en lijnenpatroon en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een registratiedrager, in het bij-5 zonder waardepapier met over elkaar liggend aangebracht een opgedrukt beeldmotief en een eveneens opgedrukt lijnenpatroon.

In het bijzonder bi.i de vervaardiging van waardepapieren, zekerheids-drukken, identiteitskaarten en dergelijke is het bekend beeldmotieven met zekerheidslijnenpatronen, bijvoorbeeld guillochen te overdrukken 10 om de namaak of vervalsing van dergelijke registratiedragers te verhinderen. In het Zwitserse octrooischrift 477.066 is bijvoorbeeld een identiteitskaart beschreven, waarbij door middel van een guillochenoverdruk een in de identiteitskaart aangebracht foto de ’houder van de kaart van manipulaties vrijwaart.

15 De vervaardiging van de zekerheidsdrukken volgens deze werkwijze is, aangezien het zekerheidspatroon zonder extra maatregelen over een groot oppervlak op het beeldmotief wordt gedrukt, relatief eenvoudig en goedkoop uit te voeren. Nadelig» is echter gebleken, dat in de gebieden, waarin beeldmotief en zekerheidslijnenpatroon over elkaar zijn gedrukt, 20 kleurmenging ontstaan, die de kleurcontinuïteit van de li.in verstoren.

Bij uitvoering in één kleur van beeldmotief en lijnenpatroon, alsmede bij zeer donkere beeldmotieven zijn in het gebied van het beeldmotief de zekerheidslijnen of helemaal niet of slechts zeer moeilijk te herkennen. Dergelijke zekerheidstechnieken worden derhalve slechts 25 voor kwalitatief eenvoudige zekerheidsdrukken toegepast.

Ter voorkoming van dergelijke nadelen is het in het bijzonder bij het drukken van bankbiljetten gebruikelijk, beeldmotieven in uitsparingen of vensters van de guillocheondergronddruk in te zetten. De beeldmotieven zijn daardoor in de regel in hoogwaardige staaldiepdruk uitge-30 voerd, hetgeen op zich ondanks het ontbreken van het guillochepatroon in het beeldmotief een grote bescherming tegen vervalsing biedt.

Nadelig is echter, dat het gedeelte dat het beeldmotief van het oppervlak in beslag neemt het voor de ondergronddruk toepasbaar oppervlak verkleint en dat daardoor de door een guillocheondergrondpatroon 35 mogelijke vervalsing bij groter wordende beeldmotieven zeer wezenlijk wordt verkleind. Het zich houden aan bestaande zekerheidsrichtlijnen {beursrichtlijnen), waarin onder andere een procentueel minimaal deel van het oppervlak voor guillocheondergrond wordt geeist, laat de toepassing B i 0 4 5 8 4 * -2- 22159/JF/mv van beeldmotieven over het hele oppervlak voor aan deze richtlijnen gebonden waardedrukken niet toe.

Voor het omzeilen van enige nadelen van de eerst genoemde werkwijze ,waar bij het beeldmotief is bedrukt met het zekerheidspatroon, werd 5 voor de vervaardiging van identiteitskaarten een verdere werkwijze bekend, waarmee foto4· s zelfs in de zwarte gebieden van de foto door duidelijk herkenbare guillochelijnen zijn te beveiligen (zie het West-Duitse Auslegeschrift 2.907.809).

Voor een betere herkenbaarheid van het zekerheidspatroon werd daar-10 bij voorgesteld het fotogebied reeds voor de belichting van een zekerheidspatroon te voorzien, zodat na de belichting de belichtte gebieden van het beeldmotief door een onbelicht zekerheidspatroon zijn onderbroken en daardoor de lijnen van het guillochepatroon onveranderd goed zijn te herkennen.

15 Ondanks de eenduidige voordelen van deze werkwijze bleek het nade lig, dat deze techniek slechts te zamen met fotografisch opgebrachte beeldmotieven mogelijk is. De benutting van de voordelen bij andere re-gistratiedragers zonder fototechnische maatregelen is niet mogelijk.

Aan de uitvinding ligt derhalve het doel ten grondslag te voorzien 20 in een registratiedrager respectievelijk een beeldmotief, evenals een werkwijze voor het vervaardigen van beeldmotieven en daarvoor benodigde drukplaten, dat eveneens in het beeldgebied door een zekerheidspatroon is te beveiligen en dat de vervaardiging van de registratiedragers zonder fotografische technieken is te realiseren.

25 De uitvinding voorziet hiertoe in een registratiedrager van de in de aanhef genoemde soort, welke het kenmerk heeft, dat het beeldmotief door een aan het lijnenpatroon aangepaste negatieve contour is onderbroken en het lijnenpatroon in de negatieve contour gelijkvormig is ingedrukt.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de lijnen van het 30 negatieve lijnenpatroon iets breder dan die van het zekerheidslijnenpatroon ! uitgevoerd, zodat de zekersheidslijnen telkens aan beide zijden een geringe afstand tot het beeldmotief hebben en daardoor het beeldmotief zonder aanraking als vrije lijnen doorlopen. Beeldmotief en lijnenpatroon worden daarbij bij voorkeur in kleuren uitgevoerd, die reproduktietechnisch 35 niet of slechts zeer moeilijk zijn te scheiden. Bovendien worden uit de waardedruktechniek bekende,door middel van kleurverlooptechniek en dergelijke te bereiken,optisch effecten eveneens benut.

Verder worden beeldmotief en guillochepatroon bij voorkeur in 8104534 ƒ -3- 22159/JF/mv simultaandruktechniek op de registratiedrager aangebracht. De drukplaten voor het uitvoeren van de drukwerkwijze worden door middel van uit meerdere stappen bestaande contactkopieertechnische werkwijzen vervaardigd.

Het aanbrengen van negatieve contouren binnen het drukbeeld en het 5 gelijkvormige indrukken van het zekerheidspatroon in deze contouren opent in het bijzonder voor de vervaardiging van waardedrukken nieuwe mogelijkheden, aangezien nu zelfs de eenvoudigste beeldmotieven volledig onafhankelijk van de beeldgrootte, dat wil zeggen dus eveneens over grote oppervlakken of over het gehele oppervlak, zekerheidstechnisch hoogwaar-10 dige en met de beursrichtlijnen overeenkomstig kunnen worden uitgevoerd.

In het bijzonder bij de toepassing van zeer smal uitgevoerde zeker-heidslijnen (enige 1/100mm) en iets breder uitgevoerde negatieve contouren (enige 1/100mm breder dan de zekerheidslijnen) verkrijgt men waardedrukken, waarvan de namaak op grond van de kleurgeving en de fijnheid -15 wezenlijk wordt bemoeilijkt.

Vanwege de fijnheid van de contouren en de lijnen is ook de repro-duktie met behulp van in de handel zijnde kleurenfotokopieerinrichtingen uit te sluiten, aangezien al naar de instelling van het apparaat de lijnen in het beeldmotief of verdwijnen respectievelijk niet verschijnen of 20 met het beeldmotief vergroeien. Beide versies zijn ook voor de leken eenvoudig te herkennen en van de oorspronkelijke drukken eenvoudig te onderscheiden.

De mogelijkheid van de toepassing van in de waardepapierdruk gebruikelijke druktechnieken blijkt anderszins zeer bijzonder voordelig, aange-25 zien bij aanwezigheid van de oorspronkelijke drukplaten de vervaardiging van de registratiedragers volgens de uitvinding zonder grote wijzigingen mogelijk is.

Aangezien de voor de drukwerkwijze volgens de uitvinding noodzakelijke drukplaten zonder negative beïnvloeding van de zekerheid in het bijzonder op 30 economische wijze vervaardigbaar is en de vervaardiging van registratiedragers zelf zonder extra kosten mogelijk is, blijkt de werkwijze voor het vervaardigen van registratiedragers volgens de uitvinding in zijn totaliteit beschouwd ondanks de hoge zekerheidstechnische waarde, die gebruikelijkerwijze de vervaardiging daurder maakt, bijzonder economisch.

35 Verdere uitvoeringsvormen en voordelen zijn in de beschrijving op genomen en worden onder verwijzing naar de tekening verder verklaard, in welke tekening:

Fig. 1 een vergrote weergave van een op een beeldmotief aangebracht 8104334 „ -4- 22159/JF/mv * zekerheidspatroon toont;

Fig. 2 het oorspronkelijke lijnenpatroon toont;

Fig 2b het tweede lijnenpatroon, respectievelijk positieve beeld van de negatieve contour toont; 5 Fig. 3a het beeldmotief (streepreproduktie) toont;

Fig. 3b overeenkomt- met fig. 2b;

Fig. 3c het met negatieve contour voorziene beeldmotief (streepreproduktie) toont;

Fig. 4a met Fig. 3c overeenkomt; 10 Fig. 4b met Fig. 2a overeenkomt; en

Fig. 4c het met negatieve contour voorziene beeldmotief met ingekopieerd lijnenpatroon toont.

Fig. 1 toont de vergrote weergeving van een beeldmotief 1 volgens de uitvinding, dat in het onderhavige geval het silhouet van een groep 15 bomen voorstelt. Op het beeldmotief 1 is een guillochepatroon 2 aangebracht. Met het oog op een betere voorstelling zijn het beeldmotief len de guilloches 2 event·' contrastrerend zwart uitgevoerd. In de praktijk heeft het echter de voorkeur, zoals in het hierna volgende nog uitvoerig zal worden beschreven, de twee- of meerkleurige weergeving in verschillend 20 contrastrerende en in het bijzonder reproduktietechnisch niet of slechts zeer moeilijk te scheiden kleuren uit te voeren.

Zoals uit de figuur blijkt is het beeldmotief 1 door een aan het guillochepatroon 2 exact aangepast negatieve lijnenpatroon 3 onderbroken, waarin het guillochepatroon 3·gelijkvormig is ingewerkt. Ofschoon het 25 beeldmotief 1 zelf zeer eenvoudig is opgebouwd, wordt door de gezamelijke weergeving door inwerking van het guillochepatroon 2 in structuur en fijnheid zodanig complex dat een namaak door tekenen kan worden uitgesloten. Dit geldt des te meer aangezien de guillochelijnen 2, wanneer deze in de bij de waardepapierdruk gebruikelijke fijnheid zijn uitgevoerd, in het 30 origineel een streepbreedte van rond 5/100 tot 7/100 mm hebben. Bij het benutten van de bij de waardepapierdruk seriematig mogelijke pasnauwkeurigheden kunnen deze lijnen in negatieve contouren worden ingepast, die een breedte van rond 15/100 tot 20/100 mm hebben. De lijnafstand tot de negatieve contourrand bedraagt daarbij rond 5/100 tot 7/100 mm.

35 Het vervaardigen van drukplaten voor het indrukken van een zodanig fijn lijnenpatroon in de eveneens zeer fijn uitgevoerde negatieve contouren is ook voor de vakman bij toepassing van de gebruikelijke vervaardigings-werkwijzen met de grootste moeilijkheden verbonden.

8104384 9 -5- 22159/JF/mv

Vanwege de hoge eisen aan de pasnauwkeurigheid over het gehele oppervlak biedt ook het over elkaar drukken van de patronen normaal gesproken aanzienlijke problemen. Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding voor de vervaardiging van de drukplaten en de vervaardiging 5 van de drukbeelden kunnen de moeilijkheden echter op een ook bij grote series goed te handhaven minimale maatstaf worden gereduceerd.

In deze zin is de vervaardiging van een dergelijke drukbeeld in de eenvoudigste vorm mogelijk wanneer''het onderbroken beeldmotief en het guillochepatroon op een gemeenschappelijke drukplaat is aangebracht.

10 Op deze wijze kan het bedrukken van de registratiedrager in een enkele drukprocedure worden uitgevoerd.

Door twee- of meerkleurige voorstellingen, waarbij of beeldmotief en guilloches in verschillende of bij voorkeur beeldmotief en een deel van het guillochepatroon in de ene en de rest van de guilloches in de 15 andere kleur worden gedrukt, verhoogt de bescherming tegen vervalsingen zeer aanzienlijk. Daarvoor zijn de structuur van de beide kleuren op gescheiden drukplaten aan te brengen, die dan op de gebruikelijke wijze ook in gescheiden drukprocedures over elkaar gedrukt dienen te worden.

Vanwege de daarbij optredende enorme pasmoeilijkheden, die bij de genoem-20 de fijnheid door papierrek gedurende of tijdens de drukprocedure nog extra worden verhoogd, is het drukken in simultaandruktechniek, waarbij de afzonderlijke drukkleuren eerst op een tussendrager worden verenigd en door deze in een enkele drukprocedure op de registratiedrager worden overgedragen, bijzonder voordelig. Op deze manier wordt het bedrukken van 25 de registratiedrager weer tot een enkele drukprocedure gereduceerd en sluit daarmee pasproblemen, die op papierrek evenals op de verschillende justering van verschillende drukinrichtingen zijn terug te voeren, volledig uit. Buitendien zijn vanwege de zeer trekvrije tussendragers de afzonderlijke drukplaten zeer exact na elkaar te positioneren en de druk-30 kwaliteit is relatief onafhankelijk van het te bewerken papier ook bij grote series constant.

Een verdere variant wordt verkregen, wanneer het beeldmotief bijvoorbeeld in een eerste kleur en het resterende drukoppervlak (negatief beeldmotief), eveneens van negatieve contouren voorzien, in een tweede 35 kleur is gedrukt. In dit oppervlak bedekkende drukbeeld wordt een zekerheidspatroon zoals hierboven besproken of in de kleur van het beeldmotief of in die van de achtergrond gedrukt. Bij deze versie die natuurlijk ook op een willekeurig andere wijze meerkleurig kan zijn uitgevoerd, is er een van het beeldmotief onafhankelijk, het totale oppervlak omvat- 810*334 -6- 22159/JF/mv * tend oppervlakte bedekkend drukbeeld, dat in het bijzonder met betrekking tot de kleur de mogelijkheden van het ontwerp zeer zinvol vergroot.

De vervaardiging van de voor de drukwerkwijze benodigde drukplaten geschiedt volgens de uitvinding in een contactkopieertechniek met de 5 bij aanwezigheid van afzonderlijke originele guilloches en oorspronkelijk motief op economische wijze alle eisen met betrekking tot de kwaliteit en de fijnheid die worden gesteld in voldoende mate kunnen worden vervuld.

In dit verband dient in het bijzonder benadrukt te worden dat het voldoen van deze eisen slechts bij de beschikbaarheid van oorspronkelijke 10 guilloches, die zoals hiervoor met grote technische inspanning en grote ambachtelijke kennis slechts door een gering aantal waardepapierdrukke-rijen kunnen worden vervaardigd en oorspronkelijke beeldmotief met fotografische middelen is te realiseren. Nadat guilloches en beeldmotief op de wijze volgens de uitvinding te zamen zijn gebracht en gemeenschap-15 pelijk op een registratiedrager zijn gedrukt, is bij voldoende fijnheid en juiste keuze van de kleuren de reproduktie van de registratiedrager, bijvoorbeeld door fototechnische scheiding of dergelijke niet meer mogelijk.

De in de figuren 2-4 getoonde werkwijze voor de vervaardiging van de drukplaten is uit meerdere werkwijzenstappen samengesteld.

20 Hierbij wordt zoals uit fig. 2a en b blijkt in een eerste stap van de oorspronkelijke guilloches 4 een contactkopie 5 met zodanige sterke^belichting vervaardigd, dat de in de contactkopiën optredende en later als negatieve contouren toegepaste lijnen 6 even breed zijn als de guillo-chenlijnen 2 of overeenkomdtig breder zijn uitgevoerd, al naar gelang 25 of het latere drukbeeld onderbrekende negatieve contouren van dezelfde breedte of bredere onderbrekende negatieve contouren dan guillochelijnen uitgevoerd dienen te zijn.

In overeenstemming met de voorkeursuitvoeringsvorm wordt daarbij een negatieve contour iFig. 2b) verkregen, die ongeveer drie maal zo 30 breed is als de guillochelijn zelf.

In een parallelle werkwijze stap wordt uit het oorspronkelijke beeldmotief een streepreproduktie 7 (fig. 3a) vervaardigd, die het motief in een sterk contrasterende tekening zonder enkele halftoon weergeeft.

Voor het verkrijgen van een snel te begrijpen totaalindruk wordt voor 35 het beeldmotief bijvoorkeur een eenvoudige en weinig gestructureerde voorstelling gekozen. In wezen zijn echter ook zeer fijn gestructureerde en gedetailleerde weergevingen, zoals beeldmotieven met druktechnisch bewerkte halftonen toepasbaar (korrel-, punt-, lijn of bijzondere rasters).

8104584 <5 -7- 22159/JF/mv

In de volgende, in de fig. 3 weergegeven stap, wordt uit de streep-reproduktie 7 (fig. 3a) het beeldmotief van de via de contactkopie verkregen lijnencontour 6 (fig. 3b) uitgekopieerd wanneer van het negatief (niet weergegeven) van de streepreproduktie 7 en het positief 5 van de contactkopie 5 een gemeenschappelijke kopie (sandwichtechniek) en daarvan een negatief 8 (fig. 3c) wordt vervaardigd.

Dienen nu bij het verdere drukproces beeldmotief 7 en guilloches 2 in dezelfde kleur gedrukt te’ worden, dan kopieert men, zoals in fig. 4 getoond, het in de laatste werkwijze stap verkregen, van negatieve contour 10 ren 3 voorziene beeldmotief (fig. 4a) de oorspronkelijke guilloches 2 (fig. 4b)passend in, wanneer men van de over elkaar gelegde films van het beeldmotief 9 en de oorspronkelijke guilloches 2 een kopie 10 (fog. 4c) vervaardigt. Deze kopie wordt als een oorspronkelijke film voor de vervaardiging van de drukplaten toegepast.

15 Dienen beeldmotief en guilloches op de registratiedrager meerkleuriE

te worden uitgevoerd, dan wordt de van de negatieve contouren voorziene film 8 van het beeldmotief of direct als oorspronkelijke film van de bijbehorende drukplaat toegepast of overeenkomstig'de boven beschreven werkwijze stap in de negatieve contouren van de beeldmotief slechts een 20 deel van het guillochepatroon 2 ingekopieerd.

Dient het het beeldmotief omgevende oppervlak eveneens bedrukt te worden, dan zijn in een een extra werkwijzestap voor de drukprocedure toepasbare drukplaten te vervaardigen. Gelijksoortig als in fig. 3 weergegeven, wordt daarvoor van een positief van een beeldmotief 7 met een 25 positief van de lijnenpatrooncontactkopie 5 gemeenschappelijke kopie en daarvan een negatieffilm als voorbeeld voor de drukplaat vervaardigd.

Bij de vervaardiging van deze film is in het bijzonder daarop te letten, dat het beeldmotief 7 en het lijnenpatroon 6 exact op dezelfde wijze ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, zoals in de het "po-30 sitiefbeeldpatroon" met negatieve contouren betreffende bijbehorende werkwijzestap, opdat bij het latere drukproces de negatieve contouren van het beeldmotief en de beeldmotiefachtergrond exact elkaar aanvullen en een onberispelijk indrukken van het lijnenpatroon 2 mogelijk is.

Uitgaande van de oorspronkelijke film geschiedt de vervaardiging 35 van de drukplaten volgens gewone aan de vakman bekende vervaardigings-werkwijzen, die in dit verband niet nader zijn toe te lichten.

8104334

Claims (31)

1, Registratiedrager, in het bi.izonder waardepapier met over elkaar liggend aangebracht een opgedrukt beeldmotief en een eveneens opgedrukt lijnenpatroon, met het kènmerk, dat het beeldmotief door een aan het lijnen- 5 patroon aangepaste negatieve contour is onderbroken en het lijnenpatroon in de negatieve contour gelijkvormig is ingedrukt.

2. Registratiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lijnen van de negatieve contour (3) even breed als de liinen van het lijnenpatroon (2) zijn uitgevoerd.

3. Registratiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lij nen van de negatieve contour (3) breder dan de lijnen van het lijnenpatroon (2) zijn uitgevoerd.

4. Registratiedrager volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lijnen van de negatieve contour (3) ongeveer drie maal zo breed dan de 15 lijnen van het lijnenpatroon (2) zijn uitgevoerd.

5. Registratiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lijnenpatroon (2) een guillochepatroon is.

6. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het lijnenpatroon (2) zich uitstrekt over het 20 drukgebied van de registratiedrager.

7. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het lijnenpatroon (2) zich over het gehele oppervlakj van het drukgebied van de registratiedrager uitstrekt.

8. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat het beeldmotief en de achtergrond van het beeldmotief vlak zijn bedrukt en beide door een lijnenpatroon (2) zijn bedekt.

9. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) en het lijnenpatroon' (2) in dezelfde kleur zijn uitgevoerd.

30 T0. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) en het lijnenpatroon (2) in meerdere kleuren zijn uitgevoerd.

11. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) en het lijnenpatroon (2) in 35 verschillende kleuren zijn uitgevoerd.

12. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) en een deel van het lijnenpatroon in een eerste kleur en de rest van het lijnenpatroon in een tweede kleur zijn uitgevoerd. 8 1 0 4 5 3' 4 _g_ 22159/JF/mv

13. Registratiedrager volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de in de eerste kleurtoon van het beeldmotief (1) uitgevoerde deel van het li.lnenpatroon (2) wat betreft het aantal lijnen kleiner is dan het in de andere kleurtoon aangebrachte deel van het lijnenpatroon.

14. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) meerkleurig is uitgevoerd,

15. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) en het lijnenpatroon (2) in kleuren worden weergegeven, die reproduktietechnisch slechts zeer moei- 10 lijk of in het geheel niet zijn te scheiden.

16. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) in de vorm van een streeprepro-duktie (7) is opgedrukt.

17. Registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclu- 15 sies, met het kenmerk, dat het beeldmotief (1) in een puntraster-. korrel-raster-, streepraster- of een bijzondére rastertechniek is opgedrukt.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van een registratiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het Beeldmotief en het lijnenpatroon op een gemeenschappelijke drukplaat worden aangebracht en in een enkele 20 drukprocedure op de registratiedrager worden gedrukt.

19. Werkwijze voor het vervaardigen van een registratiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het beeldmotief en het lijnenpatroon op verschillende drukplaten worden aangebracht en beide in op elkaar volgende drukprocedures op de registratie drager worden gedrukt.

20. Werkwijze voor het vervaardigen van een registratiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het beeldmotief en een deel van het lijnenpatroon op een drukplaat en de rest van het lijnenpatroon op een afzonderlijke drukplaat worden aangebracht en de overeenkomstige druk-beelden in op elkaar volgende drukprocedures op de registratiedrager worden 30 overgedragen.

21. Werkwijze voor het vervaardigen van een registratiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies,. met het kenmerk, dat de drukbeel-den van de afzonderlijke drukplaten op een tussendrager worden verenigd en door deze op de registratiedrager worden overgedragen.

22. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten voor de vervaardiging van registratiedragers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat met behulp van een oorspronkelijk lijnenpatroon waarvan met betrekking tot dit doel eventueel een tweede lijnenpatroon wordt vervaardigd, in een 8 1 0 ·;· 5 3 4 »* «. i- __-10- 22159/JF/mv beeldmotief een negatieve contourpatroon wordt aangebracht waarin het oorspronkelijke lijnenpatroon gelijkvormig is in te zetten en dat het van negatieve contouren jvoorziene beeldmotief als voorbeeld voor de drukplaten wordt toegepast.

23. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het inbrengen van de negatieve contouren op contactkopieertechnische weg geschiedt.

24. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 22 en 23, met het kenmerk, dat bij de vervaardiging van het tweede lijnen-10 patroon een contactkopie van het oorspronkelijke lijnenpatroon wordt vervaardigd.

25. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat bij de vervaardiging van. de contactkopie de belichting van de contactkopiefilm zodanig wordt gekozen, dat de lijnen 15 van het contactkopielijnenpatroon even breed zijn uitgevoerd als de lijnen van het oorspronkelijke lijnenpatroon.

26. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat bij de vervaardiging van de contactkopie de belichting van de contactkopiefilm zodanig wordt gekozen, dat de lijnen 20 van het contactkopielijnenpatroon breder zijn uitgevoerd dan de lijnen van het oorspronkelijke lijnenpatroon.

27. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de belichting van de contactkopiefilm zodanig wordt gekozen, dat de lijnen van het contactkopielijnenpatroon ongeveer 25 drie maal zo breed zijn uitgevoerd dan de lijnen van het oorspronkelijke lijnenpatroon.

28. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 22 en 23, met het kenmerk, dat na het inbrengen van de negatieve contouren in het beeldmotief een deel op het totale oorspronkelijke lijnenpatroon 30 gelijkvormig in de negatieve contouren wordt ingekopieerd en de daarbij verkregen film als oorspronkelijke film voor de vervaardiging van drukplaten toepassing vindt.

29. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat van een oorspronkelijk beeldmotief een half- 35 toonweergeving of een streepreproduktie wordt vervaardigd en daarin het negatieve contourenpatroon wordt ingebracht.

30. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens een of meer van de conclusies 22-29, met het kenmerk, dat de inbrenging van de 8104534 -11- 22159/JF/mv * negatieve contour in het beeldmotief door het over elkaar aanbrengen van een positieffilm van het lijnenpatroon en een negatieffilm van het beeldmotief en het vervaardigen van een contactkopie van deze inrichting geschiedt.

31. Werkwijze voor het vervaardigen van drukplaten volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat voor het vervaardigen van een eerste drukplaat van een negatieffilm van het beeldmotief en een positieffilm van de lijnenpatrooncontactkopie » een gemeenschappelijke kopie wordt vervaardigd, dat voor de vervaardiging van een tweede drukplaat van een 10 positieffilm van het beeldmotief in een positieffilm van de lijnenpatrooncontactkopie eveneens een gemeenschappelijke kopie wordt vervaardigd en dat beide kopieen direct of na het inkopieeren van een deel van of het totale oorspronkelijke lijnenpatroon als voorbeeld voor de vervaardiging van drukplaten worden toegepast. 15 Eindhoven, oktober 1981. 8 'i ü 4 o 8 4