NL8104430A - Verlichtingsarmatuur. - Google Patents

Description

¥ * a * , EHN 10.157 1 N.V. Philips' Gloeilampenfahrieken te Eindhoven.

,IVerlichtingsarmatuur ".

De iiitvinding heeft betrekking (¾) een verlichtingsannatuur bevattende een voetstuk waarin een opening aanwezig is, welk armatuur voorts een huis ter opname van een lamp be vat, welk huis is voorzien van een uitstekend baisvormig wanddeel dat in de opening van bet voet-5 stuk losneembaar vergrendelbaar en cm zijn lengte-as draaibaar is, in welk buisvoonig uitstekend wanddeel stroatgeleiders voor de lamp zijn cpgencmen, die bij plaatsing van let wanddeel in de opening samenwerken met in het voetstuk gelegen strocmvoerende organen. Een dergelijk verlichtingsarmatuur is bekend uit het Franse octrooischrift 1.215.214.

10 In dit octrooischrift wordt een armatuur beschreven met een lanphuis en een "voetstuk, welke door buisvormige steunarmen met elkaar zijn verbanden. De steunarmen kunnen aan elkaar en aan het lanphuis resp. het voetstuk warden gekcppeld met behulp van binnen die steun-armen gelegen kontaktorganen die tevens dienen als stroomgeleiders. Een 15 dergelijk kontaktorgaan is volgens het octrooischrift, uitgevoerd als een centrale metalen pen die is cmgeven door een daarvan elektrisch gexso-leerde dunwandige metalen cylinder. Bij de koppeling warden twee naar elkaar gekeerde delen (cylinders resp. pennen) in resp. tegen elkaar geschoven, waarbij met behulp van samenwerkende rillen een vergrendeling 20 in axiale richting wordt verkregen. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld twee aan elkaar gekpppelde steunarmen ten qpzichte van elkaar om hun lengte-as draaien zijn de warden van de steunarmen aan hun uiteinden voorzien van bij koppeling in elkaar grijpende tanden„

Hoewel hierbij een goede vergrendeling tegen draaien verkregen 25 wordt, is het lanphuis slechts in bepaalde standen (afhahkelijk van het aantal tanden en hun onderlinge afstand) t.o„v. het voetstuk instel-baar. Indien een gebruiker het lanphuis in een andere stand ten op-zichte van het voetstuk wil plaatsen, moet het lanphuis of een steunarm in zijn geheel van een naburige steunarm of van het voetstuk warden 30 losgenanen. Dit is las tig. Daarbij kcmt, dat de vergrendeling in axiale richting is cpgencmen in strocmvoerende organen. Deze warden daarbij zodanig mechanisch belast, dat in de loop van het gebruik gemakkelijk beschadiging cptreedt waarbij niet alleen de axiale vergrendeling kan 8104430 PHN 10.157 2 ____________warden verzwakt, maar waarbij tevens de kans pp bet qptreden van vonken of zelfs kortsluiting niet denkbeeldig is.

De uitvinding heeft tot doel een verlichtingsarmatuur van de in de aanbef genoemde soort te verschaffen dat zo is gevormd, 5 dat het lamphuis bij plaatsing in een (cirkelvorraige) opening in het voetstuk over de voile 360° draaibaar is en door een gebruiker in een willekeurige stand gefixeerd kan warden, waarbi j een mechaniscbe belasting van de stroomvoerende organen is vermeden.

Een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding heeft daartoe 10 bet kenmerk, dat ora het in de opening te plaatsen uiteinde van bet buisvormige uitstekende wanddeel een mantel van veerkrachtig materiaal aanwezig is, welke mantel in zijn axiale richting is gefixeerd, waarbij bet buisvormige wanddeel binnen de mantel met weerstand roteerbaar is en waarbij de mantel en de opening in het voetstuk zo zijn gevormd, 15 dat bij plaatsing van het wanddeel in de opening de mantel een vaste stand ten ppzichte van het voetstuk ineemt.

0

Het buisvormige uitstekende wanddeel van het lamphuis van een armatuur volgens de uitvinding wordt door een gebruiker in de ' opening in het voetstuk gestoken waarbij het wanddeel in axiale 20 richting is geborgd en het lamphuis (dat in een prektische uitvoerings-vorrn star met het wanddeel is verbanden) in een '' - te kiezen stand wordt gedraaid. Daarbij wordt door de mantel (bijv. bestaande uit veerkrachtig metaal of blik) een in boofdzaak radiale druk op het wanddeel uitgeoefend. Bij verdraaien van het lamphuis met het wanddeel ten 25 opzichte van het voetstuk ontstaat tussen de mantel en het wanddeel wrijving, waardoor het verdraaien enigszins stroef verloopt. Een dergelijke koppeling met wrijving heeft het voordeel, dat het lamphuis in een door een gebruiker gekozen stand ten opzichte van het voetstuk gefixeerd is. Een lamphuis volgens de uitvinding is over de 30 voile 360 graden in de opening draaibaar en in een willekeurig te kiezen positie ten opzichte van het voetstuk instelbaar. De bijvoorkeur cylindrische mantel is daarbij in een vaste stand ten opzichte van de opening gearreteerd tegen draaiing om zijn lengte-as. De mantel is daartoe bijvoorbeeld voorzien van nokken, die samenwerken met 35 inkepingen in de opening.

In een armatuur volgens de uitvinding is vermeden, dat een mechanische belasting op de stroomvoerende organen optreedt. De krachten die bij plaatsing en draaiing van het buisvormige wanddeel in 8104430 ΕΗΝ 10.157 3 . de opening van het voetstuk optreden warden namelijk opgevangen door het buisvormige wanddeel ofwel door de mantel. Tijdens draaien van het lamphnis met het wanddeel in het voetstuk is bijvoorbeeld een elektrische verbinding gevormd door tegen de strocmvoerende organen in 5 het uitstekende wanddeel rustende, met het voedingsnet verbonden metalen sleepkantakten, die in het voetstuk zijn gelegen.

Het wanddeel van het lamphuis is in de opening in axiale richting gefixeerd, bijvoorbeeld met behulp van een klemverbinding.

In een voorkeursuitvoering is de mantel voorzien van een middel ter 10 losneembare vergrendeling van het buisvormige wanddeel in de opening van het voetstuk. Op deze wijze wordt een betrouwbare arretering in axiale richting verkregen. Bovendien zijn dan geen speciale voorzieningen voor dit doel in het wanddeel zelf nodig.

In een bijzcndere uitvoeringsvorm is het vergrendelmiddel een 15 door een lcngitudinale insnijding in de wand van de mantel verkregen uitgebogen verende tong die bij plaatsing in de opening grijpt achter een nek die zich in het voetstuk bevirdt.

In een praktische uitvoeringsvorm van een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding bestaat de mantel uit een qp enige af stand van 20 het uiteinde van het uitstekende wanddeel gelegen nauw cm de buiten-emtrek van het wanddeel geklemde althans nagenoeg gesloten bijvoorkeur metalen band, welke band is voorzien van naar het uiteinde van het wanddeel gekeerde, tegen het wanddeel radiaal verende tongen, die op regelmatige afstand van elkaar zijn gelegen en waarvan de uiteinden 25 zich qp de buitenwand van het wanddeel vastzetten. De band past zodanig in de opening dat een goed lager voor het wanddeel verkregen wordt.

De op de mantel uitgeoefende kracht wordt bij de plaatsing in de opening gelijkmatig over de band en de tongen verdeeld. De band is in een uitvoeringsvorm voorts voorzien van een speciaal gevormde 30 verende tong, waarvan het vrije uiteinde zo is gevormd, dat bij plaatsing in het voetstuk met behulp van een in het voetstuk gelegen net die tong samenwerkende nek, een losneembare vergrending in axiale richting verkregen wordt. Deze tong is voorts bij voorkeur zo qp de band bevestigd, dat hij tevens dient ter vergrendeling van de band tegen 35 draaien cm zijn as. Ter plaatse van de bevestiging aan de band dient de tong als uitstulping.

Teneinde met name een relatief zwaar lanphuis stevig in de opening van het voetstuk te verankeren waarbij bij plaatsing in de 8104430 ,-- -¾ PHN 10.157 4 ................opening de vergrendeling in axiale richting wordt versterkt, is in een speciale uitvoeringsvorm van het armatuur volgens de uitvinding het uitstekende wanddeel van het lamphuis voorzien van een axiaal beweegbare borgring met· borglip die achter een vergrendelende verende 5 tong plaatsbaar is.

Een armatuur volgens de uitvinding wordt bij voorkeur toege-past in winkels, in woningen e.d. Het voetstuk is bijvoorbeeld uitge-voerd als cirkelvormig draagorgaan dat aan een wand of aan een plafond bevestigbaar is. In een bijzondere uitvoeringsvorm bevat het armatuur 10 . een langwerpig voetstuk, waarin een aantal op betrekkelijk korte afstand van elkaar gelegen openingen aanwezig zijn, waarin een uit-stekend wanddeel van een lamphuis gestoken kan worden. Het lamphuis is in een praktische uitvoeringsvorm uitgevoerd als "spotarmatuur" dat aan het wanddeel is bevestigd. In een speciale uitvoeringsvorm is het 15 lamphuis uitgevoerd als hanglamp waarbij het lamphuis met hehulp van een kabel of staaf aan het buisvormige wanddeel is bevestigd.

De uitvinding is nader toegelicht in de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding is weergegeven.

20 In de tekening toont fig. 1 een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding in aanzicht met een lamphuis en een voetstuk; fig. 2 het buisvormige uiteinde van het lamphuis ten dele in langsdoorsnede; 25 fig. 3 een langsdoorsnede van een voetstuk met daarin geplaatst het buisvormige uiteinde van het lamphuis, en toont fig. 4 een doorsnede volgens het vlak IV-IV in fig. 3.

Het verlichtingsarmatuur volgens fig. 1 bevat een voetstuk e 1 met een opening 2. Het armatuur bevat voorts een dunwandig kunststof 30 (zoals polycarbonaat) huis 3 ter opname van een lamp, bijvoorbeeld een gloeilamp. Het huis 3 is voorzien van een uitstekend buisvormig wanddeel 4 dat in de opening 2 van het voetstuk 1 losneembaar vergrendel-baar en cm zijn lengte-as draaibaar is. In het buisvormige wanddeel 4 zijn stroomgeleiders voor de lamp qpgencmen, die bij plaatsing van het 35 wanddeel 4 in de opening 2 samenwerken met in het voetstuk 1 gelegen stroamvoerende organen. Het naar de opening gekeerde uiteinde van het wanddeel 4 is voorzien van een cylindervormige metalen mantel 5. Het buisvormige wanddeel is in detail weergegeven in fig. 2.

8104430 £; -* H3N 10.157 5

Het buisvormige wanddeel 4 (zie fig. 2) bevat een tsreetal in de lengterichting gedeelde cylindervormige kunststof crahullingen (4a,4b), die tegen elkaar geplaatst zijn. Het lamphuis (niet getoond in fig. 2) is aan het genoemde wanddeel bevestigd en kan ten opzichte 5 daarvan in een bepaalde stand warden gedraaid (bijvoorbeeld over een hoek van 90°). Het wanddeel 4 is daarbij aan de binnenzijde voorzien van een cpstaande rand met de vorm van een cirkel (6), die in in het huis geplaatste lagers draaibaar zijn. Deze lagers zijn uitgevoerd als metalen veren (7) met de vorm van een "omega". De genoemde veren 10 (7) zijn gefixeerd in een vaste stand. Met behulp van de lagerveren wardt een noodzakelijk wrij vingsmoment in het draaipunt verkregen.

De mantel 5 van veerkrachtig materiaal bestaat uit een op enige afstand van het vrije uiteinde van het wanddeel 4 gelegen, nauw cm de buitenomtrek ervan geklende althans nagenoeg gesloten metalen 15 band 8. Deze band 8 is voorzien van een tiental cp regelmatige afstand van elkaar gelegen naar het uiteinde van het wanddeel gekeerde zich tegen het wanddeel 4 vastzettende radiaal verende tongen 9 (zie fig. 4}.

Deze zijn, voor zover zichtbaar in fig. 2 aangeduid met 9a en 9b. De tegen het uiteinde rustende delen van de tongen zijn aangegeven met 10a 20 en 10b. Nabij het uiteinde is het wanddeel voorzien van een qpstaande rand 11, die, samen met rand 12 dient cm de band met de tongen in axiale richting te fixeren.

De band 8 is qp een tweetal plaatsen (een zichtbaar in de tekening) voorzien van een middel ter losneembare vergrendeling van het 25 wanddeel in axiale richting in de opening van een voetstuk. Dit middel is een uitgebogen verende tong 13 die bij plaatsing in de opening achter een nek 14 in het voetstuk grijpt (zie fig. 3). De tong 13 is zodanig op de band bevestigd, dat hij tevens dient ter vergrendeling van de band 8 tegen draaien cm zijn as bij plaatsing in de opening.

30 Tong 13 werkt samen met een tweetal evenwijdige randen 8a en 8b in het voetstuk (zie fig. 4). Hierbij neemt bij plaatsing in de opening de mantel een vaste stand ten opzichte van het voetstuk in.

Het uitstekende wanddeel is voorts voorzien van een (tussen cpstaande randen 15a en 15b) axlaal beweegbare borgring 15 met borglip 35 16 die achter het uiteinde van de genoemde tong 13 grijpt en deze achter de nok 14 drukt. Hierbij wordt de vergrendeling in axiale richting versterkt. De borgring 15 is bedienbaar met behulp van een handgreep 15c.

In het tuisvormige wanddeel 4 zijn tevens stroantoevoerdraden 8104430 EHN 10.157 6 <· „· ^ _______________17 en 18 voor een in het lamphuis te plaatsen lamp opgenanen (zie fig.

2). Deze draden zijn verbonden met een centraal gelegen metalen pen 19 en een metalen cylinder 20. Bij plaatsing van het wanddeel in het voetstuk werken zij samen (sleepkontakt) met in het voetstuk 1 5 gelegen strocmvoerende organen 21 en 22. Dit is weergegeven in fig. 3. Deze organen 21 en 22 zijn omgeven door een qpstaande kunststofwand 23 ter verhoging van de aanrakingsveiligheid. De organen 21 en 22 zijn verbonden met het voedingsnet.

Nadat het wanddeel 4 in de opening 2 is gestoken, wordt op 10 twee op enige af stand van elkaar gelegen plaatsen van het wanddeel een lager gevormd. Het eerste lager wordt gevormd op de plaats waar band 8 tegen het wanddeel rust (ter hoogte van de opening). Het tweede lager is gevormd door een in het voetstuk gelegen opstaande wand 11a, die de genoemde rand 11 omsluit. De bevestiging van wanddeel 4 in het 15 voetstuk is dan stabiel.

20 25 30 35 8104430

Claims (4)

1. 2. Verlichtingsarmatuur volgens ccnclusie 1, met het kenmark, dat de mantel is voorzien van een middel ter losneembare vergrendeling van het buisvormige wanddeel in de opening van het voetstuk.
2. 3. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 2, net het kenmerk, 20 dat het vergrendelmiddel een door een longitudinale insnijding in de wand van de mantel verkregen, uitgebogen verende tong is, die bij plaatsing in de opening achter een ndk grijpt, die zich in het voetstuk bevindt.
3. 4. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, 2 of 3, met het 25 kenmerk, dat de mantel bestaat uit een op enige afstand van het uiteinde van het wanddeel gelegen, nauw cm de buitenomtrek van het wanddeel geklande althans nagenoeg gesloten band, welke band is voorzien van naar het uiteinde van het wanddeel gekeerde, tegen het wanddeel radiaal verende op enige afstand van elkaar gelegen tongen, waarvan 30 de uiteinden zich cp de buitenwand van het wanddeel vastzetten.
4. 5. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het uitstekende wanddeel is voorzien van een axiaal -beweegbare bargring met een borglip die achter een vergrendelende tong plaatsbaar is. 35 8104430