NL1026737C2

NL1026737C2 - Plafondinbouwdeel voor een plafondinbouwlamp.

Info

Publication number: NL1026737C2
Application number: NL1026737A
Authority: NL
Inventors: Ulrich Dipl Ing Haase
Original assignee: Vollmann Gmbh & Co Kg Otto
Priority date: 2003-08-20
Filing date: 2004-07-28
Publication date: 2006-10-09
Also published as: ITMI20041538A1; ES2245902A1; GB2405462A; DE20312853U1; NL1026737A1; FR2859011A1; ES2245902B1; RU2275545C2; BE1015781A3; RU2004122776A; FR2859011B1; PL206201B1; GB0418018D0; GB2405462B; AT500042B1; AT500042A2; PL369192A1; AT500042A3

Description

Korte aanduiding: Plafondinbouwdeel voor een plafondinbouwlamp.

De uitvinding heeft betrekking op een plafondinbouwdeel voor een plafondinbouwlamp, omvattende uit een inbouwdeel, dat bij voorkeur ringvormig is, met een cirkelvormige installatieopening voor het inzetten van een lamp, in het bijzonder een halogeenlamp met een 5 reflector en cirkelvormige lichtuittreeopening, die in het bijzonder is afgesloten door een glasplaat, waarbij op de installatieopening een kraag aansluit, die vanaf het plafondinbouwdeel naar achteren toe uitsteekt, verder met een ringvormig vasthouddeel, dat losneembaar direct in de kraag of in een zwenkbaar in de kraag vastgehouden 10 zwenkring gezet kan worden en door middel waarvan een ingezette lamp overliesbaar wordt vastgehouden.

Een dergelijk plafondinbouwdeel wordt eerst in de betreffende, in hoofdzaak ronde inbouwopening van het plafond of dergelijke (ook in 15 een meubelstuk) gezet. De vatting voor de in te zetten lamp en de toevoerleidingen zijn achter het betreffende plafond aangebracht. Daarbij zijn de afmetingen zo gekozen, dat bij nog niet gemonteerde lamp de betreffende vatting aan de toevoerkabel door de installatieopening van het plafondinbouwdeel naar benden hangt. De 20 gebruiker kan een passende lamp, bij voorkeur een halogeenlamp, bijvoorbeeld een laagspanningshalogeenlamp of een hoogspanningshalogeenlamp, in de betreffende vatting zetten en in de installatieopening inbrengen. Om te vermijden dat de lamp naar voren toe uit de installatieopening naar buiten valt, is een ringvormig 25 vasthouddeel in de vorm van een open ringvormige veerklem aangebracht. Dit vasthouddeel wordt vanaf de voorzijde van het plafondinbouwdeel in de installatieopening gezet en op passende wijze in de installatieopening gepositioneerd en vastgezet. Daarmee is gewaarborgd, dat na plaatsing van het vasthouddeel de in de 30 installatieopening gezette lamp niet uit de installatieopening naar beneden kan vallen. Bij het verwisselen van de lamp is een omslachtige manipulatie vereist, doordat namelijk het vasthouddeel uit de installatieopening verwijderd wordt. Daarbij gebeurt het vaak, dat het vasthouddeel, dat onder veerspanning in de installatieopening 35 zit, bij het uitnemen uit de installatieopening naar buiten veert en 102673? - 2 - in een willekeurige richting wegspringt. De gebruiker die zich bij de installatie bijvoorbeeld op een ladder bevindt, moet het betreffende vasthouddeel zoeken en voor de montage opnieuw de ladder bestijgen. Deze manier van doen is omslachtig en nadelig.

5

Uitgaande van deze stand van de techniek ligt aan de uitvinding het doel ten grondslag een plafondinbouwdeel van het aan het begin genoemde type te verschaffen, dat voor wat betreft de installatie-inspanning vereenvoudigd is.

10

Voor het bereiken van dit doel wordt voorgesteld dat het ringvormige vasthouddeel zwenkbaar aan de kraag of aan de zwenkring is bevestigd, zodanig dat het verstelbaar is in een montagestand, waarin de installatieopening voor de toegang tot de lamp is vrijgegeven, of in 15 een gebruiksstand, waarin het vasthouddeel ongeveer coaxiaal ten opzichte van de installatieopening is uitgericht en een steun voor het kopse vlak van de lamp vormt.

Volgens deze inrichting is een ringvormig vasthouddeel zodanig aan de 20 kraag van het plafondinbouwdeel of aan de daaraan bevestigde zwenkring bevestigd, dat het overliesbaar wordt vastgehouden. Bovendien is het zwenkbeweegbaar gehouden, zodat het voor de montage van een passende lamp in de vrijgavestand gezwenkt kan worden. In deze positie is het mogelijk, de lamp met zijn contacten in de 25 betreffende vatting te zetten en in de installatieopening te zetten. Om de lamp in deze positie te houden kan het vasthouddeel in de gebruiksstand gezwenkt worden, waarin het ongeveer coaxiaal ten opzichte van de installatieopening is uitgericht. In deze positie vormt het vasthouddeel een steun voor het kopse vlak van de ingezette 30 lamp, zodat deze niet uit het plafondinbouwdeel naar beneden kan vallen. Voor zover de betreffende lamp verwisseld moet worden, kan het vasthouddeel eenvoudig in de montagestand gezwenkt worden. Er bestaat geen gevaar dat het vasthouddeel in deze positie verloren gaat.

35

Een onder omstandigheden de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm wordt daarin gezien, dat het vasthouddeel een gesloten ring is, die op één plaats een scharnierelement heeft, dat aan de kraag of aan de zwenkring is bevestigd.

1026737 40 - 3 -

Bij deze uitvoeringsvorm is het vasthouddeel gesloten ring, die op één plaats een scharnierelement heeft, dat aan de kraag van het plafondinbouwdeel of aan de zich daaraan bevindende zwenkring is 5 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van doordrukken, vergrendelen of door middel van een ander hulpmiddel.

Een voorkeursuitvoeringsvorm wordt daarin gezien dat het vasthouddeel een open ring is, waarvan de einden naar buiten, in het bijzonder 10 radiaal naar buiten, omgebogen zijn en in gaten in de kraag of in de zwenkring gehaakt zijn, zodat een soort zwenkscharnier wordt gevormd waarom het vasthouddeel zwenkbaar is.

Bij deze inrichting is het vasthouddeel een open ring met radiaal 15 naar buiten omgebogen einden. Deze einden zijn in gaten in de kraag of in de zwenkring gehaakt, zodat een vaste installatie-eenheid wordt gevormd. De haakplaats vormt tegelijkertijd een zwenkscharnier waarom het vasthouddeel in de montagestand of in de gebruiksstand zwenkbaar is.

20

Bij deze inrichting zijn er geen extra onderdelen of bevestigingsmiddelen nodig, maar het vasthouddeel is samen met aangevormde omgebogen einden uit één stuk gevormd. De bevestiging vindt enkel plaats doordat in de kraag of in de zwenkring van het plafondin-25 bouwdeel gaten in de wand zijn gevormd, waarin de einden van het vasthouddeel gezet kunnen worden.

Bij voorkeur is er verder in voorzien dat het vasthouddeel is gevormd uit ronde draad.

30

Bij voorkeur is erin voorzien dat het vasthouddeel uit veerdraad bestaat.

Om een zekere positionering van het vasthouddeel in de gebruiksstand 35 te bereiken, is erin voorzien dat de kraag of de zwenkring bij voorkeur aan zijn diametraal tegenover het zwenkbevestigingsgebied van het vasthouddeel gelegen wand een vergrendelnok of een vergrendelverdikking heeft, waarachter het vasthouddeel in de gebruiksstand vergrendeld is.

40 1026737 - 4 -

Daarbij kan erin zijn voorzien, dat de vergrendelnok of de vergrendelverdikking wordt gevormd door een ribbe van de wand.

Om de manipulatie van het vasthouddeel in het bijzonder voor het 5 verwisselen van de lamp te vereenvoudigen, is erin voorzien dat het vasthouddeel bij voorkeur aan het diametraal tegenover het zwenk-bevestigingsgebied liggende gebied een handgreep heeft.

Daarbij kan erin zijn voorzien dat de handgreep aan het vasthouddeel 10 is gevormd, bij voorkeur in de vorm van een omgebogen lus.

Hierbij zijn er geen bijzonder onderdelen voor het verwezenlijken van de handgreep nodig, maar de handgreep wordt gevormd door een omgebogen lus van het vasthouddeel zelf.

15

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn in de tekening weergegeven en in het hiernavolgende beschreven. In de tekening toont: 20 fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm in de gebruiksstand; fig. 2 dezelfde in een weergave met het uiteengenomen delen; fig. 3 een variant gezien in een aanzicht analoog aan fig. 2; 25 fig. 4 de variant in de montagestand; fig. 5 de variant in de gebruiksstand.

30 In de tekening is een plafondinbouwdeel voor een plafondinbouwlamp getoond. Deze bestaat in hoofdzaak uit een inbouwdeel 1, dat ringvormig is en een ronde installatieopening voor het inzetten van een lamp 2 heeft. De lamp heeft een sokkel met steekcontacten alsmede een onlosneembaar vastgezette reflector en een afdekschijf in de vorm 35 van bij voorkeur een heldere glasplaat.

Op de installatieopening van het inbouwdeel 1 sluit een kraag 3 aan, die vanaf het inbouwdeel naar achteren toe uitsteekt. Verder is een ringvormig vasthouddeel 4 aangebracht, dat direct in de kraag of in 40 een zwenkbaar in de kraag vastgehouden zwenkring gezet kan worden en 102673? - 5 - door middel waarvan een ingezette lamp 2 in de gebruiksstand volgens fig. 1 resp. fig. 5 onverliesbaar wordt vastgehouden.

Om te waarborgen dat in de montagestand, zoals deze in fig. 4 is 5 weergegeven, het ringvormige vasthouddeel 4 niet verloren gaat, is volgens de uitvinding het ringvormige vasthouddeel 4 zwenkbaar aan de kraag 3 of aan de zwenkring bevestigd, zodat het in een montagestand verstelbaar is, die bijvoorbeeld in fig. 4 is weergegeven, waarin de installatieopening voor de toegang tot de lamp 2 is vrijgegeven, 10 zodat de lamp 2 uit de opening naar voren kan worden uitgenomen. Na - · -- - * installatie van de lamp kan deze in het plafondinbouwdeel 1 geschoven worden en in deze positie door het vasthouddeel 4 vastgezet en geborgd worden, zoals in fig. 1 en fig. 5 is weergegeven. In deze gebruiksstand is het vasthouddeel 4 ongeveer coaxiaal ten opzichte 15 van de installatieopening uitgericht en vormt het een steun voor het kopse vlak van de lamp 2.

In het uitvoeringsvoorbeeld is het vasthouddeel 4 een open ring, waarvan de einden naar buiten toe omgebogen zijn. De omgebogen delen 20 zijn met 6 aangeduid. Deze omgebogen delen 6 zijn in gaten in de kraag 3 of in de zwenkring 5 gehaakt, zoals in het bijzonder in fig.

4 en 5 té zien is. Op deze wijze wordt een soort zwenkscharnier gevormd, waarom het vasthouddeel 4 zwenkbaar is. Het vasthouddeel 4 is gevormd uit ronde draad, in het bijzonder uit veerdraad.

25

De kraag 3 of de zwenkring 5 hebben aan hun tegenover het zwenk-bevestigingsgebied van het vasthouddeel 4 liggende wand een vergrendelnok of een vergrendelverdikking 7, waarachter het vasthouddeel in de gebruiksstand volgens fig. 4 resp. fig. 5 30 vergrendeld is. Deze vergrendelverdikking 7 wordt bij voorkeur gevormd door een ribbe van de betreffende wand.

De uitvinding is niet beperkt tot het uitvoeringsvoorbeeld, maar binnen het kader van hetgeen is geopenbaard op vele manieren 35 variabel.

40 1 0 2 6 7 3 7

Claims

1. Plafondinbouwdeel (1) voor een plafondinbouwlamp, omvattende uit een inbouwdeel (1) , dat bij voorkeur ringvormig is, met een cirkelvormige installatieopening voor het inzetten van een lamp (2), in het bijzonder een halogeenlamp met een reflector en cirkelvormige 5 lichtuittreeopening, die in het bijzonder is afgesloten door een glasplaat, waarbij op de installatieopening een kraag (3) aansluit, die vanaf het plafondinbouwdeel (1) naar achteren toe uitsteekt, verder met een ringvormig vasthouddeel (4), dat losneembaar direct in de kraag (3) of in een zwenkbaar in de kraag (3) vastgehouden 10 zwenkring (5) gezet kan worden en door middel waarvan een ingezette lamp (2) overliesbaar wordt vastgehouden, met het kenmerk, dat het ringvormige vasthouddeel (4) zwenkbaar aan de kraag (3) of aan de zwenkring (5) is bevestigd, zodanig dat het verstelbaar is in een montagestand, waarin de installatieopening voor de toegang tot de 15 lamp (2) is vrijgegeven, of in een gebruiksstand, waarin het vasthouddeel (4) ongeveer coaxiaal ten opzichte van de installatieopening is uitgericht en een steun voor het kopse vlak van de lamp (2) vormt.

2. Plafondinbouwdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vasthouddeel (4) een gesloten ring is, die op één plaats een scharnierelement heeft, dat aan de kraag (3) of aan de zwenkring (5) is bevestigd.

3. Plafondinbouwdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vasthouddeel (4) een open ring is, waarvan de einden naar buiten, in het bijzonder radiaal naar buiten, omgebogen zijn en in gaten in de kraag (3) of in de zwenkring (5) gehaakt zijn, zodat een soort zwenkscharnier wordt gevormd waarom het vasthouddeel (5) zwenkbaar 30 is.

4. Plafondinbouwdeel volgens een van de conclusies 1-3, met het j kenmerk, dat het vasthouddeel (4) is gevormd uit ronde draad. i i

5. Plafondinbouwdeel volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het vasthouddeel (4) bestaat uit veerdraad. 1026737 - 7 -

6. Plafondinbouwdeel volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de kraag (3) of de zwenkring (5) bij voorkeur aan zijn diametraal tegenover het zwenkbevestigingsgebied van het vasthouddeel (4) gelegen wand een vergrendelnok of een vergrendelverdikking (7) 5 heeft, waarachter het vasthouddeel (4) in de gebruiksstand vergrendeld is.

7. Plafondinbouwdeel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vergrendelnok of de vergrendelverdikking (7) wordt gevormd door een 10 ribbe van de wand.

8. Plafondinbouwdeel volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het vasthouddeel (4) bij voorkeur aan het diametraal tegenover het zwenkbevestigingsgebied liggende gebied een handgreep 15 heeft.

9. Plafondinbouwdeel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de handgreep aan het vasthouddeel (4) is gevormd, bij voorkeur in de vorm van een omgebogen lus. 20 25 Λ O Λ A «M ±u2b/3/