NL8104252A - Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine en stuurstelsel hiervoor. - Google Patents

Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine en stuurstelsel hiervoor. Download PDF

Info

Publication number
NL8104252A
NL8104252A NL8104252A NL8104252A NL8104252A NL 8104252 A NL8104252 A NL 8104252A NL 8104252 A NL8104252 A NL 8104252A NL 8104252 A NL8104252 A NL 8104252A NL 8104252 A NL8104252 A NL 8104252A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressure
valve
steam
speed
load
Prior art date
Application number
NL8104252A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gen Electric
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gen Electric filed Critical Gen Electric
Publication of NL8104252A publication Critical patent/NL8104252A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01DNON-POSITIVE DISPLACEMENT MACHINES OR ENGINES, e.g. STEAM TURBINES
    • F01D17/00Regulating or controlling by varying flow
    • F01D17/20Devices dealing with sensing elements or final actuators or transmitting means between them, e.g. power-assisted
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01KSTEAM ENGINE PLANTS; STEAM ACCUMULATORS; ENGINE PLANTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; ENGINES USING SPECIAL WORKING FLUIDS OR CYCLES
    • F01K13/00General layout or general methods of operation of complete plants
    • F01K13/02Controlling, e.g. stopping or starting
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01DNON-POSITIVE DISPLACEMENT MACHINES OR ENGINES, e.g. STEAM TURBINES
    • F01D19/00Starting of machines or engines; Regulating, controlling, or safety means in connection therewith
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01KSTEAM ENGINE PLANTS; STEAM ACCUMULATORS; ENGINE PLANTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; ENGINES USING SPECIAL WORKING FLUIDS OR CYCLES
    • F01K23/00Plants characterised by more than one engine delivering power external to the plant, the engines being driven by different fluids
    • F01K23/02Plants characterised by more than one engine delivering power external to the plant, the engines being driven by different fluids the engine cycles being thermally coupled
    • F01K23/06Plants characterised by more than one engine delivering power external to the plant, the engines being driven by different fluids the engine cycles being thermally coupled combustion heat from one cycle heating the fluid in another cycle
    • F01K23/10Plants characterised by more than one engine delivering power external to the plant, the engines being driven by different fluids the engine cycles being thermally coupled combustion heat from one cycle heating the fluid in another cycle with exhaust fluid of one cycle heating the fluid in another cycle
    • F01K23/101Regulating means specially adapted therefor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05DINDEXING SCHEME FOR ASPECTS RELATING TO NON-POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES OR ENGINES, GAS-TURBINES OR JET-PROPULSION PLANTS
    • F05D2200/00Mathematical features
    • F05D2200/10Basic functions
    • F05D2200/11Sum
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E20/00Combustion technologies with mitigation potential
    • Y02E20/16Combined cycle power plant [CCPP], or combined cycle gas turbine [CCGT]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Control Of Turbines (AREA)
  • Engine Equipment That Uses Special Cycles (AREA)

Description

jm & l .
Ν.0. 30320
Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine en stuurstelsel hiervoor.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op het sturen van stoomturbines voor energie-opwekinstallaties met een stoomturbine met % omloopmogelijkheid en werkend met variabele druk. In het bijzonder betreft de uitvinding het verbeteren van de werking en van het rendement 5 van een energie-opwekinstallatie met gekombineerde kringloop.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.879.616 openbaart de werking van een energie-opwekinstallatie met gekombineerde kringloop. Het octrooi— schrift beschrijft de werking van de stoomturbine onder besturing door de belasting en de druk, waarbij bij een nagenoeg konstante druk de po-10 sitie van de hoofdstuurafsluiter van de turbine zodanig wordt ingesteld, dat wel een sterkere stoomstroom wordt geaccepteerd, maar bij handhaving van een konstante stoomdruk. Als de afsluiter 95% van de volledig geopende stand bereikt wordt een hoger drukinstelpunt ingevoerd, waardoor de afsluiters overgaan naar een nieuwe minder geopende 15 stand, ongeveer 70% open, waarna de druk konstant wordt gehouden, terwijl de afsluiters opnieuw worden geopend voor aanpassing aan de nieuwe stoomstroom. Deze cyclische werking wordt meerdere malen herhaald tot het bereiken van volledige belasting, stroom en druk bij ver geopende afsluiters. Omgekeerd wordt de stoomturbine ontlast door de druk kon-20 stant te houden bij afname van de stroming totdat een trekkerpunt voor een afsluiter wordt bereikt, in welk punt een lager drukniveau door het opnieuw openen van de afsluiter wordt bereikt.
De onderhavige uitvinding verschaft een verbetering van de ia het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift beschreven uitvinding door de 25 druk te laten stijgen zodra er een stroom begint op te treden en derhalve door de turbine te brengen in een toestand waarbij de ketel wordt gevolgd. De drukstijging geschiedt niet stapsgewijze of schoksgewijze, zoals bij het stelsel volgens het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift, maar komt tot stand door de hoofdstuurafsluiter te openen tot 30 een "normale instelling” of totdat hij nagenoeg geheel geopend is bij een vooraf bepaalde stoomdruk, en vervolgens als de stroom blijft toenemen het instelpunt voor de druk in de stoomruimte overeenkomstig de werkelijke druk in de stoomruimte in te stellen. Dit geschiedt met behulp van een speciale voorwaarts voedende lus, door middel van een sig-35 naalstuurinrichting met gedeelde gebieden en een lagewaardepoort, alsmede een schakeling voor het waarnemen van de afsluiterpositie en met terugkoppeling naar het drukinstelpunt. De voordelen die hiermee worden 8104252 <. ft 2 verkregen zijn een beter rendement, vanwege de 'lagere afsluitérsmoring, een meer efficiënt ontwerp door het achterwege blijven van parallelle onafhankelijke stuurlussen en een meer betrouwbare werking vanwege de minder cyclische af sluit erwerking. Verder verschaft de uitvinding een 5 gladde overgang tussen omloopdruksturing naar de druksturing van de hoofdstuurafsluiter.
Een van de doeleinden van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een verbeterd turbinêstuurstelsel met ketelvolgwer-king en variabele druk.
10 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een ver beterd turbinestuurstelsel, waarin voor het bereiken van variërende drukniveaus het schoksgewijze openen en sluiten van afsluiters achterwege kan blijven.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een 15 turbinestuurstelsel met onderling afhankelijke stuurlussen.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm, weergegeven op de tekeningen.
De onderhavige uitvinding kan worden toegepast bij een energie-op-wekinstallatie van het type met tenminste één stoomomloopstelsel in 20 kombinatie met de hoofdstuuraf sluiter voor het sturen van de stoom door de stoomturbine. Onder aanvangswerktoestanden wordt de van de stoomgenerator beschikbare stoom gevoerd naar een stoomkondensor, zodra een bodemdruk in de stoomruimte wordt bereikt. Aanvankelijk wordt de stoomdruk op het niveau van de bodemdruk gehouden door het openen van de 25 stoomomloopafsluiter teneinde de druk te sturen terwijl de stroom toeneemt. Vervolgens moet er voldoende stoom worden opgebouwd voor het aan het draaien brengen van de stoomturbine, aangeduid als startstroming.
In dit punt aangekomen worden de hoofdstuurafsluiters voor de stoomturbine geopend teneinde de turbinesnelheid naar synchronisatie te sturen. 30 Dit kan geschieden met behulp van een automatisch startprogramma of een automatisch werkend turbinestuurstelsel, dat rekening houdt met tempe-ratuurgrenzen bij het toevoeren van stoom naar de stoomturbine. Terwijl de hoofdstuurafsluiter van de turbine onder een meer of minder konstan-te stoomstroom van de stoomgenerator wordt geopend, begint de druk in 35 de stoomruimte te dalen, zodat de omloopafsluiter wordt gesloten, waardoor de druk in de stoomruimte op het bodemniveau wordt gehouden. Onder deze omstandigheden bevindt de stoomgenerator zich in een werktoestand waarbij de turbine wordt gevolgd en onder snelheid/lastbesturing omdat het het openen van de hoofdstuurafsluiter is, die de stoomturbine 40 stuurt bij een gegeven adequate hoeveelheid stoom en het de beperkingen 8104252 *- * 3 van de turbine zijn die de gevraagde hoeveelheid stoom sturen. De om-loopafsluiter volgt slechts de druk in de stoomruimte. Zolang deze druk zich nog op het bodemniveau bevindt kan de turbine met een generator worden gesynchroniseerd en de aanvangsbelasting worden gebracht. Zodra 5 echter de omloopafsluiter geheel gesloten wordt, gaat de stoomturbine-sturing over van snelheid/lastbesturing naar drukbesturing. Dit geschiedt door een speciale stuurinrichting met gedeelde gebieden, een lagewaardepoort, een schakeling voor het instellen van de afsluiterpo-sitie en een schakeling voor het instellen van de afsluiterpositie in 10 de terugkoppellus in het drukinstelpunt. Het snelheid/laststuursignaal stijgt tot een maximum waarde en de turbinebesturing gaat over op druk-sturing waarbij de ketel wordt gevolgd. Als de stroom toeneemt om meer last op te nemen zal de druk in de stoomruimte stijgen, wat vraagt om een afsluiterpositie met grotere opening, waardoor een terugkoppelaf-15 sluiterpositiefout in de schakeling voor de insteldruk wordt geïntroduceerd als gevolg waarvan het drukinstelpunt stijgt ter aanpassing aan de werkelijke druk in de stoomruimte. Eenzelfde werking wordt toegepast bij een stuurschakeling voor lage stoomdruk.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de 20 tekeningen.
Fig. 1 toont een blokschema van een energie-opwekkende installatie met gekombineerde cyclus; fig. 2 toont een blokschema van een energie-opwekkende installatie met een stoomturbine-generator waarin de voornaamste stuurverbindingen 25 zijn weergegeven; fig. 3 toont schematisch het stuurstelsel voor een stoomturbine volgens de onderhavige uitvinding; fig. 4 toont een vervolg van fig. 3, en wel zodanig, dat deze twee figuren samen gevoegd het komplete stelsel volgens de onderhavige uit-30 vinding weergeven.
Fig. 1 toont schematisch een energie-opwekkende installatie 10 met gekombineerde kringloop, die een van de installaties vormt, waarin de onderhavige uitvinding kan worden toegepast. Twee energie-opwekkende stelsels met gasturbines 12 en 14 zijn thermisch gekoppeld met een 35 stoomturbine 16 via respektievelijke stoomgeneratoren (HRSG’s) 18 en 20 met warmteterugwinmogelijkheid. De installatie 12 omvat een gasturbine 12a aangedreven door een kompressor 12b, die lucht toevoert aan een verbrandingskamer 12c. De gasturbine drijft ook een elektrische generator 12d aan. De energie-opwekkende installatie 14 omvat een gasturbine 40 14a, die een kompressor 14b aandrijft, welke lucht levert aan een ver- 8104252 \ *' ' ? ί 4 brandingskamer 14c. De gasturbine drijft eveneens een elektrische gene-ψ rator 14d aan. Elke energie-opwekinstallatie omvat bovendien zijn eigen hulpapparatuur, zoals een startmotor en een omkeermechanisme (niet weergegeven). Elke afzonderlijke energie-opwekinstallatie wordt be-5 stuurd door een gasturbine-generatorstuurinrichtingen (GT-GEN) aangegeven met de respektievelijke blokken 12e en 14e. Deze stuurinrichtingen kunnen van het type zijn, dat wordt geleverd· door General Electric Company, Gas Turbine Division, Schenectady, New York, en geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3.879.616. Deze stuurinrichtingen worden 10 geleverd onder de naam "Speedtronic".
De energie-opwekinstallatie 16 omvat een hogedrukturbine 30 en een dubbelstroom-lagedrukturbine 32, welke laatste zijn resterende uitlaat-warmte levert aan een kondensor 34. De hogedrukturbine en de lagedruk-turbine zijn zodanig gekoppeld, dat zij een elektrische generator of 15 belasting 36 aandrijven. De turbines of turbinesekties worden aangedreven door stoom, waarvan de stroom in principe wordt bestuurd door vier afsluiterstations, waaronder een hoofdstuurafsluiter MCV, een hogedruk-omloopafsluiter HPBP, een toevoerstuurafsluiter ACV en een lagedrukom-loopafsluiter LBPB. De stoomturbinestuurinrichting 16a bevat voor elk 20 van de bovengenoemde afsluiters positievraaginstelpunten, wat hierna nog zal worden beschreven en wat deel uitmaakt van de onderhavige uitvinding. De energie-opwekinstallatie omvat verder hulpapparatuur, zoals een omkeermechanisme, olietoevoermiddelen voor de lagers en een stoom-afdichtstelsel, welke middelen op zichzelf bekend zijn en daarom in de 25 tekening achterwege zijn gelaten om de uitvinding zelf beter weer te kunnen geven.
Voor het leveren van stoom zijn op de hierna op zichzelf bekende wijze twee verwarmingslussen voor het voedingswateraanwezig, namelijk DASSH en BFP. De lus DASSH, waarvan de letters worden gevormd door ”De-30 aerating Steam Supply Heater" vormt een voorverwarmingslus voor het voedlngswater, die water vanaf een ontluchtingsverhitter 40 levert aan elk van de warmteterugwinstoomgeneratoren 18 , 20, waar het water wordt verhit en snel tot stoom wordt verdampt in een snel-verdamptank 44, waarna het wordt teruggevoerd naar de ontluchtingsverhitter 40 via de 35 leiding 43. De pomp 46 pompt water vanuit de ontluchtingsopbergtank in elk van de stoomgeneratoren 18, 20. Het voedingswater wordt op de gebruikelijke wijze tot stoom verhit in de BFP (boiler feed pump circuit). De ketelvoedingspomp 48 pompt water in elk van de genoemde stoomgeneratoren, waar het naar beneden loopt door de ketel in warmte-40 uitwisselverband met de omhoog stijgende uitlaatgassen van de turbines 8104252 , * ί 5 voor het leveren, van oververhitte stoom voor de stoomturbine via een stoomruimte 51.
In het Amerikaanse octrooischrift 3.879.616 wordt meer uitvoerig de funktionering van een gekombineerd stuurstelsel voor een energie-5 opwekinstallatie beschreven. In de beschrijving van de onderhavige uitvinding wordt het gekombineerde stuurstelsel weergegeven met het blok 50. Met behulp van pijlen zijn de belastinginstellingen en de belas-tingterugkoppelingen aangegeven, waarbij hun respektievelijke oorsprongen of bestemmingen bij de pijlen zijn aangegeven. Elke warmteterugwin-10 stoomgenerator 18, 20 wordt bestuurd door de respektievelijke stuurinrichtingen 18a en 20a. Behalve interne regelingen voor elke stoomgenerator wat betreft niveau, temperatuur, druk, enz. kan elke stuurinrichting voor de stoomgenerator worden gekoppeld met de stuurinrichting 50 voor de totale installatie teneinde automatisch de stuurvolgorde van de 15 verschillende stoomgeneratoren te bepalen. Deze bewerking kan ook worden uitgevoerd door een operateur met de hand vanuit een stuurkamer.
Fig. 2 toont een stromingsdiagram van de verschillende bedieningsinrichtingen en stuurlussen volgens de onderhavige uitvinding, die ook de stoomturbinestuurinrichting 16a omvatten. Zoals blijkt kan de onder-20 havige uitvinding worden gebruikt bij elk soort stoomturbine met variabele druk en is de uitvinding niet beperkt tot een energie-opwekin-stallatie met gekombineerde kringloop. In fig. 2 worden voor dezelfde onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in fig. 1. De stoomstromingsweg is aangegeven met onderbroken getekende lijnen, ter-25 wijl de elektrische signaalwegen volgetrokken lijnen zijn. Met pijlen, die de richtingen aangeven van de stoomstroom respektievelijk de sig-naalstroom.
Hogedrukstoom van de warmteterugwinstoomgeneratoren wordt door een hogedruk-stoomruimte 51 gevoerd naar de hogedruksektie 30 van de stoom-30 turbine via de hoofdstuurafsluiter MCV, of omloopt de stoomturbine en wordt gevoerd naar de turbinekondensor 34 door de hogedrukomloopafslui-ter HPBP. Het aandeel van de stoomruimtestroom wordt bepaald door de opening van de respektievelijke afsluiters. In een startmodus bevinden zowel de hoofdstuurafsluiter als de hogedrukomloopafsluiter niet aan-35 vankelijk in gesloten stand. De drukomzetter 52 neemt de stoomdruk in de stoomruimte waar. Zodra de druk in de stoomruimte begint te stijgen tot voorbij een waarde, die hoger is dan het instelpunt van de bodem-druk, bepaald door de stoomgeneratorstuurinrichting, wordt de hogedrukomloopafsluiter geopend teneinde de druk in de stoomruimte op het bo-40 deminstelpunt te houden. Daarna blijft de stroom bij bodemdruk stijgen 8104252 6 tot de stroom is bereikt waarbij de turbine begint te draaien, nog steeds bij bodemdruk. Een gewenste bodemdruk in een energie-opwekin-stallatie met gekombineerde kringloop ligt in de orde van 400 psig.
Bij de stroming waarbij de turbine begint te draaien is de hoofd-5 stuurafsluiter geopend teneinde de turbine te bekrachtigen en wordt de snelheidsbesturing van de turbine ingeschakeld. Instelpunten voor de snelheidsbesturing worden berekend door de automatische stuurschakeling 56 gebaseerd op temperatuuromstandigheden in de hogedrukruimte. Een en ander wordt beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.046.002 en 10 3.446.224. Als de toelaatbare materiaalspanningen en turbinetemperatuur bekend zijn kan een toelaatbaar instelpunt voor de snelheid worden berekend. De werkelijke snelheid kan worden bepaald met behulp van een snelheidsomzetter 54, die dan wordt vergeleken met het snelheidsinstel-punt geleverd door de automatische stuurs chakeling 56 voor het opwekken 15 van een vraaginstelpunt voor de positie van de hoofdstuurafsluiter. Onder aanname van een konstanté stoomstroom zal, als de hoofdstuurafsluiter wordt geopend voor het opvoeren van de snelheid, de druk in de stoomruimte gaan dalen, waardoor de hogedrukomloopafsluiter wordt gesloten teneinde de bodemdruk te handhaven. Bij of in de buurt van 3600 20 omwentelingen per minuut wordt de turbine gesynchroniseerd met de generator en vangt de belastingsturing aan.
Gedurende het uitvoeren van de bovenvermelde werking zal de snelle verdamptank 44 ook stoom gaan produceren, waarvan de druk wordt waargenomen door de drukomzetter 58 die is aangesloten op de uitgang van de 25 snelle verdamptank 44. Het waargenomen drukniveau wordt vergeleken met een bodemdrukinstelpunt met behulp van de stuurinrichting voor de lage-drukomloopafsluiter en deze afsluiter gaat open als de beschikbare druk de bodemdruk gaat overschrijden. Daarna levert de automatische stuur-schakeling 56 een lastvraagsignaal aan de lagedrukstuurinrichting, die 30 de instelpuntsbesturing verzorgt voor het openen van de toevoerstuuraf-sluiter ACV, terwijl de lagedrukomloopafsluiter LBPB gesloten wordt. Gewoonlijk wordt de toevoerstuurafsluiter zodanig geprogammeerd, dat hij wordt geopend nadat de hogedrukomloopafsluiter is gesloten, zodat de hoofdstuurafsluiter wordt geopend ter voorkoming van terugstroming 35 van de lagedrukstroom naar de hogedrukturbine.
Fig. 3 toont een gedetailleerd funktioneel blokschema van het tur-binestuurstelsel volgens de onderhavige uitvinding. Twee redundante drukomzetters 101A en 101B verschaffen ingangssignalen, die evenredig zijn met. de druk in de respektievelijke sommeerversterkers 105A en 40 105B. De ingangssignalen worden gevoerd door signaalbufferschakelingen 8104252 t #*' * 7 103A en 103B die op bekende wijze signaalvoorwaarden en signaalafwij-kingen leveren. Dé positieschakeling voor de hogedrukomloopafsluiter kan met de hand worden bediend of automatisch door de invoerdrukstuur-inrichting (-IPC). Bij handbediening kan met behulp van drukknoppen 107 5 voor verhoging of verlaging van de druk de hogedrukomloopafsluiter (HPBP) 117 worden ingesteld via een signaalweg gevormd door register 109 en versterker 111 en afsluiterbedieningsinrichting of servo 115, die de HPBP afsluiter 117 stuurt. Een logische schakeling 119 schakelt de genoemde drukknoppen voor handbediening 107 uit als de operateur au-10 tomatisch kiest of de inlaatdrukbesturing via drukknoppen 121, die de wijze van werking kiezen en waarbij de versterkers 105A en 105B onmiddellijk worden uitgeschakeld als op handbediening wordt overgegaan.
Bij de automatische werking (IPC) wordt een bodemdruk gekozen in een bodemsignaalingangsschakeling 116 voor het verkrijgen van het refe-15 rentiedrukinstelpunt en een ingangssignaal voor versterkers 105A res-pektievelijk 105B. Een komparatorschakeling 125 (A B) levert een indi-katie als de feitelijke druk de bodemdruk overschrijdt, wat eveneens is ingesteld in schakeling 123. Beide versterkers leveren een drukfoutuit-gangssignaal aan de lagewaardepoort 127, met een elektronische afwij-20 king voor een ervan, zodat aan versterker 105A de voorkeur wordt gegeven tenzij er een fout optreedt. Het lagewaarde-kiesuitgangssignaal van de lagewaardepoort 127 wordt een afsluiterpositiesignaal 128 voor de hogedrukomloopafsluiter 117 gedurende de IPC of automatische werking.
Deze zelfde waarde die een indikatie vormt voor de gewenste positie van 25 de hogedrukomloopafsluiter wordt gevoerd naar een sommeerschakeling 129. Een ingangssignaal van 0 tot +10 Volt voor de sommeerschakeling 129 geeft een proportionele afsluiterstand van de hogedrukomloopafsluiter aan van volledig gesloten tot geheel geopend. De beschreven schakeling vormt een deel van de stuurschakeling voor de hogedrukomloopaf-30 sluiter die schematisch in fig. 2 is aangegeven. Het resterende deel wordt verder beschreven in kombinatie met de snelheid/lastschakeling.
Een turbinesnelheidssignaal wordt opgenomen door de snelheidsom-zetter 54. In werkelijkheid zijn er meerdere snelheidsopnemers (niet weergegeven), die door een kiesschakeling worden gestuurd of door een 35 2-uit-3-foutschakeling in de snelheid/lastschakeling 131. Het uitgangssignaal van de snelheid/lastschakeling 132 wordt gevoerd naar een sommeerschakeling 133. Een tweede ingangssignaal 134 voor de sommeerscha-keling 133 vormt het snelheid/lastvraagsignaal of referentie-instelpunt van de positiereferentieschakeling 135 van de hoofdstuurafsluiter. Het 40 instelpunt van de hoofdstuurafsluiter kan automatisch of door handbe- 8104252 - .¾
V
8
i I
sturing worden bereikt, waarbij handbesturing geschiedt met behulp van drukknoppen 137. Het automatische signaal wordt opgewekt in de automatische stuurschakeling 56 en toegevoerd aan de MCV-schakeling 135 voor de hoofdstuurafsluiter via geleider 138. Het uitgangssignaal van de 5 sommeerschakeling 133 wordt gevoerd naar een lagewaardepoort 141 via geleider 142. Het uitgangssignaal 143 van de lagewaardepoort 141 vormt een positievraagsignaal voor de hoofdstuurafsluiter overeenkomstig het laagste van de verschillende ingangssignalen. Behalve het snelheid/ lastsignaal 142 van de sommeerschakeling 133 ontvangt de lagewaarde-10 poort een, aan een noodtoestand voorafgaand snelheidssignaal 145 van de vergelijkingsschakeling 146, die een afsluiterstuursignaal verschaft bij een voorafbepaalde snelheid die ligt boven de normale turbinesnel-heid. Aan het MCV-ACV-register 148 kan een MCV- begrenzingssignaal 147 worden toegevoerd voor het verschaffen van een afsluiterpositie-begren-15 zingssignaal, dat ofwel met de hand (drukknop 149) ofwel automatisch door middel van het instelpunt 147 wordt verkregen, dat wordt opgewekt in de automatische stuurschakeling 56. Een vergelijkingsschakeling 150 en een bijbehorende weergeefinrichting geven aan wanneer het uitgangssignaal van de lagewaardepoort 141 overeenkomstig MCV is begrensd, dat 20 wil zeggen dat A kleiner is of gelijk aan B.
Een belangrijk kenmerk van de onderhavige uitvinding is de wijze waarop de stuurschakeling omschakelt van inlaatdrukbesturing naar in-laatdrukbesturing gecombineerd met snelheid/lastbesturing en naar overheersende drukbesturing. De inlaatdrukbesturing Wordt in een signaalge-25 bied tussen 1 en 10 Volt gehouden overeenkomstig het uitgangssignaal van de sommeerversterker 105A of 105B. De besturing vormt een besturing met gescheiden gebieden, die als volgt kan worden omschreven. "0" Volt betekent dat de omloop gesloten is, terwijl 10 Volt betekent dat de omloop geopend is. Als dus de stoomstroom en stoomdruk beginnen toe te 30 nemen worden de respektievelijke uitgangssignalen van de sommeerver-sterkers 105 hoger, zodat de hogedrukomloopafsluiter verder wordt geopend. Het uitgangssignaal van de lagewaardepoort 127 wordt gevoerd naar de sommeerschakeling 129 samen met het MCV snelheid/lastsignaal 142. Zolang het uitgangssignaal van versterker 105 positief is wordt er 35 via de lagewaardepoort 141 geen invloed uitgeoefend op het MCV afslui-terpositiesignaal 143. De hogedrukomloopafsluiter zal dus de inlaatdruk sturen op basis van het uitgangssignaal 105 van de sommeerversterker en de MCV wordt ingesteld door het uitgangssignaal van de snelheid/last-sommeerschakeling 133, onder aanname dat er geen lager grenssignaal 40 aanwezig is. Als echter de MCV wordt geopend daalt de inlaatdruk van de 8104252 9 stooraruimte, waardoor de uitgangssignalen van de versterkers 105 minder positief worden (negatieve helling) waarmee wordt aangeduid dat een gewenste hogedrukomloopafsluiter wordt gesloten teneinde de bodemdruk te handhaven. Als deze afsluiter wordt gesloten zal het stuursignaal naar 5 nul gaan en vervolgens een toenemende negatieve waarde aannemen. Dit betekent, dat de feitelijke druk nog afneemt en dat de hogedrukomloop-afsluiter de druk niet langer op bodemniveau kan houden. In dit punt is het MCV snelheid/ lastsignaal 142 hoger dan het drukuitgangssignaal 152 van de sommeerschakeling 129 voor de hogedrukomloopafsluiterbesturing, 10 zodat het druksignaal 152 de sturing ovemeemt via de lagewaardepoort 141 teneinde de hoofdstuurafsluiter MCV te sturen.
Via de instelpuntsschakeling 151 wordt tegelijkertijd het instel-punt voor de hoofdstuurafsluiter naar een maximum waarde gevoerd, dat wil zeggen 10 Volt, die dan als afwijking wordt opgeteld in de sommeer-15 schakeling 129 via geleider 142 teneinde een positief uitgangssignaal te verkrijgen voor de bedieningsinrichtingen voor de hoofdstuurafsluiter. De vergelijkingsschakeling 153 geeft aan of de drukbesturing geschiedt door de hogedrukomloopafsluiter of door de hoofdstuurafsluiter. Om te waarborgen, dat de handbesturing niet wordt gebruikt wordt een 20 inschakelsignaal 154 (onderbroken getekende lijn) naar de vergelijkingsschakeling 153 gestuurd door de bedieningsschakeling 119.
De hoofdstuurafsluiter die nu de druk stuurt gaat dan verder open terwijl de stoomstroming toeneemt in responsie op een toename van de gevraagde belasting en een toename van de stoombeschikbaarheid. Op de-25 zelfde wijze zal er bij toegenomen stroom een toename in de stoomdruk optreden. Deze toename in de werkelijke stoomdruk wordt gevoerd door de sommeerversterkers 105, de lagewaardepoort 127, de sommeerschakeling 129 en de lagewaardepoort 141, zodat de hoofdstuurafsluiter MCV 155 wordt geopend, teneinde de druk op het bodeminstelpunt te handhaven.
30 De hoofdstuurafsluiter zal de neiging vertonen om naar een voller- dig geopende stand te gaan teneinde de toenemende stroom en druk te besturen. Bij volledig geopende of iets lagere waarde, die een "reserve-stand" vormt of marge voor druktransiënten, kan de afsluiter de druk en stroming in het bodeminstelpunt van de druk niet langer regelen. Vol-35 gens de onderhavige uitvinding wordt het instelpunt van de druk verhoogd overeenkomstig de toegenomen druk en toegenomen stroom, zodat de stoomturbine van de energie-opwekinstallatie een ketelvolgende werkingswijze aanneemt, die hierna wordt beschreven. Een MCV positiesig-naal (terugkoppeling) 156 van de hoofdstuurafsluiter vormt een ingangs-40 signaal voor de sommeerschakelig 157, waar dit wordt opgeteld bij een 8104252
* V
10 reserve-instel- of gewenste hoofdafsluitpositie voor de reserve-instel-schakeling 159. De reserve voor de hoofdafsluiter wordt ingesteld bij een passende waarde, die lager is dan 100% volledig geopend en meestal ligt bij ongeveer 95%, teneinde te kunnen beschikken over een marge 5 voor druktraüsiënten. Als de afsluiterpositie die van het reseve-in-stelpunt gaat overschrijden of als er kans bestaat op overschrijding wordt een positief foutsignaal 160 geleverd door de sommeerschakeling 157 aan een proportionele plus-terugstelschakeling 161 met begrenzings-mogelijkheid. Het uitgangssignaal van de proportionele plus-terugstel-10 schakeling 161 wordt opgeteld in de sommeerschakeling 162 bij het signaal van de instelschakeling 166 van het bodeminstelpunt voor het leveren van een nieuw hoger drukinstelpunt via weerstand 168 aan de som-meerversterker 105. Een grens voor de stijging van de druk van het in-stelpunt wordt gevormd door de introduktie van een plafondinstelpunt 15 165 bij ongeveer 850 psig, welke grens wordt verschaft door de lage- waardepoort 167. De vergelijkingsschakeling 169 levert een uitgangssignaal als het drukreferentie-instelpunt (A) van de sommeerschakeling 162 het plafondinstelpunt 165 (B) overschrijdt, teneinde een klemsignaal 170 aan de integratorschakeling 161 te leveren om te voorkomen, dat de-20 ze integrator overloopt.
Tot nu toe is bij de beschrijving van de onderhavige uitvinding ook de inlaatdrukbesturing betrokken, evenals de snelheid/lastbestu-ring, de ketelvolgende drukbesturing door de hoofdstuurafsluiter als de druk en de stroom toenemen en thans de ketelvolgende drukbesturing als 25 de druk en de stroom af nemen, bijvoorbeeld bij het uitschakelen van een gasturbine of indien andere niet normale situaties optreden. Een snelle daling van de stoomdruk in de stoomruimte, waargenomen door de omzet-ters 101 leidt tot een nieuw uitgangssignaal voor de afsluiterpositie van de sommeerversterkers 105. Een van deze nieuwe afsluiterpositiesig-30 nalen wordt gevoerd door de lagewaardepoort 127 naar de sommeerschakeling 129. Aangezien de afsluiter voor de hogedrukomloopleiding gesloten is en de druk afneemt, zal de hoofdstuurafsluiter gesloten moeten worden teneinde de druk te handhaven. Dit betekent dat er een stijgend negatief ingangssignaal aan de sommeerschakeling 129 wordt toegevoerd, 35 wat resulteert in een minder positief afsluiterbesturinguitgangssignaal 143 uit de lagewaardepoort 141. Dit vormt een snelle voorwaarts voedende lus, die snel tot gevolg heeft, dat de hoofdstuurafsluiter reageert op drukveranderingen. Als dit plaatsvindt wordt het drukinstelpunt in de sommeerversterker 105 opnieuw ingesteld en aangepast aan de nieuwe 40 feitelijke druk en afsluiterpositie. Een drukdaling door de integrator- 8104252 Γ" * 11 schakeling 161 wordt in snelheid begrensd (R) teneinde ontregelingen van de ketel te voorkomen. In een bepaald voorbeeld wordt een passende druk gekozen zijnde 50 psig/min. In een bepaald punt zal de hoofdstuur-afsluiter de drukbesturing weer herstellen en de druk handhaven bij een 5 speciale afsluiterpositie totdat een druktoename en een stromingstoena-me vragen om verder geopende afsluiterposities.
Thans zullen de lagedruktoelaatbesturing, omloopbesturing en lage-drukomloopbesturing nader worden toegelicht, die wat betreft concept en werking van gelijke soort zijn als de besturing voor de hogedrukomloop-10 afsluiter en de besturing voor de hoofdstuurafsluiter. In fig. 4 vormt de snelle verdamptank 44 een stoombron, waarvan 'de stoomdruk wordt waargenomen door de drukomzetter 58. Het uitgangssignaal van de drukom-zetter wordt naar de juiste schaal omgezet en verder aangepast door de bufferschakeling 173 voor het verschaffen van een ingangssignaal in ge-15 leider 174 dat evenredig is met de druk en toegevoerd wordt aan de sommeer schakeling 175. Aan dezelfde sommeerschakeling wordt vanaf ingangs-register 177 een referentiedrukingangssignaal 176 toegevoerd. Het uitgangssignaal in 178 van de sommeerschakeling, dat het verschil voorstel t tussen de feitelijke druk en de referentiedruk, wordt als in-20 gangssignaal toegevoerd aan de proportionele plusintegreerschakeling 179 teneinde een drukfoutsignaal in 180 te verschaffen, met de eigenschap van gedeelde gebieden. Een positief signaal zal tot gevolg hebben dat de lagedrukomloopklep 183 een proportionele open positie inneemt, bijvoorbeeld bij spanning 0 geheel gesloten en bij een positieve span-25 ning van 10 Volt geheel open. Een negatief signaal betekent dat de la-gedrukomloopafsluiter gesloten is en dat de toevoerstuurafsluiter ergens tussen geheel geopend, 0 Volt, en geheel gesloten, 10 Volt, is. De met de hand te bedienen lagedrukstijgdrukknop 185 voor de lagedrukom-loopafsluiter verschaffen een direkte positionering van de lagedrukom-30 loopafsluiter via weerstand 186, versterker 187 en servo-operator 181.
De logische schakeling 188 schakelt de werking van de drukknop 185 uit als automatische sturing gewenst is, wat wordt gekozen door de operateur en ingesteld met behulp van de drukknop 189 automatisch/hand. Als de lagedrukbesturing werkzaam is zal de schakeling 188 de werking van 35 de drukknoppen 185 uitschakelen en een toelaatsignaal aan komparator 210 zenden. De lagedrukomlooptoevoerbesturing wordt uitgeschakeld met behulp van een signaal 191, toegevoerd aan integrator 179.
De toelaatstuurafsluiter 193 laat stoom toe naar de lagedrukturbi-netrappen. De turbine wordt gestart na het openen van de hoofdstuuraf-40 sluiter, waarbij de hogedrukomloopafsluiter wordt gesloten en de toe- 8104252 12 voerstuurafsluiter wordt geopend. Het register 198 zal een referentie-positieslgnaal 195 leveren via ofwel een instelpuntsignaal in geleider 199, opgewekt in de automatische stuurschakeling 56, ofwel een met de hand door drukknoppen 200 ingesteld ingangssignaal. Het referentiesig-5 naai 195 wordt gevoerd in de sommeerschakeling 197 samen met het snel-heidssignaal 132, teneinde een automatische sluiting van de toevoer-stuurafsluiter 193 te bewerkstelligen indien daarna een toestand met te hoge snelheid zou optreden. Het uitgangssignaal 201 van de sommeerschakeling 197 vormt een snelheidsgevoelig-afsluiterpositiesignaal voor de 10 toevoerstuurafsluiter, dat een eerste ingangssignaal vormt voor de la-gewaardepoort 202. Het grenssignaal 203 van register 148 begrenst de afsluiteropening indien dit geprogrammeerd is of met de hand ingevoerd in register 148. Als de toelaatstuurafsluitergrens wordt bereikt, dat wil zeggen als de ingangsgrens 203 (A) gelijk wordt aan het uitgangs-15 signaal 213 (B) van de lagewaardepoort 202, wordt dit herkend door de komparatorschakeling 204. Op dezelfde wijze zal een schakeling 205 die voorafgaand aan een noodtoestand werkzaam wordt de afsluiteropening begrenzen als de turbinesnelheid de neiging vertoont tot het overschrijden van een voorafbepaalde grens boven de toelaatbare snelheid en onder 20 de oversnelheid.
Een ander ingangssignaal voor de lagewaardepoort 202 wordt gevormd door het drukgevoelige signaal 206 van de lagedrukomloopstuurschake-ling. Dit signaal wordt effektief in de toelaatstuurafsluiterschakeling via de lagewaardepoort 202 als de lagedrukomloopafsluiter gesloten is 25 en als de toelaatstuurafsluiterschakeling is ingesteld op drukbestu-ring. Het drukgevoelige signaal 206 is de som van het drukfoutsignaal 180 en het afsluiterpositiesignaal 201 en wordt gevormd in de sommeerschakeling 207. Als het drukfoutsignaal 180 negatief wordt stuurt het de toelaatstuurklep 193 via de lagewaardepoort 202, omdat het signaal 30 206 kleiner is dan het signaal 201, of zoals uitgedrukt in de vergelij-kerschakeling 210 A B. Hierdoor licht de indikator voor de toelaat-stuurafsluiter op gelegen nabij de komparatorschakeling teneinde de drukstuurtoestand van de toelaatstuurafsluiter aan te geven. De schakeling 209 stelt het register 198 op maximum in, zodat de afsluiterposi-35 tie nu wordt bestuurd door de beschikbare druk en stoomstroom.
De werking van de energieopwekinstallatie met stoomturbine en de sturing van de stoomturbine volgens de onderhavige uitvinding zal thans aan de hand van de tekeningen nader worden toegelicht. In een energieopwekinstallatie met gekombineerde kringloop wordt afvalwarmte van gas-40 turbines gebruikt voor het produceren van stoom voor het aandrijven van 8104252 13 een. stoomturbine. Deze energietransformstie warmte/stoom vindt plaats in een warmteterugwin-stoomgenerator HRSG. Elke gasturbine bezit zijn eigen HRSG, terwijl de stoomuitgangen van alle warmteterugwin-stoomgenerator en worden gekombineerd in een enkele hogedrukstoominvoerruimte.
5 Gelijktijdig komt een lage stoomdruk-beschikbaar vanuit een snelver-damptank, aangeduid met DASSH. De stoomdruk wordt geleidelijk in de stoomruimte opgebouwd door achtereenvolgens de warmteterugwinstöomgene-ratoren in te schakelen. Voordat dit geschiedt kan de uitlaat van de gasturbine gedeeltelijk worden gevoerd over demporganen, die de warmte 10 sturen die aan de stoomgeneratorbuizen in de warmteterugwinstoomgenera-toren wordt toegevoerd. De hogedrukomloopafsluiter HPBP gaat open als de waargenomen stoomdruk een bodeminstelpunt overschrijdt voor het sturen van de stoomdruk bij het bodemniveau. Op dezelfde wijze gaat de la-gedrukomloopklep LPBP open als de druk in de snelverdamptank een grens-15 waarde overschrijdt. Als er voldoende stroom is voor het aan het draaien brengen van de turbine voert de automatische stuurschakeling snel-heidsinstelpunten toe aan de snelheid/laststuurschakeling overeenkomstig geprogrammeerde instrukties, waarbij rekening wordt gehouden met de temperatuurgrenzen bij het opwarmen van de turbine. Gedurende het 20 instellen van de snelheid wordt er meer stroom verdeeld door de hoofd-stuurafsluiters MCV, waardoor de hogedrukomloopklep een meer gesloten posities inneemt, teneinde de druk op het bodemniveau te handhaven. Bij 3600 omwentelingen per minuut zijn de turbine en de generator gesynchroniseerd en komt de lastbesturing tot stand. Zodra lastinstelpunten 25 worden ontmoet wordt verder stoom verdeeld door de hoofdstuurafslui-ters, totdat de hogedrukomloopafsluiter de drukbesturing niet meer kan handhaven en gesloten is. Op dit moment neemt de hoofdstuurafsluiter de drukbesturing over en wordt belasting toegevoegd als de druk beschikbaar komt. De lastbesturing in de snelheid/lastschakeling wordt onmid-30 dellijk op maximum ingesteld. De besturing van de installatie wijst een bepaalde vraag naar belasting aan de stoomturbine toe, die wordt toegevoerd aan de besturing voor de warmteterugwingeneratoren waardoor de dempinrichtingsturing de uitlaatgasstroom door de warmteterugwinstoom-generatoren laat toenemen en de stoomlevering van deze warmteterugwin-35 stoomgeneratoren toeneemt. De toegenomen stoomlevering leidt tot een drukstijging, wat weer leidt tot een grotere afsluiteropening voor het handhaven van de bodemdruk. Bij de reserve-instelpositie van de afsluiter blijft deze vast ingesteld en wordt het drukinstelpunt automatisch ingesteld. In de toevoerstuurinrichting voor lagedruk wordt de toevoer-40 stuurafsluiter ACV geopend volgens een programma nadat de hogedrukom- 8104252 14 loopklep gesloten is terwijl deze sturing de lagedrukomloopafsluiter geleidelijk sluit en aldus de toevoerstuurafsluiter op drukbesturing brengt.
* 8104252

Claims (20)

1. Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine in een krachtop-wekinstallatie, waarin een stoomturbine is verbonden met een stoombron via een stoomruimte en waarbij een hoofdstuurafsluiter aanwezig is voor 5 het toelaten van stoom naar de stoomturbine en een omloopafsluiter voor het voeren van stoom om de stoomturbine, gekenmerkt door; het meten van de druk in de stoomruimte; het openen van de omloopafsluiter bij een instelpunt voor een bodem-druk; 10 het openen van de hoofdstuurafsluiter voor de snelheid/lastbestu- ring; het sluiten van de omloopafsluiter voor het handhaven van de druk in de stoomruimte op de druk van het instelpunt als de hoofdstuurafsluiter open gaat; 15 het overdragen van snelheid/lastbesturing naar drukbesturing; het verder openen van de hoofdstuurafsluiter teneinde de druk in de stoomruimte op het instelpunt te houden terwijl de stoomstroom toeneemt; het vergelijken van de positie van de hoofdstuurafsluiter met een 20 reserve-instelpunt voor de positie van de afsluiter; het instellen van het instelpunt voor de druk teneinde de hoofd-stuurafsluiterpositie te handhaven op het reserve-instelpunt van de afsluiter in de open richting van de afsluiter.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door: 25 het sluiten van de hoofdstuurafsluiter in responsie op een druk/ stoomafname in de stoomruimte teneinde het drukinstelpunt te handhaven; het verlagen van het drukinstelpunt met een maximum voorafbepaalde snelheid voor het opnieuw openen van de afsluiter.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de over- 30 dracht van snelheid/lastbesturing naar drukbesturing in de hoofdstuurafsluiter de volgende stappen omvat: het voeren van een druksignaal en een snelheid/lastsignaal door een poort, waarbij het snelheid/lastsignaal de hoofdstuurafsluiter overheerst zolang de omloopafsluiter open blijft; 35 het onmiddellijk op een maximum waarde instellen nadat de omloop gesloten is; het instellen van de hoofdstuurafsluiter overeenkomstig het druksignaal nadat de omloopafsluiter gesloten is.
4. Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine in een krachtop-wekinstallatie waarin de stoomturbine met een stoombron is verbonden 40 via een hogedrukstoomruimte, voorzien van een hoofdstuurafsluiter voor 8104252 ·» V V. het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een hogedrukomloopaf-sluiter voor het voeren van stoom om de stoomturbine, welke installatie verder een lagedrukstoomruimte bevat voorzien van een toevoerstuuraf-sluiter voor het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een lage-5 drukomloopafsluiter voor het voeren van stoom om de stoomturbine, gekenmerkt door: het meten van de stoomdruk in de hogedrukstoomruimte; het openen van de hogedrukomloopafsluiter bij een vooraf ingestelde bodemdruk teneinde de bodemdruk in de hogedrukstoomruimte te handha-10 ven; het openen van de hoofdstuurafsluiter voor snelheid/lastbesturing; het sluiten van de omloopafsluiter voor het handhaven van de stoomdruk in de hogedrukstoomruimte op de vooraf ingestelde bodemdruk, terwijl de stoomstroom toeneemt; 15 het vergelijken van de positie van de hoofdstuurafsluiter met een reserve-instelpunt voor de afsluiterpositie; het instellen van de druk van het instelpunt teneinde de hoofd-stuurafsluiterpositie te handhaven op de reservepositie van de afsluiter; 20 het openen van de lagedrukomloopafsluiter bij een voorafbepaald drukins t elpunt; het openen van de toevoerstuurafsluiter in responsie op een last-vraagins t elpunt; het sluiten van de lagedrukomloopafsluiter als de toevoerstuuraf-25 sluiter wordt geopend, waardoor de lagedrukruimtebesturing wordt overgedragen aan de toevoerstuurafsluiter, nadat de lagedrukomloopafsluiter gesloten is.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, gekenmerkt door; het door een poort voeren van een drukgevoelig signaal en een 30 snelheid/lastsignaal, waarin het snelheid/lastsignaal de hoofdstuurafsluiter overheerst, zolang de hogedrukomloopafsluiter open blijft; het onmiddellijk op een maximum waarde instellen van het snelheid/lastsignaal nadat de hogedrukomloopafsluiter gesloten is; het in een bepaalde positie instellen van de hoofdstuurafsluiter 35 overeenkomstig het drukgevoelige signaal, nadat de hogedrukomloopafsluiter gesloten is.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, gekenmerkt door; het door een poort voeren van een drukgevoelig signaal en een snelheid/lastsignaal, waarin het snelheid/lastsignaal de toevoerstuur-40 afsluiter overheerst zolang de lagedrukomloopafsluiter open blijft; 8104252 * / * het onmiddellijk op een maximum waarde instellen van het snel-heid/lastsignaal nadat de lagedrukomloopafsluiter gesloten is; het instellen van de toevoerstuurafsluiter overeenkomstig het drukgevoelige signaal nadat de lagedmkomloopafsluiter gesloten is. 5
7* Energie-opwekkende installatie voorzien van een stoomturbine, een met de stoomturbine via een stoomruimte verbonden stoombron en een hoofdstuurafsluiter voor het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een omloopafsluiter voor het voeren van stoom om de stoomturbine, middelen voor het sturen van de werking van de stoomturbine, gekenmerkt 10 door: een omloopstuurinrichting voor het in een bepaalde positie instellen van de omloopafsluiter overeenkomstig een instelpunt voor een bo-demdruk; een snelheid/laststuurinricbting voor het in een bepaalde positie 15 instellen van de hoofdstuurafsluiter overeenkomstig een snelheid/last-instelpunt; een hoofdbesturingsafsluiterschakeling die ingangssignalen ontvangt van de omloopstuurinrichting en de snelheid/laststuurinrichting, waarbij de hoofdstuurafsluiterschakeling een lagewaardepoort bezit, die 20 ofwel een snelheid/lastuitgangssignaal ofwel een drukafhankelijk signaal doorlaat.
8. Stuurstelsel voor een stoomturbine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hoofdstuurafsluiterschakeling voorzien is van een sommeers chakeling die ingangssignalen ontvangt van de snelheid/laststuur- 25 inrichting en van de omloopstuurinrichting, waarbij de lagewaardepoort als ingangssignalen het uitgangssignaal ontvangt van de snelheid/laststuurinrichting en van de uitgang van de sommeerschakeling; een schakeling verbonden met. de snelheid/laststuurinrichting voor het leveren van een afsluiter-ver-open-signaal aan de snelheid/last-30 stuurinrichting zodra de omloopafsluiter geheel gesloten is.
9. Stuurstelsel voor een stoomturbine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hoofdstuurafsluiterschakeling verder is voorzien van een sommeerschakeling, die ingangssignalen ontvangt van de snelheid/ laststuurinrichting en van de omloopstuurinrichting, waarbij de lage- 35 waardepoort als ingangssignalen het uitgangssignaal van de snelheid/ laststuurinrichting en van de sommeerschakeling ontvangt, waarbij als de omloopstuuringang negatief wordt de snelheid/lastingang naar de lagewaardepoort wordt doorgelaten.
10. Stuurinrichting voor een stoomturbine volgens conclusie 9, ge-40 kenmerkt door: 8104252 » - <4 'V j een vergelijkerschakeling verbonden met de snelheid/laststuurin-richting, waarbij de uitgang van de lagewaardepoort een signaal levert als het uitgangssignaal van de sommeerschakeling lager is dan het snel-heid/laststignaal.
11. Stuurinrichting voor een stoomturbine volgens conclusie 10, ge- kenmerk door: eën schakeling voorzien van een ingang die verbonden is met de vergelijkingsschakeling en een uitgang die verbonden is met de snelheid/laststuurinrichting, waarbij het snelheid/lastsignaal onmiddellijk 10 op een maximum waarde wordt ingesteld in responsie op èen uitgangssignaal van de vergelijkingsschakeling.
12. Energie-opwekinstallatie met een stoomturbine, voorzien van een met de stoomturbine via een stoomruimte verbonden stoombron, een hoofd-stuurafsluiter voor het toelaten van stoom naar de stoomturbine en een 15 omloopafsluiter voor het om de stoomturbine voeren van stoom, middelen voor het sturen van de werking van de stoomturbine, gekenmerkt door: een omloopstuurinrichting voor het in een bepaalde positie brengen van de omloopafsluiter overeenkomstig een instelpunt voor een bodem-druk; 20 een snelheid/laststuurinrichting voor het in een bepaalde positie brengen van de hoofdstuurafsluiter overeenkomstig een gevraagde snel-heid/belasting; een hoofdstuurafsluiterschakeling, die ingangssignalen ontvangt van de omloopstuurinrichting en de snelheid/laststuurinrichting, voor-25 zien van een sommeerschakeling, die ingangssignalen ontvangt van de omloops tuurinrichting en de snelheid/laststuurinrichting en een lagewaardepoort, die ingangssignalen ontvangt van de snelheid/laststuurinrichting en de sommeerschakeling, waarbij als het uitgangssignaal van dé sommeerschakeling lager is dan het snelheid/lastsignaal de drukbestu-30 ring overheerst.
13. Stuurinrichting voor een stoomturbine, voorzien van een hoofd-stuurafsluiter en een omloopstuurafsluiter, welke stuurinrichting een gedeelde drukbesturing omvat, gekenmerkt door; een inlaatstoomdrukomzetter; 35 middelen voor het vergelijken van de inlaatdruk met een drukin- stelpunt; een omloopafsluiter-positieschakeling voor het bedienen van de omloopafsluiter als het ingangssignaal van de drukvergelijker positief is; 40 een hoofdafsluiter-positieschakeling voor het bedienen van de 8104252 •f ·» hoofdstuurafslulter als het uitgangssignaal van de drukvergelijker negatief is.
14. Stuurinrichting volgens conclusie 13, gekenmerkt door: funktiemiddelen voor het verschuiven van een negatief signaal van 5 de drukvergelijker waardoor zowel de omloopafsluiter-positieschakeling als de hoofdstuurafsluiterpositieschakeling werken bij een positief ingangssignaal.
15. Energie-opwekinstallatie voorzien van een stoomturbine, die via een stoomruimte met een stoombron is verbonden, voorzien van een 10 hoofdstuurafslulter voor het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een omloopafsluiter voor het om de stoomturbine voeren van stoom, middelen voor het sturen van de werking van de stoomturbine, gekenmerkt door: een omloopstuurinrichting voor het in een bepaalde positie brengen 15 van de omloopafsluiter overeenkomstig een bodemdruk-instelpunt; een snelheid/laststuurinrichting voor het in een bepaalde positie brengen van de hoofdstuurafslulter overeenkomstig het snelheid/last-vraagins telpunt; een hoofdstuurafsluiterschakeling voor het vergelijken van het om-20 loopstuursignaal met het snelheid/laststuursignaal, waarbij als de omloopafsluiter gesloten is het omloopsignaal het snelheid/lastsignaal verdringt; een terugkoppelschakeling voor het hoofdstuurafsluiterpositiesig-naal verbonden met de omloopstuurinrichting, waardoor het bodemdrukin-25 stelpunt door een instelpunt met variabele druk wordt verdrongen nadat de hoofdstuurafslulter een reservepositie-instelpunt heeft bereikt.
16. Stuurschakeling volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de terugkoppelschakeling voor het hoofdstuurafsluiterpositiesignaal is voorzien van: 30 middelen voor het bepalen van de positie van de hoofdstuurafslui- ter; sommeermiddelen die de positie van de hoofdstuurafslulter vergelijken met een reservepositie-instelpunt; integreermiddelen, die een uitgangssignaal leveren als de feite-35 lijke afsluiterpositie geneigd is het reservepositie-instelpunt te overschrijden; middelen voor het verhogen van het drukinstelpunt overeenkomstig het uitgangssignaal van de integrator.
17. Energie-opwekinstallatie voorzien van een stoomturbine, een 40 via een stoomruimte met de stoomturbine verbonden stoombron, een hoofd- 8104252 v V V stuurafsluiter voor het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een omloopafsluiter voor het om de stoomturbine voeren van stoom, middelen voor het sturen van de werking van de stoomturbine, gekenmerk door: een omloopstuurinrichting, die de omloopafsluiter in een bepaalde 5 positie brengt overeenkomstig een bodemdrukinstelpunt; een snelheid/laststuurinrichting, die de hoofdstuurafsluiter in een bepaalde positie brengt overeenkomstig het snelheid/lastinstelpunt; een hoofdstuurafsluiterschakeling, die een uitgangssignaal van de omloopstuurinrichting en een uitgangssignaal van de snelheid/laststuur-10 inrichting met elkaar vergelijkt; waarbij de hoofdstuurafsluiterschakeling voorzien is van middelen voor het kiezen van een van de uitgangssignalen als hoofdstuuruitgangssignaal; een terugkoppelschakeling voor de hoofdstuurafsluiterpositie voor het verhogen van het drukinstelpunt in de omloopstuurinrichting als de 15 hoofdstuurafsluiter het reservepositie-instelpunt overschrijdt.
18* Energie-opwekkende installatie voorzien van een stoomturbine die via een hogedrukstoomruimte met een stoombron is verbonden, een hoofdstuurafsluiter voor het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een hogedrukomloopafsluiter voor het voeren van de stoom om de 20 stoomturbine, een lagedrukstoomruimte, voorzien van een toevoerstuuraf-sluiter voor het toevoeren van stoom naar de stoomturbine en een lage-drukomloopafsluiter voor het voeren van stoom om de stoomturbine alsmede middelen voor het sturen van de stoomturbine, gekenmerkt door; een hogedrukomloopafsluiter voor het in een bepaalde positie bren-25 gen van de hogedrukomloopafsluiter overeenkomstig een bodemdrukinstelpunt; een snelheid/laststuurinrichting voor het in een bepaalde positie brengen van de hoofdstuurafsluiter overeenkomstig een snelheid/lastinstelpunt; 30 een hoofdstuurafsluiterschakeling die de hoofdstuurafsluiter in een bepaalde positie brengt overeenkomstig het hogedrukomloopstuursignaal of het snelheid/laststuursignaal; ? een lagedrukomloopstuurinrichting voor het in een bepaalde positie % brengen van de lagedrukomloopafsluiter overeenkomstig een lagedrukin-35 stelpunt; een toevoerstuurafsluiterschakeling voor het in een bepaalde positie brengen van de toevoerstuurafsluiter overeenkomstig een signaal van de snelheid/laststuurinrichting.
19. Stuurstelsel volgens conclusie 18, gekenmerkt door; 40 een terugkoppelschakeling voor de afsluiterpositie van de hoofd- 8104252 * ; ? a stuurschakeling naar de hogedrukomloopstuurschakeling; middelen voor het verhogen van het drukinstelpunt overeenkomstig de afwijking tussen een gevraagde positie van de hoofdstuurafsluiter en een vooraf ingesteld reservesignaal.
20. Stuurstelsel volgens conclusie 19, gekenmerkt door? eerste signaalfunktiemiddelen, die de hoofdstuurafsluiterschake-ling verbinden met de snelheid/lastschakeling; tweede signaalfunktiemiddelen, die de toevoerstuurafsluiterschake-ling verbinden met de snelheid/lastschakeling; 10 vergelijkerschakelingen die respektievelijk zijn verbonden met elk van de funktiemiddelen, waardoor de respektievelijke snelheid/lastsig-nalen naar een maximum waarde worden gevoerd als elke respektievelijke hogedruk- of lagedrukomloopafsluiter is gesloten. ************* 8104252
NL8104252A 1980-09-15 1981-09-15 Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine en stuurstelsel hiervoor. NL8104252A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US18715380 1980-09-15
US06/187,153 US4329592A (en) 1980-09-15 1980-09-15 Steam turbine control

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104252A true NL8104252A (nl) 1982-04-01

Family

ID=22687812

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104252A NL8104252A (nl) 1980-09-15 1981-09-15 Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine en stuurstelsel hiervoor.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4329592A (nl)
JP (1) JPS5781103A (nl)
KR (1) KR880001189B1 (nl)
BE (1) BE890336A (nl)
CA (1) CA1171671A (nl)
CH (1) CH658493A5 (nl)
DE (1) DE3135829A1 (nl)
ES (1) ES505470A0 (nl)
FR (1) FR2490273A1 (nl)
GB (1) GB2084260B (nl)
IN (1) IN155060B (nl)
IT (1) IT1138222B (nl)
MX (1) MX150273A (nl)
NL (1) NL8104252A (nl)
NO (1) NO155851C (nl)
SE (1) SE8105459L (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4448026A (en) * 1981-09-25 1984-05-15 Westinghouse Electric Corp. Turbine high pressure bypass pressure control system
JPS629413A (ja) * 1985-07-05 1987-01-17 Hitachi Ltd 発電プラントの制御装置
US4853552A (en) * 1988-03-30 1989-08-01 General Electric Company Steam turbine control with megawatt feedback
DE3928771A1 (de) * 1989-08-31 1991-03-07 Asea Brown Boveri Erzeugung von dampf und strom fuer den anfahr- und/oder hilfsbetrieb eines dampfkraftwerkes
US5018356A (en) * 1990-10-10 1991-05-28 Westinghouse Electric Corp. Temperature control of a steam turbine steam to minimize thermal stresses
JP4230638B2 (ja) * 2000-04-10 2009-02-25 株式会社東芝 原子力発電プラントの蒸気タービン制御装置
US6442924B1 (en) 2000-06-13 2002-09-03 General Electric Company Optimized steam turbine peaking cycles utilizing steam bypass and related process
US7421854B2 (en) * 2004-01-23 2008-09-09 York International Corporation Automatic start/stop sequencing controls for a steam turbine powered chiller unit
US7421853B2 (en) * 2004-01-23 2008-09-09 York International Corporation Enhanced manual start/stop sequencing controls for a stream turbine powered chiller unit
PL2037086T3 (pl) * 2007-07-27 2013-10-31 Siemens Ag Rozruch turbiny parowej
US20090158738A1 (en) * 2007-12-20 2009-06-25 Tailai Hu Methods and apparatus for starting up combined cycle power system
JP4901782B2 (ja) * 2008-02-19 2012-03-21 株式会社東芝 発電複合プラント及びプラント制御方法
WO2010132439A1 (en) 2009-05-12 2010-11-18 Icr Turbine Engine Corporation Gas turbine energy storage and conversion system
US8866334B2 (en) 2010-03-02 2014-10-21 Icr Turbine Engine Corporation Dispatchable power from a renewable energy facility
EP2612009B1 (en) 2010-09-03 2020-04-22 ICR Turbine Engine Corporatin Gas turbine engine
US9080466B2 (en) 2010-12-16 2015-07-14 General Electric Company Method and system for controlling a valve of a turbomachine
US8857184B2 (en) 2010-12-16 2014-10-14 General Electric Company Method for starting a turbomachine
US8662820B2 (en) 2010-12-16 2014-03-04 General Electric Company Method for shutting down a turbomachine
CA2787868C (en) * 2011-09-07 2016-07-12 Alstom Technology Ltd Method for operating a power plant
US10094288B2 (en) 2012-07-24 2018-10-09 Icr Turbine Engine Corporation Ceramic-to-metal turbine volute attachment for a gas turbine engine
US9598977B2 (en) * 2013-11-05 2017-03-21 General Electric Company Systems and methods for boundary control during steam turbine acceleration
EP3029280B1 (en) * 2014-12-04 2023-02-08 General Electric Technology GmbH A method for starting a steam turbine
CN111535879B (zh) * 2020-05-09 2020-11-27 国电南京电力试验研究有限公司 一种燃气-蒸汽联合循环机组旁路系统控制方法

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3879616A (en) * 1973-09-17 1975-04-22 Gen Electric Combined steam turbine and gas turbine power plant control system
US4201924A (en) * 1974-08-13 1980-05-06 Westinghouse Electric Corp. Combined cycle electric power plant with a steam turbine having a sliding pressure main bypass and control valve system
CH619509A5 (nl) * 1977-01-31 1980-09-30 Bbc Brown Boveri & Cie

Also Published As

Publication number Publication date
ES8305460A1 (es) 1983-04-01
ES505470A0 (es) 1983-04-01
CH658493A5 (de) 1986-11-14
NO813117L (no) 1982-03-16
CA1171671A (en) 1984-07-31
DE3135829A1 (de) 1982-04-29
MX150273A (es) 1984-04-06
NO155851C (no) 1987-06-10
SE8105459L (sv) 1982-03-16
NO155851B (no) 1987-03-02
IT8123894A0 (it) 1981-09-11
IN155060B (nl) 1984-12-29
FR2490273A1 (fr) 1982-03-19
BE890336A (fr) 1982-03-15
FR2490273B3 (nl) 1983-07-22
GB2084260A (en) 1982-04-07
US4329592A (en) 1982-05-11
GB2084260B (en) 1984-03-14
KR830008006A (ko) 1983-11-09
JPS5781103A (en) 1982-05-21
IT1138222B (it) 1986-09-17
JPH0127242B2 (nl) 1989-05-29
KR880001189B1 (ko) 1988-07-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8104252A (nl) Werkwijze voor het sturen van een stoomturbine en stuurstelsel hiervoor.
US5203160A (en) Combined generating plant and its start-up control device and start-up control method
US8104282B2 (en) Power generation complex plant and plant control method
KR910003260B1 (ko) 증기바이패스장치를 가진 증기터어빈발전소 제어시스템 및 그 제어방법
CA1101104A (en) System for multi-mode control of a boiler feedpump turbine
JPS6158644B2 (nl)
CA1082057A (en) Boiler feed water pump control systems
JPS6252121B2 (nl)
JPS6123364B2 (nl)
US4036011A (en) Multiple valve sequential control for a combined cycle power plant
US4145995A (en) Method of operating a power plant and apparatus therefor
JPS6239655B2 (nl)
JP2696267B2 (ja) ボイラの並列運転制御装置
JPS6239653B2 (nl)
KR870001505B1 (ko) 가변압력 관류보일러용 제어장치 및 제어방법
JP2000097403A (ja) タービン駆動給水ポンプの制御装置
JP2885346B2 (ja) コンバインドプラントの制御方法及び同装置
JPS6139043Y2 (nl)
JPH0122521B2 (nl)
JPS5915609A (ja) 蒸気タ−ビン制御装置
JPS6260603B2 (nl)
JPS6239654B2 (nl)
JPH08135405A (ja) 高圧タービンバイパス蒸気温度制御方法および装置
JPH0539703A (ja) 蒸気タービン発電設備
JPS5932672B2 (ja) 給水流量制御装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed