NL8104119A - Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper - Google Patents

Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper Download PDF

Info

Publication number
NL8104119A
NL8104119A NL8104119A NL8104119A NL8104119A NL 8104119 A NL8104119 A NL 8104119A NL 8104119 A NL8104119 A NL 8104119A NL 8104119 A NL8104119 A NL 8104119A NL 8104119 A NL8104119 A NL 8104119A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spreading
reservoir
members
frame
coupled
Prior art date
Application number
NL8104119A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8104119A priority Critical patent/NL8104119A/en
Priority to JP50276382A priority patent/JPS58501408A/en
Priority to US06/798,719 priority patent/US4609153A/en
Priority to EP82201092A priority patent/EP0074155A1/en
Priority to PCT/NL1982/000028 priority patent/WO1983000794A1/en
Publication of NL8104119A publication Critical patent/NL8104119A/en
Priority to DK1953/83A priority patent/DK195383D0/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels

Abstract

A fertiliser or seed hopper (2) is mounted on a frame (1) and a pair of distribution plates (3,4) are mounted on shafts and have ejection blades (34). The two plates are spaced apart slightly and are rotated in the same plane at right angles to the parallel drive shafts (63,64). The drive mechanism for the shafts includes a set of spur gears (37-40) mounted within a gear box and engaging the two rotary shafts to couple them. The gear box is fastened to the frame of the distributor by coupling plates.

Description

C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.

"Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poeder-vormig materiaal.""Device for spreading granular and / or powdery material."

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig mate-rlaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een reservoir en ten minste 5 twee om draaiingsassen beweegbare verspreidorganen.The invention relates to a device for distributing granular and / or powdered material, in particular fertilizer, seed or the like, provided with a frame, a reservoir and at least two spreading members movable about rotary axes.

Volgens de uitvinding zijn de twee verspreidorganen op korte afstand van elkaar gelegen en met een aan-drijfmechanisme gekoppeld dat zodanig is uitgevoerd dat de verspreidorganen naar keuze met έέη van twee of meer 10 verschillende snelheden aandrijfbaar zijn. Op deze wijze wordt een inrichting verkregen waarmede de strooibreedte waarover het materiaal tijdens een arbeidsgang wordt uit-gestrooia op eenvoudige wijze regelbaar is, terwijjl toch een geligkmatig strooibeeld wordt verkregen. Een gunstige 15 ligging van de verspreidorganen ten opzichte van elkaar wordt hierbij verkregen wanneer de dichtst bij elkaar gelegen delen van de verspreidorganen op een afstand van elkaar zi^n gelegen van ongeveer 2 cm.According to the invention, the two spreading members are located at a short distance from each other and are coupled to a driving mechanism which is designed such that the spreading members are optionally drivable at two or more different speeds. In this way an apparatus is obtained with which the spread width over which the material is spread during a working operation can be controlled in a simple manner, while still an even spread pattern is obtained. A favorable position of the spreading members relative to each other is hereby obtained when the closest parts of the spreading members are spaced apart by approximately 2 cm.

Sen gunstige constructie van de inrichting vol-20 gens de uitvinding wordt verkregen wanneer tijdens bedrijf van de inrichting, de verst van de draaiingsas van de verspreidorganen gelegen delen bewegen op een cirkel van onge-. veer 35 cm. diameter.A favorable construction of the device according to the invention is obtained when, during operation of the device, parts located furthest from the axis of rotation of the spreading members move on a circle of approx. feather 35 cm. diameter.

. Een verier aspect van de uitvinding heeft be-25 trekking op een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, v/aarbij de verspreidorganen met een aandri^imecha-nisme zijn gekoppeld dat zodanig is gevormd dat de verspreidorganen in rotatie gebracht kunnen v/orden met een snelheid van minimaal 1040 omv/./min. Hierdoor kan het 30 materiaal zeer gelijkmatig over een grote breedte uitge-* strooid y/orden. Hierbij zal het gunstig zi;jn wanneer volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld het aandri jfmechanisme van de verspreidorganen een aantal tandv/ielen omvat, die 141 met elkaar in aandrijving zijn en tussen de verspreidorga- VAs*s 8104119. A variant aspect of the invention relates to a device of the type mentioned in the preamble, the spreader members being coupled to a drive mechanism which is shaped such that the spreader members can be rotated at a speed of at least 1040 rpm / min. The material can hereby be spread very evenly over a large width. It will then be advantageous if, according to a further exemplary embodiment, the driving mechanism of the spreading members comprises a number of toothed wheels, which are mutually in drive and between the spreading members 8104119.

VV

ί -’ό - 2 - nen zijn aangebracht en deze met elkaar koppelt. Op deze wijze is te verzekeren dat de beide verspreidorganen met de zelfde rotatiesnelheid aangedreven worden.ί-'ό - 2 - nes have been applied and they are linked together. In this way it can be ensured that the two spreading members are driven at the same rotational speed.

Een verder aspect van de uitvinding heeft help trekking op een inrichting voor bet verspreiden van korrel-en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal voorzien van een gestel, een reservoir en ten minste twee verspreidorganen, waarbij volgens de uitvinding de verspreidorganen onderling zijn 10 gekoppeld met tandwielen die in een tandwielkast zijn a.an-gebracht, waarbij de tandwielkast een verbinding vormt tussen draagbalken van bet gestel. In bet bijzonder wanneer de tandwielen in een tandwielkast recbte tandwielen zijn, kan de tandwielkast laag gebouden worden, waardoor een 15 lage constructie van de inrichting gunstig wordt beinvloed.A further aspect of the invention relates to an apparatus for spreading granular and / or powdery material, in particular fertilizer, seed or the like, provided with a frame, a reservoir and at least two spreading means, according to the invention the spreading members are mutually coupled with gears mounted in a gearbox, the gearbox forming a connection between frame support beams. In particular, when the gears in a gearbox are recessed gears, the gearbox can be kept low, thereby favorably influencing a low construction of the device.

Volgens een verder aspect van de uitvinding is bij een inrichting voor bet verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in bet bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk mat-eriaal, voorzien van een gestel, een reser-20 voir en ten minste twee verspreidorganen, volgens de uitvinding bet reservoir uit έέη stuk materiaal gevormd. Op deze wljze is het reservoir gemakkelijk te fabriceren, terwijl bet een goede levensduur kan bebben. Op gunstige wijze kan de hoeveelheid tijdens een arbeidsgang mee te 25 nemen materiaal vergroot worden door op het reservoir een opzetstuk aan te brengen.According to a further aspect of the invention, in a device for spreading granular and / or powdery material, in particular fertilizer, seed or the like, material is provided with a frame, a reservoir and at least two spreading members , according to the invention, the reservoir is formed from one piece of material. In this way, the reservoir is easy to manufacture, while it can have a good life. Advantageously, the amount of material to be taken along during a work cycle can be increased by arranging an attachment on the reservoir.

De uitvinding zal nader worden toegelicbt aan de hand van de tekeningen van een gunstig uitvoeringsvoor-beeld van een inrichting volgens de uitvinding.The invention will be further elucidated with reference to the drawings of a favorable exemplary embodiment of a device according to the invention.

30 Piguur 1 is een vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding voor bet verspreiden van materiaal.Pigure 1 is a front view of a device according to the invention for spreading material.

Piguur 2 is een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 1, gezien in de ricbting volgens de pijl II in figuur 1.Pigure 2 is a side view of the device of Figure 1, viewed in the direction of arrow II in Figure 1.

\ 35 Piguur 3 is een bovenaanzicbt van de inrichting volgens de figuren 1 en 2.Pigure 3 is a top view of the device according to Figures 1 and 2.

Piguur 4 is een bovenaanzicbt van de inrichting 10 4 119 - 3 - volgens figuur 1-3 waarbij het reservoir is weggelaten.Pigure 4 is a top view of the device 10 4 119-3 according to Figs. 1-3 with the reservoir omitted.

Figuur 5 geeft op vergrote schaal een gedeelte van fig. 4 weer, waarbij de verspreidorganen zijn v/eggelaten.Figure 5 is an enlarged view of a portion of Figure 4, with the spreading members left / left.

Figuur 6 geeft op vergrote schaal een doorsnede 5 weer volgens de lijn VI - VI in figuur 4.Figure 6 shows an enlarged section 5 along the line VI - VI in figure 4.

Figuur 7 geeft in scheve projectie, gezien in de richting volgens pijl VII in figuur 6, het doseer-mechanisme weer, waarbij de verschillende onderdelen in ten opzichte van elkaar uiteengetrokken standen zijn weergegeven.Fig. 7 shows the dosing mechanism in oblique projection, viewed in the direction according to arrow VII in Fig. 6, the different parts being shown in positions which are drawn apart with respect to each other.

10 Figuur 8 is een bovenaanzicht van de bodem van het reservoir.Figure 8 is a top view of the bottom of the reservoir.

Figuur 9 geeft een bovenaanzicht van een eerste doseerschrijf weer.Figure 9 shows a top view of a first dosing disc.

Figuur 10 geeft een bovenaanzicht van een tweede 15 doseerschijf weer.Figure 10 shows a top view of a second dosing disc.

Figuur 11 geeft een bovenaanzicht van een derde doseerschijf weer.Figure 11 shows a top view of a third dosing disc.

Figuur 12 geeft een bovenaanzicht van een vierde doseerschijf weer.Figure 12 shows a top view of a fourth dosing disc.

20 Figuur 13 geeft in bovenaanzicht het doseermecha- nisrae en een verspreidorgaan weer.Figure 13 is a top plan view of the dosing mechanism and a spreader.

Figuur 14 geeft een bovenaanzicht van een andere stand van het doseermechanisme met het verspreidorgaan weer.Figure 14 shows a top view of another position of the metering mechanism with the spreader.

De in de figuren weergegeven inrichting heeft een 25 gestel 1 v/aaraan een reservoir 2 is aangebracht en dat is voorzien van twee verspreidorganen 3 en 4, die onder het reservoir zijn gelegen. Het gestel 1 is symmetrisch gevormd ten opzichte van het verticale vlak 7 dat de langshartlijn van de inrichting bevat en zich in de rijrichting uitstrekt.The device shown in the figures has a frame 1 before which a reservoir 2 is arranged and which is provided with two spreading members 3 and 4, which are located under the reservoir. The frame 1 is symmetrically formed with respect to the vertical plane 7, which contains the longitudinal axis of the device and extends in the direction of travel.

30 Het gestel omvat twee U-vormig gebogen zijbalken 5 en 6, die zich evenwijdig aan het vlak 7 uitstrekken. Elk van de zijbalken 5 en 6 heeft een recht bovenbeen 8 en een recht onderbeen 9* welke benen horizontaal zijn gelegen in de horizontale stand van de inrichting. De benen 9 van de 35 gestelbalken 5 en 6 zijn met elkaar verbonden door een in doorsnede vierkanie holle dwarsbalk 10 en een tegen de ein-den van de benen 9 bevestigde TJ-vannige achterbalk 11. De ’"X 810 4 119The frame comprises two U-shaped curved side beams 5 and 6, which extend parallel to the plane 7. Each of the side bars 5 and 6 has a straight upper leg 8 and a straight lower leg 9, which legs are horizontally located in the horizontal position of the device. The legs 9 of the 35 frame beams 5 and 6 are connected to each other by a cross-section hollow cross beam 10 in cross-section four and a TJ-shaped rear beam 11 fixed against the ends of the legs 9. The X 810 4 119

'V"V

1 ' *>· - 4 - \ achterbalk 11 heeft in de benen gaten 12 waarvan de hart-lijnen in het langsvlak 7 zijn gelegen. De benen 8 zijn met elkaar verbonden door een V-vormig gebogen verbindings-balk 13, die op de bovenzijde van de benen 8 aanslu.it en 5 verder aan de balken 5 en 6 is bevestigd door schoorstaven 14. De verbindingsbalk 13 strekt zich vanaf de benen 8 onder een hoek van ongeveer 45° schuin naar voren en naar boven . uit. De balken 5 en 6 zijn ieder nabij bun gebogen voorzij-den voorzien van twee koppelingsstrippen 15, terwijl het 10 gebogen bovendeel van de balk 13 is voorzien van koppelingsstrippen 16.1 '* - - 4 - \ rear beam 11 has holes 12 in the legs 12, the center lines of which are located in the longitudinal plane 7. The legs 8 are connected to each other by a V-shaped curved connecting beam 13, which connects to the top of the legs 8 and is further attached to the beams 5 and 6 by strut bars 14. The connecting beam 13 extends from the legs 8 are inclined forward and upward at an angle of approximately 45 °. from. The beams 5 and 6 are each provided with two coupling strips 15 near the curved fronts, while the curved upper part of the beam 13 is provided with coupling strips 16.

Ieder van de zijbalken 5 en 6 is voorzien van een in doorsnede hoekvormige draagbalk 20, die evenwijdig is gelegen aan de benen 8 en 9. De draagbalken 20 strekken 15 zicb vanaf de gebogen gedeelten van de zijbalken 5 en 6 in dezelfde richting uit als de benen 8 en 9, waarbij zij zich vanaf de gebogen gedeelten naar achteren uitstrekken ten opzicbte van de normale voortbewegingsricbting €9 van de inricbting. De bevestiging van de draagbalken 20 aan de 20 zijbalken is verstevigd door vertikale verstevigingsplaten 21, die zicb tussen de respectieve benen 8 en de balk 20 uitstrekken. De draagbalken 20 zijn onderling met elkaar gekoppeld door een horizontaal gelegen tandwielkast 22.Each of the side beams 5 and 6 is provided with a cross-section angular beam 20, which is parallel to the legs 8 and 9. The beams 20 extend from the curved parts of the side beams 5 and 6 in the same direction as the beams. legs 8 and 9, extending backward from the curved portions to allow for normal propulsion of the device. The attachment of the girders 20 to the side beams is reinforced by vertical reinforcement plates 21 extending between the respective legs 8 and the beam 20. The support beams 20 are mutually coupled to each other by a horizontally located gearbox 22.

De tandwielkast 22 omvat een onderbak 23, die aan de einden 25 is voorzien van daaraan vastgelaste bevestigingsplaten 24, die door middel van bouten 25 aan de draagbalken 20 zijn gebout. De tandwielkast 22 heeft een bovenbak 26, die door middel van bouten 27 met de onderbak is gekoppeld. De bouten 27 strekken zicb door uitstekende randen 28 en 29 van 30 de onder- en bovenbak uit, waarbij de onder- en bovenbak symmetrisch zijn ten opzichte van bet horizontale vlak waar-langs de onder- en bovenbak op elkaar aansluiten, een en ander zoals uit de figuren blijkt.The gearbox 22 comprises a bottom tray 23, which at the ends 25 is provided with fastening plates 24 welded to it, which are bolted to the beams 20 by means of bolts 25. The gearbox 22 has a top box 26, which is coupled to the bottom box by bolts 27. The bolts 27 extend through the protruding edges 28 and 29 of the bottom and top box, the bottom and top box being symmetrical with respect to the horizontal plane along which the bottom and top box connect, such as appears from the figures.

In de tandwielkast 22 zijn evenwijdig aan elkaar 35. gelegen en zich vertikaal in hoogterichting uitstrekkende as en 31 en 32 gelegerd waaraan de verspreidorganen 3 en 4 zijn aangebracht, zoals in fig. 6 nader is weergegeven voor de as 32. Hierbij bezit elk van de verspreidorganen 3 en 4 ^^‘e*8i^^een aan de betreffende as bevestigde en zich loodrecht daar- 810*119 _ - 5- op uitstrekkende plaat 33» waarop werpschoepen 34 zijn aangebracht. De platen 33 van beide verspreidorganen zijn met hun werpschoepen op gelijke hoogte gelegen en in de zelfde vlakken draaibaar. De assen 31 en 32 zijn zoals in fig. 6 5 voor de as 32 is weergegeven, gelagerd in een in de onderbak 23 aangebracht lagerhuis 35» en in het lagerdeksel 26 aange-bracht lagerhuis 36. Aan de assen 31 en 32 zijn in de tand-wielbak gelegen rechte tandwielen 37 en 38 aangebracht. Tus-sen de tandwielen 37 en 38 zijn twee tandwielen 39 en 40 10 aangebracht, waarbij de tandwielen 37 - 40 horizontaa! zijn gelegen en onderling op elkaar aansluiten zoals in het bi;j-zonder uit de figuren 4 en 5 blijkt. De tandwielen 39 en 40 zi.jn aan vertikale assen 41 en 42 aangebracht, die in de tandwielkast zijn gelagerd door middel van lagerhuizen die 15 overeenkomen met de in. fig. 6 weergegeven lagerhuizen 35 en 36. De as 42 strekt zich door het in de onderbak aangebrachte lagerhuis naar beneden toe uit en is met het ondereinde in een een aandrijfkast vormende tandwielkast 43 gelegen. De tandwielkast 43 is op niet nader weergegeven wijze aange-20 bracht tegen de onderzi.jde van de tandwielkast 22 en is voor-zien van een zich bij de horizontale stand van de inrich-ting in horizontale richting uitstrekkende aandrijfas 44, waarvan een aan de voorzijde van de tandwielkast 43 uit-stekend einde 45 een aankoppelingsdeel vormt. De as 44 is 25 voorzien van een recht tandwiel 46, dat in samenwerking is met een recht tandwiel 47. Het tandwiel 47 is aangebracht op een as 48, die in de tandwielkast 43 is gelegerd en evenwijdig ligt aan ae as 44. De as 48 is voorzien van een conisch tandwiel 49 dat in samenwerking is met een aan de 30 as 42 aangebracht conisch tandwiel 50. De tandwielen 46 en 47 zi^'n losneembaar aan de assen 44 resp. 48 aangebracht en vormen onderling met elkaar en eventueel met andere series tandwielen verwisselbare wisselwielen. De tandwielkast 43 is voorzien van een gemakkelijk losneembaar deksel 35' 51 voor net verwisselen van de tandwielen 46 en 47. Het deksel 51 is hiervoor voorzien van een knop 52.In the gearbox 22 are located parallel to each other 35. Shafts 31 and 32 extending vertically in the height direction are supported on which the spreading members 3 and 4 are arranged, as shown in more detail for the shaft 32 in Fig. 6. spreader members 3 and 4, a plate attached to the shaft in question and extending perpendicularly thereto plate 10, on which throwing blades 34 are arranged. The plates 33 of both spreader members are at the same height with their throwing blades and rotatable in the same planes. The shafts 31 and 32, as shown in Fig. 6, for the shaft 32, are mounted in a bearing housing 35 »arranged in the bottom tray 23 and bearing housing 36 arranged in the bearing cover 26. The shafts 31 and 32 are in the spur gearbox located straight gears 37 and 38. Two gears 39 and 40 are arranged between the gears 37 and 38, the gears 37-40 being horizontal. are located and mutually connect as shown in Figs. 4 and 5 without. The gears 39 and 40 are mounted on vertical shafts 41 and 42, which are mounted in the gearbox by means of bearing housings corresponding to the in. Fig. 6 shows bearing housings 35 and 36. The shaft 42 extends downwards through the bearing housing arranged in the bottom box and is located with the lower end in a gearbox 43 forming a drive box. The gearbox 43 is mounted against the bottom of the gearbox 22 in a manner not shown, and is provided with a drive shaft 44 extending horizontally at the horizontal position of the device, one of which is attached to the front end of gearbox 43, protruding end 45 forms a coupling part. The shaft 44 is provided with a spur gear 46 which interacts with a spur gear 47. The gear 47 is mounted on a shaft 48 which is mounted in the gear box 43 and is parallel to the spindle 44. The shaft 48 is provided with a bevel gear 49 which cooperates with a bevel gear 50 arranged on the shaft 42. The gears 46 and 47 are detachably on the shafts 44 and 44 respectively. 48 and form interchangeable wheels with each other and possibly with other series of gears. The gearbox 43 is provided with an easily detachable cover 35 '51 for just changing the gears 46 and 47. The cover 51 is provided with a button 52 for this purpose.

Het gestel 1 is aan de koppelingsstrippen 16 -v>. voorzien van een bevestigingsplaat 55, terwijl de einden 8104119 - 6 - i v V· \ van de .benen 8 van de zijbalken 5, 6 zijn voorzien van steu-nen 56. Aan de bevestigingsplaat 55 en de steunen 56 is door middel van bouten 57 resp. 58 het reservoir 2 aan het gestel 1 vastgebout. Het reservoir 2 bestaat nit έέη geheel en is 5 bijvoorbeeld uit έέη. metalen plaat geperst, waarbij de twee afvoertuiten 59 en 60 aan het reservoir 2 zijn gevormd.The frame 1 is on the coupling strips 16 -v>. provided with a mounting plate 55, while the ends 8104119 - 6 - iv of the legs 8 of the side beams 5, 6 are provided with supports 56. The mounting plate 55 and the supports 56 are fastened with bolts 57 resp. 58 bolt the reservoir 2 to the frame 1. The reservoir 2 consists of nit έέη entirely and is 5 for example of uitη. metal plate pressed, the two discharge spouts 59 and 60 being formed on the reservoir 2.

Het reservoir 2 heeft vier vlakke zijden en is rechthoekig van vorm in bovenaanzicht gezien. Be afvoertuiten 59 en 60 gaan van boven naar beneden over in ronde boaemopeningen 10 61 en 62. De afvoertuiten 59 en 60 zijn boven de verspreid organen 3 en 4 gelegen, waarbij de hartlijnen 63 en 64 van de assen 31 en 32 samenvallen met de hartlijnen van de openingen 61 en 62. De hartlijnen 63 en 64 die draaiings-assen vormen voor de verspreidorganen 3 en 4, liggen op 15 een afstand 65 van elkaar, die sleehts weinig groter is dan de diameter 66 van de verspreidorganen 3 en 4, een en ander zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 1 en 4. De naar elkaar toe gekeerde zijden van de verspreidorganen 3 en 4 liggen hierbij op zeer korte afstand van elkaar, bij-20 voorbeeld 2 cm. De beide verspreidorganen 3 en 4 liggen zodanig naast elkaar dat de hartlijnen 63 en 64 in een verticaal vlak 68 zijn gelegen, dat dwars op de no male voortbewegingsrichting 69 ligt bij een horizontale stand van de machine. Het reservoir 2 is sjmimetrisch ten opzichte 25 van het vlak 7 evenals ten opzichte van het vlak 68. De voor- en achterwand 70 resp. 71 van het reservoir strekken zich over 45° ten opzichte van het horizontale vlak uit, waarbij de voorwand 70 langs de balk 13 is gelegen (fig. 2). Habij hun bovenzijde zijn de wanden 70 en 71 onderling met 30 elkaar gekoppeld door een verstevigingsstaaf 76, die in de horizontale stand van de inrichting horizontaal is gelegen en zich in de rijrichting 69 uitstrekt. De verstevingsstaaf 76 ligt met de hartlijn in het vlak. 7· Het uit έέη stuk gevormde reservoir heeft een hoogte 72 die vier & vijf maal 35* zo groot is als de hoogte 73 waarover de afvoertuiten 59 en 60 zich gescheiden van elkaar uitstrekken. De steunen 56 liggen met hun middens in het vlak 68 waarbij het been /****§ 8 van de zijbalken 5 en 6 v06r het vlak 68 eindigt, terwijl ^8104119 - 7 -The reservoir 2 has four flat sides and is rectangular in shape seen in top view. The discharge spouts 59 and 60 transition from top to bottom into round boom openings 10, 61 and 62. The discharge spouts 59 and 60 are located above the dispersed members 3 and 4, the axes 63 and 64 of the axes 31 and 32 coinciding with the axes of the openings 61 and 62. The axes 63 and 64, which form rotary axes for the distributors 3 and 4, are spaced 65 apart, which is only slightly larger than the diameter 66 of the distributors 3 and 4, a and other, as is particularly apparent from Figures 1 and 4. The sides of the spreading members 3 and 4 facing each other are here at a very short distance from each other, for example 2 cm. The two spreading members 3 and 4 lie next to each other in such a way that the center lines 63 and 64 lie in a vertical plane 68, which is transverse to the normal direction of advancement 69 at a horizontal position of the machine. The reservoir 2 is shimimetrically with respect to the plane 7 as well as with respect to the plane 68. The front and rear walls 70 and 10, respectively. 71 of the reservoir extend 45 ° from the horizontal plane, the front wall 70 being located along the beam 13 (FIG. 2). In their top side, the walls 70 and 71 are mutually coupled to each other by a reinforcing bar 76 which is horizontal in the horizontal position of the device and extends in the direction of travel 69. The reinforcing bar 76 is centered in the plane. 7 · The one-piece reservoir has a height 72 that is four & five times 35 * greater than the height 73 at which the discharge spouts 59 and 60 extend separately from each other. The supports 56 lie with their centers in the plane 68 with the leg / **** § 8 of the side beams 5 and 6 ending before the plane 68, while ^ 8104119 - 7 -

; * V; * V

de benen 9 van deze balken zodanig ver achter bet vlak 68 zijn gelegen, dat de balk 11 in bovenaanzicht gezien verder buiten bet vlak 68 is gelegen dan de omtrek van de verspreidorganen 3 en 4, zoals in bet bijzonder uit de 5 figuren 2 en 4 blijkt.the legs 9 of these beams are located so far behind the plane 68 that, seen in plan view, the beam 11 is located further outside the plane 68 than the circumference of the spreading members 3 and 4, as in particular from the figures 2 and 4 turns out.

De bovenzijde van bet reservoir 2 heeft een om-gezette rand 74. Op deze rand kan een opzetstuk 75 aange-bracbt worden voor bet vergroten van de inhoud van bet reservoir. Het opzetstuk 75 is in de figuren 1 en 2 met 10 gestippelde lijnen weergegeven.The top of the reservoir 2 has a flanged edge 74. An attachment 75 can be mounted on this edge to increase the contents of the reservoir. The attachment 75 is shown with 10 dotted lines in Figures 1 and 2.

De bodemopeningen 61 en 62 van de afvoertuiten 59 en 60 zijn voorzien van bodemplaten 80 en 81 die vast tegen de onderzijden van de afvoertuiten 59 resp. 60 zijn bevestigd. Tussen de afvoertuiten en respectieve verspreid-15 organen zijn doseermecbanismen aangebracht, die ieder, zoals voor bet doseermecbanisme tussen de bodem 81 en bet verspreiaorgaan 4 nader is aangegeven, zijn voorzien van vier doseerplaten 82, 83» 84 en 85. De doseerplaten 82 tot 85 vormen bierbij een doseermecbanisme 86. De bodemplaat 81 20 en ieder van de doseerplaten 82 - 85 is voorzien van een centraal gelegen opening 87» waardoor de as 32 van bet ver-spreidorgaan 4 zicb uitstrekt tot in de onderzijde van de afvoertuit 60. De bartlijnen van de openingen 87 vallen samen met de draaiingsas 64. In de afvoertuit 60 is de as 25 32 voorzien van een materiaal-beinvloedingsorgaan 87. De doseerplaten 82 - 85 zijn ten opzicbte van elkaar en ten op-zicbte van de bodem S1 om de as 32 verdraaibaar. Hiervoor is ieder van de doseerplaten 82 - 85 met een verstelmecha-nisme verbonden, waarmede zij versteld en in de gewenste 30 stand ten opzicbte van elkaar en ten opzicbte van de bodem 81 gebouden kunnen worden. De koppeling van de doseerplaten aan bet verstelmecbanisme en het verstelmechanisme is niet nader weergegeven. De doseerplaten 82 - 85 zijn zodanig op niet nader weergegeven wijze in de inrich ting 35 aangebracbt, dat zij ten opzicbte van elkaar gemskkelijk verdraaibaar zijn, waarbij de doseerplaat 82 gemakkelijk . ten opzicbte van de bodem 81 verdraaibaar is, ’ s, De bodemplaat 81 is, ten opzicbte van de rij- "·> 810 4 119 4 ν ‘‘φ· - 8 - richting 96 v66r de as 32, voorzien van een afvoeropening 91, die zich aan weerszijden van een vertikaal 92 uitstrekt, dat in de ri;jrichting 96 is gelegen en de draaiingsas 64 bevat. De afvoeropening 91 strekt zich over een hoek 93 5 van ongeveer 98° uit .om de draaiingsas 64. Hierbij strekt de opening 91 zich over een hoek 95 van ongeveer 60° aan die zijde van het verticale vlak 92 uit die is afgekeerd van de zijde waar de tuit 59 met het verspreidorgaan 3 zich bevinden. Aan de naar de afvoertuit 59 toegekeerde zij-10 de van het vlak 92 strekt de opening 91 zich dan nog over een hoek 94 van ongeveer 38° uit. De. opening 94 strekt zi.ch in radiale richting uit over een afstand 96, zodanig dat deze afstand zich over nagenoeg de gehele radiale afstand van de bodemplaat 81 uitstrekt en slechts nabij het gat 87 15 een kleine rand 97 en nabij de buitenomtrek een kleine rand 98 aanwezig is. De doseerplaat 82 is voorzien van doorlaatopeningen 100 en 101, die zich in radiale richting ten opzichte van de draaiingsas 64 uitstrekken over een afstand die gelijk is aan de afstand 96 en daarbij in 20 radiale richting onder de afvoeropening 91 zijn gelegen. De openingen 100 en 101 zijn van elkaar gescheiden door een kleine rand 102 en strekken zich ieder in radiale richting gemeten uit over afstanden 103 en 104, die aan elkaar gelijk zijn. De opening 100 strekt zich.om de as 64 uit over 25 een hoek 105 van ongeveer 35°, terwijl de opening 101 zich over een hoek 106 van ongeveer 115° om de draaiingsas 64 uitstrekt. De opening 100 ligt dichter bij de draaiingsas '"64 dan de opening 101 en ligt binnen de hoek 106 van de opening 101. De opening 100 ligt over een hoek 107 van 30 ongeveer 30° van het einde 108 van de opening 101, welk einde 108 is afgekeerd van de zijde van de doseerplaat, die is gericht.naar de binnenzig'de van de inrichting resp. de andere afvoertuit 59.The bottom openings 61 and 62 of the discharge spouts 59 and 60 are provided with bottom plates 80 and 81 which are fixed against the bottom sides of the discharge spouts 59 and 60, respectively. 60 have been confirmed. Dosing membranes are arranged between the discharge spouts and respective spreading members, each of which is provided with four dosing plates 82, 83, 84 and 85, as is further indicated for the dosing mechanism between the bottom 81 and the spreading member 4. The dosing plates 82 to 85 form beer at a dosing mechanism 86. The bottom plate 81 and each of the dosing plates 82-85 is provided with a centrally located opening 87, through which the shaft 32 of the spreading member 4 extends into the underside of the discharge spout 60. The bar lines of the openings 87 coincide with the axis of rotation 64. In the discharge spout 60, the shaft 25 32 is provided with a material influencing member 87. The dosing plates 82 - 85 are relative to each other and to the bottom S1 about the axis. 32 rotatable. For this purpose, each of the dosing plates 82-85 is connected with an adjusting mechanism, with which they can be adjusted and can be held in the desired position with respect to each other and with respect to the bottom 81. The coupling of the dosing plates to the adjusting mechanism and the adjusting mechanism is not shown in more detail. The dosing plates 82-85 are mounted in the device 35 in a manner not shown in more detail, so that they are rotatable with respect to each other, the dosing plate 82 being easy to rotate. is rotatable with respect to the bottom 81, the bottom plate 81 is, with respect to the driving direction "810 4 119 4 ν" - 8 - direction 96 in front of the shaft 32, provided with a discharge opening 91 which extends on either side of a vertical 92 which is located in the direction 96 and includes the axis of rotation 64. The discharge opening 91 extends through an angle 93 of approximately 98 ° about the axis of rotation 64. opening 91 extends through an angle 95 of approximately 60 ° on that side of the vertical plane 92 which faces away from the side where the spout 59 with the spreading member 3 are located. On the side of the side facing the discharge spout 59 plane 92 the opening 91 then still extends over an angle 94 of approximately 38 °. The opening 94 extends radially over a distance 96, such that this distance extends over almost the entire radial distance of the bottom plate 81 and a small edge 97 only near the hole 87, and a small near the outer circumference ine edge 98 is present. The dosing plate 82 is provided with passage openings 100 and 101, which extend in a radial direction with respect to the axis of rotation 64 over a distance equal to the distance 96 and thereby lie radially under the discharge opening 91. The openings 100 and 101 are separated from each other by a small rim 102 and each extend in radial direction over distances 103 and 104 equal to each other. The aperture 100 extends about the axis 64 about an angle 105 of about 35 °, while the aperture 101 extends about an angle 106 of about 115 ° about the axis of rotation 64. The aperture 100 is closer to the axis of rotation 64 than the aperture 101 and is within the angle 106 of the aperture 101. The aperture 100 is at an angle 107 of about 30 degrees from the end 108 of the aperture 101, which end 108 is turned away from the side of the dosing plate, which faces the interior of the device or the other discharge spout 59.

De doseerplaat 83 is voorzien van aoorlaat-35' openingen 109 en 110, die wat betreft grootte en ligging ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de draaiingsas overeenkomen met de openingen 100 en 101 van de doseerplaat 82. De doseerplaten 82 en 83 zijn dn 00k gelijk aan elkaar.The dosing plate 83 is provided with inlet 35 'openings 109 and 110, which correspond in size and location to each other and with respect to the axis of rotation with the openings 100 and 101 of the dosing plate 82. The dosing plates 82 and 83 are 00k equal to each other.

0^8104 11 9 - 9 -0 ^ 8 104 11 9 - 9 -

De doseerplaat 84 is voorzien van twee doorlaatopeningen 115 en 116 die in radiale afstand ten opzichte van de draaiingsas 64 op een afstand van elkaar zijn gelegen, waarbij de aoorlaatopening 115 dichter bij de draaiingsas 64 is 5 gelegen dan de opening 116. De openingen 115 en 116 strekken zich in radiale rich ting, evenals vor de in de bodem 81 en de doseerplaten 82 en 83 aangebrachte openingen is weergegeven, in radiale richting uit over de afstand 96.The dosing plate 84 is provided with two passage apertures 115 and 116 spaced apart radially from the axis of rotation 64, the aperture opening 115 being closer to the axis of rotation 64 than the apertures 116. The apertures 115 and 116 extend in the radial direction, as shown for the openings provided in the bottom 81 and the dosing plates 82 and 83, in the radial direction over the distance 96.

De openingen 115 en 116 strekken zich in radiale richting 10 over de aan elkaar gelijke afstanden 103 resp. 104 uit en zijn aldus op afstanden van de draaingsas 64 gelegen, die overeenkomen met de afstanden waarop de openingen 100 en 101, resp. 109 en 110 van de as 64 zijn gelegen. De door- laatopening 115 strekt zich over een hoek 117 van ongeveer _ # 15 90° om de draaiingsas 64 uit, terwijl de opening 116 zich over een hoek 118 van ongeveer 25° om de as 64 uitstrekt.The openings 115 and 116 extend in radial direction 10 over the equal distances 103 and 10, respectively. 104 and are thus spaced from the axis of rotation 64, which correspond to the distances at which openings 100 and 101, respectively. 109 and 110 of the axis 64 are located. The passage opening 115 extends through an angle 117 of approximately 90 ° about the axis of rotation 64, while the opening 116 extends through an angle 118 of approximately 25 ° about the axis 64.

De opening 116 ligt geheel binnen de hoek 117, waarbij de opening 116 over een hoek 119 van ongeveer 30° verdraait ligt ten opzichte van die radiale zijde 120 van de hoek 20 115, die is afgekeerd van de middenzijde van de inrichting resp. de andere afvoertuit 59. De doseerplaat 85 is gelijk aan de doseerplaat 84 en is voorzien van twee doorlaatopeningen 121 en 122, die qua grootte gelijk zijn aan de resp. openingen 115 en 116 en qua ligging ten opzichte van 25 elkaar en ten opzichte van de draaiingsas 64 eveneens op deselfae wijze zijn gerangschikt als de openingen 115 en 116.The aperture 116 lies entirely within the corner 117, the aperture 116 being rotated through an angle 119 of approximately 30 ° with respect to that radial side 120 of the angle 20 which faces away from the center side of the device, respectively. the other discharge spout 59. The dosing plate 85 is equal to the dosing plate 84 and is provided with two passage openings 121 and 122, which are equal in size to the resp. openings 115 and 116 and in their location with respect to each other and with respect to the axis of rotation 64 are also similarly arranged as openings 115 and 116.

De bodemplaat 80 is op dezelfde wijze als de bodemplaat 81 voorzien van een afvoeropening 91. De afvoer-opening in de bodemplaat 80 is echter zodanig daarin aan-30 gebracht, dat zij met de opening 91 sjnrnnetrisch is gelegen ten opzichte van het verticale langsvlak 7. Onder de bodemplaat 80 is een doseermechanisme aangebracht, dat overeen-komt met het doseermechanisme 86 en eveneens vier doseerplaten zoals de doseerplaten 82-85 omvat. De openingen 35 in. de doseerplaten onder de bodemplaat 80 zijn echter, evenals voor de afvoeropeningen in de bodemplaten 80 en 81 is vermeld, svtmnetrisch gezien ten opzichte van het verticale vlak 7.The bottom plate 80 is provided with a discharge opening 91 in the same manner as the bottom plate 81. However, the discharge opening in the bottom plate 80 is arranged therein such that it is located with the opening 91 symmetrically with respect to the vertical longitudinal surface 7. A dosing mechanism corresponding to the dosing mechanism 86 and also comprising four dosing plates such as the dosing plates 82-85 is arranged under the bottom plate 80. Openings 35 in. however, the dosing plates under the bottom plate 80, as stated for the discharge openings in the bottom plates 80 and 81, are svtmnetrically seen with respect to the vertical plane 7.

8104 119 v -10-.8104 119v -10-.

Bij het gebruik van de inrichting wordt deze via de koppelingsstrippen 15 en 16 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld. Het koppelingseinde 45 van de aandrijfas 44 wordt gekoppeld met de aftakas van de trekker 5 of dergelijk voertuig. De inrichting dient voor het versprei-den van verspreidbaar materiaal, in het bijzonder voor het verspreiden van kunstmest, zaden of dergelijk materiaal over het veld, waarbij het te verspreiden materiaal in het reservoir 2 aangebracht kan worden. De hoeveelheid materiaal 10 die in een arbeidsgang medegenomen kan wOrden kan vergroot worden door op de bovenrand 74 van het reservoir 2 een op-zetrand 75 aan te brengen, waardoor bijvoorbeeld twee maal zoveel materiaal met de inrichting medegenomen kan worden . danaHeen in het reservoir 2.When the device is used, it is coupled via the coupling strips 15 and 16 to the three-point lifting device of a tractor. The coupling end 45 of the drive shaft 44 is coupled to the power take-off shaft of the tractor 5 or the like vehicle. The device serves for spreading spreadable material, in particular for spreading fertilizer, seeds or the like over the field, whereby the material to be spread can be arranged in the reservoir 2. The amount of material 10 that can be carried along in one operation can be increased by arranging a mounting edge 75 on the top edge 74 of the reservoir 2, so that, for example, twice as much material can be carried along with the device. danaHeen in the reservoir 2.

15 Het materiaal kan vanuit het reservoir aan de verspreidorganen 3 en 4 toegevoerd worden via de afvoer-openingen 91 in de bodems 80 en 81 en door de doorlaatope-ningen van de verschillende doseerplaten 82 - 85. Voor het verspreiden van het materiaal worden de verspreidorganen 3 20 en 4 vanaf de aftakas van de trekker via de aandrijfas 44 en de tandwielen in de tandwielkast 43 en de tandwielkast 22 in een richting volgens de pijlen 125 en 126 in draaiing gebracht. De verspreidorganen zullen hierbij ten opzichte van elkaar in tegengestelde richting roteren, waarbij de 25 nabij elkaar gelegen zijden van de verspreidorganen zullen bewegen in een richting samenvallend met de normale voort-bewegingsrichting 69 van de inrichting.The material can be supplied from the reservoir to the spreading members 3 and 4 via the discharge openings 91 in the bottoms 80 and 81 and through the passage openings of the different dosing plates 82 - 85. For spreading the material, the spreading members are 3 and 4 are rotated from the PTO shaft of the tractor through the drive shaft 44 and the gears in the gearbox 43 and the gearbox 22 in a direction according to arrows 125 and 126. The spreading members will herein rotate in opposite directions, the adjacent sides of the spreading members moving in a direction coinciding with the normal direction of advancement 69 of the device.

De richting waarin het materiaal door elk van de verspreidorganen wordt verspreid is, bij een gegeven dia-30 meter 60 van de verspreidorganen, afhankelijk van de ro-tatiesnelheid van het verspreidorgaan en de plaats waar het materiaal vanuit het reservoir op het verspreidorgaan wordt toegevoerd ten opzichte van de draaiingsas van het verspreidorgaan en de rijrichting 69. De draaisnelheid van 35' de verspreidorganen 3 en 4 kan naar keuze in έέη van meer-dere draaisnelheden ingesteld worden door het wisselen van de tandwielen 46 en 47 ten opzichte van elkaar of van het ί I wisselen van deze tandwielen met een ander stel tandwielen.The direction in which the material is distributed by each of the spreader members is, at a given diameter 60 meters from the spreader members, depending on the rotational speed of the spreader member and the location where the material is fed from the reservoir to the spreader member. relative to the axis of rotation of the spreading member and the direction of travel 69. The rotational speed of 35 'the spreading members 3 and 4 can optionally be adjusted in vanη of several rotational speeds by changing the gears 46 and 47 relative to each other or from the I change these gears with another set of gears.

XX

x 8104119 - 11 -x 8104119 - 11 -

De plaats van de toevoer van het materiaal aan ieder van de verspreidorganen kan binnen de grootte van de opening 91 veranderd worden door verdraaiing van έέη of meerdere do-seerplaten 82-85 ten opzichte van elkaar en/of ten op-5 zichte van de bodem 80 resp. 81. De doorlaatopeningen 100 en 109 vormen hierbij in samenwerking met elkaar een onder de opening 91 van de bodem 81 gelegen·doorlaatpoort, die betrekkelijk dicht bij de draaiingsas 64 is gelegen. De openingen 116 en 122 van de doseerplaten 84 en 85 vormen 10 onder de opening 91 en onder de langwerpige openingen 101 en 110 een doorlaatpoort die betrekkeli^'k ver van de drnaingsas 64 is gelegen. De openingen 100 en 109 werken samen onder de opening 91 en boven de doorlaatopeningen 115 en 121 voor het vormen van een doorlaatpoort of afvoer-15 monding van bepaalde grootte voor bet afvoeren van materiaal vanuit bet reservoir. De plaats van de openingen 100 en 109 binnen de omtreksboek 93 van de opening 91 en de omtreksboek 117 van de openingen 115 en 121 is instel-baar om de draaingsas 64. De met elkaar samenwerkende 20 openigen 116 en 122 vormen onder de opening 91 en onder de doorlaatopeningen 101 en 110 een doorlaatpoort of af-voermonding van bepaalde grootte die binnen de omtreksboek 93 van de opening 91 en de omtrekshoek 106 van de openingen 101 en 110 instelbaar zijn om de draaiingsas 25 64. Hierbij zi;jn de sectoren waarbinnen de verscbillende openingen in de bodem en de verscbillende doseerplaten zign gelegen zodanig gekozen dat de door de openingen 100 en 109 gevormde doorlaatpoort en de door de openingen 116 en 122 gevormde doorlaatpoort binnen bepaalde grenzen 30 ten opziehte van elkaar en/of gezamenlijk om de draaiingsas 64 verst eld en ingest eld kunnen worden, Hierdoor kan de plaats waar materiaal op bet betreffende verspreidorgaan kan worden toegevoerd zeer ruim gekozen worden. Hierbij is het in bet bi.jzonder van belang dat het materiaal in 35. radiale rich ting gemeten over betrekkelijk grote af stand 96 aan bet verspreidorgaan kan worden toegevoerd en dat de plaats waar bet materiaal door de openingen 100 en 101 dicbt bij de as 64 aan bet verspreidorgaan kan worden toe- * t : gevoerd nog verplaatst kan worden ten opziebte van de V>\ ^ 8104119 - 12 - plaats yvaar het materiaal door de openingen 116 en 122 ver van de draaiingsas 64 aan het verspreidorgaan wordt toegevoerd.The location of the supply of the material to each of the spreader members can be changed within the size of the opening 91 by rotating έέη or multiple dosing plates 82-85 relative to each other and / or relative to the bottom 80 resp. 81. The passages 100 and 109 herein cooperate with each other to form a passport located below the opening 91 of the bottom 81, which is relatively close to the axis of rotation 64. The openings 116 and 122 of the dosing plates 84 and 85 form a passage port located below the opening 91 and below the elongated openings 101 and 110, which is relatively far from the transmission axis 64. The openings 100 and 109 cooperate below the opening 91 and above the passage openings 115 and 121 to form a passage port or discharge mouth of particular size for discharging material from the reservoir. The location of the apertures 100 and 109 within the circumferential book 93 of the aperture 91 and the circumferential book 117 of the apertures 115 and 121 is adjustable about the axis of rotation 64. The cooperating apertures 116 and 122 form below the aperture 91 and below the passage openings 101 and 110, a passage port or discharge mouth of a certain size which are adjustable within the circumferential book 93 of the opening 91 and the circumferential angle 106 of the openings 101 and 110 about the axis of rotation 64. Here, the sectors within which the different openings in the bottom and the different dosing plates are so positioned that the passage port formed by the openings 100 and 109 and the passage port formed by the openings 116 and 122 are within certain limits 30 relative to each other and / or jointly about the axis of rotation 64 can be set and adjusted. As a result, the place where material can be supplied to the relevant spreader can be chosen very widely. It is particularly important here that the material can be fed to the spreader in a radial direction measured over a relatively large distance 96 and that the location where the material passes through the openings 100 and 101 at the axis 64 can be supplied to the spreader: it can still be moved with respect to the location where the material is fed to the spreader through the openings 116 and 122 far from the axis of rotation 64.

Door de weergegeven instelmogelijkheid van de 5 doorlaatpoorten om de draaiingsas 64 en ten opzichte van de rijrichting 69 kan de omtrekshoek waarover het materiaal de omtrek van het verspreidorgaan verlaat binnen mime grenzen ingesteld worden. Hierbij is bet van belang dat bet door de door de openingen 100 en 109 gevormde doorlaat-10 poort uitstromende materiaal verder van de omtrek van bet verspreidorgaan daaraan toevloeit en daarom een langere weg op bet verspreidorgaan zal doorlopen dan bet materiaal dat door de door de openingen 116 en 122 gevormde doorlaat-poort aan bet verspreidorgaan wordt toegevoerd. De door 15 de openingen 100 en 109 resp. de openingen 116 en 122 gevormde doorlaatpoorten kunnen ten opzichte van elkaar zodanig aangebracht worden dat bet door deze poorten stromende materiaal min of meer gescbeiden van elkaar op bet verspreidorgaan terecbtkomt en over naast elkaar gelegen en even-20 tueel op elkaar aansluitende bewegingsbanen over bet verspreidorgaan naar de omtrek daarvan bewegen, waardoor bet materiaal de omtrek van bet verspreidorgaan over een grote omtreksboek kan verlaten. De.. doseerplaten 82 - 85 zijn ecb-ter ook zodanig in te stellen dat bet materiaal dat door 25 de openingen 100 en 109 aan bet verspreidorgaan wordt toegevoerd op bet verspreidorgaan over een baan daarover naar de omtrek daarvan beweegt die samenvalt met de baan waarover bet materiaal over het verspreidorgaan naar de omtrek daarvan beweegt dat aan bet verspreidorgaan wordt toege-30 voerd door de openingen 116 en 122. Y/anneer beide genoemde stromingsbanen elkaar overlappen zal het materiaal over een betrekkelijk kleine omtreksboek bet verspreidorgaan aan de omtrek verlaten.Due to the shown adjustment possibility of the 5 passage ports about the axis of rotation 64 and with respect to the direction of travel 69, the circumferential angle over which the material leaves the circumference of the spreading member can be adjusted within mime limits. It is important here that the material flowing through the passage-port formed by the openings 100 and 109 flows further away from the circumference of the spreading member and will therefore continue a longer way on the spreading member than the material passing through the openings. 116 and 122 formed port gate is fed to the spreader. The openings 15 and 100 and 109 resp. the passages formed in the openings 116 and 122 can be arranged relative to each other in such a way that the material flowing through these gates comes more or less from each other on the spreading member and on adjoining and optionally connecting movement paths across the spreading member its circumference, allowing the material to leave the outline of the spreader over a large circumferential book. The metering plates 82-85 are also more adjustable so that the material fed through the apertures 100 and 109 to the spreader on the spreader travels along a path thereover which coincides with the path over which The material moves across the spreader to the periphery thereof, which is supplied to the spreader through openings 116 and 122. If both of said flow paths overlap, the material will leave the spreader at the circumference over a relatively small circumferential book.

Sen goede toevoer van bet materiaal aan de ver-35' spreidorganen wordt verkregen warmeer de openingen even-wijdig aan de draaiingsassen gesien binnen een denkbeel-dige cirkel 137 zijn gelegen, waarop de begineinden 138 van de werpschoepen 34 liggen. De rotatiesnelheid van de ver- 810 4 119 - 13 - spreiaorganen en de plaats van toevoer van het materiaal aan de verspreidorganen kunnen nu zodanig ingesteld worden dat het materiaal naar keuze in έέη van een groot aantal richtingen en breedten van strooisectoren uitgestrooid kan 5 worden door elk van de verspreidorganen.A good supply of the material to the spreader members is obtained when the openings are parallel to the axes of rotation located within an imaginary circle 137 on which the initial ends 138 of the throwing blades 34 lie. The rotational speed of the spreader members and the location of supply of the material to the spreader members can now be adjusted so that the material can optionally be spread in έέη of a large number of directions and widths of spreading sectors by each of the distribution organs.

De digging van de openingen 91 in de bodems 80 en 81, de draairichting en de instelbare draaisnelheid van de verspreidorganen alsmede de diameters daarvan, zig'n zodanig gekozen, dat het materiaal door de verspreidorganen 10 kan worden uitgestrooid over strooisectoren die met elkaar samenvallen of over strooisectoren die niet of slechts ge&eeltelig'k samenvallen.The digging of the apertures 91 in the bottoms 80 and 81, the direction of rotation and the adjustable speed of rotation of the spreading members as well as their diameters, are chosen such that the material can be spread by spreading members 10 on coinciding sectors or about spreading sectors that do not coincide, or only partly, in one piece.

De inrich ting is in het bijzonder geschikt voor het uitstrooien van materiaal zodanig dat de ver-15 spreidorganen het materiaal over samenvallen strooisectoren uitstrooit. Hiervoor draaien de verspreidorganen in de weergegeven richtingen 125 en 126 tegengesteld aan elkaar en zign de afvoeropeningen 91 en de openingen in de verschil-lende doseerplaten symmetrisch ten opzichte van elkaar aan 20 weerszijden van het vlak 7 gelegen, een en ander zodanig dat de verspreidorganen het materiaal symmetrisch ten opzichte van het verticale vlak 7 zullen uitstrooien. 0m het materiaal hierbig over een zo breed mogeligke strook tij-dens het voortbewegen van de inrichting in de richting 69 25 te kunnen uitstrooien zal de draaisnelheid van de verspreidorganen betrekkelijk groot gekozen worden en de plaats van toevoer van het materiaal op de verspreidorganen zodanig worden ingesteld dat het materiaal over een grote omtreks-hoek de omtrek van het verspreidorgaan verlaat en daarmede 30 over een brede strooisector uitgestrooid wordt.The device is particularly suitable for spreading material such that the spreading members scatter the material over coincident spreading sectors. For this purpose, the distribution members rotate in opposite directions to each other in the directions shown 125 and 126 and the discharge openings 91 and the openings in the different dosing plates are located symmetrically relative to each other on either side of the plane 7, such that the distribution members material will scatter symmetrically with respect to the vertical plane 7. In order to be able to spread the material over the widest possible strip during the advancement of the device in direction 69, the rotational speed of the spreading members will be chosen relatively large and the place of supply of the material to the spreading members is adjusted in this way that the material leaves the periphery of the spreading member over a large circumferential angle and is thereby spread over a wide spreading sector.

In de figuur 13 is een stand van de doseerplaten 82 - 85 weergegeven, zodanig dat het materiaal over een om-trekshoek 128 (fig. 4 en 13) van ongeveer 150° de omtrek van het verspreidorgaan zal verlaten. Hiervoor zig'n de 35 openingen 108 en 109 zodanig ingesteld dat zig een doorlaat-poort 129 vormen, die ten opzichte van de draairichting 126 voorligt op de doorlaatpoort 130 die gevormd wordt door de openingen 116 en 122. De doorlaatpoorten 129 en 130 vormen 'X, 8104119 - 14- uitmon&ingen van de door de bodem 80 en de doseerplaten 82-85 gevormde afvoermiddelen van hot reservoir. Daar de bodem 80 met de doseerplaten 82-85 horizontaal gelegen zijn evenals het verspreidorgaan 4 zal de lagging van de door-5 laatpoorten 129 - 130 overeenkomen met de plaats waar het materiaal op het verspreidorgaan wordt toegevoerd. Door de genoemde ligging van de doorlaatpoorten 129 en 130 zal het materiaal zodanig op het verspreidorgaan terechtkomen dat het door de beide poorten vallende materiaal over naast 10 elkaar gelegen stromingsbanen over het verspreidorgaan naar de omtrek daarvan zal stromen, waardoor het over de grote omtrekshoelc 128 de omtrek bereikt en zal verlaten. Boven het verspreidorgaan 3 zullen door de onder de bodem 80 gelegen doseerplaten 82 - 85 met de doorlaatpoorten 129, 15 130 overeehkomende doorlaatpoorten symmetrisch ten op- zichte van het vlak 7 ingesteld worden, zodanig dat het verspreidorgaan 3 het materiaal over een omtrekshoek 127 van eveneens ongeveer 150° de omtrek van het verspreidorgaan verlaat. Hierbij zullen de door de verspreidorganen 3 en A 20 uitgestrooide strooisectoren 134 en 135 symmetrisch zijn gelegen ten opzichte van het verticale vlak 7, een en ander zodanig dat deze strooisectoren elkaar volledig over-lappen (fig. 4). De ligging van de omtrekshoeken 127 resp.Figure 13 shows a position of the dosing plates 82-85 such that the material will leave the periphery of the spreading member over a circumferential angle 128 (Figures 4 and 13) of approximately 150 °. For this purpose, the apertures 108 and 109 are adjusted so that they form a passage port 129, which, with respect to the direction of rotation 126, lies on the passage port 130 formed by the openings 116 and 122. The passage ports 129 and 130 form X, 8104119 - 14 expansions of the hot reservoir drains formed by the bottom 80 and the dosing plates 82-85. Since the bottom 80 with the dosing plates 82-85 are horizontal as well as the spreading member 4, the lay of the passage ports 129-130 will correspond to the place where the material is supplied to the spreading member. Due to the said location of the passage ports 129 and 130, the material will end up on the spreading member such that the material falling through the two ports will flow over adjacent spreading paths across the spreading member to the circumference thereof, as a result of which it will flow over the large circumferential angle 128 circumference reached and will leave. Above the spreader 3, the dosing plates 82 - 85 with the passage ports 129, 130, which are opposite the passage ports 129, 130 will be adjusted symmetrically with respect to the plane 7, such that the spreader 3 has the material over a peripheral angle 127 of also about 150 ° from the periphery of the spreading member. Here, the spreading sectors 134 and 135 spread by the spreading members 3 and A 20 will be symmetrical with respect to the vertical plane 7, such that these spreading sectors overlap completely (Fig. 4). The location of the peripheral angles 127 resp.

128 loan om de draaiingsas 63 resp. 64 versteld worden door 25 de doseerplaten 82 - 85 met behoud van hun onderlinge stand gezamenlijk om de resp. draaiingsassen te verstellen. De doorlaatpoorten 129 en 130 zullen hierbij binnen de hoek 93 van de afvoeropening 91 gehouden moeten worden. Deze ins-telling is van belang voor het uitstrooien van verschillende 30 soorten materiaal.128 loan on the axis of rotation 63 resp. 64 can be adjusted by the dosing plates 82 - 85 while maintaining their mutual position jointly around the resp. rotational axes. The passage ports 129 and 130 will then have to be kept within the angle 93 of the discharge opening 91. This setting is important for the spreading of different types of material.

In fig. 14 is een stand van de doseerplaten 82 -85 weergegeven waarbij een doorlaatpoort 131 wordt gevormd door de openingen 100 en 109 en een doorlaatpoort 132 door de openingen 116 en 122. De gevormde doorlaatpoorten 131 35, en 132 zijn zodanig ingesteld ten opzichte van elkaar dat de doorlaatpoort 132 ten opzichte van de draairichting 126 v<$<5rligt op de doorlaatpoort 131. Deze opstelling van de doorlaatpoorten 131 en 132 heeft tot gevolg dat het door de doorlaatpoort 131 uitstromende materiaal op het v'\ 810 4 119 - 15 - verspreidorgaan terechtkomt en via het verspreidorgaan over een baan naar de omtrek van bet verspreidorgaan beweegt die samenvalt met de baan waarover het materiaal dat door de doorlaatpoort 132 op het verspreidorgaan terechtkomt naar 5 de omtrek daarvan beweegt. De doorlaatpoorten 131 en 132 zijn ten opzichte van de doorlaatpoorten 129 en 130 in grootte kleiner doordat de doseerplaten 82 en 83 ten opzichte van elkaar zodanig zijn aangebracht, dat de openingen 100 en 109 slechts gedeeltelijk samenvallen evenals de ope-10 ningen 116 en 122 door de gekozen instelling van de doseerplaten 84 en 85 ten opzichte van elkaar.In Fig. 14, a position of the dosing plates 82-85 is shown in which a passage port 131 is formed by the openings 100 and 109 and a passage port 132 by the openings 116 and 122. The shaped passage ports 131, 35, and 132 are so positioned relative to from each other that the passage port 132 is located on the passage port 131 relative to the direction of rotation 126. This arrangement of the passage ports 131 and 132 results in the material flowing out through the passage port 131 onto the vessel. 15 - spreading member and moves via the spreading member on a path to the periphery of the spreading member which coincides with the path over which the material which passes through the passage port 132 on the spreading member moves to the periphery thereof. The passage ports 131 and 132 are smaller in size relative to the passage ports 129 and 130 in that the dosing plates 82 and 83 are arranged relative to each other such that the openings 100 and 109 coincide only partially, as do the openings 116 and 122 through the selected setting of the dosing plates 84 and 85 relative to each other.

In het uitvoeringsvoorbeeld voIrens fig. 14 zal het materiaal over een omtrekshoek 133 van ongeveer 45° de omtrek van het verspreidorgaan verlaten zodat het materiaal 15 door het verspreidorgaan over een betrekkelijk smalle strooi-sector 136 zal worden uitgestrooid door het verspreidorgaan 4. Bij symmetrische opstelling ten opzichte van het vlak 7 van de doseerplaten onder de bodem 80 zal het verspreidorgaan 3 het materiaal uitstrooien over een strooisector 20 die symmetrisch ten opzichte van het verticale vlak 7 is gelegen ten opzichte van de strooisector uitgestrooid door het verspreidorgaan 4. In de opstelling volgens fig. 14 zal het door de verspreidorganen 3 en 4 uitgestrooide materiaal over strooisectoren uitgestrooid worden die elkaar 25 niet overlappen, zodat het materiaal bij het voortbewegen van de inrichting op naast elkaar gelegen banan terecht komt.In the exemplary embodiment shown in Fig. 14, the material will leave the periphery of the spreading member over a circumferential angle 133 of approximately 45 °, so that the material 15 will be spread through the spreading member over a relatively narrow spreading sector 136 by the spreading member 4. In symmetrical arrangement with respect to the plane 7 of the dosing plates under the bottom 80, the spreading member 3 will spread the material over a spreading sector 20 which is symmetrically situated with respect to the vertical plane 7 with respect to the spreading sector spread by the spreading member 4. In the arrangement according to Fig. 14, the material scattered by the spreading members 3 and 4 will be scattered over spreading sectors which do not overlap, so that the material ends up on adjacent banan when the device is moved.

Binnen de min of meer weergegeven uiterste mo-gelijkheaen van de grootte van de strooisectoren zoals in 30 de figuren 13 en 14 is weergegeven, zullen vele mogelijk-heden liggen voor de grootte en lagging van de strooisectoren door het instellen van de doseerplaten 82-85 ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de betreffende bodem 80 of 81. De instelling van de doseerplaten kan uit-35' gevoerd worden door de niet naaer weergegeven verstel-mechanismen waarmede de doseerplaten zijn gekoppeld.Met de inrichting kan aldus materiaal zeer smal, maar 00k zeer breed uitgestrooid worden waarbij steeds een goed strooi- beeld gewaarborgd is.Within the more or less shown extreme range of the size of the spreading sectors as shown in Figures 13 and 14, many possibilities will lie for the size and lagging of the spreading sectors by adjusting the dosing plates 82-85 relative to each other and relative to the respective bottom 80 or 81. The adjustment of the dosing plates can be effected by means of the adjustment mechanisms (not shown) to which the dosing plates are coupled. Thus, the device allows material to be very narrow, but also be spread very widely, always ensuring a good spreading pattern.

·> w \ 8 1 0 4 11 9 -16-·> W \ 8 1 0 4 11 9 -16-

Het zal duidelijk zijn dat door de instelmoge-lijkheden van de doseerplaten naar keuze veel of weinig • materiaal per oppervlakte-eenheid zal kunnen worden uitge-strooid, waarbij de oppervlakte waarover het materiaal per 5 strooigang wordt uitgestrooid, van belang is en op zich-zelf eveneens op vele wijzen kan worden ingest eld. Het materiaal zal hierbij over brede banen verspreid kunnen wor-den tijdens een strooigang en over strooibanen die op af- · stand van elkaar zijn gelegen. Het uitstrooien over van 10 elkaar gescheiden banen zal van belang zijn om materiaal in rijen-cultures uit te strooien.It will be clear that the adjustment options of the dosing plates can optionally spread much or little material per unit area, whereby the area over which the material is spread per 5 spreading pass is important and per se. itself can also be set in many ways. The material can hereby be spread over wide webs during a spreading run and over spreading webs that are spaced apart. Spreading over separated webs will be important for spreading material in row cultures.

Hiervoor is gesteld dat de beide verspreidorga-nen het materiaal symmetrisch ten opzichte van het vlak 7 uitstrooien, waarbij de doseerplaten 82-85 onder de bo-15 dems 80 en 81 symmetrisch ten opzichte van het vlak 7 zijn gelegen. Het is echter ook mogelijk het materiaal door het ene verspreidorgaan anders uit te strooien dan door het an-dere verspreidorgaan. Bijvoorbeeld kan het ene verspreidorgaan het materiaal in een andere richting uitstrooien dan 20 het andere verspreidorgaan. Ook kunnen de doseerplaten van de beide doseermechanismen zodanig verschillend ingesteld worden, dat het materiaal door de beide verspreidorganen over strooisectoren van verschillende breedte uitgestrooid wordt.It has been suggested for this that the two spreading members scatter the material symmetrically with respect to the surface 7, the dosing plates 82-85 being located symmetrically with respect to the surface 7 under the bottoms 80 and 81. However, it is also possible to spread the material differently through one spreader than through the other spreader. For example, one spreader can scatter the material in a different direction than the other spreader. The dosing plates of the two dosing mechanisms can also be adjusted in such a way that the material is spread over the spreading sectors of different widths by the two spreading members.

25 Hoewel in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld twee verspreidorganen aanwezig zijn, is het ook mogeligk de weergegeven konstruktie van het doseermechanisme 36 met vier doseerplaten 82 - 85 toe te passen bij een strooirich-ting met slechts έέη om een draaiingsas beweegbaar verspreid-30 orgaan.Although in the illustrated exemplary embodiment two spreader members are present, it is also possible to use the shown construction of the dosing mechanism 36 with four dosing plates 82 - 85 in a spreading direction with only omη about a rotational axis movable spreader.

Het zal door het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld van de uitvoeringsgedachte duidelijk zijn dat met een konstruktie volgens de uitvinding op verschillende manie-ren gewerkt kan worden. De verschillende werkwijzen waarme-35, de met een inrichting volgens de uitvinding gewerkt kan worden maken dat de inrichting economisch op grote en kleine bedrijven gebruikt kan worden.It will be clear from the above-described exemplary embodiment of the exemplary embodiment that with an construction according to the invention it is possible to work in different ways. The various methods by which the device according to the invention can be worked with mean that the device can be used economically on large and small companies.

Door de onafhankelijk van elkaar in te stellen vier doseerplaten verkrijgt men een groot aantal instelmo- 8104119 - 17 - gelijkheden. Doordat elke doseerplaat twee doorlaatopenin-gen heeft die op verschillende afstanden van de draaiings-assen zijn gelegen, wordt een goede verdeling van het mate-riaal op 'net verspreidorgaan verkregen terwijl de instelmo-5 gelijkheid gunstig wordt beinvloed. Het zal in principe moge-lijk zijn de twee doorlaatopeningen samen te voegen tot έέη opening; bijvoorbeeld kan de rand 102 tussen de openingen 100 en 101 weggelaten worden.A large number of adjustment options are obtained by independently adjusting the four dosing plates. Since each dosing plate has two orifices located at different distances from the rotary axes, a good distribution of the material on the spreading member is obtained while the adjustment possibility is favorably influenced. In principle it will be possible to merge the two passage openings into one opening; for example, the rim 102 between the openings 100 and 101 can be omitted.

In bet bijzonder wanneer veel materiaal per 10 oppervlakte-eenheid uitgestrooid moet worden zal bet gunstig zijn oin veel materiaal per arbeidsgang te kunnen meenemen. Hiervoor kan bet opzetstuk 75 op de bovenzijde van bet reservoir 2 aangebracbt worden. Bij het uitstrooien van be-trekkelijk kleine hoeveelheden materiaal per oppervlakte-15 eenheid en in bet bijzonder wanneer het materiaal slecbts over van elkaar gescheiden banen zal beboeven te worden uitgestrooid, zal het reservoir 2 over het algemeen voldoende groot zijn om voldoende materiaal voor έέη of meerdere ar-beidsgangen te kunnen meenemen. Een bi.izonder gunstige con-20 structie wordt verkregen wanneer bet reservoir 2 een inhoud heeft van 400 1. en bet opzetstuk 75 van eveneens 400 1.In particular, if a lot of material is to be spread per unit area, it will be advantageous to be able to carry a lot of material per operation. For this, the attachment 75 can be mounted on the top of the reservoir 2. In general, when spreading relatively small amounts of material per unit area, and especially when the material will be scattered over separated webs, the reservoir 2 will be sufficiently large to allow sufficient material for ofη or be able to take several work corridors with you. An especially favorable construction is obtained when the reservoir 2 has a volume of 400 l and the attachment 75 also of 400 l.

Met gebruik van bet opzetstuk kan dan 800 1. materiaal mede-genomen worden.Using the attachment, 800 1. material can then be taken along.

De grootte en vorm van bet weergegeven reser-25 voir 2 is zodanig dat bet reservoir 2 gemakkeiijk uit bijv. een stuk metaal geperst kan worden of op anaere wijze uit έέη stuk materiaal gefabriceerd kan worden. Het uit έέη gebeel maken van een reservoir kan hierbij vereenvoudigd worden door de afvoertuiten 59 en 60 slecbts een geringe 30 boogte 73 ten opzicbte van de totale boogte 72 te geven. Kierdoor wordt verier de inhoud van bet reservoir zo groot mogelijk gehouden. Hierbij kan bet van voordeel zijn dat de verspreidorganen zo dicht mogelijk bij elkaar liggen en de diameter van de verspreidorganen niet te groot is, zoaat 35' de afvoertuitenmet op grote afstand van elkaar behoeven te liggen. Door deze vorm van bet reservoir wordt tevens een goede afvoer uit bet reservoir door de afvoertuiten verkregen.The size and shape of the reservoir 2 shown is such that the reservoir 2 can be easily pressed from, for example, a piece of metal or can be manufactured in an an anonymous manner from one piece of material. Making a reservoir out of kanη can be simplified here by giving the discharge spouts 59 and 60 only a small arc 73 to the total arc 72. Kierdoor will keep the contents of the reservoir as large as possible. It can be advantageous here that the spreading members are as close as possible to one another and that the diameter of the spreading members is not too large, so that the discharge spouts need to be at a great distance from each other. This form of reservoir also provides good drainage from the reservoir through the discharge spouts.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is de diameter 66 van de verspreidorganen ongeveer 35 cm., waarbij de afstand 65 ^^8104119 - 18 tussen de draaiingsassen 63 en 64 van de verspreidorganen ongeveer 37 cm. is. De afvoertuiten 59 en 60 kunnen hierbij dicht bij elkaar zijn gelegen, terwijl de totale breedte van bet reservoir niet al te groot behoeft te zijn. Verder 5 kan door de betrekkelijk kleine diameter en de ligging van de verspreidorganen dicht bij elkaar het gestel eveneens in breedte klein gehouden worden. Hierdoor zal het materiaal-gebruik voor het samenstellen van de inrichting zo klein mogelijk gehouden kunnen worden, terwijl de fabricage van 10 het gestel en het reservoir daardoor eveneens gunstig be-invloed worden.In this exemplary embodiment, the diameter 66 of the spreading members is approximately 35 cm, the distance 65 ^ 8104119-18 between the rotational axes 63 and 64 of the spreading members being approximately 37 cm. is. The discharge spouts 59 and 60 can be located close to each other, while the total width of the reservoir need not be too great. Furthermore, due to the relatively small diameter and the location of the spreading members close to each other, the frame can also be kept small in width. As a result, the use of material for assembling the device can be kept as small as possible, while the manufacture of the frame and the reservoir are thereby also favorably influenced.

De weergegeven vorm van het gestel en het reservoir maken een gunstige en goedkope fabricage mogelijk.The illustrated shape of the frame and the reservoir allow a favorable and inexpensive manufacture.

De tandwielbak 22 kan hierbij met de horizontale aangebrachte 15 tandwielen 37 - 40 in hoogte 136 laag gehouden worden, waar-door een lage bouw van de inrichting gunstig wordt beinvloed. De kast 22 vormt hierbij een goede verstijving tussen de draagbalken 20 en een goede ondersteuning voor de verspreidorganen. Montage en bevestiging van de tandwielkast 22 is 20 op gunstige wijze uit te voeren doordat de onderbak 23 met de platen 24 vast is verbonden en tussen de draagbalken 20 kan worden aangebracht. De tandwielkast is door de bouten 25 gemakkelijk met de balken 20 te verbinden, terwijl het dek-sel 26 onafhankelijk van de bevestiging van de onderbak 23 25 aan de balken 20 is aan te brengen.The gearbox 22 can be kept low with the horizontally arranged gears 37-40 in height 136, whereby a low construction of the device is favorably influenced. The box 22 hereby forms a good stiffening between the supporting beams 20 and a good support for the spreading members. Assembly and mounting of the gearbox 22 can be advantageously carried out in that the bottom tray 23 is fixedly connected to the plates 24 and can be arranged between the supporting beams 20. The gearbox can be easily connected to the beams 20 by the bolts 25, while the cover 26 can be fitted to the beams 20 independently of the attachment of the bottom box 23.

De diameter van de verspreidorganen kan op bij-zonder gunstige wijze klein gehouden worden, terwijl het materiaal toch over een grote breedte uitgestrooid kan wrorden wanneer de verspreidorganen met betrekkelijk grote snelheid 30 in rotatie gebracht kunnen worden. Bij voorkeur is deze rotatiesnelheid groter dan ongeveer 1040 omw./min. zodat een uitstrooiing van het materiaal per arbeidsgang uitgevoerd kan worden met een strooibreedte van bijv. 24 m. Een gunstige rotatiesnelheid van de verspreidorganen kan bijvoorbeeld 35, 1500 omw./min. zijn. De aandrijving van de verspreidorganen door tandwielen, waarbij de verspreidorganen door de vier tandwielen 37-40 met elkaar zijn gekoppeld geeft een be-trouwbare aandrijving waarbij de onderlinge stand van de verspreidorganen is gewaarborgd.The diameter of the spreader members can be kept very small in a particularly favorable manner, while the material can still be spread over a large width if the spreader members can be rotated at a relatively high speed. Preferably, this rotational speed is greater than about 1040 rpm. so that a spreading of the material per operation can be carried out with a spreading width of, for example, 24 m. A favorable rotation speed of the spreading members can, for example, be 35, 1500 rpm. to be. The drive of the spreading members by gears, the spreading members being coupled to each other by the four gears 37-40, provides a reliable drive whereby the mutual position of the spreading members is ensured.

’ \ 810 4 119 - 19-810 4 119 - 19-

De ins telling van de draaisnelheid van de ver-spreidorganen kan op eenvoudige wijze doorgevoerd worden door het afnemen van het deksel 51 en het wisselen van de tandwielen 46 en 47 ten opzichte van elkaar en/of ten 5 opzichte van een ander stel tandwielen. Het deksel 51 is hiervoor gemakkelijk afneembaar aan de tandwielkast 43 aangebracht. De instelling van de rotatiesnelheid geeft een goede regelbare strooibreedte en gelijkmatige uitstrooiing.The rotation speed of the spreading members can be set in a simple manner by removing the cover 51 and changing the gears 46 and 47 with respect to each other and / or with respect to another set of gears. The cover 51 is for this purpose easily mounted on the gearbox 43. The rotation speed setting provides good controllable spreading width and even spreading.

De balken 11 en 10 van het gestel 1 vormen met 10 de balk 13 en de tandwielkast 22 een goede verbinding tus-sen de beide gebogen zijbalken 5 en 6. Hierbij kan aan de balk 11 via het gat 12 een verder werktuig aan de inrich-ting aangehangen worden, bijvoorbeeld een wagen met te ver-spreiden materiaal.The beams 11 and 10 of the frame 1 form a good connection with the beam 13 and the gearbox 22 between the two curved side beams 5 and 6. Here, a further tool can be attached to the beam 11 via the hole 12 on the device. , for example, a trolley with material to be spread.

15 De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hier voor is beschreven doch strekt zich ook uit tot datgene wat in de tekeningen is weergegeven en daaruit blijkt, doch niet is beschreven.The invention is not limited to what has been described above, but also extends to that which is shown in the drawings and which is apparent therefrom, but which has not been described.

-Conclusies- \ 8 1 0 4 11 9 V*-Conclusions- \ 8 1 0 4 11 9 V *

Claims (44)

1. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een reservoir, en ten minste twee om draaiingsassen beweeg-5 bare verspreidorganen, met bet kenmerk, dat de twee ver-spreidorganen op korte afstand naast elkaar zijn gelegen en met een aandri jfmechanisme zijn gekoppeld, dat zodanig is uitgevoerd, dat de verspreidorganen naar keuze met έέη van twee of meer verschillende snelheden aandrijfbaar zijn.1. Device for spreading granular and / or powdered material, in particular fertilizer, seed or the like, provided with a frame, a reservoir and at least two spreading members movable about rotary axes, characterized in that the two spreader members are juxtaposed and coupled to a drive mechanism so that the spreader members are optionally drivable at two or more different speeds. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dichtst bij elkaar gelegen delen van de verspreidorganen op een afstand van elkaar zijn gelegen van on-geveer 2 cm. ...Device according to claim 1, characterized in that the closest parts of the spreading members are spaced about 2 cm apart. ... 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de verspreidorganen om evenwijdig aan elkaar gelegen draaiingsassen beweegbaar zijn en in gelijke draai-ingsvlakken loodrecht op de draaiingsassen beweegbaar en gelegen zijn.3. Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the spreading members are movable about rotation axes located parallel to each other and are movable and located in equal rotation planes perpendicular to the rotation axes. 4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de verst van de draaiingsas van de verspreidorganen gelegen delen bewegen tijdens bedrijf van de inrichting op een cirkel van ongeveer 35 cm. diameter.4. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that parts furthest from the axis of rotation of the spreading members move during operation of the device on a circle of approximately 35 cm. diameter. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verspreidorganen plaatvormige delen 25 hebben waarop werpschoepen zijn aangebracht, waarbij de plaatvormige delen in eenzelfde vlak zijn gelegen.5. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the spreading members have plate-shaped parts 25 on which throwing blades are arranged, wherein the plate-shaped parts lie in the same plane. 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrijfmechanisme zodanig is gekoppeld met de verspreidorganen dat deze met een toeren- 30 tal van minimaal 1040 omw./min. in rotatie gebracht kunnen worden.6. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the drive mechanism is coupled to the spreading members in such a way that they rotate at a speed of at least 1040 rpm. can be rotated. 7. Inrichting voor het verspreiden van korrel-en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, * zaad of dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een 35 reservoir en ten minste twee verspreidorganen, met het kenmerk, dat de verspreidorganen met een aandrijfmechanisme nmui_i'n gekoppeld, dat zodanig is gevormd dat de verspreid- 8104119 - 21 - organen in rotatie gebracht kunnen worden met een snelheid van minimaal 1040 omw./min.7. Device for spreading granular and / or powdery material, in particular fertilizer, seed or the like, provided with a frame, a reservoir and at least two spreading members, characterized in that the spreading members with a driving mechanism nmui_i'n coupled, such that the spreader members can be rotated at a speed of at least 1040 rpm. 8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de verspreidorganen aandrijfbaar zi jn met een 5 snelheid van ongeveer 1500 omw«/min.8. Device as claimed in claim 6 or 7, characterized in that the spreading members are drivable at a speed of about 1500 rpm. 9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandri jfmechanisme een aantal tandwielen omvat, die met elkaar in aandrijving zijn en tussen de verspreidorganen-zijn aangebracht en deze met 10 elkaar koppelt.9. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the drive mechanism comprises a number of gears, which drive each other and are arranged between the spreading members and couple them to each other. 10. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een reservoir en ten minste twee verspreidorganen, met het kenmerk, 15 dat de verspreidorganen onderling zijn gekoppeld met tandwielen, die in een tahdwielkast zijn aangebracht, waarbij de tandwielkast een verbinding vormt tussen draagbalken van het gestel.10. Device for spreading granular and / or powdery material, in particular fertilizer, seed or the like, comprising a frame, a reservoir and at least two spreading members, characterized in that the spreading members are mutually coupled with gears mounted in a tahd gearbox, the gearbox forming a connection between supporting beams of the frame. 11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het 20 kenmerk, dat de tussen de beide verspreidorganen aange- brachte tandwielen, rechte tandwielen zijn.11. Device according to claim 9 or 10, characterized in that the gears arranged between the two spreading members are spur gears. 12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de rechte tandwielen draaibaar zijn om zich in hoogte-richting uitstrekkende draaiingsassen.12. Device as claimed in claim 11, characterized in that the spur gears are rotatable about rotation axes extending in height direction. 13. Inrichting volgens een der conclusies 9 - 12, met het kenmerk, dat de tandwielen in een tandwielkast zijn aangebracht, die in doorsnede een platte kokervormige balk vormt tussen gesteldelen.Device as claimed in any of the claims 9-12, characterized in that the gears are arranged in a gearbox, which in cross section forms a flat tubular beam between frame parts. 14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het 30 kenmerk, dat de tandwielkast is aangebracht tussen in tegenover elkaar gelegen zijden van het gestel aangebrachte draagbalken.14. Device according to claim 12 or 13, characterized in that the gearbox is arranged between supporting beams arranged in opposite sides of the frame. 15. Inrichting volgens een der conclusies12 - 14, met het kenmerk, dat de tandwielkast een onderbak bezit, die 35 aan de uiteinden is voorzien van koppelingsplaten, waarmede de tandwielkast aan de draagbalken bevestibaar is.15. Device as claimed in any of the claims 12-14, characterized in that the gearbox has a bottom box, which is provided at the ends with coupling plates, with which the gearbox can be attached to the supporting beams. 16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de tandwielkast is voorzien van een bovendeksel dat losneembaar aan de onderbak is aangebracht. ”'· 810 4 119 V - 22 - 17. , Inrichting volgens een der conclusies 12 - 16, met het kenmerk, dat de verspreidorganen zijn aangebracht aan in de tandwielkast gelagerde assen.16. Device as claimed in claim 15, characterized in that the gearbox is provided with a top cover which is detachably mounted on the bottom box. 810 4 119 V - 22 - 17. Device according to any one of claims 12 - 16, characterized in that the spreading members are arranged on shafts mounted in the gearbox. 18. Inrichting volgens een der conclusies 14 - 17, 5 met het kenmerk, dat.de tandwielkast is aangebracht tussen de achtereinden van zich in hoofdzaak in de rijrichting uitstrekkende draagbalken, die met hun vooreinden met andere delen van het gestel zijn gekoppeld.18. Device as claimed in any of the claims 14-17, 5, characterized in that the gearbox is arranged between the rear ends of support beams extending substantially in the direction of travel, which are coupled with their front ends to other parts of the frame. 19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, 10 dat de draagbalken met hun vooreinden zijn gekoppeld aan gebogen delen van in· vertikale richting U-vormig gebogen zijbalken van het gestel, waarbij elke draagbalk tussen de benen van de respectieve U-vormig gebogen zijbalk is gelegen.19. Device as claimed in claim 18, characterized in that the supporting beams are coupled with their front ends to bent parts of side beams of the frame bent in the U-shape in the vertical direction, wherein each supporting beam is bent between the legs of the respective U-shaped sidebar is located. 20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, 15 dat tussen het bovenbeen van de U-vormig gebogen zijbalk en de draagbalk een verstevigingsplaat is aangebracht.20. Device according to claim 19, characterized in that a reinforcing plate is arranged between the upper leg of the U-shaped curved side beam and the supporting beam. 21. Inrichting volgens een der conclusies 18 - 20, met het kenmerk, dat de ondergelegen benen van zijbalken met elkaar zijn gekoppeld door twee dwarsbalken, waarvan 20 er έέΐΐ de einden van de onderbenen van de zijbalken met elkaar verbindt en in bovenaanzicht gezien althans nage-noeg nabij de achterzijde van de verspreidorganen is gelegen.21. Device as claimed in any of the claims 18-20, characterized in that the lower legs of side beams are coupled to each other by two cross beams, of which 20 connect the ends of the lower legs of the side beams and at least seen in plan view -located close to the rear of the spreading members. 22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de nabij de achterzijde van de benen van de zijbalken 25 gelegen dwarsbalk is voorzien van een aahkoppelingspunt waaraan een verder werktuig-aankoppelbaar is.22. Device as claimed in claim 21, characterized in that the cross beam located near the rear side of the legs of the side beams 25 is provided with a coupling point to which a further tool can be coupled. 23. Inrichting volgens een der conclusies 12 - 22, met het kenmerk, dat in zijaanzicht gezien onder de tandwielkast een aandrijfkast is aangebracht, die is voorzien 30 van een aandrijfas die koppelbaar is met de aftakas van een trekker of dergelijk voertuig waaraan de inrichting koppelbaar is.23. Device as claimed in any of the claims 12-22, characterized in that, seen in side view, under the gearbox a drive box is provided, which is provided with a drive shaft which can be coupled to the power take-off shaft of a tractor or similar vehicle to which the device can be coupled. is. 24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de aandrijfkast een stel wisseltandwielen omvat, die 35 ten opzichte van elkaar en/of ten opzichte van een ander stel wisselwielen verwisselbaar zijn, een en ander zodanig dat de rotatiesnelheid van de verspreidorganen instelbaar is. %' 25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, met het 810 4 119 f* ·' - 23 - kenmerk, dat de aandrijfkast is voorzien van een gemakkelijk losneembaar deksel, die een opening afsluit waardoorheen de wisseltandwielen uitwisselbaar zijn.24. Device as claimed in claim 23, characterized in that the drive box comprises a set of change gears which are interchangeable with respect to each other and / or with respect to another set of change wheels, such that the speed of rotation of the spreading members is adjustable . 25. Device according to claim 23 or 24, characterized in that the drive box is provided with an easily detachable cover, which closes an opening through which the change gears are exchangeable. 26. Inrichting volgens een der conclusies 23 - 25, 5 met het kenmerk, dat de aandrijfkast is bevestigd aan de onderzijde van de tandwielkast.26. Device as claimed in any of the claims 23-25, characterized in that the drive box is mounted on the underside of the gear box. 27. Inrich ting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zijbalken van het gestel met elkaar zijn gekoppeld door een gebogen koppelingsbalk die hoger 10 is gelegen dan de boveneinden van de zijbalken en met de bovenzijde van de zijbalken is verbonden.27. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that side beams of the frame are coupled to each other by a curved coupling beam located higher than the top ends of the side beams and connected to the top of the side beams. 28. Inridating volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het reservoir is bevestigd aan de verbindingsbalk.Inridating according to claim 27, characterized in that the reservoir is attached to the connecting beam. 29. Inrichting volgens conclusie 27 of 28, met het 15 kenmerk, dat de zijbalken TJ-vormig gebogen zijn en zich horizontaal uitstrekkende benen omvatten waarvan het boven-been aan het uiteinae is voorzien van een bevestigingssteun voor bevestiging van het reservoir aan de zijbalken.29. Device according to claim 27 or 28, characterized in that the side beams are bent TJ-shaped and comprise horizontally extending legs, the upper leg of which is provided at the end with a mounting support for fixing the reservoir to the side beams. 30. Inrichting volgens conclusie 29, met het kenmerk, 20 dat de zijbalken met hun bovenbeen zijn gekoppeld met de tegenover liggende zijden van het reservoir.30. Device according to claim 29, characterized in that the side bars are coupled with their thigh to the opposite sides of the reservoir. 31. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir is gevormd uit 6en eiikel stuk materiaal.31. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the reservoir is formed from an acorn piece of material. 32. Inrichting voor het verspreiaen van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad en dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een reservoir en ten minste twee verspreidorganen, met het kenmerk, dat het reservoir iiit έέη stuk materiaal is 30 gevormd.32. Device for spreading granular and / or powdered material, in particular fertilizer, seed and the like, comprising a frame, a reservoir and at least two spreading means, characterized in that the reservoir is a piece of material 30 formed. 33. Inrichting volgens conclusie 31 of 32, met het kenmerk, dat het reservoir twee afvoertuiten heeft die ieder aansluiten aan een verspreidorgaan.33. Device according to claim 31 or 32, characterized in that the reservoir has two discharge spouts, each of which connects to a spreading member. 34. Inrichting volgens conclusie 31, 32 of 33, met 35 het kenmerk, dat het reservoir is geperst uit staalplaat. 35» Inrichting volgens conclusie 33 of 34, met het kenmerk, dat de beide afvoertuiten van het reservoir zich . uitstrekken over een hoogte die ongeveer gelijk is aan 1/4 \ tot 1/5 deel van de hoogte van het reservoir. ^ 8104119 - 24 - -- k * ·**34. Device according to claim 31, 32 or 33, characterized in that the reservoir is pressed from steel sheet. Device according to claim 33 or 34, characterized in that the two discharge spouts of the reservoir are located. extend over a height approximately equal to 1/4 \ to 1/5 of the height of the reservoir. ^ 8104119 - 24 - - k * · ** 36. Inrichting volgens een der conclusies 31 - 35, met het kenmerk, dat de bovenzijde van het reservoir is voorzien van een naar buiten gebogen rand.36. An apparatus according to any one of claims 31 to 35, characterized in that the top side of the reservoir is provided with an outwardly bent edge. 37. Inrichting volgens een der conclusies 31 τ 36, 5 met het kenmerk, dat het uit 66n stuk materiaal gevormde reservoir een ihhoud heeft van ongeveer 400 1.Device according to any one of claims 31 to 36, 5, characterized in that the reservoir formed from 66n piece of material has a content of approximately 400 liters. 38. Inrichting volgens een der conclusies 31 - 37, met het kenmerk, dat het reservoir vierzijdig is.38. An apparatus according to any one of claims 31 to 37, characterized in that the reservoir is four-sided. 39· Inrichting volgens conclusie 38, met het kenmerk, 10 dat het reservoir in bovenaanzicht gezien rechthoekig is.Device according to claim 38, characterized in that the reservoir is rectangular in plan view. 40. Inrichting volgens een der conclusies 31 - 39, met het kenmerk, dat de aan het reservoir gevormde afvoer-tuiten ronde bodemopeningen bezitten, v/aaraan een vlakke bodem vast is bevestigd.40. An apparatus according to any one of claims 31 to 39, characterized in that the discharge spouts formed on the reservoir have round bottom openings, for which a flat bottom is fixedly attached. 41. Inrichting volgens een der conclusies 31 - 40, met het kenmerk, dat op de bovenzijde van het reservoir een opzetstuk losneembaar is aangebracht.An apparatus according to any one of claims 31 to 40, characterized in that an extension piece is detachably mounted on the top of the reservoir. 42. Inrichting volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat het opzetstuk vierzijdig is.42. Device according to claim 41, characterized in that the extension piece is four-sided. 43. Inrichting volgens conclusie 42, met het .kenmerk, dat het opzetstuk een ruimte omvat, die althans nagenoeg even groot is als de inhoud van het reservoir.43. An apparatus according to claim 42, characterized in that the attachment comprises a space at least substantially the same size as the contents of the reservoir. 44. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorzijde van het reservoir is bevestigd aan bevestigingsorganen van de gebogen verbindings-balk van het gestel.44. An apparatus according to any one of the preceding claims, characterized in that the front of the reservoir is attached to fasteners of the curved connecting beam of the frame. 45. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van bevestigingsorganen waarmede de inrichting aan de driepuntshef- 30 inrichting van een trekker of dergelijk voertuig koppel-baar is.45. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame is provided with fastening members with which the device can be coupled to the three-point lifting device of a tractor or the like vehicle. 46. Werkwijze voor het verspreiden van kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, v/aarbi.j het materiaal door twee verspreidorganen over tv^ee strooisectoren uitstrooibaar is, 35. waarbij de strooisectoren van de beide verspreidorganen ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.46. A method for spreading fertilizer, seed or the like material, before the material can be spread over two spreading sectors by two spreading members, 35. the spreading sectors of the two spreading members being adjustable relative to each other. 47. Werkwijze volgens conclusie 46, met het kenmerk, dat de beide strooisectoren ieder onafhankelijkvan de andere in hun breedte instelbaar zijn. 810 4 119 - 25 - 4δ. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal zoals hiervoor is besclireven en in de tekeningen is weergegeven. 49· \"erkv/ijze voor het verspreiden van materiaal 5 zoals hiervoor is beschreven en in de tekeningen is weer-gegeven. -o-o-o-o-o- φ « \ ·> 8104119A method according to claim 46, characterized in that the two spreading sectors are each adjustable in width independently of the other. 810 4 119 - 25 - 4δ. Device for spreading granular and / or powdery material as described above and shown in the drawings. 49 · \ "acknowledgment for spreading material 5 as described above and shown in the drawings. -O-o-o-o-o- φ« \ ·> 8104119
NL8104119A 1981-09-07 1981-09-07 Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper NL8104119A (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104119A NL8104119A (en) 1981-09-07 1981-09-07 Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper
JP50276382A JPS58501408A (en) 1981-09-07 1982-09-06 Spreading equipment for granular or powdered materials
US06/798,719 US4609153A (en) 1981-09-07 1982-09-06 Device for spreading granular and/or powdery material
EP82201092A EP0074155A1 (en) 1981-09-07 1982-09-06 A device for spreading granular and/or powdery material
PCT/NL1982/000028 WO1983000794A1 (en) 1981-09-07 1982-09-06 A device for spreading granular and/or powdery material
DK1953/83A DK195383D0 (en) 1981-09-07 1983-05-03 MACHINE FOR SPREADING GRANULATED AND / OR POWDERED MATERIAL

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104119A NL8104119A (en) 1981-09-07 1981-09-07 Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper
NL8104119 1981-09-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104119A true NL8104119A (en) 1983-04-05

Family

ID=19838019

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104119A NL8104119A (en) 1981-09-07 1981-09-07 Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper

Country Status (2)

Country Link
JP (1) JPS58501408A (en)
NL (1) NL8104119A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0127922A2 (en) * 1983-06-03 1984-12-12 C. van der Lely N.V. Spreading material on a surface

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4944996B1 (en) * 2011-01-27 2012-06-06 株式会社クボタ Powder spraying device

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0127922A2 (en) * 1983-06-03 1984-12-12 C. van der Lely N.V. Spreading material on a surface
EP0127922A3 (en) * 1983-06-03 1985-09-11 C. Van Der Lely N.V. Spreading material on a surface
US4763844A (en) * 1983-06-03 1988-08-16 C. Van Der Lely N.V. Spreading material on a surface

Also Published As

Publication number Publication date
JPS58501408A (en) 1983-08-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4609153A (en) Device for spreading granular and/or powdery material
EP0127922B1 (en) Spreading material on a surface
US4836456A (en) Agricultural spreader having multiple distribution members broadcasting material simultaneously to generally the same area
NL8006454A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.
US5018669A (en) Spreader for spreading granular and/or powdery material
US5004163A (en) Devices for spreading granular and/or powdery material
NL8104119A (en) Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper
GB2150802A (en) Material spreaders
NL8403183A (en) METHOD FOR SPREADING FERTILIZERS.
EP0080239A2 (en) Device for spreading granular and/or powdery material
NL8104120A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.
EP1088475A1 (en) Fertilizer spreader
NL193302C (en) Device for spreading granular and / or powdery material.
NL8603042A (en) DEVICE FOR DISTRIBUTION OF MATERIAL.
NL8302365A (en) APPARATUS FOR DISTRIBUTING DISPOSABLE SUBSTANCES.
NL9201689A (en) DEVICE FOR DISTRIBUTION OF MATERIAL.
NL8801489A (en) SOIL TILLER.
NL8402525A (en) Agricultural spreading machine - comprises frame, hopper and four spreaders on two different levels
EP0870423A1 (en) Method for depositing only one fertilizer, or more than one simultaneously, with a fertilizer spreader
NL8502598A (en) Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor
BE876046A (en) INRICHTING VOOR HET STROOIEN VAN KORREL- EN / OF POEDERVORMIG MATERIAAL
NL8402526A (en) Agricultural spreading machine - comprises frame, hopper and four spreaders on two different levels
DE19741653A1 (en) Device for spreading granular fertilizers and seeds
NL8502596A (en) Granular material spreading machine - has contra-rotating rotors scattering material over equal sectors symmetrical w.r.t. spreader axis
NL8105284A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed