NL8502598A - Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor - Google Patents

Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor Download PDF

Info

Publication number
NL8502598A
NL8502598A NL8502598A NL8502598A NL8502598A NL 8502598 A NL8502598 A NL 8502598A NL 8502598 A NL8502598 A NL 8502598A NL 8502598 A NL8502598 A NL 8502598A NL 8502598 A NL8502598 A NL 8502598A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
reservoir
support
beams
spreading
Prior art date
Application number
NL8502598A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8502598A priority Critical patent/NL8502598A/en
Publication of NL8502598A publication Critical patent/NL8502598A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels

Abstract

The spreader for granular or powdery material, has a frame containing a hopper from which two or more rotary distributors on vertical axes discharge the material. The frame has a rectangular vertical section on one side, from which supporting arms (10) for the hopper extend. There can be supporting beams at right angles to this section and below the arms, for the drive mechanism to the tools. In plan view, the beams can be mounted in a V-pattern with their ends fixed to vertical frame members.

Description

C. van der Lely N.V., Maasland.C. van der Lely N.V., Maasland.

’’Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal"."Device for spreading granular and / or powdery material".

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, voorzien van een gestel waaraan een reservoir voor het te verspreiden materiaal en ten minste twee om zich in 5 hoogterichting uitstrekkende draaiingsassen in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar aandrijfbare verspreid-organen zijn aangebracht, waarbij tussen het reservoir en de verspreidorganen toevoermiddelen aanwezig zijn via welke materiaal vanuit het reservoir aan de verspreid-10 organen kan worden toegevoerd.The invention relates to a device for spreading granular and / or powdery material, provided with a frame with a reservoir for the material to be spread and at least two rotary axes which can be driven in height direction in opposite direction to each other distribution means are arranged, wherein supply means are present between the reservoir and the distribution means, via which material can be supplied from the reservoir to the distribution means.

Een doel van de uitvinding is een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen met een gestel dat op gunstige wijze is samen te stellen en een goede ondersteuning vormt voor het reservoir en andere onder-15 delen van de inrichting. Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, wanneer het gestel een rechthoekig, zich in hoogterichting uitstrekkend gestelraam omvat, dat aan één zijde van de inrichting is gelegen, waarbij aan het gestelraam steunarmen zijn aangebracht, die het reservoir 20 ondersteunen.An object of the invention is to obtain a device of the above type with a frame which is advantageously assembled and which provides good support for the reservoir and other parts of the device. According to the invention, this can be achieved when the frame comprises a rectangular, vertically extending frame window, which is located on one side of the device, with support arms arranged on the frame frame supporting the reservoir 20.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn aan het verticale gestelraam zich althans nagenoeg loodrecht op dit raam uitstrekkende, lager dan de steunarmen gelegen ondersteuningsbalken 25 aangebracht, die zich onder aandrijforganen voor de verspreidorganen uitstrekken. -According to a further embodiment of the device according to the invention, support beams 25 extending at least perpendicularly to this frame, which are located lower than the support arms, extend below the driving members for spreading members. -

De ondersteuning van het reservoir kan op gunstige wijze beïnvloed worden als het reservoir twee van elkaar gescheiden afvoertuiten omvat, die onderling met elkaar 30 zijn verbonden door een brugsteun, die ter hoogte is gelegen van de steunarmen. Hierdoor wordt de stijfheid van de ondereinden van het reservoir vergroot, wat in het bijzonder van belang is voor een goede ligging van de uitstroomtuiten van het reservoir ten opzichte van de verspreidorganen.The support of the reservoir can be favorably influenced if the reservoir comprises two separate discharge spouts, which are mutually connected by a bridge support located at the height of the support arms. This increases the stiffness of the lower ends of the reservoir, which is of particular importance for a good location of the outflow spouts of the reservoir with respect to the spreading members.

35 De fabricage van de inrichting kan hierbij vereenvoudigd worden wanneer de brugsteun is aangebracht tussen apart • - - ' 5 £ ΰ &35 The manufacture of the device can be simplified here if the bridge support is fitted between separate • - - '5 £ ΰ &

'v L· Jl O Uv L · Jl O U

- 2 - ? gevormde ondereinden van de afvoertuiten.- 2 -? shaped bottom ends of the discharge spouts.

De constructie van de inrichting wordt verder verbeterd wanneer de steunarmen zijn gelegen aan tegenover elkaar gelegen zijden van het reservoir en zijn verbonden 5 met een aan het reservoir aangebrachte bevestigingsstrip. Volgens een verdere uitvoeringsvorm is aan de brugsteun een verstelmechanisme aangebracht, dat is verbonden met een zich evenwijdig aan het gestelraam langs het reservoir uitstrekkende verstelas van een doseermechanisme, dat ten 10 opzichte van de afvoeropeningen van het reservoir verstelbare doseerschuiven omvat. Hierbij is het verstelmechanisme op gunstige wijze aan het gestel aan te brengen voor een goede bediening van het doseermechanisme.The construction of the device is further improved when the support arms are located on opposite sides of the reservoir and are connected to a mounting strip provided on the reservoir. According to a further embodiment, an adjustment mechanism is arranged on the bridge support, which is connected to an adjustment shaft of a metering mechanism extending parallel to the frame frame and comprising metering slides adjustable relative to the discharge openings of the reservoir. The adjusting mechanism can hereby be affixed in a favorable manner to the frame for good operation of the dosing mechanism.

1515

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand v*an de tekeningen van een gunstig uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be further elucidated with reference to the drawings of a favorable exemplary embodiment.

20 Figuur 1 is een vooraanzicht van een strooi-inrich- ting volgens de uitvinding,Figure 1 is a front view of a spreading device according to the invention,

Figuur 2 is een zijaanzicht van de inrichting volgens fig. -1, gezien in de richting volgens de pijl II in fig. 1, 25 Figuur 3 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens de fig. 1 en 2,Fig. 2 is a side view of the device according to Fig. -1, seen in the direction according to the arrow II in Fig. 1, 25. Fig. 3 is a top view of the device according to Figs. 1 and 2,

Figuur 4 geeft op vergrote schaal een vertikale doorsnede weer over een gedeelte van de inrichting, gezien volgens de lijn IV - IV in fig. 3, 30 Figuur 5 is een bovenaanzicht van het in fig. 4 weergegeven gedeelte van de inrichting, gezien volgens de lijn V - V in fig. 4,Figure 4 is an enlarged vertical sectional view of a portion of the device, taken along the line IV - IV in Figures 3, 30. Figure 5 is a plan view of the portion of the device shown in Figure 4, viewed in accordance with the line V - V in fig. 4,

Figuur 6 geeft op vergrote schaal een detail 35 - van het - i 2 50 2 5 9 8 - 3 - van het in de figuren 4 en 5 weergegevene weer, gezien volgens de lijn VI - VI in figuur 5,Figure 6 shows on an enlarged scale a detail 35 - of the - i 2 50 2 5 9 8 - 3 - of what is shown in figures 4 and 5, seen along the line VI - VI in figure 5,

Figuur 7 is op vergrote schaal een verticale doorsnede van een gedeelte van de aandrijving voor de 5 verspreidorganen gezien volgens de lijn VII - VII in fig. 1,Figure 7 is an enlarged vertical section of a part of the drive for the spreading members as seen along the line VII - VII in Figure 1,

Figuur 8 geeft een doorsnede weer over de aandrijving volgens figuur 7, gezien volgens de lijn VIII - VIII in fig. 7, 10 Figuur 9 geeft op vergrote schaal in verticale doorsnede een ander gedeelte van de aandrijving van een verspreidorgaan weer, gezien volgens de lijn IX - IX in fig. 2,Figure 8 is a sectional view of the drive of Figure 7, seen along the line VIII-VIII in Figures 7, 10 Figure 9 is an enlarged vertical section of another section of the drive of a spreader, viewed along the line IX - IX in fig. 2,

Figuur 10 geeft een ander uitvoeringsvoorbeeld 15 weer van een nabij de afvoer van het reservoir gelegen roerder enFigure 10 shows another exemplary embodiment of a stirrer located near the discharge of the reservoir and

Figuur 11 geeft een alternatief weer voor een gedeelte van het verstelmechanisme voor de doseerorganen.Figure 11 shows an alternative to part of the adjusting mechanism for the metering members.

De in de figuren weergegeven inrichting is 20 een strooiinrichting voor het uitstrooien van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest of zaden, waarbij de weergegeven inrichting geschikt is om aan de hefinrichting van een trekker gekoppeld te kunnen worden. De weergegeven inrichting omvat een 25 gestel 1 waaraan een reservoir 2 en twee om zich in hoogte-richting uitstrekkende draaiingsassen 72 en 73 verdraaibare verspreidorganen 3 en 4 zijn aangebracht. De assen 72 en 73 liggen in een vertikaal vlak 220 dat zich loodrecht op de rijrichting 195 uitstrekt. Het gestel omvat ~ 30 een aan de voorzijde van de inrichting gelegen en zich in hoogterichting uitstrekkend vierhoekig gestelraam bestaande uit twee zich in hoogterichting uitstrekkende en in doorsnede rechthoekige buizen balken 6 en 7, waarvan de boveneinden met elkaar zijn verbonden door een in 35 doorsnede ronde buis 8 en die nabij de ondereinden met elkaar zijn verbonden door een ronde buis 9. Ter hoogte van de kort boven de ondereinden van de balken 6 en 7 aangebrachtebalk 9 is aan de balken 6 en 7 een V-vormige 850 2 598 4- ί - 4 - ondersteuningsbalk 10 aangebracht. De benen 11 en 12 van deze balk 10 verlopen vanaf de balken 6 en 7 convergerend ten opzichte van elkaar en zijn met elkaar verbonden door een gebogen gedeelte 13 (fig. 3). Het gebogen gedeelte 5 13 is voorzien van strippen 35 en 3è, die in eikaars ver lengde gelegen openingen 37 bezitten. De bevestiging van de balk 10 aan de balken 6 en 7 is versterkt door stripvormige schoren 14 en 15. Ongeveer halverwege ter hoogte van de balken 6 en 7 zijn daaraan bevestigd ondersteunings-10 armen 16 en 17, die in doorsnede hoekvormig zijn. De balken 16 en 17 en de balk 10 liggen evenwijdig aan een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op het gestelraam, bestaande uit de balken 6 - 9. De bevestiging van de balken 16 en 17 aan de balken 6 en 7 is verstevigd door stripvormige 15 schoren 18 en 19. Aan de balk 8 is een steunstrip 20 bevestigd, waarbij de bevestiging van de strip 20 aan de balk 9 is verstevigd door meerdere schoorplaten 21 (fig. 2) .The device shown in the figures is a spreading device for spreading granular and / or powdery material, in particular fertilizer or seeds, the device shown being suitable for coupling to the lifting device of a tractor. The device shown comprises a frame 1 to which a reservoir 2 and two spreading members 3 and 4 rotatable about height-extending rotational axes 72 and 73 are arranged. The shafts 72 and 73 lie in a vertical plane 220 extending perpendicular to the direction of travel 195. The frame comprises ~ 30 a quadrangular frame frame located at the front of the device and vertically extending consisting of two vertically extending and rectangular cross section tubular beams 6 and 7, the upper ends of which are connected by a circular cross section tube 8 and which are connected to each other near the lower ends by a round tube 9. At the height of the beam 9 arranged shortly above the lower ends of beams 6 and 7, beams 6 and 7 have a V-shaped 850 2 598 4-ί - 4 - support beam 10 fitted. The legs 11 and 12 of this beam 10 run convergent from each other from the beams 6 and 7 and are connected to each other by a curved portion 13 (Fig. 3). The curved portion 513 is provided with strips 35 and 3, which have mutually elongated openings 37. The attachment of the beam 10 to the beams 6 and 7 is reinforced by strip-shaped struts 14 and 15. About half-way at the level of the beams 6 and 7 are attached support arms 16 and 17, which are angular in cross-section. The beams 16 and 17 and the beam 10 are parallel to a plane extending perpendicular to the frame frame, consisting of the beams 6 - 9. The fixing of the beams 16 and 17 to the beams 6 and 7 is reinforced by strip-shaped bracing 18 and 19. A support strip 20 is attached to the beam 8, the attachment of the strip 20 to the beam 9 being reinforced by a plurality of bracing plates 21 (fig. 2).

De strip 20 strekt zich over dezelfde lengte als de balk 8 uit en is hierbij evenals de balk 8, in vooraanzicht 20 volgens fig. 1 gezien, tussen de balken 6 en 7 gelegen.The strip 20 extends over the same length as the beam 8 and, like the beam 8, seen in front view 20 according to Fig. 1, is located between the beams 6 and 7.

De stripvormige balk 20 maakt een hoek 22 van ongeveer 35° met het vlak dat zich loodrecht op het door de balken 6-9 gevormde raam uitstrekt.The strip-shaped beam 20 makes an angle 22 of about 35 ° with the plane extending perpendicular to the window formed by the beams 6-9.

Aan de balk 9 zijn schuin naar omhoog en naar 25 voren aangebrachte platen 23 .- 26 aangebracht, die, zoals uit fig. 1 blijkt, in twee paren op korte afstand van elkaar aan de balk 9 zijn bevestigd, waarbij elk paar op een afstand 27 resp. 28 van het middenvlak 29 van de inrichting is gelegen. Elk van de platen 23 - _ 30 26 is voorzien van twee openingen 30 en 31, waarbij de openingen 30 resp. de openingen 31 van de platen in eikaars verlengde zijn gelegen. In het midden van de balk 8 is een paar platen 32 en 33 aangebracht die ieder zijn voorzien van een opening 34, die in eikaars 35 verlengde zijn gelegen. Het reservoir 2 is, in bovenaanzicht gezien, langwerpig en rechthoekig, waarbij het .roet de lengterichting evenwijdig is gelegen aan het raam gevormd door de balken 6-9. Het reservoir 2 heeft twee trechtervormige gedeelten 40 en 41 die, in vooraan- 8S0 2 5 9 8 * 4 - 5 - zicht gezien, aan weerszijden van het verticale vlak 29 zijn gelegen dat het midden van de inrichting bevat.Plates 23-26 arranged obliquely upwards and forwards are arranged on the beam 9, which, as appears from fig. 1, are fastened to the beam 9 in two pairs at a short distance from each other, each pair being at a distance 27 resp. 28 is located from the median plane 29 of the device. Each of the plates 23-30 is provided with two openings 30 and 31, the openings 30 and 30 respectively. the openings 31 of the plates are in line with each other. In the center of the beam 8, a pair of plates 32 and 33 are provided, each of which has an opening 34, which are located in line with each other 35. Seen in plan view, the reservoir 2 is elongated and rectangular, the soot being longitudinally parallel to the window formed by the beams 6-9. The reservoir 2 has two funnel-shaped sections 40 and 41 which, viewed from the front, are located on either side of the vertical plane 29 containing the center of the device.

De trechtervormige gedeelten 40 en 41 strekken zich over een hoogte 42 uit, die ongeveer gelijk is aan de 5 helft van de hoogte 43 van het reservoir 2. Het reservoir is aan de bovenzijde voorzien van randen 44, die zich schuin omhoog naar binnen uitstrekken onder een hoek 45 van ongeveer 15° met de vertikaal. De randen 44 strekken zich over een hoogte 46 uit die ongeveer gelijk 10 is aan een vijfde van de hoogte 43 van het reservoir.The funnel-shaped sections 40 and 41 extend at a height 42, which is approximately equal to half the height 43 of the reservoir 2. The reservoir is provided at the top with edges 44, which extend obliquely inwards under an angle 45 of about 15 ° with the vertical. The edges 44 extend over a height 46 which is approximately equal to one fifth of the height 43 of the reservoir.

Het reservoir 2 strekt zich dwars op het verticale vlak 29 over een afstand 47 uit, die gelijk is aan ongeveer anderhalf maal de afstand 48 tussen de balken 6 en 7.The reservoir 2 extends transversely to the vertical plane 29 over a distance 47, which is equal to approximately one and a half times the distance 48 between the beams 6 and 7.

In fig. 1 is de ene zijde van het reservoir niet geheel 15 weergegeven, terwijl in fig. 3 de andere zijde niet geheel is weergegeven. De middens van de onderzijden van de afvoertuiten 40 en 41 liggen op een afstand 49 van elkaar, die kleiner is dan de afstand 48. De afstand 49 is ongeveer gelijk aan tweederde van de afstand 48.In Fig. 1, one side of the reservoir is not fully shown, while in Fig. 3 the other side is not fully shown. The centers of the bottom sides of the discharge spouts 40 and 41 are spaced 49 apart from each other by distance 48. Distance 49 is approximately equal to two-thirds of distance 48.

20 De afvoertuiten of trechtervormige gedeelten 40 en 41 zijn in horizontale doorsnede rechthoekig, waarbij de wanden van deze afvoertuiten en van het reservoir schuin omhoog lopen tot aan de onderzijde van de randen 44.The discharge spouts or funnel-shaped sections 40 and 41 are rectangular in horizontal cross-section, the walls of these discharge spouts and of the reservoir rising obliquely to the bottom of the edges 44.

De voor- en achterwanden 60 en 61 sluiten hierbij hoeken 25 62 van ongeveer 55° met het horizontale vlak in, terwijl de zijwanden 63 en de op elkaar aansluitende trechterwan-den 64 hoeken 65 van ongeveer 40° met het horizontale vlak insluiten. Het reservoir is in twee helften verdeeld door een tussenwand 61, die boven de op elkaar aansluiten-30 de trechterwanden 64 is gelegen en het middenvlak 29 bevat. De tussenwand 61 kan wegneembaar aangebracht zijn. De ondereinden 50 en 51 van de afvoertuiten 40 en 41 zijn apart gevormd van de rest van het reservoir.The front and rear walls 60 and 61 hereby enclose angles 62 of about 55 ° with the horizontal plane, while the side walls 63 and the adjoining funnel walls 64 enclose angles 65 of about 40 ° with the horizontal plane. The reservoir is divided into two halves by an intermediate wall 61, which is located above the funnel walls 64 connecting to each other and which contains the central plane 29. The partition wall 61 can be disposed removably. The lower ends 50 and 51 of the discharge spouts 40 and 41 are formed separately from the rest of the reservoir.

De boveneinden van de ondereinden 50 en 51 zijn recht-35 hoekig en passen op de ondereinden van de overige trechtervormige gedeelten van het reservoir. De ondereinden 50 en 51 zijn vastgelast aan de overige gedeelten van het reservoir. De ondereinden 50 en 51 zijn zodanig S5 0 2 b ö i ί * - 6 - gevormd, dat zij naar beneden toe overgaan in een in doorsnede ronde vorm en bodems 52 en 53 bezitten die, in bovenaanzicht gezien, rond zijn. Het reservoir 2 is aan de voorzijde voorzien van een in doorsnede hoek-5 vormige steunbalk 54, die aan de voorzijde van het reservoir is vastgelast. Het reservoir 2 is door middel van de balk 54 aan de steunstrip 20 van het gestel vastgezet door middel van bouten 55. De ondereinden 50 en 51 van de afvoertuiten 40 en 41 van het reservoir zijn voorzien 10 van bevestigingsstrippen 56 resp.57, die door middel van bouten 58 resp. 59 zijn bevestigd aan de ondersteu-ningsarmen 16 en 17 van het gestel 1, een en ander zoals blijkt uit figuren 1 en 2. De strippen 56 en 57 strekken zich hierbij bij voorkeur over een lengte uit, die al-15 thans ongeveer gelijk is aan de lengte waarover de onder-steuningsarmen 16 en 17 zich langs de ondereinden 50 en 51 van het reservoir uitstrekken.The top ends of the bottom ends 50 and 51 are rectangular and fit the bottom ends of the remaining funnel-shaped portions of the reservoir. The lower ends 50 and 51 are welded to the remaining parts of the reservoir. The lower ends 50 and 51 are formed so that they transition downward into a cross-sectional shape and have bottoms 52 and 53 which, when viewed in plan view, are round. The reservoir 2 is provided at the front with a cross-beam-shaped corner beam 54, which is welded to the front of the reservoir. The reservoir 2 is secured by means of the beam 54 to the support strip 20 of the frame by means of bolts 55. The lower ends 50 and 51 of the discharge spouts 40 and 41 of the reservoir are provided with mounting strips 56 and 57, respectively, which are by means of bolts 58 resp. 59 are attached to the support arms 16 and 17 of the frame 1, as shown in Figures 1 and 2. The strips 56 and 57 preferably extend over a length which is now approximately equal at the length over which the support arms 16 and 17 extend along the bottom ends 50 and 51 of the reservoir.

Elk van de bodems 52 en 53 is voorzien van twee afvoeropeningen 66 en 67 resp. 68 en 69. De afvoer-20 openingen 66 en 67 in de bodem 52 zijn volgens het spiegelbeeld van de openingen 68 en 69 aangebracht ten opzichte van het verticale vlak 29. De openingen 68 en 69 liggen over een hoek 82 van ongeveer 70° om de draaiings-as 72 verdeeld. Hierbij liggen de openingen 66 en 68 25 met hun middens nabij de verticale vlakken 70 en 71 die evenwijdig zijn gelegen aan het vlak 29 en de hartlijnen van de bodems 52 en 53 bevatten. Deze hartlijnen vallen samen met de draaiingsassen 72 en 73 van de ver-spreidorganen 3 resp. 4. Het midden van de opening 67 - 30 is over een hoek 74 van ongeveer 45° ten opzichte van het vlak 70 verdraaid aangebracht. Gezien het feit dat de openingen in de bodem 52 spiegelbeeldig zijn aangebracht ten opzichte van de openingen in de bodem 53 , ligt de opening 69 over een hoek 75 van ongeveer 45° 35 verdraaid ten opzichte van het vlak 71. De openingen 67 en 69 zijn hierbij aan de van elkaar af gelegen zijden van de vlakken 70 en 71 gelegen. De openingen 66 - 69, zijn aan elkaar gelijk, waarbij, zoals voor de opening 67 in fig. 5 is weergegeven, de openingen rechte zijden 8502 598 * € - 7 - 76 en 77 bezitten die radiaal liggen ten opzichte van het midden 72. Verder bezit de opening 67 twee zijden 78 en 79, die centrisch zijn gebogen ten opzichte van de as 72. De zijde 78 ligt dicht nabij de omtrek van 5 de bodem 52. De afstand tussen de zijden 78 en 79 is gelijk aan ongeveer een derde tot een kwart van de straal 80 van de bodem 52. Onder elk van de bodems 52 en 53 is een doseerplaat 86 resp. 87 aangebracht. De platen 86 en 87 zijn vlak en liggen met hun bovenzijde tegen 10 de vlakke onderzijden van de bodems 52 en 53. De platen 86 en 87 zijn voorzien van uitkragende randen 88 resp, 89, die, zoals uit de fig. 1 en 4 blijkt, iets hoger zijn gelegen dan de platen 86 en 87. De randen 88 en 89 strekken zich, zoals voor de rand 88 uit fig. 5 15 blijkt, over een hoek 90 van ongeveer 110° om de as 72 resp. de as 73 uit. De randen 88 en 89 zijn hierbij aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de afvoertuiten 40 en 41 gelegen. Zoals voor de rand 88 in fig. 5 is weergegeven, heeft elke rand drie openingen, waarvan 20 een opening 91 in het midden van de rand 88 is aangebracht, terwijl de openingen 92 en 93 nabij de einden van deze rand zijn gelegen.Each of the bottoms 52 and 53 is provided with two discharge openings 66 and 67, respectively. 68 and 69. The drain openings 66 and 67 in the bottom 52 are arranged in mirror image of the openings 68 and 69 with respect to the vertical plane 29. The openings 68 and 69 lie at an angle 82 of approximately 70 °. the axis of rotation 72 is distributed. Here, the openings 66 and 68 lie with their centers close to the vertical planes 70 and 71 which are parallel to the plane 29 and contain the centerlines of the bottoms 52 and 53. These axes coincide with the rotational axes 72 and 73 of the spreading members 3 and 3, respectively. 4. The center of the opening 67-30 is rotated through an angle 74 of about 45 ° from the plane 70. In view of the fact that the openings in the bottom 52 are arranged mirror-wise with respect to the openings in the bottom 53, the opening 69 is rotated by an angle 75 of approximately 45 ° with respect to the plane 71. The openings 67 and 69 are hereby situated on the sides of the surfaces 70 and 71 which are located apart from each other. The openings 66-69 are the same, with, as shown for the opening 67 in FIG. 5, the openings have straight sides 8502, 7-76 and 77 which are radial to center 72. Furthermore, the opening 67 has two sides 78 and 79, which are bent centrically with respect to the shaft 72. The side 78 is close to the periphery of the bottom 52. The distance between the sides 78 and 79 is equal to about one third up to a quarter of the radius 80 of the bottom 52. Below each of the bottoms 52 and 53 is a dosing plate 86, respectively. 87 fitted. The plates 86 and 87 are flat and with their top against the flat undersides of the bottoms 52 and 53. The plates 86 and 87 are provided with protruding edges 88 and 89, which, as can be seen from Figures 1 and 4 are slightly higher than the plates 86 and 87. The edges 88 and 89, as shown for the edge 88 of Fig. 5, extend through an angle 90 of approximately 110 ° about the axis 72 and 45, respectively. out the shaft 73. The edges 88 and 89 are located on the mutually facing sides of the discharge spouts 40 and 41. As shown for the rim 88 in Fig. 5, each rim has three openings, one of which has an opening 91 in the center of the rim 88, while the openings 92 and 93 are located near the ends of this rim.

De doseerplaat 86 heeft twee doseeropeningen 94 en 95, die corresponderen met de openingen 66 en 25 67. Op gelijke wijze heeft de doseerplaat 87 twee doseer openingen 96 en 97, die corresponderen met de openingen 68 en 69. De openingen 94 - 97 zijn aan elkaar gelijk, waarbij de openingen 94 en 95 volgens het spiegelbeeld van de openingen 96 en 97 aangebracht zijn ten opzichte van ~ 30 het verticale vlak 29. De vorm van de openingen 94 -97 verschilt een weinig van de vorm van de openingen 66 - 69, zoals nader zal worden aangegeven voor de opening 95. Zoals uit fig. 5 blijkt, heeft de opening 95 twee gebogen zijden 99 en 100, die centrisch zijn gelegen 35 om de as 72 en op dezelfde afstand van de as 72 zijn gelegen als de randen 78 en 79 van de opening 67. De opening 95 heeft een zijde 101 die radiaal ligt ten opzichte van de as 72. Deze zijde 101 is aan die zijde 850 2 5 9 8 * · - 8 - van de opening 99 gelegen, die is afgekeerd van de opening 94. De opening 95 heeft een zijde 102 die een hoek 103 insluit van ongeveer 20° met een radiaal, die de as 72 en het dichtst bij de as 72 gelegen einde van 5 de zijde 102 omvat. Elk van de doseerplaten is, zoals in fig. 4 voor de plaat 86 nader wordt aangegeven, ondersteund door een steunring 106 die door middel van bouten 107 aan de bodëm 52 is bevestigd. Tussen de bodem 52 en de steunring 106 is een afstandsring 108 aangebracht, 10.' die iets dikker is dan de doseerplaat 86. De afstandsring 108 is in diameter iets kleiner dan de steunring 107, zoals uit fig. 4 blijkt, een en ander zodanig dat tussen de bodems 52 en de steunring 106 een sponning wordt gevormd waarin de plaat 86 is gelegen, zodanig 15 dat deze om de afstandsplaat 108 kan verdraaien en steunt op de steunring 106.The dosing plate 86 has two dosing openings 94 and 95, which correspond to the openings 66 and 67. Likewise, the dosing plate 87 has two dosing openings 96 and 97, which correspond to the openings 68 and 69. The openings 94 - 97 are equal to each other, with the openings 94 and 95 arranged in the mirror image of the openings 96 and 97 with respect to the vertical plane 29. The shape of the openings 94 -97 differs slightly from the shape of the openings 66 - 69 as will be further illustrated for the aperture 95. As will be seen from Figure 5, the aperture 95 has two curved sides 99 and 100 centrally located about the axis 72 and spaced the same distance from the axis 72 as the edges 78 and 79 of the opening 67. The opening 95 has a side 101 which is radial to the axis 72. This side 101 is located on that side 850 2 5 9 8 * - 8 - of the opening 99, which faces away from the opening 94. The opening 95 has a side 102 that ee encloses an angle 103 of about 20 ° with a radial, which includes the shaft 72 and the end of the side 102 closest to the shaft 72. As shown in more detail for plate 86 in Fig. 4, each of the dosing plates is supported by a support ring 106 which is secured to the bottom 52 by bolts 107. A spacer ring 108 is arranged between the bottom 52 and the support ring 106. which is slightly thicker than the dosing plate 86. The spacing ring 108 is slightly smaller in diameter than the supporting ring 107, as can be seen from Fig. 4, in such a way that a rebate is formed between the bottoms 52 and the supporting ring 106 in which the plate 86 is located such that it can rotate about the spacer plate 108 and rests on the support ring 106.

De doseerplaat 86 is scharnierend verbonden met een verstelarm 111, die in het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld met een einde in de opening 91 van de 20 rand 88 is aangebracht. De verstelarm 111 is scharnierend verbonden met een arm 112, die vast is gekoppeld met een verstelas 113. Op gelijke wijze als voor de doseerplaat 86 is beschreven, is de doseerplaat 87 via een verstelarm 114 met een arm 115 gekoppeld, die even-25 eens vast aan de as 113 is bevestigd. De armen 112 en 115 staan in dezelfde stand ten opzichte van de as 113. Een van de verstelarmen 111 en 114 is voorzien van een spanner 110 zodanig dat de afstand tussen de betreffende rand van de doseerplaten en de betreffende arm van de 30 verstelas 113 iets verstelbaar is. In dit uitvoerings-voorbeeld is de spanner 110 in de arm 111 aangebracht,The dosing plate 86 is hingedly connected to an adjusting arm 111, which in the illustrated embodiment has one end provided in the opening 91 of the edge 88. The adjusting arm 111 is hingedly connected to an arm 112, which is fixedly coupled to an adjusting shaft 113. In the same manner as described for the dosing plate 86, the dosing plate 87 is coupled via an adjusting arm 114 to an arm 115, which is also is firmly attached to the shaft 113. The arms 112 and 115 are in the same position with respect to the shaft 113. One of the adjusting arms 111 and 114 is provided with a tensioner 110 such that the distance between the respective edge of the dosing plates and the respective arm of the adjusting shaft 113 is slightly is adjustable. In this exemplary embodiment, the tensioner 110 is arranged in the arm 111,

De as 113 is draaibaar gelegerd in een steun 116, die aan het ondergedeelte 50 van de afvoertuit 40 is bevestigd, en in een steun 117, die is bevestigd aan het 35 ondergedeelte 51 van de afvoertuit 41. Nabij het midden van de machine is de as 113 voorzien van een koppelarm 118, die in het aanzicht volgens fig. 2 over 180° verdraaid ligt ten opzichte van de arm 112. De koppelarm 8502598 • % - 9 - 118 is verbonden met een verstelkabel 119, die is gesteund in een steun 120 en aan de van de arm 118 afgekeerde zijde van de steun 120 is gevoerd door een buitenkabel 121. De steun 120 is aangebracht aan een brugsteun 122, 5 die stripvormig is en is verbonden met de naar elkaar toegekeerde zijden van de ondergedeelten 50 en 51 van de afvoertuiten 40 en 41 van het reservoir 2, een en ander zoals uit de figuren blijkt. Nabij de steun 120 is aan het brugstuk 122 een lip 123 bevestigd, waaraan 10 een arm 124 vast is aangebracht. De arm 124 strekt zich vanaf het brugstuk 122 tot voorbij de verstelas 113 uit en is voorzien van een boring 125, waardoor de as 113 zich uitstrekt. Aan de arm 124 is een geleidingsplaat 126 met schaalverdeling 127 bevestigd door middel van 15 een bout 128. Naast de bevestiging aan de arm 124 is de geleidingsplaat 126 gesteund door de as 113, doordat de plaat 126 is voorzien van een boring 129, waardoor de as 113 zich uitstrekt. De boringen 125 en 129 zijn zodanig, dat de as 113 in deze boringen kan verdraaien.The shaft 113 is rotatably mounted in a support 116, which is attached to the bottom part 50 of the discharge spout 40, and in a support 117, which is attached to the bottom part 51 of the discharge spout 41. Near the center of the machine shaft 113 provided with a coupling arm 118, which in the view according to fig. 2 is rotated 180 ° relative to the arm 112. The coupling arm 8502598 •% - 9 - 118 is connected with an adjusting cable 119, which is supported in a support 120, and on the side of the bracket 120 remote from the arm 118 is led by an outer cable 121. The bracket 120 is mounted on a bridge bracket 122, 5 which is strip-shaped and is connected to the facing sides of the lower sections 50 and 51 of the discharge spouts 40 and 41 of the reservoir 2, all this as appears from the figures. Near the support 120 a lip 123 is fixed to the bridge piece 122, to which an arm 124 is fixedly mounted. The arm 124 extends from the bridge piece 122 beyond the adjusting shaft 113 and is provided with a bore 125 through which the shaft 113 extends. A guide plate 126 with scale 127 is attached to the arm 124 by means of a bolt 128. In addition to the attachment to the arm 124, the guide plate 126 is supported by the shaft 113, because the plate 126 is provided with a bore 129, so that the axis 113 extends. The bores 125 and 129 are such that the shaft 113 can rotate in these bores.

20 De geleidingsplaat 126 is voorzien van een sleufgat 130, waarin een verstelbare aanslag 131 verschuifbaar is aangebracht. De verstelas 113 is voorzien van een aanslagarm 132, die vast met de verstelas is gekoppeld.The guide plate 126 is provided with a slotted hole 130, in which an adjustable stop 131 is slidably mounted. The adjusting shaft 113 is provided with a stop arm 132, which is fixedly coupled to the adjusting shaft.

De aanslagarm 132 strekt zich over een afstand buiten 25 de as 113 uit, die gelijk is aan de afstand waarover de geleidingsplaat 128 zich buiten de as 113 uitstrekt, een en ander zoals blijkt uit de fig. 2 en 5.The stop arm 132 extends a distance outside the shaft 113, which is equal to the distance over which the guide plate 128 extends outside the shaft 113, as shown in Figs. 2 and 5.

De verspreidorganen 3 en 4 zijn bevestigd aan zich verticaal omhoog uitstrekkende armen 140 en 30 141. De assen 140 en 141 zijn gelegerd in lagers 142 en 143, die zijn aangebracht aan een langwerpige, in doorsnede vierkante kast 144. De constructie en bevestiging van de lagers 142 en 143 zijn aan elkaar gelijk en voor het leger 142 in fig. 9 nader weergegeven. In 35 de tandwielkast 144 is een koppelingsas 145 aangebracht die zich over de gehele lengte van de kast 144 uitstrekt en is gelegerd in lagers 146 resp. 147, een en ander zoals voor het lager 146 in fig. 9 nader is weergegeven.The spreader members 3 and 4 are attached to vertically upwardly extending arms 140 and 30 141. The shafts 140 and 141 are alloyed in bearings 142 and 143 mounted on an elongated cross-sectional box 144. The construction and mounting of the bearings 142 and 143 are the same and shown in greater detail for the bearing 142 in Fig. 9. In the gearbox 144 a coupling shaft 145 is arranged, which extends over the entire length of the box 144 and is mounted in bearings 146 and 14, respectively. 147, all this as shown in more detail for the bearing 146 in Fig. 9.

Nabij de lagers 146 en 147 is de kast 144 afgedekt door 85 0 u i * - 10 - deksels 148. De kast 144 is door middel van twee strippen 149 bevestigd aan steunen 150 die aan de benen 11 en 12 van de ondersteuningsbalk 10 zijn aangebracht. Nabij de ondereinden van de assen 140 en 141 zijn, zoals voor 5 de as 140 is weergegeven in fig. 9, conische tandwielen 151 bevestigd, die samenwerken met conische tandwielen 152 die nabij de uiteinden van de as 145 zijn aangebracht. De conische tandwielen 152 liggen aan de van elkaar afgekeerde zijden van de assen 140 en 141, een 10 en ander zoals uit fig. 9 blijkt. Nabij het midden van de inrichting en de tandwielkast 144 is aan de as 145 een conisch tandwiel 153 bevestigd. Ter plaatse van dit tandwiel is de as 154 in de kast 144 nog gesteund door een lager 154. Naast het lager 154 is de tandwiel-15 kast voorzien van een vulopening 138 met een afsluitdop 139. Via deze opening is bijvoorbeeld olie in de kast 144 aan te brengen voor het smeren van de diverse over-brengingsorganen en de lagers in de kasten 144 en 158.Near the bearings 146 and 147, the case 144 is covered by 85 lids 148. The case 144 is attached to supports 150 by means of two strips 149, which are mounted on the legs 11 and 12 of the support beam 10. Near the lower ends of the shafts 140 and 141, as shown for the shaft 140 in Fig. 9, bevel gears 151 are mounted, cooperating with bevel gears 152 disposed near the ends of the shaft 145. The bevel gears 152 are located on the sides of the shafts 140 and 141, which are turned away from one another, as shown in Fig. 9. Near the center of the device and the gearbox 144, a bevel gear 153 is mounted on the shaft 145. At the location of this gear, the shaft 154 in the housing 144 is still supported by a bearing 154. In addition to the bearing 154, the gear-15 housing is provided with a filling opening 138 with a closing cap 139. For example, oil is present in the housing 144 via this opening. for lubricating the various transmission members and the bearings in the cabinets 144 and 158.

Het tandwiel 153 is in samenwerking met een tandwiel 20 155, dat is aangebracht aan een verbindingsas 156, waar van de hartlijn in het verticale vlak 29 is gelegen.The gear wheel 153 interacts with a gear wheel 155, which is mounted on a connecting shaft 156, whose centerline is in the vertical plane 29.

De as 156 is gelegerd in een aan de kast 144 aangebracht lagerhuis 157. Aan de van de kast afgekeerde zijde van het lagerhuis 157 mondt de as 156 uit in een wisselwiel-25 kast 158. Op het in de wisselwielkast 158 gelegen gedeelte van de as 156 is een recht tandwiel 159 aangebracht, dat is voorzien van een naaf 160. Het tandwiel 159 is in samenwerking met een recht tandwiel 161, dat is aangebracht aan een aandrijfas 162. De aandrijfas 162 is 30 gelagerd in een aan de kast 158 aangebracht lager 163 en een lager 164 dat is aangebracht aan een steun 165, > die aan de kast 144 is aangebracht. De steun 165 ligt aan de zijde van de kast 144 tegenover de wisselwielkast 158.The shaft 156 is mounted in a bearing housing 157 mounted on the housing 144. On the side of the bearing housing 157 facing away from the housing, the shaft 156 debouches in an exchange wheel housing 158. On the part of the shaft located in the exchange wheel housing 158 156, a spur gear 159 is provided, which is provided with a hub 160. The spur gear 159 is associated with a spur gear 161, which is mounted on a drive shaft 162. The drive shaft 162 is mounted in a bearing mounted on the case 158 163 and a bearing 164 mounted on a support 165 mounted on the case 144. The support 165 is on the side of the box 144 opposite the change-over box 158.

35 De wisselwielkast 158 heeft aan de van de tandwielkast 144 afgekeerde zijde een opening 166, die, zoals uit fig. 7 blijkt, enigszins schuin is gelegen en afsluitbaar is door een van de kast afneembaar deksel 550 2 59 8 * * - 11 - 167 dat onder een hoek 84 van ongeveer 60° ten opzichte van het horizontale vlak is gelegen. Het deksel 167 is gemakkelijk demonteerbaar en monteerbaar van resp. aan de kast 158 door vleugelmoeren 168. De opening 166 5 is met de onderzijde gelegen op de hoogte van een horizontaal vlak 169 dat de hartlijn van de verbindingsas 156 en de koppelingsas 145 bevat. Afgezien van het aantal tanden zijn de tandwielen 159 en 161 gelijk aan elkaar uitgevoerd, waarbij het tandwiel 161 een naaf 170 heeft.The exchangeable gearbox 158 has an opening 166 on the side remote from the gearbox 144, which, as can be seen from Fig. 7, is slightly inclined and can be closed by a cover removable from the casing 550 2 59 8 * * - 11 - 167 which is located at an angle 84 of approximately 60 ° with respect to the horizontal plane. The lid 167 can be easily disassembled and mounted from resp. to the box 158 by wing nuts 168. The opening 166 is with the underside located at the level of a horizontal plane 169 containing the centerline of the connecting shaft 156 and the coupling shaft 145. Apart from the number of teeth, the gears 159 and 161 are of the same design, the gear 161 having a hub 170.

10 De naar het deksel 167 gekeerde einden van de naaf 160 en de naaf 170 zijn in een verticaal vlak gelegen dat loodrecht staat op het vlak 169. Het deksel 167 is voorzien van gebogen steunen 171 en 172, zodanig dat de van het deksel 167 afgekeerde einden van deze 15 steunen reiken tot nabij de naven 160 resp. 170 en over de einden van de assen 156 resp. 162, een en ander zoals uit fig. 7 blijkt.The ends of the hub 160 and the hub 170 facing the lid 167 are located in a vertical plane which is perpendicular to the plane 169. The lid 167 is provided with curved supports 171 and 172 such that the faces away from the lid 167 ends of these 15 supports extend close to the hubs 160 resp. 170 and over the ends of the shafts 156 and 16, respectively. 162, as shown in Fig. 7.

De aandrijfas 162 is aan het van de wisselkast 158 afgekeerde einde voorzien van een buiten het lager 20 164 uitstekend gedeelte 173 dat is voorzien van spieba- nen. Het gedeelte 173 vormt aldus een koppelingseinde waarop een koppeling van een tussenas aangebracht kan worden. De as 162 ligt loodrecht boven de as 156, een en ander zodanig dat de hartlijn van de as 162 eveneens 25 in het vertikale vlak 29 is gelegen.The drive shaft 162 is provided at the end remote from the switch box 158 with a portion 173 protruding outside the bearing 164 and provided with keyways. The portion 173 thus forms a coupling end to which an intermediate shaft coupling can be fitted. The axis 162 is perpendicular to the axis 156, such that the axis of the axis 162 is also located in the vertical plane 29.

De assen 140 en 141 van de verspreidorganen 3 en 4 strekken zich, zoals uit fig. 4 blijkt, door centrale openingen in de steunring 106, de afstandsring 108 en de bodem 52 uit. De bodem 52 is hierbij voorzien 30 van een opstaande rand 176. Aan het boveneinde van de assen 140 en 141 zijn roerders 177 resp. 178 aangebracht.The shafts 140 and 141 of the spreader members 3 and 4 extend, as shown in Fig. 4, through central openings in the support ring 106, the spacer ring 108 and the bottom 52. The bottom 52 is herein provided with an upright edge 176. At the top end of the shafts 140 and 141, agitators 177 and 17 are respectively. 178 fitted.

Deze roerders bestaan uit stripvormig materiaal en zijn evenwijdig aan de respectieve bodems 52 en 53 aangebracht (fig. 4). In bovenaanzicht gezien zijn de roerders, 35 zoals uit de figuren 3 en 5 blijkt, parallellogramvormig uitgevoerd met afgetopte einden. De roerders 177 en 178 hebben naven 179 die door middel van pennen 180 aan de respectieve assen 140 en 141 zijn aangebracht.These stirrers consist of strip-shaped material and are arranged parallel to the respective bottoms 52 and 53 (fig. 4). Seen in top view, the stirrers, as can be seen from Figures 3 and 5, are constructed in parallelogram with capped ends. The agitators 177 and 178 have hubs 179 which are mounted on pins 180 and 141 by pins 180.

§59 2 59 8 - 12 -§59 2 59 8 - 12 -

Om elk van de verspreidorganen 3 en 4 is een schermkap 186 resp. 187 aangebracht. De kappen 186 en 187 zijn symmetrisch ten opzichte van het verticale vlak 29 gevormd en gelegen en strekken zich ieder over 5 een hoek 188 van ongeveer 150° om de respectieve draai-ingsassen 72 en 73 uit. De kappen 186 en 187 zijn met de naar elkaar toegekeerde einden bevestigd aan een 4 steun 189 die is aangebracht aan de wisselwielkast 158.Around each of the spreading members 3 and 4, a screen cap 186, resp. 187 fitted. The caps 186 and 187 are formed and located symmetrically with respect to the vertical plane 29 and each extend through an angle 188 of approximately 150 ° about the respective rotary axes 72 and 73. The caps 186 and 187 are attached with their facing ends to a support 189 which is mounted on the change gear box 158.

De naar elkaar toegekeerde einden 190 en 191 van de 10 kappen liggen althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar en op een afstand van elkaar die ongeveer gelijk is aan de breedte van de wisselwielkast 158. Elk van de kappen 186 en 187 is, zoals uit fig. 2 blijkt, voorzien van een verticaal gelegen gedeelte 192 dat ter hoogte 15 van de verspreidorganen is gelegen en zich over een hoogte uitstrekt die althans gelijk of iets groter is dan de hoogte van een verspreidorgaan. Op een hoogte lager dan het verspreidorgaan heeft elk van de kappen een schuine rand 193 die schuin naar beneden in de rich-20 ting van de draaiingsas van het respectieve verspreidorgaan is gericht. Nabij de bovenzijde hoger dan de bovenzijde van het desbetreffende verspreidorgaan heeft elke kap een omgebogen rand 194 die is gericht naar de desbetreffende draaiingsas van het verspreidorgaan. De ver-25 spreidorganen 3 en 4 zijn aan elkaar gelijk en zal voor het verspreidorgaan 3 in fig. 5 nader worden aangegeven.The ends 190 and 191 of the 10 caps facing each other are substantially parallel to each other and spaced approximately equal to the width of the interchangeable gearbox 158. Each of the caps 186 and 187 is as shown in FIG. 2 provided with a vertically located portion 192 which is located at the height of the spreading members and which extends over a height at least equal to or slightly greater than the height of a spreading member. At a height lower than the spreader, each of the caps has a beveled edge 193 that is inclined downwardly toward the axis of rotation of the respective spreader. Near the top side higher than the top side of the respective spreading member, each cap has a curved edge 194 which faces the respective axis of rotation of the spreading member. The spreading members 3 and 4 are equal to each other and will be shown in more detail for the spreading member 3 in Fig. 5.

Het verspreidorgaan 3 heeft, gezien in bovenaanzicht, een vierkante werpschijfplaat 196. Nabij het midden heeft de plaat een conisch gedeelte 198 dat ringvormig - 30 in bovenaanzicht is. Buiten het gedeelte 198 is de plaat 196 vlak en loodrecht gelegen op de draaiingsas 72 van het verspreidorgaan. Op dit gedeelte zijn vier gekromde schoepen 197 aangebracht, waarbij de binneneinden 199 aansluiten aan de buitendiameter 200 van het conisch-35 vormige gedeelte 198. In bovenaanzicht gezien ligt de diameter 200 slechts op geringe afstand buiten de denkbeeldige cirkel rond de as 72 die de zijden 78 en 99 van de openingen 66, 67, 94 en 95 omvat (fig. 5). De 8502 59 8 - 13 - uiteinden 202 van de schoepen liggen in de hoekpunten van de in bovenaanzicht vierkante plaat 196. De schoepen 197 zijn zodanig gebogen, dat ten opzichte van de draairichting 201 het begineinde 199 voorligt op het uiteinde 5 202. Binnen het gedeelte 198 heeft het verspreidorgaan een vlak gedeelte 203 waarvan de diameter kleiner is dan de diameter waarop de randen 79 en 100 van de openingen 66, 67, 94 en 95 zijn gelegen. Het gedeelte 198 heeft een hoogte 204 die ongeveer gelijk is aan de gemiddelde 10 hoogte van de werpschoepen 197. Het conische gedeelte 198 strekt zich onder een hoek 205 van ongeveer 25° uit ten opzichte van de plaat 196. Het binneneinde 199 van een schoep heeft een hoogte 206 van ongeveer 40 mm. De hoogte 207 van het buiteneinde van een schoep is gelijk 15 aan ongeveer drie vierde van de hoogte 206 en wel ongeveer 32 mm. De diameter 200 is ongeveer gelijk aan de helft van de afstand 208 tussen overstaande zijden van de werp-schijfplaat 196, welke afstand 208 ongeveer 40 cm. is.The spreader 3, viewed in plan view, has a square throwing disc plate 196. Near the center, the plate has a conical portion 198 which is annular in plan view. Outside of portion 198, plate 196 is flat and perpendicular to the axis of rotation 72 of the spreader. On this section, four curved blades 197 are arranged, the inner ends 199 of which connect to the outer diameter 200 of the conical-shaped section 198. Seen in plan view, the diameter 200 is only a short distance outside the imaginary circle around the axis 72 that the sides 78 and 99 of the openings 66, 67, 94 and 95 (Fig. 5). The 8502 59 8-13 ends 202 of the blades lie in the vertices of the planar plate 196 in plan view. The blades 197 are bent such that, relative to the direction of rotation 201, the starting end 199 is at the end 5 202. Within the portion 198, the spreading member has a flat portion 203, the diameter of which is smaller than the diameter on which the edges 79 and 100 of the openings 66, 67, 94 and 95 are located. The portion 198 has a height 204 approximately equal to the average height of the throwing blades 197. The conical portion 198 extends at an angle 205 of about 25 ° relative to the plate 196. The inner end 199 of a blade has a height 206 of about 40 mm. The height 207 of the outer end of a blade is equal to about three-quarters of the height 206 and about 32 mm. The diameter 200 is approximately equal to half the distance 208 between opposite sides of the throwing disc plate 196, which distance 208 is approximately 40 cm. is.

De diameter van de de verspreidorganen vormende overhoekse 20 maat 209 van de werpschijfplaten 196 is ongeveer 57 cm.The diameter of the diagonal 209 of the throwing disc plates 196 forming the spreading members is about 57 cm.

De verspreidorganen 3 en 4 liggen met hun overhoekse maat 90ö verdraaid ten opzichte van elkaar om hun desbetreffende draaiingsassen 72 en 73,zoals uit fig. 3 blijkt. De afstand 49 tussen de assen 72 en 73 is ongeveer 1,5 malzo groot 25 als de afstand 209. Het verspreidorgaan 4, dat niet nader is weergegeven,is gelijk gevormd aan het verspreidorgaan 3 dat in fig. 5 nader is weergegeven en hiervoor is beschreven. De verspreidorganen 3 en 4 zijn echter spiegelbeeldig gevormd ten opzichte van het vertikale vlak 29. __ 30 Bij het gebruik van de inrichting wordt deze aan de hefinrichting van een trekker gekoppeld. Hierbij kunnen de onderste hefarmen van de hefinrichting gekoppeld worden tussen de platen -23 en 24 resp. de platen 25 en 26, terwijl de bovenste hefarm gekoppeld kan worden met 35 het gestel tussen de platen 32 en 33. De hefarmen kunnen met de desbetreffende platen gekoppeld worden door een koppelpen door de desbetreffende openingen 30 of 31 resp.The spreading members 3 and 4 are rotated relative to each other about their respective axes of rotation 72 and 73 with their angular measure 90 °, as can be seen from Fig. 3. The distance 49 between the shafts 72 and 73 is about 1.5 times as great as the distance 209. The spreading member 4, not shown in more detail, is similar to the spreading member 3 shown in more detail in FIG. described. The spreading members 3 and 4 are however mirror-shaped with respect to the vertical plane 29. When the device is used, it is coupled to the lifting device of a tractor. The lower lifting arms of the lifting device can be coupled between the plates -23 and 24, respectively. the plates 25 and 26, while the upper lifting arm can be coupled to the frame between the plates 32 and 33. The lifting arms can be coupled to the relevant plates by a coupling pin through the respective openings 30 or 31, respectively.

34 te steken. De zijde waarmede de inrichting aan de hefinrichting van een trekker gekoppeld is is in dit uitvoerings- 3502598 » J» - 14 - voorbeeld de voorzijde van de inrichting genoemd. De inrichting kan echter ook gekoppeld worden met een voertuig dat bijvoorbeeld aan de voorzijde van een hefinrichting is voorzien, waarbij de in dit uitvoeringsvoorbeeld voor-5 zijde van de inrichting de achterzijde van de inrichting wordt ten opzichte van een voortbewegingsrichting.34. In this exemplary embodiment, the side with which the device is coupled to the lifting device of a tractor is referred to as the front of the device. However, the device can also be coupled to a vehicle which is provided with, for example, a lifting device at the front, wherein the front side of the device in this exemplary embodiment becomes the rear side of the device relative to a direction of travel.

In dit uitvoeringsovorbeeld wordt de inrichting bij het gebruik voortbewogen in de richting volgens de pijl 195. Bij het koppelen van de inrichting wordt het 10 einde 173 van de aandrijfas 162 door middel van een tussen-as met de aftakas van de trekker gekoppeld. De verstelkabel 119 kan met de buitenkabel 121 door middel van een niet weergegeven koppelinrichting waaraan een bedieningsarm is bevestigd aan de trekker worden gekoppeld. De bedienings-15 arm zal zodanig aangebracht zijn dat daarmede de'verstelkabel 119 verschoven kan worden ten opzichte van de steun 120 en de buitenkabel 121. De verstelkabel 119 is zodanig uitgevoerd dat deze zowel vanaf de steun 120 getrokken als gedrukt kan worden voor het bewegen van de arm 118, 20 een en ander zoals hierna nader zal worden uiteengezet.In this exemplary embodiment, the device is moved in the direction according to arrow 195 during use. When coupling the device, the end 173 of the drive shaft 162 is coupled to the power take-off shaft of the tractor by means of an intermediate shaft. Adjustment cable 119 can be coupled to outer tractor 121 by means of a coupling device (not shown) to which an operating arm is attached to the tractor. The operating arm will be arranged so that the adjusting cable 119 can be displaced with respect to the support 120 and the outer cable 121. The adjusting cable 119 is designed in such a way that it can both be pulled and pressed from the support 120 for moving of the arm 118, 20, as will be explained in more detail below.

De inrichting is bedoeld voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal waarbij het te verspreiden materiaal in het reservoir 2 kan worden meegevoerd. Het materiaal kan vanuit het reservoir via de trech-25 tervormige gedeelten 40 en 41, en de afvoeropeningen 66 en 67 resp. 68 en 69 daarin, aan de verspreidorganen 3 resp. 4 toegevoerd worden. De hoeveelheid materiaal die per tijdseenheid aan de verspreidorganen wordt toegevoerd is te regelen door het instellen van de doseerplaten 86 - 30 en 87 ten opzichte van de bodems 52 en 53, een en ander zodanig dat de openingen 94 en 95 resp. 96 en 97 meer of minder in overlap zijn met de openingen 66 en 67 resp.The device is intended for spreading granular and / or powdery material, whereby the material to be spread can be entrained in the reservoir 2. The material can pass from the reservoir through the funnel-shaped sections 40 and 41, and the discharge openings 66 and 67, respectively. 68 and 69 therein, on the spreading members 3 and 3, respectively. 4 are supplied. The amount of material supplied to the spreading members per unit of time can be controlled by adjusting the dosing plates 86 - 30 and 87 relative to the bottoms 52 and 53, such that the openings 94 and 95, respectively. 96 and 97 are more or less in overlap with openings 66 and 67, respectively.

68 en 69. Het door de openingen vanuit het reservoir vallende materiaal komt op het conischvormige gedeelte 198 van 35 het desbetreffende verspreidorgaan. Vanaf dit gedeelte stroomt het materiaal op gunstige wijze toe aan het dichtst bij de draaiingsas van het verspreidorgaan gelegen begin van elke schoep door welke het gelijkmatig over de gewenste sector uitgestrooid kan worden. Hierbij is het van voordeel 8S02 59 8 - 15 - dat de afstand 81 tussen de as 72 en de zijden 79 van de afvoeropeningen gelijk is aan ongeveer 1/8 van de diameter 209. De verspreidorganen 3 en 4 worden vanaf de aftakas en de aandrijfas 162 via de tandwielen 159 en 161 en de 5 conische tandwielen in de tandwielbak 144 zodanig aangedreven, dat zij tegengesteld aan elkaar roteren waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden van de verspreidorganen bewegen in de richting volgens de pijl 195. De snelheid waarmede de verspreidorganen om hun draaiingsassen 72 10 resp. 73 roteren is bij voorkeur instelbaar. In dit uitvoe-ringsvoorbeeld kan de rotatiesnelheid van de verspreidorganen worden ingesteld door het verwisselen van de tandwielen 159 en 161 door andere tandwielen. De tandwielen 159 en 161 zijn door middel van een niet nader weergegeven spie-15 verbinding aan de assen 156 resp. 162 aangebracht doch verschuifbaar op deze assen, zodat zij gemakkelijk met andere wielen verwisseld kunnen worden. Voor het verwisselen van de wielen 159 en 161 met andere wrelen en/of ten opzichte van elkaar kan het deksel 167 van de wisselwiel-20 kast 158 afgenomen worden door het losnemen van de vleugelmoeren 168. Met het wegnemen van het deksel 167 worden ook de steunen 171 en 172 weggenomen die een verschuiven van de wisselwielen 159 en 161 op hun assen 156 en 162 tegengaan. Het aantal wisselwielen dat in dit uitvoerings-25 voorbeeld voor de inrichting aanwezig is is zodanig, dat naar keuze het wisseltandwiel 159 op de as 156 een aantal tanden kan bezitten van veertien tot eenentwintig of drieëntwintig, terwijl het wisseltandwiel 161 gekozen kan worden in een aantal tanden tussen twaalf of veertien — 30 tot en met eenentwintig. Door de mogelijkheid van de combinatie uit de genoemde tandwielen is het mogelijk bij een omwentelingssnelheid van de aftakas van de trekker van 540 omw./min. de rotatiesnelheid van de verspreidorganen te kiezen tussen ongeveer 280 omw./min tot ongeveer 810 35 omw./min. De overbrengingsverhouding tussen de conische tandwielen in de tandwielkast 144 is 1 : 1.68 and 69. The material falling through the openings from the reservoir comes on the conical portion 198 of the respective spreading member. From this section, the material flows favorably to the beginning of each blade nearest the axis of rotation of the spreader through which it can be spread evenly over the desired sector. It is advantageous here that the distance 81 between the shaft 72 and the sides 79 of the discharge openings is equal to approximately 1/8 of the diameter 209. The spreading members 3 and 4 are removed from the PTO shaft and the drive shaft. 162 driven via the gears 159 and 161 and the bevel gears in the gearbox 144 such that they rotate in opposite directions, the opposite sides of the spreading members moving in the direction of arrow 195. The speed at which the spreading members move about rotation axes 72 10 resp. Rotation is preferably adjustable. In this exemplary embodiment, the rotational speed of the spreading members can be adjusted by exchanging the gears 159 and 161 with other gears. The gears 159 and 161 are connected to the shafts 156 and 16 by means of a spline connection (not shown). 162 mounted but slidable on these axles so that they can be easily exchanged with other wheels. For exchanging the wheels 159 and 161 with other swirls and / or relative to each other, the cover 167 can be removed from the change-wheel housing 158 by loosening the wing nuts 168. With the cover 167 also removed supports 171 and 172 which prevent slipping of the change wheels 159 and 161 on their axles 156 and 162. The number of change wheels present in this embodiment for the device is such that optionally the change gear 159 on the shaft 156 may have a number of teeth from fourteen to twenty one or twenty three, while the change gear 161 can be selected in a number of teeth between twelve or fourteen - 30 to twenty one. Due to the possibility of the combination of the said gears, it is possible at a revolution speed of the tractor's PTO shaft of 540 rpm. select the speed of rotation of the spreader members from about 280 rpm to about 810 rpm. The gear ratio between the bevel gears in the gearbox 144 is 1: 1.

De ligging van de doorlaatopeningen boven elk van de verspreidorganen is zodanig, dat elk van de verspreidorganen het materiaal in hoofdzaak verspreidt in 3502 59 8 f * - 16 - * een richting tegengesteld aan de rijrichting 195 en over een sector die zich aan weerszijden van het verticale vlak 29 althans ongeveer even ver uitstrekt. Het materiaal dat door het verspreidorgaan 3 wordt uitgestrooid zal 5 aldus over dezelfde sector uitgestrooid worden als het materiaal dat door het verspreidorgaan 4 wordt uitgestrooid. Door beide verspreidorganen het materiaal over dezelfde sector uit te laten strooien tijdens het bedrijf van de inrichting zullen eventuele oneffenheden in uit-10 strooien van het ene verspreidorgaan opgeheven worden door het andere verspreidorgaan. Op deze wijze wordt een zeer gelijkmatige verdeling van het materiaal verkregen over de breedte waarover het materiaal tijdens het voortbewegen van de inrichting uitgestrooid kan worden. Deze 15 gelijkmatige verdeling is verder gunstig beïnvloed doordat het verspreidorgaan 3 wat betreft de plaats van de werp-schoepen om de draaiingsassen 72 resp. 73 over 90° ten opzichte van elkaar verdraaid liggen, zoals blijkt uit de in fig. 3 met stippellijnen weergegeven stand van de 20 werpschijfplaten 196.The location of the passage openings above each of the spreading members is such that each of the spreading members spreads the material substantially in 3502 59 8 f * - 16 - * a direction opposite to the direction of travel 195 and across a sector extending on either side of the vertical plane 29 extends at least about the same distance. The material spread by the spreader 3 will thus be spread over the same sector as the material spread by the spreader 4. By having both spreading members spread the material over the same sector during the operation of the device, any irregularities in spreading out from one spreading member will be eliminated by the other spreading member. In this way, a very uniform distribution of the material is obtained over the width over which the material can be spread during advancement of the device. This uniform distribution is furthermore favorably influenced in that the spreading member 3 with regard to the location of the throwing blades about the rotary axes 72 and 45 respectively. 73 are rotated through 90 ° relative to each other, as can be seen from the position of the 20 disc discs 196 shown in dotted lines in Fig. 3.

De doorlaatgrootte van de openingen 67 en 66 resp. 68 en 69 wordt bepaald door de mate waarin de openingen 94 en 95 resp. 96 en 97 in overlap zijn met de openingen 66 - 69. Deze instelling kan verkregen worden via 25 de verstelkabel 119 waarmede de as 113 verdraaid kan worden. Verdraaiing van de as 113 geeft via de verstelarmen 111 en 112 een verdraaiing van de doseerplaten 86 en 87 om de draaiingsassen 72 en 73. De aanslagarm 132 is zodanig aan de as 113 aangebracht, dat deze arm nabij de beneden- -30 zijde van de sleuf 130 in de geleidingsplaat 126 tegen een vaste aanslag 133 is gelegen wanneer de afvoeropeningen 66 - 69 geheel gesloten zijn en absoluut niet samenvallen met één van de doseeropeningen 94 en 95 resp. 96 en 97.The passage size of the openings 67 and 66, respectively. 68 and 69 are determined by the extent to which openings 94 and 95, respectively. 96 and 97 are in overlap with the openings 66-69. This adjustment can be obtained via the adjustment cable 119 with which the shaft 113 can be rotated. Rotation of the shaft 113, via the adjusting arms 111 and 112, causes the dosing plates 86 and 87 to rotate about the rotary axes 72 and 73. The stop arm 132 is arranged on the shaft 113 such that this arm is located near the bottom of the slot 130 in the guide plate 126 lies against a fixed stop 133 when the discharge openings 66 - 69 are completely closed and absolutely do not coincide with one of the dosing openings 94 and 95, respectively. 96 and 97.

Door het verdraaien van de as 113 zodanig, dat de arm 35 132 meer omhoog beweegt, gezien in fig. 2, worden de ope ningen 94 - 99 in overlap gebracht met de openingen 66 -- 69. Wanneer de arm 132 nabij de bovenzijde van het sleuf-gat 130 is gelegen zijn de openingen 94 - 97 geheel in overlap met de respectieve openingen 66 - 69. Met de ver- 8502 59 8 4 - 17 - stelbare aanslag 131 is de beweging die de arm 132 naar boven kan maken te beperken. Aldus kan een stand ingesteld worden die een maximale gewenste overlap geeft van de openingen 94-97 met de openingen 66 - 69, bijvoorbeeld 5 kan de aanslag 127 zodanig ingesteld worden dat de arm 132 maar zodanig omhoog te bewegen is dat de afvoeropenin-gen maar voor de helft van hun grootte met de doseeropenin-gen in overlap gebracht kan worden. De aanslagarm 132 kan snel van de vaste aanslag 133 naar de verstelbare 10 aanslag 127 gebracht worden om de afvoeropeningen over de gewenste grootte te openen resp. te sluiten en omgekeerd. De zijden 78 van de openingen 94 - 97, welke bij het openen resp. het sluiten van de openingen 66-69 het eerst onder deze afvoeropeningen komen resp. het laatst 15 onder deze openingen vandaan bewegen, zijn niet radiaal aangebracht, zoals voor de zijde 78 is uiteengezet. Hierdoor * wordt bereikt dat bij het slechts vrijgeven van een gering % gedeelte van de afvoeropeningen 66-69 toch nog een zodanige vorm van de doorlaatgrootte van de afvoeropeningen 20 wordt bereikt, dat het materiaal gemakkelijk uit het reservoir kan wegstromen.By rotating the shaft 113 so that the arm 35 132 moves more upward, as seen in Fig. 2, the openings 94 - 99 are overlapped with the openings 66 - 69. When the arm 132 is near the top of the slotted hole 130 is located, the openings 94 - 97 completely overlap with the respective openings 66 - 69. With the adjustable stop 131, the movement that the arm 132 can make upwards can be made limit. Thus, a position can be set which gives a maximum desired overlap of the openings 94-97 with the openings 66-69, for example the stop 127 can be adjusted such that the arm 132 can only be moved up such that the discharge openings are can be overlapped with the dosing openings for half their size. The stop arm 132 can be quickly moved from the fixed stop 133 to the adjustable stop 127 to open or discharge the discharge openings by the desired size. to close and vice versa. The sides 78 of the openings 94 - 97, which, when opened or closing the openings 66-69 first come under these discharge openings, respectively. last moving out from underneath these apertures are not radially arranged as set forth for side 78. This ensures that when only a small percentage of the discharge openings 66-69 is released, such a shape of the passage size of the discharge openings 20 is still achieved that the material can easily flow out of the reservoir.

Het is mogelijk de verstelarmen 111 en 114 aan te brengen in resp. de openingen 92 en 93 van het desbetreffende doseerorgaan 86 of 87. Door bijvoorbeeld de verstel-25 arm 111 aan te brengen in de opening 92 wordt de doseerplaat 86 zodanig verdraaid, dat de opening 94 kan samenwerken met de opening 67, terwijl de opening 66 steeds gesloten blijft. Op deze wijze zal bijvoorbeeld slechts door de openingen 67 en 69 materiaal aan de verspreidorganen - 30 toegevoerd worden. Aldus kan de hoeveelheidemateriaal, die per tijdseenheid uitgestrooid wordt en de breedte waarover het materiaal uitgestrooid wordt, verminderd worden. Het is ook mogelijk de armen 111 en 114 aan te brengen in de openingen 93 van de doseerplaten 86 en 87.It is possible to arrange the adjusting arms 111 and 114 in resp. the openings 92 and 93 of the respective dosing member 86 or 87. For example, by arranging the adjusting arm 111 in the opening 92, the dosing plate 86 is rotated such that the opening 94 can cooperate with the opening 67, while the opening 66 always remains closed. In this manner, for example, material will be supplied to the spreading members only through the openings 67 and 69. Thus, the amount of material scattered per unit time and the width over which the material is scattered can be reduced. It is also possible to arrange the arms 111 and 114 in the openings 93 of the dosing plates 86 and 87.

35 Hierbij zullen dan de openingen 95 en 97 in samenwerking komen met de openingen 66 en 68. Op deze wijze zal de breedte waarover het materiaal uitgestrooid wordt groter blijven dan wanneer slechts door de openingen 67 en 69 materiaal aan het verspreidorgaan wordt toegevoerd. Het 55025»ö - 18 - is ook mogelijk één van de verstelarmen los te koppelen van de desbetreffende doseerplaat en daarbij de doseerplaat in de stand te houden zodanig dat de desbetreffende afvoer-openingen gesloten blijven, men kan dan het materiaal 5 uit slechts een afvoertuit 40 of 41 naar het verspreidor-gaan 3 of 4 toevoeren. Hierbij is dan de hoeveelheid materiaal die over een strook wordt uitgestrooid aanzienlijk te verminderen. Door hierbij de afvoeropening die het verst van het vlak 70 of 71 vandaan ligt gesloten te houden 10 is het materiaal meer naar een zijde van de inrichting uit te strooien. De stand van de doseerplaten 86 en 87 ten opzichte van elkaar is enigszins na te stellen door de spanner 110 in de verstelarm 112,waardoor de lengte van deze arm iets is in te stellen.The openings 95 and 97 will then come into contact with the openings 66 and 68. In this way, the width over which the material is spread will remain greater than if material is supplied to the spreading member only through the openings 67 and 69. The 55025 »- 18 - is also possible to disconnect one of the adjustment arms from the respective dosing plate and thereby keep the dosing plate in position such that the relevant discharge openings remain closed, so that material 5 can be removed from only one discharge spout 40 or 41 to the distributor 3 or 4. The amount of material that is spread over a strip can then be considerably reduced. By keeping the discharge opening furthest from the surface 70 or 71 closed, the material can be spread more to one side of the device. The position of the dosing plates 86 and 87 relative to each other can be slightly adjusted by the tensioner 110 in the adjusting arm 112, whereby the length of this arm can be adjusted slightly.

15 · Om de doorstroming van het materiaal door de afvoeropeningen te bevorderen is in de onderzijde van elke afvoertuit een roerder 177 resp. 178 aangebracht.· In order to promote the flow of material through the discharge openings, a stirrer 177 resp. 178 fitted.

Deze roerders draaien met dezelfde snelheid om de draaiings-assen 72 en 73 als de desbetreffende verspreidorganen.These stirrers rotate about the rotation axes 72 and 73 at the same speed as the respective spreader members.

20 De roerders 177 en 178, die door middel van pennen aan de desbetreffende assen van de verspreidorganen zijn aangebracht, kunnen ook anders van vorm zijn. In fig. 10 is een vorm van een roerder weergegeven, die bestaat uit een ring 216 die door middel van twee spaken 217 aan een 25 naaf 218 is aangebracht. De naaf 218 komt overeen met de naaf 179 die in fig. 4 is weergegeven. Bij bepaalde soorten materiaal kan de roerder, die in fig. 10 is weergegeven, met meer succes toegepast worden om het te verspreiden materiaal zonder dat dit meer of minder wordt ~ 30 verpulverd op een goede wijze door de afvoeropeningen kan wegstromen.The stirrers 177 and 178, which are mounted on the respective shafts of the spreading members by means of pins, may also be of different shapes. Fig. 10 shows a form of a stirrer, which consists of a ring 216, which is mounted on a hub 218 by means of two spokes 217. The hub 218 corresponds to the hub 179 shown in Fig. 4. With certain types of material, the stirrer shown in Figure 10 can be used more successfully to disperse the material to be dispersed without being more or less pulverized and able to properly drain through the discharge openings.

In fig. 11 is op schematische wijze een alternatief aangegeven voor het bedienen van de koppelarm 118 die met de as 113 met toebehoren een verstelmechanisme 35 vormt voor het bedienen van de doseerplaten 86 en 87.Fig. 11 schematically shows an alternative for operating the coupling arm 118 which, with the shaft 113 with accessories, forms an adjusting mechanism 35 for operating the dosing plates 86 and 87.

Volgens fig. 11 is tussen de koppelarm 118 en de steun 120 een dubbelwerkende hydraulische cylinder 211 aangebracht die scharnierbaar is ondersteund door de steun 120. De zuigerstang 212 is scharnierbaar gekoppeld aan 8502 59 8 - 19 - de arm 118. De cylinder 211 is door stangen 212 en 213 met een hydraulisch bedieningsmechanisme aan de trekker gekoppeld zodanig dat naar keuze middels de cylinder 211 en de stang 212 de afstand tussen de steun 120 en arm 5 118 is te vergroten of te verkleinen voor het verdraaien van de verstelas 113 en daarmede het verstellen van de doseerplaten 86 en/of 87.According to Fig. 11, a double-acting hydraulic cylinder 211 is mounted between the coupling arm 118 and the support 120, which is hingedly supported by the support 120. The piston rod 212 is hingedly coupled to the arm 118 8502. The cylinder 211 is rods 212 and 213 are coupled to the tractor by a hydraulic actuating mechanism such that optionally by means of the cylinder 211 and the rod 212 the distance between the support 120 and arm 5 118 can be increased or decreased in order to rotate the adjusting shaft 113 and thereby the adjusting the dosing plates 86 and / or 87.

Hoewel in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld één lange tandwielkast 144 is aangebracht is het ook moge-10 lijk deze lange kast te vervangen door twee kleine kasten waarin de tandwielen 151 en 152 voor elk verspreidorgaan en een verdere kast waarin de conische wielen 153 en 155 en de wisselwielen 159 en 161 zijn gelegen.Although in the illustrated embodiment one long gear box 144 is arranged, it is also possible to replace this long box with two small boxes in which the gears 151 and 152 for each spreading member and a further box in which the conical wheels 153 and 155 and the change wheels are 159 and 161 are located.

De strippen 35 en 36 vormen een trekhaak waar-15 aan een verder werktuig gekoppeld kan worden om met de weergegeven inrichting te worden voortbewogen. Door de tussenwand 61 is het re’servoir 2 in twee delen gescheiden. Hierbij kunnen desgewenst in gescheiden reservoirdelen twee soorten materiaal meegevoerd worden, waarbij door 20 elk verspreidorgaan een ander soort materiaal is te verspreiden. Normaal zal echter in elk reservoirdeel dezelfde soort materiaal zijn aangebracht. De beide verspreidorga-nen verspreiden dan het materiaal over dezelfde sector om hun draaiingsassen waardoor de gelijkmatigheid in 25 het verspreiden van het materiaal over een oppervlak vergroot wordt.Strips 35 and 36 form a tow bar where 15 can be coupled to a further tool for advancement with the illustrated device. The reservoir 2 is separated into two parts by the partition wall 61. If desired, two types of material can be carried along in separate reservoir parts, wherein a different type of material can be spread by each spreading member. Normally, however, the same type of material will be provided in each reservoir part. The two spreader members then spread the material over the same sector about their axis of rotation, thereby increasing uniformity in spreading the material over a surface.

De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat hiervoor is beschreven naar aanleiding van de tekeningen doch heeft ook betrekking op datgene wat in de tekeningen _ 30 is weergegeven of daaruit volgt doch niet is beschreven.The invention is not limited to what has been described above in connection with the drawings, but also relates to what has been shown in or follows from the drawings but has not been described.

-Conclusies- S 5 ö :2 5 ö 8-Conclusions- S 5 ö: 2 5 ö 8

Claims (17)

1. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, voorzien van een gestel, waaraan een reservoir voor het te verspreiden materiaal en ten minste twee om zich in hoogterichting uitstrekkende draai- 5 ingsassen aandrijfbare verspreidorganen zijn aangebracht, waarbij tussen het reservoir en de verspreidorganen toevoer-middelen aanwezig zijn via welke materiaal vanuit het reservoir aan de verspreidorganen kan worden toegevoerd, met het kenmerk, dat het gestel een rechthoekig, zich in hoogte-10 richting uitstrekkend gestelraam omvat dat aan één zijde van de inrichting is gelegen, waarbij aan het gestelraam steunarmen zijn aangebracht, die het reservoir ondersteunen.1. Device for spreading granular and / or powdery material, provided with a frame, to which a reservoir for the material to be spread and at least two spreading elements which can be driven in height direction, are arranged, wherein between the reservoir and the spreading means supply means are provided through which material can be supplied from the reservoir to the spreading means, characterized in that the frame comprises a rectangular frame extending in height direction situated on one side of the device, wherein support arms are provided on the frame frame, which support the reservoir. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan het verticale gestelraam zich althans nagenoeg 15 loodrecht op dit raam uitstrekkende, lager dan de steunarmen gelegen onder-steuningsbalken zijn aangebracht, die zich onder aandrijforganen voor de verspreidorganen uitstrekken.2. Device as claimed in claim 1, characterized in that support beams extending at least perpendicularly to this frame, located lower than the support arms, are arranged on the vertical frame frame and extend below driving members for the spreading members. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrijforganen in een draagbalk zijn aangebracht, 20 waaraan de verspreidorganen zijn aangebracht.3. Device according to claim 2, characterized in that the drive members are arranged in a supporting beam, to which the spreading members are arranged. 4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de ondersteuningsbalken zich althans gedeeltelijk V-vormig ten opzichte van elkaar uitstrekken gezien in bovenaanzicht, waarbij de einden van deze balken aan twee verticale balken 25 van het gestelraam zijn bevestigd.4. Device as claimed in claim 2 or 3, characterized in that the support beams extend at least partly V-shaped relative to each other, seen in top view, the ends of these beams being attached to two vertical beams 25 of the frame frame. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir twee van elkaar gescheiden afvoertuiten omvat die onderling met elkaar zijn verbonden door een brugsteun, die ter hoogte is gelegen van de steun- 30 armen.5. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the reservoir comprises two discharge spouts which are separated from one another and which are mutually connected by a bridge support, which is located at the height of the support arms. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de brugsteun is aangebracht tussen apart gevormde ondereinden van de afvoertuiten.6. Device according to claim 5, characterized in that the bridge support is arranged between separately formed lower ends of the discharge spouts. 7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de steunarmen zijn gelegen aan tegenover elkaar gelegen zijden van het reservoir en zijn verbonden met een aan het reservoir aangebrachte bevestigingsstrip. 8502 59 8 - 21 -7. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the support arms are located on opposite sides of the reservoir and are connected to a fixing strip arranged on the reservoir. 8502 59 8 - 21 - 8. Inrichting volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de ondersteuningsbalk aan de zijde die, in bovenaanzicht gezien, is afgekeerd van de zijde waar het verticale gestelraam is gelegen, is voorzien van een 5 trekhaak, waaraan een verder voertuig gekoppeld kan worden.8. Device as claimed in any of the claims 2-7, characterized in that the support beam on the side which, viewed in top view, faces away from the side where the vertical frame window is located, is provided with a towing hook, on which a further vehicle can be linked. 9. Inrichting volgens een der conclusies 2-8, met het kenmerk, dat de ondersteuningsbalk en de steunarm, in zijaanzicht gezien, evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht.Device according to any one of claims 2-8, characterized in that the support beam and the support arm, viewed in side view, are arranged parallel to each other. 10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 10 dat de steunarmen aan het gestelraam zijn aangebracht aan verticale balken daarvan.10. Device according to claim 9, characterized in that the support arms on the frame are arranged on vertical beams thereof. 11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de steunarmen zijn gelegen ongeveer ter halve hoogte van de hoogte van het gestelraam.11. Device as claimed in claim 9 or 10, characterized in that the support arms are located approximately half the height of the frame frame. 12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, » . met het kenmerk, dat het gestelraam twee in doorsnede rechthoekige, verticaal gelegen gestelbalken omvat, tussen de uiteinden waarvan in doorsnede ronde gestelbalken zijn bevestigd.12. Device according to any one of the preceding claims, ». characterized in that the frame frame comprises two vertically located frame beams rectangular in cross section, between the ends of which round frame beams are fixed in cross section. 13. Inrichting volgens een der conclusies 5 - 12, met het kenmerk, dat aan de brugsteun een verstelmechanisme is aangebracht dat is verbonden met een zich evenwijdig aan het gestelraam langs het reservoir uitstrekkende verstel-as van een doseermechanisme dat ten opzichte van afvoerope-25 ningen van het reservoir verstelbare doseerschuiven omvat.13. Device as claimed in any of the claims 5-12, characterized in that an adjusting mechanism is arranged on the bridge support, which is connected to an adjusting shaft of a dosing mechanism extending parallel to the frame frame along the reservoir and which is disposed relative to discharge head. of the reservoir includes adjustable metering slides. 14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat hoger en lager dan de steunarmen aan het gestelraam de van de steunarmen afgekeerde zijde van koppelingsstrippen zijn aangebracht voor het bevestigen ~ . 30 van de inrichting aan de hefinrichting van een trekker of dergelijk voertuig.14. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that, higher and lower than the support arms on the frame, the side of coupling strips remote from the support arms are arranged for fixing. 30 from the device to the lifting device of a tractor or similar vehicle. 15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestelraam twee verticale gestelbalken omvat tussen welks boveneinden een dwarsbalk is 35 bevestigd waarmede het reservoir is verbonden.15. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the frame frame comprises two vertical frame beams between which upper ends of which a transverse beam is fixed to which the reservoir is connected. 16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het reservoir een breedte heeft die ongeveer gelijk is aan anderhalf maal de afstand tussen de verticale gestelbalken. 85 0 2 5 'è L - 22 - * *Device according to claim 15, characterized in that the reservoir has a width approximately equal to one and a half times the distance between the vertical frame beams. 85 0 2 5 'è L - 22 - * * 17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de afstand tussen de verticale gestelbalken groter is dan de afstand tussen de draaiingsassen van de verspreidorganen waarmede het materiaal over althans nage-5 noeg samenvallende sectoren verspreid kan worden. -o-o-o-o-o- «*.·. . 8502 59 817. Device as claimed in claim 15 or 16, characterized in that the distance between the vertical frame beams is greater than the distance between the rotary axes of the spreading members with which the material can be spread over at least substantially coincident sectors. -o-o-o-o-o- «*. ·. . 8502 59 8
NL8502598A 1985-09-23 1985-09-23 Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor NL8502598A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502598A NL8502598A (en) 1985-09-23 1985-09-23 Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502598A NL8502598A (en) 1985-09-23 1985-09-23 Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor
NL8502598 1985-09-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502598A true NL8502598A (en) 1986-01-02

Family

ID=19846603

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502598A NL8502598A (en) 1985-09-23 1985-09-23 Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8502598A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4776519A (en) * 1986-05-06 1988-10-11 Z.P.M. International B.V. Device for spreading granular and/or powdery material

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4776519A (en) * 1986-05-06 1988-10-11 Z.P.M. International B.V. Device for spreading granular and/or powdery material

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7810805A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.
US4836456A (en) Agricultural spreader having multiple distribution members broadcasting material simultaneously to generally the same area
NL8200958A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.
AT391393B (en) TRACTOR-DRIVEN CYLINDER MOWING MACHINE
EP0410112B1 (en) Centrifugal spreader for pourable material, especially fertilizer
NL8502598A (en) Agricultural granular material spreading machine - has hopper supporting arms on vertical frame section also carrying drive motor
US6116526A (en) Implement for spreading granular and/or pulverulent material
NL8502597A (en) Granular material spreading machine - has bevel gear shaft coupling contra rotating spreader and speed adjusting control
EP0176117B1 (en) Device for spreading granular and/or powdery material
NL8502596A (en) Granular material spreading machine - has contra-rotating rotors scattering material over equal sectors symmetrical w.r.t. spreader axis
GB2150802A (en) Material spreaders
EP0194733B1 (en) Apparatus for spreading granular and/or pulverulent material
NL193302C (en) Device for spreading granular and / or powdery material.
NL8601148A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDERED MATERIAL.
DE2917807A1 (en) SPREADER FOR GRAINY AND / OR POWDERED GOODS
NL8603042A (en) DEVICE FOR DISTRIBUTION OF MATERIAL.
NL8104119A (en) Granular or powdered material spreader - has pair of spaced, variable speed rotary distribution plates mounted beneath hopper
EP0784917B1 (en) An implement for spreading granular and/or pulverulent material
EP0081257A1 (en) Device for spreading granular and/or powdery material
NL8302365A (en) APPARATUS FOR DISTRIBUTING DISPOSABLE SUBSTANCES.
NL8601805A (en) MOWER.
EP0196728B1 (en) Apparatus for spreading spreadable material
NL8104120A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.
NL8402525A (en) Agricultural spreading machine - comprises frame, hopper and four spreaders on two different levels
NL8802787A (en) Spreader for particulate material e.g. fertiliser - has two distribution plates with auxiliary blades extending beyond periphery towards shield plates

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable