NL8104109A - Schakelband. - Google Patents

Description

¢- *r4

Schakelband

De uitvinding betreft een schakelband en heeft meer in het bijzonder betrekking op eenschakelband van het type bestaande uit een aantal schroefwindingen van een thermoplastisch materiaal die in aangrenzend vingervormig ineengrijpend verband 5 aangebracht zijn.

Een schakelband van dit algemene type is geopenbaard in het Duitse Auslegeschrift 2h 19 751, terwijl een ver-betere vorm daarvan het onderwerp vormt van de Britse octrooiaanvrage 8015965 (205115^A).

10 De schakelband zoals in het voorgaande vermeld, waarbij de aangrenzende windingen van een dergelijke band gewoonlijk onderling verbonden zijn door middel van scharnier-draden die in aangrijping gebracht zijn met de vingervormig ineengrijpende slagen daarvan, is gedacht toepassing te vinden 15 als draagstructuur in de samenhang van papiervervaardigings- en dergelijke machines. De mate van de toepassing daarvan in deze samenhang wordt naar gemeend wordt echter beperkt met het oog op de hoge mate van doordringbaarheid van de band, waarbij de onvermijdelijk daaraan verbonden doordringbaarheid van de band 20 op zich in hoofdzaak die welke voor sommige papiermachinedroger- weefseltoenassingen vereist is te boven gaat en de band op zich voor deze toenassingen ongeschikt maakt.

Voorgesteld is om de doordringbaarheid van een schakelband te verminderen door het inbrengen van garens in de 25 ruimte binnen een gegeven winding en tussen de tegenover^ge- t stelde bochten van de windingen die aan elke zijde van de gegeven winding optreden en vingervormig ineengrijpen daarmee, maardit voorstel is onbevredigend gebleken doordat moeilijkheden ondervonden werden bij het aanbrengen van een voldoende 30 massa garen binnen de ruimte en over de volle axiale uitgestrektheid daarvan om de doordringbaarheid in hoofdzaak te beïnvloeden.

Het oogmerk van de uitvinding is om te voorzien in een schakelweefselstructuur die een in hoofdzaak geringere 8104109

Λ W V

2 doordringbaarheid heeft dan de onvermijdelijk daaraan verbonden doordringbaarheid van de schakelband op zich en van een gewicht per oppervlakeenheid dat in hoofdzaak niet verschilt van dat van een dergelijke schakelband op zich.

5 Volgens de uitvinding wordt een schakelband- struetuur voorgesteld, bestaande uit een aantal schroefwindingen van een thermoplastisch materiaal die invingervormig ineengrijpend naast elkaar gelegen verband aangebracht zijn om een schakelband te vormen, gekenmerkt door een strook of stroken van een lint-10 vormig materiaal die aangebracht zijn in tenminste sommige van de respectieve ruimten binnen elke winding en optreden tussen de tegenovergestelde bochten van die windingen aan elke zijde daarvan en aangebracht zijn in vingervormig ineengrijpend verband daarmee en de binnenzijde van de vermelde winding.

15 Volgens een voorkeursaspect zijn de windingen van afgeplatte vorm, waarbij de kleinste inwendige afmeting daarvan kleiner is dan de ruimte tussen tegenover^·gestelde bochten van respectieve windingen die in aangrijping gebracht zijn met een gegeven winding aan elke zijde daarvan.

20 Volgens een verder voorkeursaspect is de of .

elke strook van een breedte tenminste gelijk aan de inwendige afmeting van de winding gemeten in een richting loodrecht op het vlak van de vermelde structuur.

Bij voorkeur is de of elke strook van een breedte 25 ongeveer gelijk aan de afstand tussen de tegenover gestelde bochten.

Volgens een nog verder voorkeursaspect heeft het lint een reflecterend oppervlak aan tenminste êên aanzichtkant daarvan.

30 Typerende lintvormige stroken bestaan uit de in het voorgaande vermelde reflecterende strook, een monofilament-polyester of ander garen van platte vorm waarbij de breedte/dikte-ratio in de orde van 2 of meer tot 1 is, of een gespleten film-lint waarbij de breedte/dikte-ratio ongeveer 75:1 is. Het lint 35 kan geheel ondoordringbaar zijn of kan van gevlochten vorm zijn 8104109 3 en "bijgevolg een beperkte doordringbaarheid hebben.

De uitvinding zal nu louter bij wijze van voorbeeld verder beschreven worden aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringen daarvan voorgesteld zijn.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een schakelband-structuur volgens de uitvinding; fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven doorsnede van de structuur van fig. 1; en fig. 3 is een op grotere schaal weergegeven eind-j 0 aanzicht van een deel van de schakelbandstructuur van fig. 1.

Bij het hu beschouwen van de tekeningen wordt gezien dat een schakelband bestaat uit een aantal afzonderlijke schroefwindingen 11 die in vingervormig ineengrijpen naast elkaar gelegen verband aangebracht zijn en onderling verbonden ^ zijn door respectieve scharnierdraden 12 die door de vingervormig ineengrijpende slagen van aangrenzende windingen gevoerd zijn.

De windingen 11 zijn van een synthetisch thermoplastisch monofilamentmateriaal, evenals de scharnierdraden 12 dit zijn, en de tot dusver beschreven schakelband wordt geprodu-2q ceerd in overeenstemming met de leer van de Britse octrooiaanvrage 8015965 (205115^A) waarnaar hi er verwezen wordt voor verdere details.

Volgens de uitvinding is ervoor gezorgd dat elke winding van de schakelband zoals in het voorgaande vermeld een 25 resnectief voor vocht ondoordringbaar lintvormig element 13 omvat, waarbij het lintvormige element 13 aangebracht is in die ruimte 1U binnen een gegeven winding welke optreedt tussen de tegenovergestelde bochten 15, 16 van de slagen van de windingen die aan elke zijde van de gegeven winding optreden en daarmee in aangrij-2q ping gebracht zijn. De langsranden van de schakelband zijn afgedicht om de stroken in de respectieve windingen te houden.

Bij een typerend voorbeeld worden de windingen geproduceerd van een monofilamentgaren dat een diameter van 0,7 mm heeft en bedragen de grootste en kleinste afmetingen 25 van de afgeulatte inwendige vorm van de winding respectievelijk 6 mm en 1 ram. Het lintvormige element 13 bestaat uit een ge- 8104109 i "9

U

metalliseerde kunststof filmstrook van ongeveer 3 mm breedte.

Bij het betreffende voorbeeld dat hier beschouwd wordt, is tenminste een kant van het lint gemetalliseerd, maar de oppervlakkarakteristieken van de strook zullen bepaald worden met het oog op de specifieke eisen van de samen bang waarin de schakelbandstructuur, dat wil zeggen de schakelband op zich en de daarvoor toegepaste lintvormige elementen, gebruikt moet worden, of dit nu op het terrein van papiermachine aankleding of op andere wijze is. De dikte van de strook is naar gemeend ^ wordt op generlei wijze kritisch, onderworpen aan de voorop stelling dat de sterkte daarvan voldoende is om bevredigende inbrenging van de strook in de ruimte zoals door bet trekken van een lengte, bijvoorbeeld 10 meter, daarvan in de lengterichting van de winding mogelijk te‘maken.

15 Er zijn aanwijzingen dat, door middel van de lintvormige elementen zoals hier voorgesteld, men in staat is om de doordringbaarheid van de schakelband zoals die gemeten wordt op een Frazier standaard luc btdoordringbaarheid-'beproevings- 3 2 machine van zeg 16000 m per m per uur bij 100 pascal drukver- 3 2 20 schil te verminderen tot zeg 32CQn per m per uur bij hetzelfde verschil, en zodoende een struktuur van een doordringbaarheid te verschaffen voldoende voor die van een droger—weefsel voor een huidige met hoge snelheid werkende krantendrukmachine.

Het lintvormige element i s gesclikt van een breedte 25 groter dan de kleinste afmeting van de winding en ongeveer gelijk aan de scheidingsafstand tussen de bochten 15, 16, waarbij het lint plat toegevoerd wordt zoals in fig. 3 weergegeven is en zich in continue vorm uitstrekt over de volle axiale uitgestrektheid van de winding. Ofschoon in hst algemeen de breedte van de strook tenminste 1,25 maal de kleinste inwendige afmeting van despoel zal zijn, kan bet in sommige gevallen geschikt blijken dat de strook een breedte ongeveer gelijk aan de kleinste inwendige afmeting van de winding heeft en dat de strook enigszins om de lengteas daarvan gedraaid wordt. Desgewenst kunnen naast elkaar 25 gelegen stroken in elke ruimte aangebracbb worden. Als een alter- 8104109 i- ·» 5 natief om het zich continu over de volle axiale uitgestrektheid van elke winding laten uittrekken van de strook (of stroken) kunnen korte stroken van een lengte in hoofdzaak kleiner -dan de volle axiale uitge strektheid van de winding in uiteengelegen 5 verband met de einden tegen elkaar binnen de winding aangebracht worden, of kunnen stroken (of aantallen daarvan) met betrekking tot slechts enkele van de windingen aangebracht worden.

De uitvinding is niet beperkt tot de toepassing daarvan voor windingen van de afgeplatte vorm die in fig. 3 weer-10 gegeven is, en kan toegepast worden in de samenhang van windingen van cirkelvormige of ovale dwarsdoorsnede, waarbij de stroken geschikt van een zodanige breedte kunnen zijn dat deze zich in contact met het binnenopnervlak van de winding uitstrekken met de langsranden daarvan in contact met het oppervlak van de 15 respectieve bochten waar deze het binnenoppervlak van de winding kruisen.

Ongemerkt moet worden dat door het aanbrengen van de strook in de vorm van een gekleurd element, om zodoende een kleurschakering aan het weefsel te verlenen, een doordring-20 baarheid^kleurcodekarakteristiek ingevoerd kan worden. Bij een alternatieve uitvoering zijn de stroken van een zodanige door-snedeafmeting dat deze in staat zijn tot een beweging, of als translerende of zwenkbeweging, in de richting van de kleinste inwendige afmeting van de windingen, waarbij een 25 dergelijke beweging gebruikt wordt om de luchtstroom door het weefsel te regelen.

Kort samengevat is in het voorgaande beschreven dat een schakelbandstructuur, gevormd door vingervormig ineen-grijpende windingen 11, die verbonden zijn door scharnierdraden 30 12, voorzien is van lintvormige elementen 13 binnen de afzonder lijke windingen om de doordringbaarheid van de totale structuur te verminderen en/of om een of ander vereist karakter daarin in te voeren cat eigen is aan de aard van de elementen en hun betrekking tot de windingen waarin deze zich bevinden.

8104109

Claims (11)

1. Schakelbandstructuur bestaande uit een aantal schroefwindingen van een thermoplastisch materiaal die in vingervormig ineengrijpend naast elkaar gelegen verband aangebracht ^ zijn om een schakelband te vormen, gekenmerkt door een strook of stroken van een lintvormig materiaal die aangebracht zijn in' tenminste sommige van de respectieve ruimten binnen elke winding en optreden tussen de tegenover-gestelde bochten van die windingen aan elke zijde daarvan en aangêbracht zijn in vingervormig ineen- 1Q grijpend verband daarmee en de binnenzijde van de vermelde winding.

2. Schakelbandstructuur volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de windingen van afgeplatte vorm zijn, waarbij de kleinste inwendige afmeting daarvan kleiner is dan de ruimte tussen tegenovergestelde bochten van respectieve windingen die in aangrijping gebracht zijn met een gegeven winding aan elke zijde daarvan.

3. Schakelbandstructuur volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de of elke strook van een breedte tenminste 2Q gelijk aan de inwendige afmeting van de winding gemeten in een richting loodrecht op het vlak van de vermelde structuur is. i+. Schakelbandstructuur volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de of elke strook van een breedte gelijk aan tenminste 1,25 maal de vermelde inwendige afmeting van de winding

25 IS·

5. Schakelbandstructuur volgens een der voorgaande cnrielusies, gekenmerkt doordat de of elke strook van een breedte ongeveer gelijk aan . de afstand tussen de tegen overgestelde bochten is. 2Q 6. Schakelbandstructuur volgens een der voor gaande conclusies, gekenmerkt doordat slechts een enkele strook--in een respectieve winding aangebracht is.

7. Schakelbandstructuur volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat tenminste een strook in elke 25 respectieve winding aangebracht is. 8104109

8. Schakelbandstructuur volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de in een respectieve winding aangebraclte strook of stroken zich uitstrekt of gezamenlijk uitstrekken over de volle uitgestrektheid in lengte- 5 riciting van deze winding.

9. Schakelbandstructuur volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elke strook ondoordringbaar is voor vocht.

10. Schakelbandstructuur vólgens een der voor- 10 gaande conclusies, gekenmerkt doordat elke strook gemetalliseerd is om een reflecterende karakteristiek daaraan te verlenen.

11. Schakelbandstructuur volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de breedte/dikte-ratio van elke strook binnen het bereikt van 2:1 tot 75*1 ligt.

12. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening. 8104109