NL8103879A

NL8103879A - Laadbrug voor patronen tussen een magazijn en een kanon.

Info

Publication number: NL8103879A
Application number: NL8103879A
Authority: NL
Original assignee: Kuka Wehrtechnik Gmbh
Priority date: 1980-08-19
Filing date: 1981-08-19
Publication date: 1983-08-01
Also published as: DE3031204C1; GB2115535B; NL185033B; NL185033C; GB2115535A; FR2526148A1; US4590843A; FR2526148B1

Description

, Ê? f :<· >' ·. 7 S'"-· . T tJ/EA/4 %

LAADBRUG VOOR PATRONEN TUSSEN EEN MAGAZIJN EN EEN KANON

De uitvinding heeft betrekking op een laadbrug voor patronen tussen een magazijn en een kanon in een pantser-toren, in het bijzonder van pantservoertuigen.

Bij dunne: gevoelige ommanteling van de kruitlading 5 van patronen is het noodzakelijk dat deze nauwkeurig gecentreerd in de loop van het kanon worden geschoven, wanneer beschadiging van de patroon door krassen of schaven langs de scherpe rand waarmee de wand van de loop in de kanonafsluiting uitmondt voorkomen moet worden.

\1Q Het doel van de uitvinding is bij patronen met een bodemflens, die dientengevolge met hun punt naar beneden onder een helling worden voortbewogen, wanneer deze van achteren door het duworgaan worden verschoven, de patronen op het laatste gedeelte van de voortbewegingsweg te centreren op 15 de hartlijn van de loop.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat aan de bodem of als bodem van het voor de patroonopening van het kanon liggende einde van de laadbrug aan zijn loodrecht op de hartlijn van de kanonloop liggende hartlijn een wip met 20 een naar het kanon toegekeerde eerste wiparm en een van het kanon afgekeerde tweede wiparm is gelagerd, waarbij de tweede j Wiparm een onder invloed van de kracht van een veer in de bewegingsbaan van de bodemflens van de patroon uitstekende oploopnok omvat, zodanig dat wanneer de bodemflens van de pa-25 troon over de eerste wiparm beweegt de patroon op de hartlijn wordt gecentreerd.

Volgens de uitvinding loopt de bodemflens van de patroon over het oploopvlak van de oploopnok en drukt deze naar beneden, hetgeen door de schuifdruk van het duworgaan 30 automatisch geschiedt, omdat de bodemflens van de patroon slechts met geringe speling in de laadbrug wordt omvat. Op de oploopnok kan dus een geschikte druk worden uitgeoefend, die de eerste wiparm en het daarop rustende deel van het gewicht van de patroon omhoog laat bewegen. Door begrenzing 35 van de slag van de oploopnok naar beneden kan het optillen 8103879 - 2 - gebeuren tot nauwkeurig op de hartlijn.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is : schematisch in de tekening weergegeven.

Fig. 1 toont een langsdoorsnede van een achter-5 einde van een pantsertoren met het magazijn;

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van fig. 1;

Fig. 3 toont een vergroot gedeelte van fig. 1 met de laadbrug in doorsnede.

Fig. 1 en 2 tonen het achtereinde van een pantser-10 toren 1, die draaibaar is om een staande hartlijn A-A. In de pantsertoren is een kanon 2 opgenomen en in hoogte instelbaar om een schildpenhartlijn B-B. Het laden van het kanon 2 met een patroon 3 geschiedt door middel van een laadbrug 4 uit een buisvormig reservoir 5, dat een onderdeel vormt van 15 een in een eindloze baan 6 van een niet getekend kettingpaar dwars op de hartlijn 7 van het kanon 2 rondbewegend magazijn 8. Daarbij ligt de houder 5 waaruit geladen wordt in het onderste gedeelte van de eindloze baan 6 óp die plaats, die samenvalt met de hartlijn 7 van het kanon 2. Voor dit doel 20 is het kanon 2 in de elevatie "0" gezwenkt. In deze stand heeft de scheidingswand 9, die het magazijn 8 van het resterende deel van de pantsertorenruimte scheidt, een. gat.

. Het rondbewegen van het magazijn 8 in de baan 6 van de kettingen kan geschieden door een motor 10 of in geval van nood 25 . ook met de hand.

Fig. 3 laat op grotere schaal duidelijk zien dat de wand van de loop van het kanon 2 met een scherpe rand 11 uitmondt in de kanonafsluiting 12 en daardoor bij een niet . nauwkeurig gecentreerd toevoeren van de patronen uit hun 30 magazijnhouder 5 door het duworgaan 33 door middel van de . laadbrug 4 de patronen in gevaar brengt. In het bijzonder bij dunne, gevoelige ontmantelingen van de kruidlading van de patronen kan daarbij dit deel van de patroon gekrast of zelfs opengescheurd worden. Bij deze soort munitie is een 35 bodemflens 13 aanwezig. De laadbrug 4, die wat betreft zijn buitenomtrek aangepast is zodat deze van boven af in de kanonafsluiting 12 geplaatst kan worden, zoals in het bijzonder fig.. 2 laat zien, omvat in de bodem of als bodem van 3 1 0 3 8 7 9 - 3 -.

het voor de patroonopening van het kanon liggende einde een wip 14 met een naar het kanon 2 toegekeerde eerste wip-arm 18 en een van het kanon 2 afgekeerde tweede wiparm. De wip 14 is op een loodrecht op de hartlijn 7 liggende as 15 5 gelagerd. De tweede wiparm daarvan heeft een onder invloed van een drukveer 16 omhoog uitstekende oploopnok 17 voor de bodemflens 13 van de patroon. Bij deze beweging wordt de eerste wiparm 18, die een schaalvorm heeft omhoogbewogen, j zodat de patroon 3 op de hartlijn 7 wordt gecentreerd. De 10 patroon kan dan zonder gevaar langs de scherpe rand 11 wor-. den geschoven.

De slag van de oploopnok 17 wordt naar beneden door een aanslag begrensd, waarbij deze aanslag ook instelbaar . kan zijn.

15 Voor het afschieten wordt de laadbrug 4, die in hoofdzaak een buis is, zijdelings naar boven verzwenkt om plaats voor de terugslag na het schot te verkrijgen. Voor ; het verzwenken dient een geschikt gecombineerd hef- en schuif-mechanisme met vertikale geleidingsstangert 19 en een aangege-20 ven ketting 20.

De uitvinding geeft een belangrijke verbetering van een constructiegroep voor een automatische laadinrichting voor munitie met groot kaliber. Voor het laden van het kanon 2 door middel van de laadbrug 4 wordt de patroon 3 door een 25 duworgaan 33 uit de houder 5 geschoven. Het duworgaan wordt voor dit doel door een paar stijve kettingen 34 door middel van door een motor 35 of in geval van nood ook met de hand aangedreven omkeerrollen 36 bewogen.

. /. 81 0 3 87 9 .... . .

Claims

1. Laadbrug voor patronen met een bodemflens tussen' een magazijn en een kanon in een pantsertoren, in het bijzonder van pantservoertuigen, mét hetkenmerk, dat aan de bodem of als bodem van het voor de patroonopening van 5 het kanon (2) liggende einde van de laadbrug (4) aan een — loodrecht op de hartlijn 7 van de kanonloop liggende as (15) een wip (14) met een naar het kanon (2) toegekeerde eerste wiparm (18) en een van het kanon (2) afgekeerde tweede wiparm is gelagerd, waarbij de tweede wiparm een onder invloed 10 van de kracht van een veer (16) in de bewegingsbaan van de bodemflens (13) van de patroon uitstekende oploopnok (17) omvat, zodanig, dat bij de-beweging van de bodemflens van de patroon over de oploopnok (17) de eerste wiparm (18) de patroon op de hartlijn (7) centreert.

2. Laadbrug volgens conclusie 1, methet k e n- m e r k, dat de slag van de oploopnok (17) naar beneden is begrenst en op doelmatige wijze ook instelbaar is.

3. Laadbrug volgens conclusie 1 of 2, methet k e n m e r k, dat de eerste wiparm (18) een schaalvorm heeft. 8103879