NL8103799A - Numerieke inrichting voor het van elkaar aftrekken van roentgenbeelden met hoge en lage energie. - Google Patents

Numerieke inrichting voor het van elkaar aftrekken van roentgenbeelden met hoge en lage energie. Download PDF

Info

Publication number
NL8103799A
NL8103799A NL8103799A NL8103799A NL8103799A NL 8103799 A NL8103799 A NL 8103799A NL 8103799 A NL8103799 A NL 8103799A NL 8103799 A NL8103799 A NL 8103799A NL 8103799 A NL8103799 A NL 8103799A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ray
signals
image
images
pair
Prior art date
Application number
NL8103799A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gen Electric
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gen Electric filed Critical Gen Electric
Publication of NL8103799A publication Critical patent/NL8103799A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/30Transforming light or analogous information into electric information
    • H04N5/32Transforming X-rays
    • H04N5/3205Transforming X-rays using subtraction imaging techniques

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)
  • Closed-Circuit Television Systems (AREA)
  • Analysing Materials By The Use Of Radiation (AREA)
  • X-Ray Techniques (AREA)

Description

Λ , p- ' E 2348-1141 P & c
Numerieke inrichting voor het van elkaar aftrekken van röntgenbeelden met hoge en lage energie.
De uitvinding heeft betrekking op subtractie-fluoroscopie en in het bijzonder op het vergemakkelijken van angiografische onderzoeken in voortdurend bewegende organen zoals het hart.
Bij gart-angiografie wordt een vloeibaar voor röntgenstraling ondoorzichtig 5 medium zoals een jodiumverbinding intraveneus zo dicht mogelijk bij het hart toegediend terwijl het hart wordt waargenomen met een fluoroscopisch stelsel.
Als de jodiumverbinding de van belang zijnde bloedvaten bereikt, neemt men een reeks radiogrammen of een reeks videobeelden op teneinde later zichtbaar te kunnen maken op welke wijze het ondoorzichtige medium voortschrijdt door 10 de bloedvaten van het hart of op welke wijze de doorstroming wordt belemmerd.
De topwaarde van de spanning (kVp) die wordt toegevoerd aan de röntgenbuis wordt zo gekozen dat een spectrale verdeling van de röntgen-fotonenenergieën wordt verkregen waarbij de maximale intensiteit optreedt bij de juiste golflengte of het juiste energieniveau voor het verkrijgen van een optimaal 15 kontrast tussen bloedvaten waarin het ondoorzichtige medium aanwezig is en aangrenzend weefsel waar dat niet het geval is. Verder bevinden zich bot en weefsels met verschillende dichtheden in het veld van de röntgenbundel waarin ook het hart ligt. Bot vertoont een sterke absorptie van röntgenstraling, evenals de jodiumverbinding, zodat er weinig kontrast bestaat 20 tussen de jodium bevattende bloedvaten die samenvallen met een bot. Zoals bekend is het niet mogelijk een enkele of smalle band van röntgen-fotonenenergieën te kiezen waarbij het röntgenbeeld alle grijsschakeringen bevat teneinde onderscheid te kunnen maken tussen alles in het totale beeld.
Het is bekend dat de massa-verzwakkingscoëfficiënt van bot en zacht 25 weefsel veel lager zijn bij een róntgen-fotonenenergie die overeenkomt met een topwaarde van de spanning van de röntgenbuis van 70 kV , vergeleken met jodium bij dezelfde energie. Het is ook bekend dat naarmate de energie wordt opgevberd tot bijvoorbeeld 140 kV, de massa-verzwakkingscoëfficiënt van zacht weefsel betrekkelijk weinig verandert, maar die van jodium sterk 30 verandert. Dit heeft het mogelijk gemaakt sommige kontrastproblemen zo gering mogelijk te maken door zijn toevlucht te nemen tot subtractieve radiografie of fluoroscopie. Bij subtractieve fluoroscopie wordt een röntgenbeeld opgenomen bij een lage topwaarde van de spanning en vervolgens wordt een ruimtelijk nagenoeg samenvattend beeld opgenomen bij een hogere 35 topwaarde van de spanning. Als het aan radiografie of fluoroscopie onderworpen orgaan tussen de opnamen niet heeft bewogen, kunnen de beelden van elkaar worden afgetrokken en is het resterende beeld niet vervaagd. Het 8103799 * Λ » . ·"· - 2 - hart beweegt echter voortdurend, zodat de beelden zeer snel achter elkaar moeten worden opgenomen om vervaging te voorkomen.
Het zou wenselijk zijn te kunnen beschikken over een röntgen-beeld-stelsel dat het mogelijk maakt snel bewegende organen zoals het hart zichtbaar 5 te maken zonder dat grote hoeveelheden kontrastmedium behoeven te worden geïnjecteerd. Zoals vermeld is een eerste bbenadering het opnemen van een beeld bij een topwaarde van de spanning van ongeveer 70 kV en een tweede beeld bij een topwaarde van de spanning van ongeveer 140 kV, waarna de beelden van elkaar worden afgetrokken teneinde de aanwezigheid van geringe hoeveel-10 heden’ kontrastmedium in de bloedvaten te benadrukken. Het is onmiddellijk duidelijk dat een röntgen-beeldversterker kan worden gebruikt voor het verkrijgen van de beelden. Een video-camera kan het optische uitgangsbeeld van de beeldversterker op de gebruikelijke wijze waarnemen. De analogon-video-signalen voor de opeenvolgende signalen met lage energie en hoge energie 15 kunnen worden omgezet in numerieke signalen die in waarde overeenkomen met de intensiteit of grijswaarde van het betreffende beeldelement (pixel), uit de beelden. De paren beelden kunnen dan worden bewaard in een zeer groot geheugen en paren beelden bij twee verschillende energieniveaus kunnen van elkaar worden afgetrokken ter verkrijging van verschilsignalen die op de 20 gebruikelijke wijze kunnen worden toegevoerd aan een weergeefinrichting die deze opnieuw· omzet in analogon-videosignalen en deze weergeeft op het scherm van een video-monitor.
Bij onderzoekingen van de hloedvaten van het hart waarin een ondoorzichtig medium zich. voortbeweegt is het wenselijk de beschikking te hebben 25 over beelden die juist een seconde uit elkaar liggen. Gewoonlijk wil de radioloog de voortgang van het ondoorschijnende medium in de hart-bloedvaten volgen gedurende een periode van tenminste 20 seconden, wat inhoudt dat een zeer groot geheugen nodig zou zijn voor het bewaren van alle beeldgegevens van de opeenvolgende beelden. Een wijze waarop deze eis van een enorme 30 geheugencapaciteit schijnbaar zou kunnen worden omzeild is het bewaren van de opeenvolgende paren belichtingen met hoge en lage waarde van de topspanning op een magnetische schijf. Tegenwoordig kunnen betrekkelijk goedkope numerieke rekentuigen of^bewerkingsinrichtingen op een magnetische schijf een numeriek gemaakt videobeeld van ongeveer 512 x 512 beeldelementen bewaren 35' in ongeveer een halve seconde a 1 seconde. Dit zou voldoende snel zijn om de stroming van éen kontrastmiddel door de bloedvaten zichtbaar te maken, . maar is niet voldoende snel om te voorkomen dat bewegingen van het hart de aftrekking van de röntgen-verzwakkingsgegevens verwarren.
De uitvinding verschaft een stelsel dat numeriek gemaakte video-40 signalen die opeenvolgende paren röntgenbeelden met hoge en lage topwaarde van de spanning in een laag maar niettemin voldoende hoog tempo 8103799 4Τ~ ♦ * 4 - 3 - kan overbrengen naar een magnetische schijf, terwijl tegelijker tijd vrijwel onmiddellijke aftrekking van de beelden met hoge en lage topwaarde van de spanning paarsgewijs kan worden verkregen binnen een tijdinterval dat overeenkomt met de rasteraftasttijd of beeldaftasttijd 5 van de videocamera die wordt gebruikt voor het opnemen van de beelden.
Volgens de uitvinding wordt de spanning van de röntgenbuis ingesteld voor het opwekken van een röntgenimpuls met lage energie, zoals met een topwaarde van de spanning van 70 kV. Het- resulterende beeld wordt numeriek gemaakt en bewaard in een eerste beeldgeheugen met hoge snelheid. Korte 10 tijd later, bijvoorbeeld 1/60 of 1/30 seconde later, wordt de spanning van de röntgenbuis veranderd in een spanning voor het opwekken van een korte röntgenimpuls met hogere energie, zoals een topwaarde van de spanning van 140 kV. Ook dit beeld wordt bewaard in een snel geheugen. Tijdens de volgende volledige seconde is er tijd beschikbaar opdat het rekentuig of 15 een andere bewerkingsinrichting de informatie kan uitlezen naar een magnetische schijf. Daarvoor kan een betrekkelijk langzame en goedkope bewerkingsinrichting worden gebruikt. De beelden worden elke seconde opgenomen, zoals vereist door de dynamische stroming van het ondoorschijnende jodiumbevat-tende middel door de bloedvaten, maar de van elkaar af te trekken beelden 20 liggen slechts 1/60 of 1/30 seconde uiteen. Dit voorkomt dat bewegingen van een patient of een orgaan van de patient, zoals het hart, het aftrek-proces ongunstig beïnvloeden. Daar de róntgenimpulsen verder gemiddeld om de halve seconde optreden kan de röntgenflux veel groter zijn dan gewoonlijk wordt toegepast, zodat de signaal/ruis-verhouding van het 25 videosignaal aanzienlijk beter is dan bij een stelsel waarin gebruik wordt gemaakt van een konstante röntgenflux. Het tijdinterval tussen de beelden met lage en hoge topwaarde van de spanning houdt verband met het aantal lijnen dat men in het geheugen wenst in te voeren en met het aftasttempo van het videostelsel dat wordt toegepast, zoals nader zal blijken.
30 De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de tekening, die betrekking heeft op een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 is een blokschema van een stelsel volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een tijdschema van de róntgenimpulsen en de schrijffuncties 35 en leesfuncties van het geheugen.
Fig. 3 is een diagram van de röntgenenergie in de vorm van de massa— verzwakkingscoëfficiënt voor jodium, zacht weefsel en bot als functie van de topwaarde van de spanning.
In fig. 1 ligt de patient 10 waarbij de bloedvaten van het hart 11 8,1 0 3 7 9 9 - 4 - •t r* .
1 . v moeten worden onderzocht op een róntgenstralingdoorlatende drager 12.
De röntgenbuis 13 bevindt-zich in dit voorbeeld onder de drager. De röntgenbuis omvat een anode 14, een gloeidraad of kathode 15 en een stuurrooster 16. De voedingsleidingen 17-20 van deze onderdelen voeren naar een röntgen-5 voeding en -impulsketen 21. De sturing van de voorspanning van het rooster 16 stelt de röntgenbuis in staat korte impulsen röntgen-fotonen af te geven die een topwaarde van de energie hebben overeenkomende met de topwaarde van de spanning tussen de kathode en anode van de buis op het tijdstip waarop de negatieve voorspanning van het stuurrooster 16 wordt opgeheven.
‘10 In fig. 1 worden de röntgenimpulsen die door de anode 14 worden afge geven door een de bundel definiërende collimator 22 gevoerd en de róntgenbundel . die differentieel is verzwakt bij het passeren door het lichaam 10 wordt - opgevangen door een elektronische beeldversterkerbuis 23. Zoals bekend zet een fotokathode 24 in de beeldversterkerbuis het röntgenbeeld om in een 15 elektronenbeeld dat valt op een scherm 24' met luminescerend materiaal, waar het wordt omgezet in een helder en verkleind optisch beeld. Een objektieflens 25 wordt gebruikt voor het koppelen van het optische beeld met de lens van een videocamera 26 die het optische beeld opneemt en analogon-videosignalen levert die representatief zijn voor het beeld en worden afgegeven via een 20 kabel 27. Bij voorkeur wordt een videocamera toegepast met een beeldplaat die snel reageert op veranderingen van het lichtniveau, zoals een vidicon met een beeldplaat met loodoxide. De wijze waarop videosignalen worden bewerkt voor het verkrijgen van numerieke gegevens voor elk röntgenbeeld dat moet worden bewaard op de magnetische schijf vaneen videoschijf-opnemer (VDR) 25 of ander magnetisch medium teneinde te worden afgetrokken wordt later beschreven.
Zoals eerder vermeld volgen de röntgenimpulsen elkaar snel op en zij treden paarsgewijs op, waarbij een aanmerkelijk tijd verloopt tussen de paren, tijdens welke tijd de pixel-gegevens kunnen worden overgebracht 30 naar het schijfgeheugen. De tijdbepaling van de;röntgenimpulsen blijkt uit het deel A van fig. 2. Bij deze afbeelding kan de eerste impuls 60 van een paar een impuls met lage energie zijn, bij voorkeur bij een topwaarde van de spanning van ongeveer 70 kV. Deze impuls kan een duur van ongeveer 1 a 3 ms hebben. Binnen een verder videoraster of 1/30 seconde 35 in het besproken voorbeeld wordt een tweede impuls 61 met dezelfde duur maar een hogere spanning zoals ongeveer 140 kV afgegeven aan de röntgenbuis. Vervolgens verstrijkt een lang interval van bijvoorbeeld 1 seconde voordat het volgende paar van soortgelijke impulsen 62 en 63 met lage respektievelijk hoge topwaarde van de spanning wordt af gegeven aan de buis.
40 Natuurlijk kan de impuls met hoge energie desgewenst voorafgaan aan de 8103799 - 5 - impuls met lage energie.
De videosignalen van elk der opeenvolgende röntgenbeelden met lage energie en hoge energie worden volgens een reeks toegevoerd aan een analoog-naar-numeriek-omzetter 28. Het uitgangssignaal van de omzetter 28 5 in de leiding 29 is een reeks pixel-signalen lijn na lijn die tezamen het beeld vormen en waarvan de waarde overeenkomt met de intensiteit of de grijstint van het beeldelement van het röntgenbeeld. In een typerend geval omvat een videoraster van een röntgenbeeld 512 pixels per horizontale lijn en 512 horizontale lijnen.
10 De pixel-gegevens voor het eerste beeld van een paar, wat in dit voorbeeld een beeld met een lage topwaarde van de spanning is, worden overgebracht naar een eerste geheugen 30. De pixel-gegevens voor het tweede beeld, wat in dit voorbeeld een beeld met hogere energie is, worden toegevoerd aan een tweede geheugen 31. Zoals aangegeven worden de pixel-gegevens 15 voor elk röntgenbeeld gevormd tijdens het optreden van róntgenimpulsen met een duur van in een typerend geval maximaal drie ms en de beide impulsen treden op binnen een videoraster of 1/30 seconde in dit voorbeeld, zodat de beide geheugens 30 en 31 gemakkelijk in die tijd kunnen worden geladen.
De tijdintervallen die overeenkomen met de tijd die de videokamera 20 nodig heeft voor het aflezen van twee geinterlineëerde rasters of een beeld na elke röntgenimpuls zijn in deel A van fig. 2 aangegeven bij 64 en 65. Als een typerend videostelsel met 525 lijnen per beeld wordt toegepast, bedraagt de afleestijd of aftasttijd voor een beeld 1/30 seconde en de röntgenimpulsen van een paar moeten tenminste zo ver uiteen liggen. Het 25 tijdschema voor het opnemen van numerieke informatie afgegeven door de analoog-numeriek-omzetter 28 in het eerste en tweede geheugen is aangegeven in deel B van fig. 2. De schrijf-deblokkeerimpulsen zijn aangegeven bij 66 en 67 en vallen nagenoeg samen met de afleesintervallen 64 en 65 van de videokamera. De schrijfimpuls 66 begint aan het einde van de röntgen-30 impuls 60 en het begin van de video-beelduitlezing 66 opent het eerste geheugen voor het ontvangen en opnemen van gegevens behorende bij de röntgenimpuls 60. Zodra het eerste geheugen is geladen, treedt de röntgenimpuls 61 op en het video- beeldafleesinterval 65 begint als afgeheeld bij A in fig. 2 en het geheugen-schrijfinterval 67 in deel B 35 begint, zodat het tweede geheugen wordt geopend voor het ontvangen van de numerieke pixel-gegevens uit de analoog-numeriek-omzetter voor het tweede beeld van het paar opeenvolgende beelden die moeten worden afgetrokken.
De bedoeling is de pixel-gegevens uit het eerste en tweede geheugen 8103799 v € · · ι \ 9 t * - 6 - in die volgorde over te brengen naar een magnetisch schijfgeheugen in een video-schij fopnemer (VDR) 32. De gegevens voor vele paren röntgenbeelden met hoge en lage energie kunnen op de schijf worden opgenomen, zodat het voortschrijden van het röntgen-kontrastmiddel door de bloedvaten van 5 bijvoorbeeld het bewegende hart later kunnen worden waargenomen, nagenoeg tijdgetrouw gedurende lange intervallen zoals 20 seconden of meer.
De overdracht van de gegevens uit het eerste en tweede geheugen naar het schijfgeheugen kan plaatsvinden met een geschikte stuurinrichting die kan bestaan uit een goedkoop en betrekkelijk langzaam microprocessor-10 stelsel dat hier gemakshalve wordt aangegeven als een rekentuig en in fig. 1 bij 33 is aangegeven. Zoals blijkt uit fig. 2 is nadat pixel-gegevens voor de opeenvolgende beelden met lage en hoge topwaarde van de spanning uit de analoog-numeriek-omzetter zijn opgenomen in het eerste en tweede geheugen, een aanmerkelijke tijd beschikbaar waarin de bewerkings-15 inrichting de gegevens kan overbrengen naar het schrijfgeheugen. Zoals blijkt uit het deel C van fig. 2 begint zodra het schrijven van de gegevens in het tweede geheugen is voltooid het aflezen van het eerste geheugen als aangegeven bij 68 en dit gaat voort tot het tijdstip 69. Zodra de inhoud van het eerste geheugen is afgelezen en overgebracht naar het 20 schrijfgeheugen 32 begint de aflezing van het tweede geheugen op het tijdstip 70 en deze gaat voort tot het tijdstip 71 aangegeven in deel D van fig. 2. De eerstvolgende röntgenimpuls 62 van een paar kan zelfs beginnen voordat de inhoud van, het tweede geheugen volledig is overgebracht naar het schijfgeheugen.
25 De signalen voor het synchroniseren van het schrijfen in en lezen uit de geheugens met analoog-numeriek-omzetting en opwekking van de videorasters kunnen zoals bekend aan het videostelsel worden ontleend en worden derhalve hier niet nader besproken. De stuursignalen worden verwerkt in een verzamelleiding 34. Het is duidelijk dat deze verzamel-30 leiding is verbonden met het videostelsel en met de omzetaansluiting C en de stopaansluiting S van de analoog-numeriek-omzetter en de schrijfaansluiting W en leesaansluiting R van de ingangen van de beide geheugens.
Een verzamelleiding 35 verbindt het rekentuig 33 met de schij fopnemer 32 en een verdere verzamelleiding 36 verbindt de schij fopnemer met de 35 bewerkingsinrichting. De pixel-gegevens worden op de schijf of een ander geheugenmedium in niet-afgetrokken vorm opgetekend. Zij moeten derhalve aan het schijfgeheugen worden ontleend door middel van de verzamelleiding 36 teneinde in het rekentuig 33 aan aftrekking te worden onderworpen. De pixel-gegevens die het verschil tussen de röntgenbeelden met hoge en lage 8103799 9- % * - 7 - spanning voorstellen worden dan voor elk beeld volgens een reeks toegevoerd aan een gebruikelijke video-weergeefinrichting 37 via een verzamelleiding 38. De stuurinrichting ontvangt de pixel-gegevens lijn voor lijn en zet deze lijn voor lijn om in analogon-videosignalen en geeft deze via een kabel 5 39 af aan een video-monitor 40 op het scherm 41 waarvan het afgetrokken beeld wordt weergegeven.
Het is dus duidelijk dat terwijl de róntgenimpulsen bijna gelijktijdig optreden en zeer kort duren, de bewegingen van het hart in wezen worden bevroren, zodat geen vervaging kan optreden in het beeld 10 berustende op gegevens verkregen door aftrekking van snel opeenvolgende beelden. Verder maakt het beschreven stelsel het mogelijk de gegevens betrekkelijk langzaam over te brengen naar het schijf geheugen, wat gemakkelijk binnen een interval van 1 seconde kan plaatsvinden, zodat de beperkingen van de overdrachtssnelheid die inherent zijn aan goedkope bewerkingsin-15 richtingen of rekentuigen geen rol spelen.
Hierboven is een stelsel beschreven voor het instrumenteren van de basisfacetten van de uitvinding, bestaande uit het maken van twee röntgenopnamen met verschillende spanningen van de röntgenbuis ter vergemakkelijking van een aftrekking van de beelden voor het benadrukken van 20 de een röntgen-kontrastmiddel bevattende bloedvaten van een bewegend hart, het maken van deze opnamen in zodanige snelle opeenvolging dat de invloed van hartbewegingen wegvalt, het overbrengen van de gegevens voor elk beeld van een paar dat moet worden afgetrokken naar afzonderlijke geheugens, gelijktijdig met het verkrijgen van de gegevens, en het vervolgens 25 achtereenvolgens aflezen van de gegevens naar een magnetisch geheugenmedium zoals een video-schijfopnemer tijdens het betrekkelijk lange interval tussen opeenvolgende paren róntgenimpulsen, zodat een betrekkelijk langzame en daardoor goedkope bewerkingsinrichting of rekentuig kan worden gebruikt voor het overbrengen van de gegevens van het geheugen naar de schijf.
30 De videokamera 26 had in dit voorbeeld een beeldtempo overeenkomende met 1/30 seconde en 525 lijnen per beeld. Videokamera's met andere bedrijfs-parameters kunnen echter met voordeel worden gebruikt teneinde een betere bevriezing van beweging te voorkomen, wat een betere dekking van de beelden en een geringere vervaging van de afgetrokken beelden inhoudt.
35 Er kan bijvoorbeeld een televisiekamera of videokamera met 875 of 1024 lijnen per beeld van 1/30 seconde en de helft daarvan, zoals 437 of 512 lijnen per raster van 1/60 seconde worden toegepast. Bij een hoge lijnfrequentie zoals 512 lijnen per raster kan de röntgenimpuls met lage spanning worden af gegeven en het raster worden afgelezen, omgezet in . .. _fe» 8103799
* -V
I t t* I ' - 8 - numerieke waarden en met een goede resolutie worden opgenomen in een geheugen binnen 1/60 seconde. Vervolgens kan de impuls met hoge spanning worden afgegeven voor het verkrijgen van een tweede raster dat kan worden afgelezen, omgezet en bewaard voor overdracht naar het schijfgeheugen. Dit schema 5 maakt het mogelijk slechts 1/60 seconde te doen verlopen tussen de röntgenimpulsen met lage en hoge spanning, zodat bewegingen beter kunnen worden bevroren, maar het maakt video-signaalversterkers met een grotere bandbreedte nodig.
Een videokamera met 525 lijnen per beeld en 262 lijnen per raster 10 kan op een andere dan de hiervoor beschreven wijze worden gebruikt als enig verlies aan resolutie aanvaardbaar is. Elk raster van 262 lijnen kan worden voorafgegaan door een röntgenimpuls en kan als beeld worden uitgelezen en gegevens voor elk beeld kunnen worden bewaard als hiervoor beschreven. Dit maakt het mogelijk de tussenruimte tussen röntgenimpulsen 15 van een paar te verminderen tot 1/60 seconde. Als in het andere geval röntgenimpulsen met lage en hoge spanning met een tussenruimte van 1/30 seconde worden toegepast, zou ongeveer 1/60 seconde beschikbaar zijn voor het ontdoen van het beeldscherm in de kamera van eventuele rest-ladingen veroorzaakt door het laagspanningbeeld voordat het hoogspanning-20 beeld optreedt. Het verwijderen van zulke restladingen kan bevorderlijk zijn voor het vergroten van het verschil tussen de helderheidsniveaus van de beide beelden, zodat de met kontrastmiddel gevulde bloedvaten een groter kontrast vertonen in het afgetrokken beeld.
Zoals blijkt kunnen verscheidene bedrijfswijzenvoor de videokamera 25 worden toegepast, waarbij compromissen nodig zijn tussen de bandbreedte, de resolutie en de bevriezing van bewegingen.
De theorie die ten grondslag ligt aan de aftrekking Van röntgenbeelden verkregen met een róntgenbundels met hoge en lage energie is bekend, zodat deze slechts kort zal worden besproken aan de hand van fig. 3.
30 Fig. 3 is een diagram van de massa-verzwakkingscoëfficiënt van verschillende materialen als functie van de röntgenenergie aangegeven als de topwaarde van de aangelegde spanning. De kromme 75 is de verzwakkings-kromme voor jodium bij energieën ruim boven zijn K-absorptierand. De kromme 76 geldt voor bot en de kromme 77 geldt voor water en komt ongeveer 35 overeen met die van zacht weefsel. Uit de kromme 75 blijkt dat bij bijvoorbeeld een topwaarde van de spanning van 70 kV jodium een sterke verzwakking veroorzaakt, terwijl bot en zacht weefsel doorzichtiger zijn en minder verzwakking veroorzaken. Bij hoge energieën zoals een topwaarde van de spanning van 140 kV .bepaalt de massa-verzwakkerscoëfficiënt van 8103799 - 9 - jodium sterk, maar de massa-verzwakkerscoëfficiënten van bot en zacht weefsel dalen minder en volgen bij deze hoge energie vrijwel dezelfde krommë. Als derhalve de pixel-gegevens verkregen bij hoge energie wordenafgetrokken van de pixel-gegevens verkregen bij lage energie wordt de invloed van 5 weefsel in het beeld vrijwel geheel onderdrukt, terwijl de jodium bevattende bloedvaten worden benadrukt, üiteindelijk maakt dit het mogelijk, kleine bloedvaten die weinig jodium bevatten te onderscheiden en het maakt het ook mogelijk, minder geconcentreerde jodiumverbindingen of kleinere hoeveelheden daarvan toe te passen zonder dat details uit het * 10 weergegeven beeld verloren gaan.
------—"tanr___ 8103799

Claims (5)

1. Stelsel voor het aftrekken van elk röntgenbeeld van een paar van een ander rontgenbeeld van het paar, waarbij een reeks van zulke paren beelden wordt opgenomen, gekenmerkt door een röntgenbuis voor het afgeven van 5 röntgenbundèls door een lichaam en een orgaan voor het sturen van de buis voor het afgeven van röntgenimpulsen met korte duur in de vorm van dicht bijeen liggen paren voor het opwekken van overeenkomstige beelden, waarbij de energie van de ene impuls groter is dan die van de andere impuls en het interval tussen opeenvolgende paren röntgenimpulsen lang is 10 vergeleken met het interval waarbinnen de impuls paren optreden, een orgaan voor het omzetten van de differentieelverzwakte röntgenbeelden verkregen met de röntgenimpulsen in zichtbare beelden, een videokamera voor het opwekken van analogon-videosignalen overeenkomende met de intensiteiten van de beeldelementen (pixels ) waaruit de betreffende beelden bestaan, 15 een orgaan voor het omzetten van de analogon-signalen voor elk beeld in een paar in respektieve stellen numerieke signalen overeenkomende met de pixel-intensiteiten van de beelden, een eerste geheugenorgaan voor het bewaren van het stel numerieke pixel-signalen uit het omzetorgaan voor het eerste beeld tijdens het optreden van de eerste röntgenimpuls van 20 een paar en een tweede geheugenorgaan voor het bewaren van het stel numerieke signalen uit het omzetorgaan voor het tweede beeld tijdens het optreden van de tweede impuls van een paar, een inrichting voor het optekenen van numerieke signalen op een magnetisch medium, een orgaan voor het overbrengen van de stellen numerieke pixel-signalen uit de 25 geheugeninrichtingen volgens een reeks naar de optekeninrichting tijdens de intervallen die verstrijken tussen paren röntgenimpulsen en voor het aftrekken van de stellen signalen ontvangen uit de optekeninrichting ter verkrijging van een stel numerieke pixel-signalen die representatief zijn voor het verschil verkregen door aftrekking, een weergeefinrichting 30 voor het omzetten van de numerieke signalen die de verschillen voorstellen in analogon-videosignalen en een video-monitor die als reaktie op de analogon-signalen beelden verkregen door aftrekking weergeeft.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat elk stel signalen overeenkomt met een matrix van pixel-signalen bestaande uit 512 lijnen 35 pixels en 512 pixels per lijn.
3. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de duur van elk der röntgenimpulsen uit een paar tussen 1 en 3 ms ligt en de impulsparen optreden met intervallen van ongeveer 1 s.
4. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de duur van elk der 8103799 - 11 - röntgenimpulsen van een paar tussen ongeveer 1 en 3 as ligt en de impulsen van een paar optreden binnen 1/60 a 1/30 s en de paren optredend met intervallen van ongeveer 1 s.
5. Stelsel volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 4, met het 5 kenmerk dat de topwaarde van de energie van de röntgenimpuls met hoge energie overeenkomt met ongeveer 150 kV en de topwaarde van de röntgen-impuls met lage energie van een paar overeenkomt met ongeveer 70 kV. 8103799
NL8103799A 1980-08-18 1981-08-13 Numerieke inrichting voor het van elkaar aftrekken van roentgenbeelden met hoge en lage energie. NL8103799A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US17920380A 1980-08-18 1980-08-18
US17920380 1980-08-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103799A true NL8103799A (nl) 1982-03-16

Family

ID=22655653

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103799A NL8103799A (nl) 1980-08-18 1981-08-13 Numerieke inrichting voor het van elkaar aftrekken van roentgenbeelden met hoge en lage energie.

Country Status (3)

Country Link
JP (1) JPS5775638A (nl)
DE (1) DE3131651A1 (nl)
NL (1) NL8103799A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4393402A (en) * 1981-06-08 1983-07-12 General Electric Company Subtraction fluoroscopy method and apparatus
US4482918A (en) * 1982-04-26 1984-11-13 General Electric Company Method and apparatus for X-ray image subtraction
JPH0614746B2 (ja) * 1984-09-13 1994-02-23 株式会社東芝 X線画像処理装置
JPH02500884A (ja) * 1987-06-24 1990-03-29 ハマン,ゲオルク 有機体における細胞変化を検査するための方法および装置
EP0404785A1 (de) * 1988-03-08 1991-01-02 Fraunhofer-Gesellschaft Zur Förderung Der Angewandten Forschung E.V. Vorrichtung zum herstellen einer angiographie
DE4230974C1 (de) * 1992-09-16 1993-12-09 Siemens Ag Röntgeneinrichtung zur Erzeugung von Röntgenmehrspektren-Fernsehbildern
US6636582B2 (en) * 2001-11-08 2003-10-21 Ge Medical Systems Global Technology Co., Llc Multiple energy x-ray imaging techniques

Also Published As

Publication number Publication date
DE3131651A1 (de) 1982-05-27
JPS5775638A (en) 1982-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4355331A (en) X-ray image subtracting system
EP0066805B1 (en) Subtraction fluoroscopy method and apparatus
US5400383A (en) Fluoroscopic imager with frame-filling apparatus
AU744199B2 (en) High-definition television system
US4658413A (en) Fluoroscopic and radiographic X-ray imaging system
JPS59151937A (ja) 診断用x線テレビジヨン装置
KR860001794B1 (ko) X선 진단 장치
US4544948A (en) Diagnostic X-ray apparatus
NL8103799A (nl) Numerieke inrichting voor het van elkaar aftrekken van roentgenbeelden met hoge en lage energie.
US4533946A (en) Diagnostic X-ray apparatus
JPS5941991A (ja) 同期発生器
JPS5940837A (ja) ディジタル・フルオログラフィ
EP0097355A1 (en) Method and apparatus for performing digital intravenous subtraction angiography
EP0102592B2 (en) X-ray image producing system
JPH06189947A (ja) X線tv装置
JPH0223117B2 (nl)
JP2952483B2 (ja) 放射線画像情報読取表示装置
Wesbey et al. X-ray image subtracting system
JPH01297050A (ja) X線透視撮影装置
JPS59120138A (ja) 放射線診断装置
JPS60152189A (ja) デジタルサブトラクシヨンシステム
Sashin et al. Preliminary Clinical Studies Using A Self Scanning Lineak Diode Array To Obtain 1024 X 1024 Digital Radiographs
JPH0229240A (ja) ディジタルフルオログラフィ装置
JPH01193838A (ja) 放射線画像情報読取表示装置
JPH0514814A (ja) 医用x線撮影装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed