NL8103691A - Schuifbeveiliging voor mofverbindingen van kunststofbuizen. - Google Patents

Schuifbeveiliging voor mofverbindingen van kunststofbuizen. Download PDF

Info

Publication number
NL8103691A
NL8103691A NL8103691A NL8103691A NL8103691A NL 8103691 A NL8103691 A NL 8103691A NL 8103691 A NL8103691 A NL 8103691A NL 8103691 A NL8103691 A NL 8103691A NL 8103691 A NL8103691 A NL 8103691A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
retaining ring
clamping ring
segments
sleeve
ring segments
Prior art date
Application number
NL8103691A
Other languages
English (en)
Other versions
NL187991B (nl
NL187991C (nl
Original Assignee
Immendinger Giesserei Masch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Immendinger Giesserei Masch filed Critical Immendinger Giesserei Masch
Publication of NL8103691A publication Critical patent/NL8103691A/nl
Publication of NL187991B publication Critical patent/NL187991B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL187991C publication Critical patent/NL187991C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L47/00Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics
    • F16L47/06Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics with sleeve or socket formed by or in the pipe end
    • F16L47/12Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics with sleeve or socket formed by or in the pipe end with additional locking means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Joints With Sleeves (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

. * N.0. 50303
Schuif beveiliging voor mof verbindingen van kunststofbuizen.
Bij gietijzeren of buigbare buizen, in het bijzonder moffen voor drukbuizen, worden gietijzeren of buigbare schuifbeveiligingen toegepast, die heb in de mof van de ene buis ingesohoven punteinde van de andere buis tegen een eruit trekken uit de mof beveiligen.
5 Deze schuifbeveiligingen hebben een klemring die telkens volgens de grootte van de buisdiameter in tenminste twee of verscheidene klemring-segmenten is onderverdeeld, die het in de mof ingeschoven punteinde omgrijpen. Toorts heeft de schuifbeveiliging een vast-houddeel dat achter een deel van de mof grijpt, bijvoorbeeld achter 10 een ringvormige rand of achter een nok op het buitenvlak van de mof, of achter de mofhals die in diameter kleiner wordt en die de over-gang van de mof naar de buis vormt. Eet vasthouddeel kan daarbij bestaan uit afzonderlijke klauwvormig uitgevoerde vasthoudnokken of uit een vasthoudring die is onderverdeeld in tenminste twee vast-15 houdringsegmenten. De vasthoudnokken fef vasthoudringsegmenten zijn met de klemringsegmenten verbonden door verbindingsstroken die als trekahker dienen. Elk van de klemringsegmenten en bij toepassing van een vasthoudring ook elk vasthoudring-segment, is aan zijn beide einden voorzien van bevestigingslippen voor het opnemen van 20 schroeven waardoor de segmenten tesamen worden gespannen, waarbij in de samengespannaa toestand van de klemring tussen de bevestigingslippen een afstand overblijft.
De grootte van de schuifkracht of trekkracht die door de schuif-beveiliging kan worden opgenomen en op de mof verbinding kan worden 25 overgedragen, hangt niet slechts af van de grootte van de klemkracht waarmee de klemring door de schroeven in de bevestigingslip op het punteinde wordt geperst, maar ook van de grootte van de wrijving of hechting tussen de klemring en het punteinde. Door verschillende maatregelen aan het binnenvlak van de klemring dat aanligt op het 30 oppervlak van het punteinde, heeft, men derhalve de hechting van de klemring op het punteinde verhoogd. Aldus heeft men bijvoorbeeld de klemring voorzien van een grof korrelig binnenvlak, of heeft men het binnenvlak opgeruwd of voorzien van een profilering, zoals bijvoorbeeld een vijlenkapping of ook rechte vertanding, waarvan de 35 tanden in het oppervlak van het punteinde indringen. Men heeft deze maatregelen zowel direkt als indirekt toegepast, doordat men bijvoorbeeld de vertandingen van de hierboven genoemde soort bij het gieten van de klemringsegmenten daaraan heeft aangevormd, of doordat men 8103691 V 4» \ - 2 - inlegstukken of inzetstukken met zulk een vlak gescheiden heeft vervaardigd en daarna in de klemringsegmenten ingezet. Wanneer dus hierna wordt gesproken van het binnenvlak van de klemring of van zijn vertanding, moeten tegelijkertijd ook steeds klemringen met inleg-5 stukken of inzetstukken daarin worden begrepen.
De schuifkracht die de schuifbeveiligingen door de hierboven genoemde maatregelen kunnen opnemen,zonder dat het punteinde door de klemring heen wordt getrokken, hangt ook af van de grootte van het deel van het binnenvlak van de klemring dat zodanig vast op het 10 oppervlak van het punteinde wordt geperst, dat de hierboven beschreven maatregelen tot de volle ontplooiing van hun werking kunnen komen, bijvoorbeeld door indringen van de vertanding in het oppervlak van het punteinde. De uit gietijzer of buigbaar gietijzer vervaardigde gietijzeren buizen hebben toleranties in de buitendiameter,alsme-15 de ook afwijkingen van een nauwkeurige cirkeldoorsnede. Om ook bij het niet rond zijn van de buizen en verschillende buisdiameters een aandrukken van de klemring op het punteinde over zijn gehele omtrek, te bereiken,heeft men de klemring segmenten met een zodanige kromming uitgevoerd, dat de krommingsstraal groter is dan de grootste 20 op de buizen voorkomende krommingsstraal en voorts heeft men het binnenvlak door onderbrekingen in verscheidene sector vormende druk-vlakken onderverdeeld, waarbij de klemring-segmenten" aan de tussen de sectorjvormige drukvlakken liggende onderbrekingen zijn uitgevoerd met vooraf bepaalde buigplaatsen. Op deze wijze wordt bereikt 25 dat bij het te samenspannen van de klemring aanvankelijk de in het midden of in het gebied van de top van elke klemring segment liggende drukvlakken tegen het oppervlak van het punteinde aanliggen. Zodra op deze drukvlakken de gewenste aandrukkracht wordt bereikt, treedt bij het verder aantrekken van de schroeven aan de aan beide zijden 50 van het druk vlak liggende vooraf bepaalde buigplaatsen een buiging van de klemringsegmenten op, zodat de zich op beide zijden aansluitende, aangrenzende drukvlakken tegen het buisoppervlak worden aangebogen en op het punteinde worden aangedrukt. Overeenkomstig het aantal van de sectorjvormige drukvlakken en van de vooraf bepaalde 35 buigplaatsen zet dit proces zich voort op d!b hierboven beschreven wijze, zodat ook bij niet-z.iziver ronde buizen en verschillende buisdiameters een optimaal aandrukken van de klemring over zijn gehele omtrek wordt bereikt.
In plaats van gietijzeren drukbuizen worden voor dezelfde 40 toepassingsdoeleinden ook kunststof buizen gebruikt. De hierboven 8103691 \ - 3 - beschreven, voor gietbuizen toegepaste gietijzeren schuifbeveiligingen zijn echter voor kunststofbuizen niet toepasbaar. De hierboven beschreven, bij gietbuizen voorkomende niet-cirkelvormigheden en relatief grote diameter toleranties treden weliswaar bij kunst-5 stofbuizen niet op, die een zeer grote maatjnauwkeurigheid hebben.
In tegenstelling tot de met betrekking tot buiging stijve gietbuizen zijn de kunststofbuizen echter in zulk een mate vervormbaar, dat bij het samenspannen van de klemring een vervorming of zelfs beschadiging van het buispunteinde kan optreden. Het is derhalve niet moge-10 lijk bij het tesamenspannen van de klemring de klemringsegmenten op de hierboven beschreven wijze tegen het oppervlak van het punt einde aan te buigen om een aandrukken van de klemringsegmenten over hun gehele lengte tegen het buisoppervlak en een ingrijpen van de ver-tanding in het buisoppervlak te bereiken. Aangezien bij de bekende 15 schuif beveiligingen de klemringsegmenten worden samengespannen terwijl een afstand tussen hun bevestigingslippen overblijft, bestaat voorts het gevaar dat de kunststofbids in de loop van de tijd door koud vloeien meegeeft door de ongelijkmatige druk van de klemringsegmenten en zich aanpast aan de vorm van de klemring, zodat 20 de hechting van de klemring op het punteinde wordt verminderd en de schuifbeveiliging zijn functie niet meer kan vervullen.
De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een qua functie betrouwbare schuifbeveiliging voor mofdrukbuizen uit kunststof.
Hierbij moet het probleem worden opgelost om enerzijds de noodzake-25 lijke grote hechting van de schuifbeveiliging op het punteinde te bereiken, zonder anderzijds de kunststofbuis door te hoge klemkrach-ten te beschadigen, en om enerzijds voor het bereiken van de grote hechting van de schuifbeveiliging over de gehele omtrek van de buis op het punteinde te laten aanliggen,zonder anderzijds de buis te 30 vervormen.
Ter oplossing van dit probleem gaat de uitvinding uit van de hierboven beschreven bekende gietijzeren schuifbeveiliging voor gietbuizen met een in tenminste twee klemringsegmenten onderverdeelde klemring die het in een buismof ingeschoven punteinde van 35 een buis omgrijpt en aan zijn tegen het oppervlak van het punteinde aanliggend binnenvlak is voorzien van een vertanding en met een in tenminste twee vasthoud^ringsegmenten onderverdeelde vasthoudring die achter een deel van de mof grijpt en waarvan de vasthoudring -segmenten door verbindingstroken met de klemring segmenten zijn ver-40 bonden, waarbij de klemring^segmenten en de vasthoudjring^segmenten 8103691 - 4 - aan beide einden bevestigingslippen hebben en aldaar door schroeven .. -kunnen worden tesamengespannen.
De probleemstelling wordt bij de schuifbeveiliging volgens de uitvinding voor kunststofbuizen daardoor opgelost, dat in de tesamen-5 gespannen toestand van de klemring de als begrenzingsaanslagen werkende bevestigingslippen van de klemringsegmenten op elkaar liggen en de klemringsegmenten een qua buiging stijf uitgevoerde en op zichzelf gesloten klemring vormen, waarvan de aan de landpunten van de vertanding gemeten binnendiameter kleiner is dan de buiten-10 diameter van het buispunteinde en waarvan de aan de tandbasis van de vertanding gemeten binnendiameter tenminste zo groot is als de buitendiameter van het punteinde, waarbij tenminste in de op de bevestigingslippen aansluitende gebieden van de klemringsegmenten: die zich bij het tesamen spannen van de klemring in beginsel tangen-15 tieel ten opzichte van het oppervlak van het punteinde bewegen, de tanden van de vertanding in omtreksrichting van het punteinde verlopen.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.
20 In de tekeningen toont:
Fig. 1 een aanzicht van een mofverbinding van kunststofbuizen met de schuifbeveiliging in gemonteerde toestand;
Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in Fig. 1;
Fig. 3 een binnenaanzicht van de schuifbeveiliging volgens 25 Fig. 1;
Fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IY-IY in Fig. 35 en
Fig. 5 een bij voorkeur toe te passen andere uitvoeringsvorm van de schuifbeveiliging volgens Fig. 1.
De schuifbeveiliging heeft een klemring 3 en een vasthoudring 5 30 die telkens volgens de grootte van de buisdiameter in tenminste 2 of meer klemringsegmenten en vasthoudringsegmenten zijn onderverdeeld. Bij de getoonde uitvoeringsvorm heeft de schuifbeveiliging twee klemringsegmenten 3 en twee vasthoudringsegmenten 5· De klemring 3 grijpt om het in de mof 1 van de ene kunststofbuis ingeschoven punt-35 einde 2 van de andere kunststofbuis (Fig. 1) en is aan zijn tegen het oppervlak van het punteinde 2 aanliggende binnenvlak voorzien van een vertanding 14 (Fig. 3)· De vasthoudring 5 grijpt achter een deel van de mof 1. Bij de getoonde uitvoeringsvorm grijpt de vasthoudring 5 achter de profielvormige uitbuiging van de getoonde mof 1. Op de-40 zelfde wijze zou de vasthoudring5 b|j de getoonde buis ook achter de 8103691 ' r’ - 5 - tonische overgang van de mof 1 naar de huis, die in het inwendige · van de mof de mofbasis vormt, kunnen grijpen. De klemringsegmenten 3 en de vasthoudringsegmenten 5 zijn aan hun einden voorzien van bevestigingslippen 4 respectievelijk 6 voor het opnemen van schroeven 5 11 en worden door deze schroeven tegen de bevestigingslippen tesamen gespannen (Fig. 1 en 2). De klemringsegmenten 3 en de vasthoudringsegmenten 5 zijn aan hun bevestigingslippen 4» 6 met elkaar verbonden door trekvaste verbindingsstroken 7 (Fig. 1 en 3)·
In de tesamengespannen toestand van de klemring 3 liggen de be-10 vestigingslippen 4 op elkaar (Fig. 2), zodat zij als begrenzings-aanslagen 12 werken. Toorts zijn de klemringsegmenten 3 met inbegrip van hun bevestigingslippen 4 qua buiging stijf uitgevoerd en hiervoor bij de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van verstijvingsrib-ben 13· Op deze wijze wordt bereikt dat de klemringsegmenten een 15 qua buiging stijve en op zichzelf gesloten klemring vormen, die exact de hierna toegelichte vooraf bepaalbare binnen^cliameters heeft, die zijn aangpeast aan de buitendiameter van het buispunteinde 2, zodat de buis 2 noch bij het tesamenspannen van de klemringsegmenten 3 wordt vervormd noch in de tesamengespannen klemring 3 zich kan ver-20 vormen, terwijl voorts de klemringsegmenten 3 niet een exact vooraf te bepalen klemkracht tegen het oppervlak van het punteinde 2 worden aangedrukt, zodat deze niet wordt beschadigd. .
Om enerzijds de hierboven genoemde werking te bereiken en anderzijds echter ook te bereiken dat de klemringsegmenten 3 over hun 25 gehele lengte een optimale hechting op het punteinde 2 krijgen, hebben de klemringsegmenten 3 aan hun binnenvlak een zodanige kromming 8 met betrekking tot de kromming 9 van het oppervlak van de buis 2 (Fig. 2 en 4)» dat de aan de punten van de vertanding 14 gemeten binnendiameter van de tesamengespannen klemring 3 kleiner is dan 30 de buitendiameter van de buis 2 en dat de aan de tandbasis van de vertanding 14 gemeten binnendiameter van de klemring 3 tenminste even groot is als of enigszins groter is dan de buitendiameter van het punteinde 2. Op deze wijze wordt bereikt dat bij het tesamen spannen van de klemring 3 slechts de harde spitse vertanding 14 in 35 het wekere kunststofmateriaal van het punteinde indringt. Een verder tesamendrukken en beschadigen van de buis 2 wordt verhinderd door de op de hierboven beschreven wijze als begrenzingsaanslagen 12 werkende, op elkaar liggende bevestigingsstroken 4. De tandhoogte van de vertanding 14 waaruit het verschil tussen de beide hierboven genoem-40 de binnendiameters van de klemring 3 resulteert, is daarbij zodanig 8103691 - 6 - gedimensioneerd, dat enerzijds de vertanding 14 zo diep mogelijk en toelaatbaar in de buis 2 binnendringt om een optimale hechting van de klemring 3 °P het punteinde te bereiken en sehuifkrachten van de verlangde grootte door de schuifbeveiliging te kunnen opnemen, dat 5 echter anderzijds de indringdiepte slechts zo groot is dat de wand van de buis 2 niet op ontoelaatbare wijze wordt verzwakt door de inkervingen die door de indringende vertanding 14 worden tot stand gebracht.
Zoals uit Pig. 4 blijkt wordt bij het samenspannen van de klem-10 ring het in het midden of in het toppunt van het klemringsegment 3 liggende deel van de vertanding 14 in radiale richting ten opzichte van de buis 2 bewogen en loodrecht op het buisoppervlak opgedrukt.
In dit gebied kan daarom het klemringsegment 3 bijvoorbeeld een vijlkapvormige vertanding hebben die dan loodrecht in het buisopper-15 vlak kan indringen. De op de bevestigingslippen 4 aansluitende gebieden van het klemringsegment 3 bewegen zich daarentegen bij het tesamenspannen van de klemring tangentiaal ten opzichte van de zijdelen 10 van het buisoppervlak. Tenminste in deze gebieden die zich tangentiaal of hoofdzakelijk tangentiaal ten opzichte van het buis-20 oppervlak bewegen, zijn de klemringsegmenten 3 voorzien van een vertanding 14 waarvan de tanden in omtreksrichting van het punteinde 2 verlopen. Op déze wijze wordt bereikt dat de vertanding 14 bij het tesamen spannen van de klemring 3 noch· de buis 2 vervormt noch bij het wegglijden over het buisoppervlak daaruit op een spanning ophef-25 fende wijze materiaal afraspt, hoewel de aan de tandpunten gemeten binnenjüameter op de boven beschreven wijze kleiner is dan de buitendiameter van de buis 2. De in de omtreksrichting van de buis 2 verlopende tanden schuiven veeleer in hun lengterichting over het buisoppervlak en snijden zich daarbij op dezelfde wijze als de ver-30 tending van een schroefdraadsnijder in het zwakkere kunststofmateri-aal van het buisoppervlak. Op deze wijze wordt bereikt dat ook in de zijgebieden van de klemringsegmenten 3 cLe vertanding 14 in het buisoppervlak ingrijpt en een uitstekende hechting wordt bereikt zonder hiervoor zoals bij de schuifbeveiligingen voor' de gietbuizen door 35 maatregelen van de in de aanhef genoemde soort de zijdelen van de klemringsegmenten 3 tegen de· buis 2 te moeten aanbuigen. Bij de getoonde uitvoeringsvorm (Pig. 3) hebben de klemringsegmenten een vertanding 14 die in alle gebieden is voorzien van in omtreksrichting van de buis 2 verlopende tanden, echter is de vertanding 14 40 onderverdeeld in een aantal drukvlakken, waarbij de tanden van 8103691 - 7 - f » telkens een drukvlak met hun einden tot aan de einden van de tanden van het aangrenzende drukvlak reiken en daarbij ten opzichte van de tanden van de aangrenzende drukvlakken in de richting van de hartlijn van de buis 2 met een halve tanddeel ten opzichte van elkaar 5 zijn verschoven.
In de tesamen gepannen toestand van de vasthoudring 5 (l'ig· 1) liggen de bevestigingslippen 6 van de vasthoudringsegmenten 5 op elkaar en werken als begrenzingsaans1agen, zodat de op zichzelf gesloten vasthoudring 5 op de kunststofbuis of op de mof 1 daarvan geen 10 klemkracht kan uitoefenen, die tot beschadigingen zou kunnen leiden. Yoor buisleidingen uit kunststofbuizen worden ook gietijzeren vorm-stukken toegèpast, waarvan de moffen grotere buitendiameters hebben dan de moffen van de kunststofbuizen. In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding hebben de vasthoudringsegmenten 5 daarom een zoda-15 nige krommingsstraal 15» dat de binnendiameter van de tesamen gespannen vasthoudring 5 kleiner is dan de buitendiameter van het deel van de mof 1, dat achter de vasthoudring 5 grijpt, en dat de binnendiameter van de vasthoudring 5 groter is dan de buitendiameter van het buis- of mofdeel 16,waarom de vasthoudring 5 grijpt. Op deze wijze 20 wordt tussen de vasthoudring 5 en het deel 16 van de kunststofbuis een ringvormige spleet 17 met een zodanig breedte gevormd, dat de vasthoudring 5 ook om een vormstuk met grotere buitendiameter kan worden tesamengespannen, zodat de schuifbeveiliging ook toepasbaar is voor de verbinding van kunststofbuizen met gietijzeren vorm-25 stukken.
Bij de gewone fabricage van een wijder gemaakte mof aan het einde van cylindrisch vervaardigde kunststofbuizen wordt slechts waarde daaraan gehecht dat de binnendoorsnede van de mof 1 past op het in te steken cyiindrische punteinde 2 en op een in de mof in te 30 leggen, het punteinde ten opzichte van de mof afsluitend ringvormig afdichtingselement, en kunnen aan de mofbuitenzijde waarachter de vasthoudring 5 van de schuif beveiliging grijpt, verschillende mof-contouren en mof wel vingen voorkomen. Deze afwijkingen van de buitenzijde van de mof vallen bij de mofvervaardiging willekeurig uit en 35 zijn voor de vervaardiging van de vasthoudring van de schuifbeveili-ging niet vooraf bepaalbaar. Op grond van deze afwijkingen in de buitenzijde van de mof kan het voorkomen dat de vasthoudring slechts op weinig afzonderlijke aanrakingsplaatsen tegen de buitenzijde van de mof aanligt en de schuifbeveiligingskracht op dit geringe aantal 40 aanrakingsplaatsen wordt geconcentreerd met het grote gevaar dat bij 8103691
V
- 8 - het optreden van hoge trekkrachten in de mof verb inding, het kunst-stofmateriaal van de mof op de puntvormige aangrijpingsplaatsen van de vasthoudring wordt beschadigd en de mof van de buis wordt afgerukt. Om dit gevaar uit te sluiten is volgens een ander kenmerk 5 van de uitvinding, zoals in Fig. 5 is getoond, in elk vasthoudring-segment 5 radiaal van binnenaf een qua doorsnede ongeveer U-vormig segment 18 van een afsteunring ingelegd. Deze afsteunring bestaat uit een drukvast materiaal dat door gedwongen vormverandering bij voorkeur met een elastische eigenschap deformeerbaar is, bij voor-10 keur uit synthetisch rubber of een ander tegen veroudering bestendig elastische rubber of een rubberachtig vormveranderbaar kunststof.
De afsteunringsegmenten .18 zijn zodanig uitgevoerd dat zij met hun beide benen 19 en 20 axiaal aan beide zijden van de vasthoudringsegmenten 5 daartegen afsteunen tegen axiaal verschuiven, alsmede 15 klemmend vasthouden tegen radiaal aflichten, doordat zij bij.de montage van de mofverbinding aan de vasthoudringsegmenten 5 blijven hangen en niet toevallig verloren kunnen gaan. Met het ene been 20 dat verdikt en in het bijzonder qua vorm aanpasbaar is uit gevoerd, bedekken de afsteunringsegmenten het gehele, met de mof 1 samenwer-20 kende schoudervlak van de vasthoudringsegmenten 5» zodat zij tussen de vasthoudring 5 en de mof 1 een ringvormige buffer vormen, die axiale trekkrachten van de mof overdragen op de vasthoudring. Door deze ringvormige buffer van de afsteunring worden afstandsverschil-len tussen vasthoudring en mof vereffend en wordt de vasthoudring 25 over zijn gehele omtrek en bij in hoofdzaak gelijkmatige drukver-deling tegen de buitenzijde van de mof aangelegd, zodat een beschadiging van de kunststof van de mof en een afscheuren van de mof met zekerheid wordt vermeden. Door verschillende uitvoeringsmaatregelen van de vasthoudring en/of de afsteunring kan worden gewaarborgd dat 30 de afsteunringsegmenten niet foutief in de vasthoudringsegmenten kunnen worden ingelegd, doordat het als buffer uitgevoerde en dienend been 20 steeds is toegekeerd naar het mofvlak waarachter gegrepen moet worden.
- Conclusies - 8103691

Claims (3)

1. Schuifbeveiliging voor mofverbindingen van kunststofbuizen met een in tenminste twee klemringsegmenten onderverdeelde klemring die om het in een buismof ingeschoven punt einde van een buis grijpt en aan zijn tegen het oppervlak van het punteinde liggend binnenvlak 5 van een vertanding is voorzien, en met een in tenminste twee vasthoudringsegmenten onderverdeelde vasthoudring die achter een deel van de mof grijpt en waarvan de vasthoudringsegmenten door verbin-dingsstroken met de klemringsegmenten zijn verbonden, waarbij de klemringsegmenten en de vasthoudringsegmenten aan beide einden be-10 vestigingslippen hebben en aldaar door schroeven tesamen kunnen worden gespannen, met het kenmerk, dat in de tesamen gespannen toestand van de klemring (5) de als begrenzingsaanslagen (12) werkende bevestigingslippen (4) van de klemringsegmenten (3) op elkaar liggen en de klemringsegmenten (3) een qua buiging stijf 15 uitgevoerde op zichzelf gesloten klemring (3) vormen, waarvan de binnendiameter gemeten aan de tandpunten van de vertanding (14)> kleiner is dan de buitendiameter van het bui spun t einde (2) en waarvan de binnendiameter gemeten aan de tandbasis van de vertanding (14) tenminste even groot is als de buitendiameter van het punteinde (2), 20 waarbij tenminste in de op de bevestigingslippen (4) aansluitende gebieden van de klemringsegmenten (3) die zich bij het tesamenspan-nen van de klemring (3) hoofdzakelijk tangentieel ten opzichte van het oppervlak van het punteinde (2) bewegen, de tanden van de vertanding (14) in omtreksrichting van het punteinde (2) verlopen.
2. Schuifbeveiliging volgens conclusie 1,met het ken merk, dat in de tesamengespannen toestand van de vasthoudring (5) de als begrenzingsaanslagen werkende bevestigingslippen (6) van de vasthoudringsegmenten (5) op elkaar liggen en de vasthoudringsegmenten (5) een op zichzelf gesloten vasthoudring (5) vormen, waarvan 30 de binnendiameter kleiner is dan de buitendiameter van het deel van de mof (1) waarachter de vasthoudring (5) grijpt, en waarvan de binnendiameter groter is dan de buitendiameter van het buis- of mofdeel waarom de vasthoudring (5) grijpt.
3· Schuifbeveiliging volgens conclusie 1 of 2, m et het 35 kenmerk, dat in elk vasthoudringsegment (5) een qua doorsnede nagenoeg ïï-vormig segment (18) van een afsteunring is ingelegd, die uit een tegen veroudering bestendig elastisch rubber of een gum-mi-achtig qua vorm veranderbaar materiaal bestaat en waarvan de segmenten (18) zich met hun beide benen (19»20) tegen de vasthoudring- 8103691 W ι - 10 - segmenten (5) tegen axiaal verschuiven afsteunen en tegen radiaal aflichten klemmend vasthouden, waarbij de afsteunringsegmenten (18) met één van hun henen (20) het met de mof (1) samenwerkende, gehele schoudervlak van de vasthoudringsegmenten (5) bedekken en een ring 5 vormen,die is uitgevoerd als een buffer,die qua vorm aanpasbaar is en de axiale trekkracht van de mof naar de vasthoudring overdraagt. 8103691
NLAANVRAGE8103691,A 1980-08-06 1981-08-05 Schuifbeveiliging voor mofverbindingen van kunststofbuizen. NL187991C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803029771 DE3029771A1 (de) 1980-08-06 1980-08-06 Schubsicherung fuer muffenverbindungen von kunststoffrohren
DE3029771 1980-08-06

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8103691A true NL8103691A (nl) 1982-03-01
NL187991B NL187991B (nl) 1991-10-01
NL187991C NL187991C (nl) 1992-03-02

Family

ID=6109012

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8103691,A NL187991C (nl) 1980-08-06 1981-08-05 Schuifbeveiliging voor mofverbindingen van kunststofbuizen.

Country Status (9)

Country Link
AT (1) AT382701B (nl)
CH (1) CH651906B (nl)
DE (1) DE3029771A1 (nl)
DK (1) DK157149C (nl)
FI (1) FI74338C (nl)
FR (1) FR2489472A1 (nl)
NL (1) NL187991C (nl)
NO (1) NO162044C (nl)
SE (1) SE461350B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3217633C2 (de) * 1982-05-11 1984-09-06 Dr.Ing.H.C. F. Porsche Ag, 7000 Stuttgart Verbindungsleitung zwischen Verdichter und Saugrohr einer Brennkraftmaschine
CH663263A5 (de) * 1984-02-13 1987-11-30 Sulzer Ag Vorrichtung zur bruchverhinderung an einer rohrleitung.
DE29519221U1 (de) * 1995-12-05 1996-01-25 Rehau Ag & Co Längskraftschlüssiges Verbindungselement
GB202017088D0 (en) * 2020-10-28 2020-12-09 R2M Ltd Pipe coupling apparatus

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7046093U (nl) * 1900-01-01 Wagner G
DE1850246U (de) * 1962-02-15 1962-04-19 Anger Kunststoff Arretierung fuer steckmuffenrohrverbindungen.
DE1880524U (de) * 1963-08-03 1963-10-10 Industriebedarf G M B H Zur verankerung von rohren einer rohrleitung dienender klemmbuegel.
FR1420486A (fr) * 1964-10-20 1965-12-10 Lotigie Ets Raccord pour tubes semi-rigides cylindriques à bouts unis en matière plastique
DE6906617U (de) * 1969-02-20 1969-08-07 Gustav Dipl Ing Wagner Klemmschelle fuer druckrohre aller systeme und aus allen stoffen.
JPS5236320A (en) * 1975-09-18 1977-03-19 Endo Kogyosho:Kk Metal pipe connecting device
DE2638586C2 (de) * 1976-08-27 1985-06-27 Immendinger Gießerei- und Maschinenhandel Jäckle & Co, 7717 Immendingen Schubsicherung für Muffenverbindungen
ZA783196B (en) * 1978-06-05 1979-08-29 Main Ind Ltd Improvements in pipe fittings

Also Published As

Publication number Publication date
AT382701B (de) 1987-04-10
SE461350B (sv) 1990-02-05
FI74338B (fi) 1987-09-30
DK157149B (da) 1989-11-13
NO812655L (no) 1982-02-08
NO162044B (no) 1989-07-17
NO162044C (no) 1989-10-25
DK157149C (da) 1990-04-16
FR2489472B1 (nl) 1984-02-17
CH651906B (nl) 1985-10-15
FI812353L (fi) 1982-02-07
SE8104707L (sv) 1982-02-07
DK350081A (da) 1982-02-07
FR2489472A1 (fr) 1982-03-05
DE3029771A1 (de) 1982-03-11
NL187991B (nl) 1991-10-01
FI74338C (fi) 1988-01-11
ATA344581A (de) 1986-08-15
NL187991C (nl) 1992-03-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194172C (nl) Samenstel voor een leiding en een vloeistofdichte aansluiting.
EP0491304B1 (en) Quick connector universal release tool
US5029907A (en) Band for effecting a seal
NO330726B1 (no) Rorkoplingsanordning
NL7907331A (nl) Buiskoppeling.
US6533332B2 (en) Coupling for connecting a tubular fitting to a pipe
IL24624A (en) Clamping element for connecting or supporting pipes
GB2105425A (en) Hose coupling
SE508446C2 (sv) Skjuthylsförbindning för cylindriska plaströr
SE500665C2 (sv) Förfarande för upprättande av en rörförbindning samt för användning vid förfarandet lämpat rörförbindningsstycke
US4969240A (en) Expandible elastic clamping strap for end portions of hoses and the like
EP2508784B1 (en) Pipe Coupling
EP0053330A1 (en) Pipe coupling
NL8902306A (nl) Buiskoppeling.
NL8103691A (nl) Schuifbeveiliging voor mofverbindingen van kunststofbuizen.
GB2168859A (en) Cable lead-in clamp
FI76199B (fi) Roerkoppling.
FI89626B (fi) Tvaodelad klaemkoppling av metall
EP1907744B1 (en) Coupling between two tubes with separate set-up clamps
US4238132A (en) Connector
EP0035519B1 (en) A tube coupling
EP3420261B1 (en) Clamping device
US20180112804A1 (en) Pipe coupling
EP1164325A2 (en) Pipe coupling
EP0498110B1 (en) Improved band with slotted wedge cams

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: JAECKLE GMBH & CO. KG. IMMENDINGER GIESSEREI UND

CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: FRISCHHUT GMBH. LUDWIG -

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20000301