NL8103327A - Werkwijze voor het vervaardigen van een vertoningsmodel, het genoemde model en zijn toepassing als een gietonderdeel en het genoemde gietonderdeel. - Google Patents

Description

« i N.0.30.282 1

Werkwijze voor het vervaardigen van een vertoningsmodel, het genoemde model en zijn toepassing als een gietonderdeel en het genoemde giet-onderdeel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vertoningsmodellen, de genoemde modellen en soortgelijke uitgesneden voorwerpen en de toepassing van de genoemde modellen om visueel het uiterlijk van een voorwerp in drie dimensies te demonstreren, 5 of op het vervaardigen van een gietvorm voor het gieten van het genoemde voorwerp.

Vele voorwerpen van grote stijl zijn getoond en verkocht aan in-koopagenten of cliënten als een visueel beeld of een drie-dimensionaal model, of een bouwmodel van het voorwerp, dat gewoonlijk vertoningsmo-10 del wordt genoemd. Aldus stelt de cliënt het ontwerp en het esthetische uiterlijk van het voorwerp vast, dat moet worden ingekocht, geproduceerd en op bestelling moet worden afgeleverd. In het geval van een nieuw ontwerp van een band of zelfs een eenheidsschoenzool, kan het vervaardigen van het vertoningsmodel betrekkelijk duur zijn qua fabri-15 cage en materiaalgebruik, maar zijn er ook in vele gevallen weken tot verscheidene maanden nodig om de drie-dimensionale vertoningsschermen te ontwikkelen en te vervaardigen als gevolg van al het handwerk bij het met de hand uitsnijden.

De verbeterde vertoningsmodellen van de drie-dimensionale voorwer-20 pen volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd door het ontwikkelen van een ontwerp of pentekening van het gewenste voorwerp door toepassing van bijvoorbeeld een bekend computerprogramma voor het ontwikkelen van een bandontwerp en het elektronisch weergeven van het ontwerp of pentekening, bijvoorbeeld kathodebuis, het fotograferen van de ge-25 noemde weergave en het ontwikkelen van de foto om de gewenste doorzichtigheid te geven, hetzij positief of negatief, het plaatsen van het genoemde transparant ten opzichte van een laag van vloeibaar fotopolymeer met een diepte groter dan 0,6 centimeter, waarij actinisch licht door de transparante delen kan passeren om het fotopolymeer te treffen, bij 30 voorkeur van boven in plaats van beneden, het door het genoemde transparant aan actinisch licht blootstellen van het genoemde vloeibare fotopolymeer om het blootgestelde fotopolymeer te laten uitharden en het daarna verwijderen van de vloeistof van het uitgeharde fotopolymeer om het genoemde vertoningsmodel te ontwikkelen als een uitgehard drie-di-35 mensionaal fotopolymeer met het uiterlijk van het genoemde voorwerp.

Het vertoningsmodel kan aan de cliënt ter goedkeuring worden getoond, 8103327 *-s * 2 of indien gewenst kan het in een geschikt ondersteuningsmiddel worden geplaatst om als gietvorm te dienen voor het gieten van het voorwerp in het normale medium gebruikt om het voorwerp te vervaardigen. Aldus is het gerede voorwerp gemakkelijk beschikbaar voor het testen en goedkeu-5 ren door de cliënt binnen een zeer korte tijdsperiode, dikwijls in een paar uur in plaats van weken zoals bij bekende methoden. Wanneer het voorwerp een nieuw ontwerp is voor een band, in het bijzonder een nieuw loopvlakpatroon, kan de computer op bekende wijze worden geprogrammeerd om de parameters te ontwikkelen die het gewenste ruisniveau en slip-10 weerstand op droge, natte of beijsde oppervlakken te geven en daarna worden geïnstrueerd om een ontwerp te tekenen op een elektronisch opgewekte weergave, zoals bijvoorbeeld een kathodestraalbuis die dagelijks wordt gebruikt bij het ontwerpen van een band. Om êên van de vele toepassingen te vermelden kan bijvoorbeeld enerzijds het ontwerp een ont-15 werp voor een schoenzool van het eenheidstype zijn.

Het transparant wordt vervaardigd door bekende fotografische methoden met een camera en een film. De elektronische weergave van het ontwerp wordt geschoten en de film wordt met de gewenste vergroting ontwikkeld voor het gewenste vertoningsmodel, of in het geval van een 20 band de te maken afmeting. Het transparant wordt bij voorkeur op een houder geplaatst in een ultraviolet lichttoren boven het vloeibare fo-topolymeer dat is uitgespreid op een polymeerhouder tot een diepte groter dan 0,6 centimeter en bij voorkeur 0,8 centimeter. Het ultraviolet licht, bijvoorbeeld uit een kwik of xenon ballon wordt uitgeschakeld om 25 het vloeibare fotopolymeer bloot te stellen. De blootstellingstijd en voorafblootstelling of stoot kan worden gebruikt om de diepte van de groeven of verhoogde delen te regelen.

Bij voorkeur wordt de afstand van de ultraviolet lampen aangebracht boven het fotopolymeer, binnen 12 tot 60 centimeter geregeld 30 waarbij de bij voorkeur toe te passen afstanden voor kwiklampen kleiner is dan voor xenon lampen. Het is duidelijk dat het regelen van deze afstand kan worden gebruikt om de helling van de verhoogde delen van het ontwerp te regelen, teneinde variabele hellingshoeken ten opzichte van de loopvlakgroeven te bereiken.

35 Het niet blootgestelde vloeibare fotopolymeer wordt verwijderd door het wegspoelen of blazen om het uitgeharde polymeer achter te laten met het drie-dimensionale ontwerp van het loopvlak of het voorwerp .

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van 40 de tekening. In de tekening tonen: 8103327 * xf 3 fig. 1 een ontwerp van een bandloopvlak weergegeven op een katho-destraalbuis; fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een deel van de blootstel-lingstoren, waarin ultravioletlampen, transparant op de houder en on-5 dersteuning voor het vloeibare fotopolymeer zijn te zien; fig. 3 een aanzicht in perspectief waarbij een vloeibaar fotopolymeer van de polymeerondersteuning wordt weggeblazen; fig. 4 een aanzicht in perspectief van het vertoningsmodél van het loopvlak-ontwerp zoals elektronisch weergegeven; en 10 fig. 5 en 6 doorsneden van het vertoningsmodel aangebracht in een vertoningsondersteuning om een bandgietvorm te vormen.

Volgens fig. 1 is de kathodestraalbuis 1 verbonden met een bekende computer (niet getoond) en met bijbehorende programmatuurinrichtingen (niet getoond), die zijn geprogrammeerd cm een ontwerp van een band-15 loopvlak 2 te verkrijgen, dat moet worden opgewekt en op het scherm 3 als een twee-dimensionale vertoning wordt weergegeven. Een beeld van het weergegeven loopvlak-ontwerp 2 is vervaardigd met een geschikte camera door het blootstellen van de film en het daarna ontwikkelen van de blootgestelde film om het gewenste negatieve of positieve transparant 20 te verkrijgen.

Dit transparant 4 met bij voorkeur hoofdzakelijk dezelfde dimensie van het gewenste loopvlak, wordt geplaatst in een transparant gebied van een transparant houder 5 en wordt in een vaste positie daarop vergrendeld, bij voorkeur door middel van een vacuum getrokken via de lei-25 ding 6 door bediening van de klep 7 in het vacuum middel (niet getoond). De transparanthouder 5 in fig. 2 bevindt zich boven de plaat-houder 7. De afstand tussen de transparanthouder 5 en de plaathouder 7 kan variëren van wezenlijk contact tot 0,6 en bij voorkeur 0,1 tot 4 centimeters daarvanaf. Wanneer zij wezenlijk in contact zijn wordt een 30 niet-hechtende film, zoals een polyester of polyetheen, gebruikt om te verhinderen dat het vloeibare fotopolymeer in contact komt met de transparanthouder en daarop blijft hechten.

De plaathouder 7 heeft bij voorkeur wanden 8 om het vloeibare fotopolymeer als een laag van uniforme diepte, ten minste 0,6 centimeter 35 en bij voorkeur 0,8 of meer centimeters, vast te houden. Een vloeibaar fotopolymeer van een voldoende hoeveelheid wordt op de plaathouder aangebracht om de holte gevormd door de wand 8 ervan op te vullen en de vloeistof wordt naar beneden getrokken met een doktersmes (niet getoond) om het vloeistofniveau in lijn te brengen met de bovenzijde van 40 de wanden 8.

8103327 4 %

Met het transparant op zijn plaats, zoals getoond door het verwij-zingsnummer 4 en het vloeistofniveau van het fotopolymeer in lijn met de bovenzijde van de wanden 8, kan het fotopolymeer worden blootgesteld aan ultraviolet licht uit lampen 9 door het bedienen van een geschikte 5 schakelaar (niet getoond) die met de genoemde lampen is verbonden. De lengte van de blootstelling aan licht regelt de doordringing en het uitharden vari het fotopolymeeer. Een korte blootstellingstijd, bijvoorbeeld stoot, zonder transparant op zijn plaats of van de bodem af via een transparante polymeerhouder is voordelig om een begindikte te ver-10 krijgen alvorens het ontwerp wordt ingevoerd.

De afstand tussen de lampen, transparant en fotopolymeer kan worden gewijzigd om de verticale vorm van de dalen 10 tussen de verhoogde gebieden 11 te regelen. Gewoonlijk levert een afstand van 12 tot 60 centimeter tussen de lamp en het fotopolymeer hoofdzakelijk een verti-15 caal hellende dal-lijn 1 afhankelijk van lichtbronnen, bijvoorbeeld xenon- of kwiklamp.

De essentie van de uitvinding en zijn vele voordelen kunnen gemakkelijker worden begrepen aan de hand van de illustratieve voorbeelden, waarbij alle delen en percentages zijn betrokken op gewicht, tenzij an-20 ders vermeld.

Voorbeeld I

Een ontwerp van een bandloopvlak werd elektronisch opgewekt door een computer en weergegeven op het vlak van een kathodestraalbuis, gefotografeerd en een transparant van de afmeting van het loopvlak werd 25 vervaardigd. Het transparant werd in transparanthouders bevestigd door toepassing van een vacuum en rustte boven op een polymeerhouder gevuld met een vloeibaar polyetherurethanpolymeer uit de voorbeelden van het Amerikaanse octrooishcrift 4.057.431, dat een reactie onderging met een foto-initiator zoals fenylacetofenon. Een dun blad van polyester (Mylar 30 - handelsnaam) werd uitgespreid over het fotopolymeer en de afstand tussen de transparanthouder en het fotopolymeer werd ingesteld om deze in wezenlijk contact te brengen.

De actinische lampen, bijvoorbeeld kwikballonnen, werden geactiveerd en ingesteld op nagenoeg 16 centimeter boven het transparant al-35 vorens de lampen gedurende 35 seconden werden aangeschakeld. Daarna werd langs de polymeerhouders met verwijderd polyesterblad een warmer-luchtmes 12 langs gevoerd om het niet-blootgestelde en niet-gereageerde vloeibare fotopolymeer te blazen tot in de vanggoot 13 om een driedimensionaal bandloopvlak over te houden met verhoogde gebieden 11 en 40 grote dalen of groeven 16 en kleine dalen of groeven 10. Afhankelijk 81 0 3 3 2 7 ♦ 5 van de aard van het beeld op de weergeefbuis en de blootstellingsduur kunnen de verhoogde gebieden variëren van ten minste 0,6 centimeter tot 1 tot 2 centimeter boven de dalbodems. Ook de dalen kunnen qua breedte variëren van wel 0,1 tot 2 centimeter tot 1 of 2 meer centimeters.

5 Voorbeeld II

Een reeks loopvlakdelen werden volgens de werkwijze van voorbeeld I gevormd, uitgezonderd dat het fotopolymeer reageerde met een vloeibaar polyester weekmaker om het uitgeharde fotopolymeer flexibeler te maken, zodat loopvlakdelen 16 konden worden gebogen om te passen binnen 10 een vormhouder 17. De zijwanddelen van de band die op soortgelijke wijze werden vervaardigd, werden in de houder geplaatst om een gietvorm voor een band te vormen, die kon worden gebruikt om een band met een bandblaas te gieten. Aldus kan door middel van de uitvinding een band in een zeer korte tijdsperiode worden gegoten uit een twee-dimensionale 15 tekening zonder behoefte of noodzaak van het maken van met de hand uitgesneden gipsvormen enz., waarmee bekende werkwijzen gepaard gaan.

Hoewel fig. 5 de toepassing van vertoningsmodellen van een voorwerp toont, bij voorkeur een flexibele met een opneeminrichting, zal het duidelijk zijn dat een insteekvasthoudinrichting met voordeel kan 20 worden gebruikt, wanneer een aantal commerciële vormen moeten worden gemaakt, zoals in het volgende voorbeeld zal worden geïllustreerd. Voorbeeld III

Een moederhand uit klei in de vorm van een torus werd uitgesneden maar met een kleine afmeting om een vertoningsmodel van een band op te 25 nemen die vervaardigd is volgens de hierboven beschreven voorbeelden. Wanneer het vertoningsmodel aan de moeder 18 uit klei is bevestigd, wordt de vochtige buigbare klei 19 geduwd tegen het vertoningsmodel 14 en daarna in de ruimte 23 tussen het vertoningsmodel en de buitenwand 20, teneinde een kleimonster van de band te vormen, dat zou kunnen wor-30 den gebruikt om een metalen gletstuk voor een commerciële gietvorm te maken.

Negatieve en positieve afbeeldingen zijn in de fotografie bekend.

Op dezelfde wijze zijn er in de giettechniek negatieve en positieve afbeeldingen. Bijvoorbeeld is het vertoningsmodel volgens fig. 6 beves-35 tigd op een ondersteuning om een positieve afbeelding te geven, echter heeft het vertoningsmodel van fig. 5 een loopvlak met een negatieve afbeelding.

Hoewel elk van de vloeibare fotopolymerlseerbare fotopolymeren en monomeren kan worden toegepast, is het polyurethantype bijzonder ge-40 wenst vanwege het gemakkelijk behandelen en uitharden. De polyether- 8103327 V*' * i 6 urethanen en polyester-urethanen die de voorkeur verdienen, bevatten restgroepen en worden verkregen door het omzetten met behulp van hydro-xyacrylzuur of hydroxymethacrylzuur of esters daarvan, bij voorkeur afgeleid van alcoholen met ongeveer 1 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 5 ongeveer 2 tot 10 koolstofatomen.

Hoewel bepaalde uitvoeringsvormen en bijzonderheden zijn getoond voor de toelichting van de uitvinding, zal het duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding diverse varianten mogelijk zijn.

8103327

Claims (16)

1. Werkwijze voor het gieten van een drie-dimensionaal decoratief voorwerp, waarbij uitgesneden of verhoogde delen zich uitstrekken tot een diepte van ten minste 0,60 centimeter, gekenmerkt door: 5 het elektronisch opwekken van een lijntekening van het genoemde voorwerp en het elektronisch weergeven van de genoemde tekening; het fotograferen van de tekening om een fotografisch transparant te vormen; het aanbrengen van het genoemde transparant over een laag van een 10 vloeibaar fotopolymeer met een diepte groter dan 0,60 centimeter; het blootstellen van genoemde fotopolymeer door het genoemde transparant aan actinisch licht om het fotopolymeer te laten uitharden; en het verwijderen van de vloeistof uit het uitgeharde fotopolymeer 15 om een drie-dimensionaal voorwerp te vormen met het uiterlljk van de genoemde tekening.

2. Vertoningsmodel van een voorwerp met drie-dimensionaal ontwerp, met het kenmerk, dat het bestaat uit een uitgehard fotopolymeer, welk uitgehard fotopolymeer gebieden vertoont die ten minste 0,60 centimeter 20 hoger zijn dan andere gebieden in het ontwerp.

3. Vertoningsmodel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het voorwerp een band is.

4. Vertoningsmodel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het voorwerp ten minste een deel van een bandloopvlak is.

5. Vertoningsmodel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ten minste enige gebieden van het uitgeharde polymeer ten minste 0,80 centimeter hoger zijn dan andere gebieden.

5- ^r %

6. Vertoningsmodel-volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het uitgeharde fotopolymeer een polyether-urethan is.

7. Vertoningsmodel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het uitgeharde polyether-urethan restgroepen bevat, welke verkregen zijn door omzetting met hydroxyacrylzuur of een ester daarvan, of hydroxyme-thacrylzuur of een ester daarvan.

8. Vertoningsmodel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het 35 polyether-urethan restgroepen bevat, hetwelk verkregen is door omzetting met behulp van dialkyldiaminomethacrylaat of acrylaat, waarbij het alkylradicaal ongeveer 1 tot 10 koolstofatomen bevat.

9. Vertoningsmodel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat enige gebieden van verschillende hoogte zijn gescheiden door dalen met een 40 diepte van wel 0,1 centimeter, terwijl andere groter zijn dan 0,50 een- 8103327 W*-“ t timeter.

10. Vertoningmodel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snede van een dalwand hoofdzakelijk verticaal is en zich ongeveer ten minste 1 centimeter uitstrekt.

11. Vertoningsmodel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vertoningsmodel een schoenzool is.

12. Vertoningmodel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vertoningsmodel ten minste een deel van een voertuiglichaam is.

13. Werkwijze voor het gieten van het drie-dimensionale decoratie-10 ve voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het transparant ten minste een deel van een schoenzool bedekt.

14. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorwerp verhoogde gebieden heeft die door dalen zijn gescheiden, waarbij enige van de genoemde verhoogde gebieden ten minste 0,8 centimeter ho- 15 ger zijn dan andere, waarbij enige dalen niet meer dan 0,1 tot 0,3 centimeter zijn en andere ten minste 0,8 centimeter breed zijn.

15. Werkwijze voor het snel vervaardigen van een gietvorm, gekenmerkt door: het voortbrengen van een tekening van het genoemde artikel; 20 het fotograferen van de tekening om een fotografisch transparant te vormen; het plaatsen van het transparant over een laag van een vloeibaar fotopolymeer met een diepte groter dan 0,6 centimeter; het blootstellen van het genoemde fotopolymeer door het genoemde 25 transparant heen aan actinisch licht om het fotopolymeer te laten uitharden; het verwijderen van de vloeistof uit het uitgeharde fotopolymeer om een drie-dimensionaal vertoningsmodel te vormen met het uiterlijk van de genoemde tekening in hetzij een positieve of negatieve afbeel-30 ding; het vormen van een ondersteuning voor het vertoningsmodel met zodanige afmetingen, dat wanneer bevestigd aan het vertoningsmodel hoofdzakelijk wordt voldaan aan de afmeting van het te gieten voorwerp; het bevestigen van de genoemde ondersteuning aan een vertoningsmo-35 del; en het vullen van de ruimte gevormd tussen het vertoningsmodel en een ruimtevormend orgaan met een stroombaar gietmateriaal, en het uitharden van het genoemde materiaal om de genoemde gietvorm te vormen.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de teke-40 ning elektronisch wordt voortgebracht en elektronisch wordt weergegeven in hetzij een positieve of negatieve afbeelding. 8103327 *********.