NL8102969A

NL8102969A - Afdichtingen voor leidingen.

Info

Publication number: NL8102969A
Application number: NL8102969A
Authority: NL
Original assignee: Grovag Grossventiltech
Priority date: 1980-06-24
Filing date: 1981-06-19
Publication date: 1982-01-18
Also published as: FR2485685B1; NL186875C; JPS5733269A; DE3120663A1; US4383693A; DE3120663C2; GB2083152A; NL186875B; FR2485685A1; IT8167769A0; GB2083152B; IT1144731B

Description

-1 - SSi/wd/5

Afdichtingen voor leidingen

De uitvinding heeft betrekking op afdichtingen voor leidingen.

Wanneer een leiding door een wand of dergelijke wordt gevoerd,kan het nodig zijn een relatieve beweging tussen de 5 leiding en de wand mogelijk te maken. Wanneer de beweging alleen in de richting van de as van de leiding plaats moet hebben dan zou de opening in de wand goed moeten aansluiten rondom de leiding. Wanneer echter de leiding ook in een richting loodrecht op de as ervan moet kunnen bewegen, moet de 10 opening groter zijn dan de leiding.

Er worden moeilijkheden ondervonden bij het afsluiten van deze opening door middelen die iedere beweging van de leiding in de opening kunnen opnemen waarbij de opening afgedicht moet blijven.

15 Niet metallische balgvormige afdichtingen kunnen ongewenst zijn in verband met de optredende temperaturen of aanwezige straling. Metalen balgafdichtingen kunnen niet in staat zijn de vereiste bewegingsvrijheid te verschaffen of kunnen op andere gronden ongeschikt zijn. Bij voorbeeld dat de afdich-20 tingen moet worden aangebracht voordat de leiding is gesloten en men kan ze alleen vervangen nadat men de leiding heeft doorgesneden.

Het Britse octrooischrift 855 306 beschrijft een afdichting tussen een leiding en een omgevende constructie waarbij 25 men een zich in het algemeen in radiale richting uitstrekkend verend diafragma heeft dat met êên randgedeelte is bevestigd aan de leiding of aan de constructie en met het vlakke deel van het andere randgedeelte glijdt over een in het algemeen zich in radiale richting uitstrekkend zittingvlak,dat dus is 30 gekeerd naar de axiale richting. Een dergelijke constructie maakt een grote mate van radiale en zijdelingse beweging mogelijk maar een beweging in axiale richting is slechts zeer beperkt mogelijk. In de praktijk zal echter de axiale uitzetting dikwijls groter zijn dan de radiale uitzetting. Verder 35 heeft een axiale relatieve beweging de neiging het vlak van het diafragma schuin te stellen ten opzichte van het zitting- 81 02 9 6 9 -2- vlak zodat alleen nog een lijnaanraking tot stand komt. Het is tevens moeilijk de afdichting zodanig aan te brengen dat de afdichtende werking wordt ondersteund door het drukverschil dat optreedt over de opening.

5 De onderhavige uitvinding verschaft een gasdichte afdich ting voor het sluiten van een omtreksruimte tussen een leiding en een omgevende constructie, welke ruimte verandert ten gevolge van axiale of zijdelingse relatieve uitzettingsbewe-gingen van de leiding of van de constructie, welke afdichting • 10 een verend metalen ringvormig membraan omvat dat in het alge meen bestaat uit zich in axiale richting uitstrekkende in zijdelingse richting overlappende stroken of bladveren, waarbij het membraan is bevestigd aan een ringvormig orgaan voor het tot stand brengen van een bevestiging ten opzichte van de 15 leiding of de constructie met êên randgedeelte en waarbij het vlak van het andere randgedeelte glijdt over een zich in algemeen in axiale richting uitstrekkend ringvormig zitting-vlak onder de veerdruk van het membraan.

Bij voorkeur wordt de veerdruk van het membraan ondersteund 20 door extra belastende middelen zoals bladveren.

Wanneer,zoals gewoonlijk het geval zal zijn,een drukverschil bestaat over de ruimte tussen de leiding en de constructie wordt bij voorkeur de uitvoering zodanig gemaakt dat dit drukverschil de veerdruk van het membraan ondersteunt 25 voor het onderhouden van de aanraking tussen het membraan en het zittingvlak.

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van een in de tekening afgeheeld uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening toont: 30 fig· 1 een aanzicht van een sectie van een afdichting tussen een leiding en een omgevende constructie, fig. 2 een axiale doorsnede volgens de lijn A-A uit figuur 1 op grotere schaal, en fig. 3 een axiale doorsnede volgens de lijn B-B uit 35 figuur 1 op grotere schaal.

Zoals de figuren 2 en 3 laten zien,steekt een leiding 1 door een opening in een constructie 2, waarbij de ruimte 3 tussen de leiding en de constructie onder een hogere druk staat dan de omgeving. De ruimte is afgedicht door een af- 81 02 9 6 9 -3- dichting 4 welke een axiale en een zijdelingse relatieve beweging toelaat.

De afdichting omvat een ringvormig orgaan 6 dat is bevestigd aan de leiding 1, een ringvormig orgaan 7 dat is 5 bevestigd aan de constructie 2 en een verend ringvormig metalen membraan 8 uit zich in zijdelingse richting overlappende stroken of bladveren 9. Een randgedeelte van het membraan 8 is bevestigd aan een zich in axiale richting uit-strekkend ringvormig buitenvlak van een ringvormige flens 11 10 van het orgaan 6 door middel van bouten 12 en klemplaten 13. Het membraan 8 strekt zich in hoofdzaak in axiale richting uit,maar de veerkracht werkt in radiale buitenwaartse richting op het andere randgedeelte,waarvan het vlak op deze wijze in schuivende aanraking wordt gehouden met het zich in axiale 15 richting uitstrekkende binnenste ringvormige zittingvlak 14 van een ringvormige flens 16 van het orgaan 7.

Het instandhouden van de aanraking tussen het membraan 8 en het zittingvlak 14 wordt ondersteund door een stel hoek-vormige bladveren 17 waarbij het ene eind van elke veer 17 20 is geklemd tussen een klemplaat 13 en de flens 11 en het andere eind van elke veer rust tegen het radiale binnenvlak van het membraan 8 op enige afstand van de aanrakingszone met het zittingvlak 14.

Het zal duidelijk zijn dat de in de ruimte 3 heersende 25 overdruk bijdraagt tot het instandhouden van de aanraking tussen het membraan 8 en het zittingvlak 14.

Er kunnen nog verschillende veranderingen worden aangebracht in de beschreven afdichting. Het membraan kan met meerdere lagen zijn uitgevoerd waarbij lagen van een progressief 30 kleiner worden breedte de eigenlijke afdichtende laag ondersteunen.

81 02 9 6 §

Claims

1. Een gasdichte afdichting voor het afsluiten van een omtreksruimte tussen een leiding en een omgevende constructie, welke ruimte veranderingen ondergaat ten gevolge va n axiale of zijdelingse relatieve uitzettende bewegingen van de leiding 5 of van de constructie, gekenmerkt door een verend metalen ringvormig membraan (8) van zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekkende, in zijdelingse richting overlappende stroken of bladveren (9), waarbij het membraan is bevestigd met een randgedeelte aan een ringvormig orgaan voor het tot 10 stand brengen van een bevestiging ten opzichte van de leiding of de constructie en waarbij het membraan met het vlak van het andere randgedeelte glijdt over een in hoofdzaak zich in axiale richting uitstrekkend ringvormig zittingvlak onder de veerdruk van het membraan.

2. Een afdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veerdruk van het membraan wordt ondersteund door extra belastende middelen.

3. Een afdichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de extra belastende middelen bestaan uit bladveren (17) 20 die werken op de overlappende stroken of bladveren.

4. Een afdichting volgens een of meer der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat een eerste ringvormig orgaan (6) is bevestigd aan de leiding (1), dat een tweede ringvormig orgaan (7) is bevestigd aan de constructie (2), dat het ene rand- 25 gedeelte van.een membraan is bevestigd aan een zich in axiale richting uitstrekkend ringvormig oppervlak van een ringvormige flens (11) van het eerste ringvormige orgaan, en dat het andere randgedeelte van het membraan in glijdende aanraking wordt gehouden met een zich in axiale richting uitstrekkend inwendig 30 ringvormig zittingvlak (14) van een ringvormige flens (16) van het andere ringvormige orgaan. 81 02 9 6 9