NL8102676A - Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig aan de achterzijde van een trekker. - Google Patents

Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig aan de achterzijde van een trekker. Download PDF

Info

Publication number
NL8102676A
NL8102676A NL8102676A NL8102676A NL8102676A NL 8102676 A NL8102676 A NL 8102676A NL 8102676 A NL8102676 A NL 8102676A NL 8102676 A NL8102676 A NL 8102676A NL 8102676 A NL8102676 A NL 8102676A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
agricultural implement
vertical
supporting beam
tractor
support
Prior art date
Application number
NL8102676A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Poettinger Ohg Alois
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Poettinger Ohg Alois filed Critical Poettinger Ohg Alois
Publication of NL8102676A publication Critical patent/NL8102676A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D67/00Undercarriages or frames specially adapted for harvesters or mowers; Mechanisms for adjusting the frame; Platforms
    • A01D67/005Arrangements of coupling devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B73/00Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
    • A01B73/005Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width for endwise transportation, i.e. the direction of transport being substantially perpendicular to the direction of agricultural operation

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

* _ - ^ '-: ,-7¾ VO 1959 k
Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig aan de achterzijde van een trekker
De uitvinding betreft een aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig, in het bijzonder', een oogstmachine, zoals bij voorbeeld een veldstrohakmachine of een maisoogstwerktuig, aan de achterzijde van een trekker, met een driepuntsophanging, waar-5 bij die inrichting is voorzien van een aan die driepuntsophanging aangebrachte aansluitdeel en van een daar· aan, door middel van een vertikale as aan één einde zwenkbaar, gelegerde draag>balk voor het landbouwwerktuig, welke draagbalk op de grond door middel van een, om een vertikale as zwenkbaar aan die draagbalk aangebracht steunwiel wordt 10 gesteund en door middel van een grendelinrichting aan het aansluitdeel in de werkzame stand vergrendelbaar is.
Bij een bekende aansluitinrichting van deze soort - volgens het Duitse Offenlegungsschrift 1.657.328 - kan het volumineuze landbouwwerktuig door zwenking van de draagbalk ongeveer in de rijrichting 15 voor het transport over straten en wegen zo gunstig aangebracht worden, dat ook smalle wegen onbezwaarlijk kunnen worden bereden, aangezien, in deze transportstand het landbouwwerktuig slechts in onbelangrijke mate tot voorbij de zijcmtrek van de trekker uitsteekt.
De grendelinrichting bestaat bij deze aansluitinrichting uit 20 een vertikale véérsteker, welke in een, aan het aansluitdeel aangebracht oog ingestoken wordt, wanneer de draagbalk in de werkzame stand van het landbouwwerktuig wordt geborgd. Deze bekende aansluitinrichting leidt echter zowel tijdens de werking van het landbouwwerktuig als bij transportritten tot risico voor beschadigingen, aange-25 zien aanpassen aan verschillende grond- en wegomstandigheden niet mogelijk is en de draagbalk in de transportstand geen veilig en betrouwbaar geborgde stand inneemt.
Doel van de uitvinding is nu, een aansluitinrichting van deze soort zodanig verder te vervolmaken, dat het landbouwwerktuig én de 30 bijbehorende aansluitinrichting zowel tijdens de werking van het werktuig, als bij transport daarvan gevrijwaard blijft tegen beschadigingen en overbelastingen, zonder dat daartoe omvangrijke, constructieve 8102676 -2- extra maatregelen nodig zijn.
Om. dit doel te "bereiken is er, overeenkomstig de uitvinding, bij een aansluitinrichting van de in. de aankef vermelde soort in voorzien, dat de draagbalk cm een,, de zwenkbeweging om de vertikale 5 as méé uitvoerende, horizontale as zwenkbaar is, terwijl voorts de grendelinriehting een grendel bevat, welke bij de werkzame stand van het landbouwwerktuig grijpt in een vertikale coulissevormige, ligplaats-baan, terwijl het steunwiel in verschillende hoekstanden vastzetbaar.
Door deze maatregelen wordt bereikt, dat het landbouwwerktuig 10 zich tijdens de werking kan aanpassen aan oneffenheden van het terrein, terwijl het werktuig echter ook in de transportstand tegen beschadigingen door een betrouwbaar en veilig geborgde stand van de draagbalk gevrijwaard is, terwijl de draagbalk ook in het transportstand oneffenheden van de grond zonder dwang kan volgen.
15 Om er voor te zorgen dat de grendelinriehting tegen de, in de werkzame stand van het landbouwwerktuig optredende krachten,, ook bij ruw bedrijf, bestand, is, kan de grendel zijn uitgevoerd als een tegen de kracht van een veer in, evenwijdig aan de draagbalk terug te trekken bout of pen, waarbij de ligplaatsbaan ter begrenzing van de 20 vertikale zwenkbeweging van- de draagbalk kan zijn voorzien van een bovenste aanslag en van een onderste aanslag.
De grendelpen of -bout kan daarbij op eenvoudige wijze,, door middel van een dubbelarmige hefboom, intrekbaar zijn.
Het landbouwwerktuig moet bij werking in vele gevallen vlak 25 boven de grond er overheen verrijdbaar zijn. Bij transport van het landbouwwerktuig over wegen en straten dient, daarentegen, de draagbalk een zo groot mogelijke vrijheid van de grond te hebben. Teneinde deze eisen tegemoet te komen, kan het steunwiel door middel van een hydraulische drukcilinder-zuigereenheid in hoogte verstelbaar uitgevoerd zijn. 30 Dit is onbezwaarlijk mogelijk, doordat de draagbalk zowel in zijn werkzame stand als in de transportstand cm zijn horizontale as kan zwenken en zich aldus zonder belemmering dienovereenkomstig kan instellen.
In de tekening is, uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding, een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding, sche-35 matisch weergegeven.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van de aansluitinrichting in de werkzame stand van het landbouwwerktuig; 8102676 -3- fig. 2 is eveneens een bovenaanzicht van de aansluitinriehting, doch in de transportstand; fig. 3 is een achteraanzicht van het vöóreinde van de draagbalk . en van de grendelinriehting; en 5 fig· ^ is een bij fig. 3 behorend bovenaanzicht.
In de fig. 1 en 2 zijn de achterwielen 1 van een trekker weergegeven, waarvan de rijrichting met pijl F is aangegeven.
Met het verwijzingscijfer 2 is, als geheel, een driepunts-öphanging aangeduid, waarvan de pennen k en 5 voor het. opnemen van de 10 onderste stuurorganen, en waarvan de as 6 voor het opnemen van een 'bovenste stuurorgaan. dienst doen.
Aan de driepuntsophanging is een aansluitdeel 7 aangebracht, waaraan een vertikale zwenkas 12 bevestigd is, welke door een horizontale zwenkas 11 tot een cardanscharnier wordt gecompleteerd, waaraan 15 een horizontale draagbalk 8 is bevestigd, die ênerzijds een zwenking ongeveer in een horizontaal vlak, en bovendien een zwenkbeveging in het ongeveer vertikaal vlak kan uitvoeren, waarbij de horizontale zwenkas 11 de zwenkbeweging van de draagarm 8 in het horizontale vlak .mede uitvoert.
20 Aan de draagarm 8 is een, algemeen met het verwijzingscijfer 15 aangeduid landbouwwerktuig aangebracht. Dit werktuig 15 kan losneembaar aan de draagbalk 8 bevestigd zijn, doch de draagbalk kan ook een bestanddeel zijn van het freem van het werktuig 15·
Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gaat het cm een mais-25 oogstmachine met volumineuze, vér voorwaarts reikende geleidingen 15*· Het zou echter ook om een veldstrohakmachine kunnen gaan, zoals met streep-punt-cmtrekslijnen in de fig. 1 en 2 aangegeven is.
In het bereik, van het véöreinde 9 van de draagarm 8 is aan de draagarm 8 een tapasaanluiting 13 op zodanige afstand van de verikale 30 zwenkas 12 aangebracht, dat bij een zwenkbeweging van de draagarm 8 in de werkzame stand de tapasaansluiting 13 rechtstreeks v66r het einde van de scharnieras. 1 k van de trekwagen ligt. Aan de draagbalk 8 is, nabij de driepuntsophanging 2, een betrekkelijk lang schuifleger 18 voor een grendelpen 17 aangebracht, welke in het leger 16, ongeveer 35 evenwijdig aan de draagbalk 8 verplaatsbaar geleid wordt, waarbij die pen door de kracht van een - in de tekening niet-weergegeven - veer in de richting naar het véoreinde 9 van de draagarm 0 wordt gedrukt.
8102676 -h-
De grendelpen 17 grijpt in de werkzame stand van de draagbalk 8 in een, van bovenaf gezien, U-voimige ligplaatsbaan 21 (fig. 10, waarbij een kop of een rol aan de grendelpen 17 wordt geleid langs de zijligplaatsflanken 22 en 23 van de ligplaatsbaan 21.
5 De zij-^Ligplaatsflanken 22 en 23 zijn, blijkens fig. 3, uitge voerd als cirkelsectoren, waarbij het cirkelniddelpunt wordt gevormd door · de zwenkas 11..
De kop van de grendelpen 17 komt bij de zwenkbeweging van de .draagbalk 8 in een vertikaal vlak te liggen op een bovenste aanslag 2k, 10 resp. op onderste aanslag 25, welke beide aanslagen de vertikale . beweging van de draagbalk 8 begrenzen.
Teneinde de grendelpen 17 gemakkelijk, tegen de kracht van de veer in, te kunnen terugtrekken, is aan het leger 18 door middel van een zwenkpen. 20 een dubbelarmige hefboom 19 aangebracht, welke met 15 zijn kortste einde in vorm.aansluitend met de grendelpen 17 is. verbonden en door middel van de langste arm kan worden bediend.
Blijkens fig. k is het vooreinde 9 van de draagbalk 8 vorkvormig uitgevoerd, waarbij de vorkeinden elk zijn voorzien van een leger 26 resp. 27 voor de horizontale zwenkas 11.
20 Zoals blijkt uit fig. 3, bevat het aansluitdeel 7 twee boven elkaar aangebrachte, met elkaar strokende .legers 28 en 29 voor de vertikale as 12, welke met de horizontale zwenkas 11 bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een cardanscharnier vormt. De beide zwenk-assen zouden evenwel ook op bepaalde afstand van elkaar vandaan aange-25 bracht kunnen zijn·. Voorts zou het ook mogelijk zijn, de draagaim 8 door middel van een bolscharnier of soortgelijk scharnier beweegbaar aan het aansluitdeel 7 te legeren.
In het bereik van het achtereinde 10 van de draagarm 8 is hieraan een console 31 bevestigd, waaraan een steunwiel 30 in hoogte in-30 stelbaar gelegerd is. Daartoe is voorzien in parallellogramhefbcmen 32, welke worden bediend door een hydraulische krachtcilinder 33. Deze pa-rallellogramhefbomen 32 dragen een steunwieldrager 37, waaraan een vertikale steunwielas 36 is aangebracht.
Het steunwiel is in een raam draaibaar gelegerd, dat is voor-35 zien van een bovenste plaat 3^·, terwijl, aan de steunwieldrager 37 een ten opzichte van de plaat 3^ evenwijdig verlopende, horizontale plaat 38 aangebracht is, In deze plaat 38 zijn boringen Uo, U1 aangebracht, 81 0 2 6 7 6 -5- terwijl de plaat 3^+ een boring 35 bevat. Wanneer één van de boringen Uo of Μ tot stroken met de boring 35 wordt gebracht, kan het steun-wiel 30 in deze hoekstand, door middel van een insteekbout of -pen 39 (fig. 2) geborgd warden.
5 Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het steunwiel 30 als naloopwiel uitgevoerd. Ook zou evenwel de vertikale zwenkas van het steunwiel zodanig aangebracht kunnen zijn, dat deze de. horizontale loopas van dat steunwiel snijdt.
In fig. 2 is de draagbalk 8 met daar aan gelegerd landbouw-10 werktuig 15 in de transportstand weergegeven. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bevindt zich de zwenkas 12 opzij naar links versprongen, hetgeen in zoverre een gunstige uitwerking- heeft, dat dan in de transportstand de volumineuze geleidingen 15' van het landbouwwerktuig slechts in geringe mate voorbij de zijomtrek van de trekker 15 uitsteken.
Bovendien is, door deze verspringing naar opzij van de zwenkas 12, het tapaseinde ik resp. 13 vrij toegankelijk, zodat de aansluiting zonder moeilijkheden tot stand kan worden gebracht.
Het.steunwiel 30 is in de transportstand door middel van de 20 vertikale steunwielas 36 in een zodanige hoekstand gezwenkt en daarin met behulp van. de insteekbout of -pen 39 geborgd, dat het steunwiel in de rijrichting wijst, zodat de draagbalk 8 met. het zich daar aan bevindende landbouwwerktuig tijdens de transportrit in hoofdzaak in het spoor van de trekker naloopt. Ter verdere beveiliging zou ook 25 aanvullend nog een steunstang tussen de draagbalk 8 en het aansluit-deel 9 niet dienovereenkomstige speling kunnen worden toegepast.
Door middel van de hydraulische krachtcilinder 33, welk vanuit de bestuurderszitting bediend kan worden, kan het achtereinde 10 van de draagarm 8 door steun te .nemen tegen het steunwiel 30, zo ver opge-30 licht worden, dat de draagbalk en het landbouwwerktuig voldoende vrijheid van de grond hebben. Bij een rit over oneffen.wegen en straten kan de draagaim tijdens het transport op de horizontale zwenkas 11 zonder belemmering op- en neerzwenken en zich aldus aan alle oneffenheden van de grond aanpassen. Daarbij is er van hoge belasting van 35 het aansluitdeel 7 noch van de driepuntsophanging van de trekker op enigerlei wijze sprake.
In fig. 1 is de: draagbalk 8 in een stand weergegeven, waarin het werktuig 15 zijn werk verrichten kan.
8102676 * -6- / Teneinde de machine 15 vanuit de transportstand volgens fig. 2 in de werkzame stand volgens fig. 1 over te brengen, wordt de insteek-bout of -pen 39 uit zijn bijbehorende gaten UO resp. ^1 en 35 getrokken, zodat het steunwiel 30 om de vertikale as 36 vrij zwenkbaar is. Ver-5 volgens wordt de. draagbalk 8 tegen het aansluitdeel 7 aan geklapt, waarbij zich het steunwiel 30 als naloopwiel automatisch overeenkomstig instelt en de steunbalk bij het zwenken steun geeft, zodat met een geringe kracht kan worden volstaan om de draagbalk 8 tezamen met het landbouwwerktuig 13 in de werkzame stand volgens fig. 1 te brengen.
10 Alvorens de draagbalk 8 geheel tot tegen het aansluitende deel 7 aan geklapt wordt, wordt de grendelpen 17 door middel van de bedieningshefboam 19,, tegen de kracht van de veer in, teruggetrokken, zodat het volledig aan klappen mogelijk is. Wanneer dan. de grendelpen wordt vrijgegeven, wordt, deze, door de veer in de U-vormige lig-15 plaatsbaan 21 met zijn kop, ingebracht, zodat de grendelpen in horizontale richting in vorm aansluitend, wordt vastgehouden, doch in de coulissevormige, vertikale ligplaatsbaan 21 bewegingen, cmhoog resp. omlaag telkens tot de aanslag 2k of 25 kan uitvoeren.
Daarbij zwenkt, de. draagarm 8 cm de horizontale zwenkas 11, 20 zodat ook in de werkzame stand overbelasting van het aansluitdeel 7 of van de driepuntsophanging uitgesloten is. Daarenboven maakt de zwenkas 11 aanpassing van het werktuig aan de grond mogelijk, teneinde de beoogde oogstwerkzaamhèden zo gunstig mogelijk te kunnen verrichten, Daartoe kan de draagbalk 8 door middel van de hydraulische kracht-25 cilinder dienovereenkomstig neergelaten worden.
Blijkens fig.. 1 is het steunwiel 30, wanneer zich het landbouwwerktuig in de werkzame stand bevindt, ook, weer in de rijrichting wijzend aangebracht. Voor zover het steunwiel als naloopwiel uitgevoerd is, heeft het deze hoekstand, bij het zwenken van de draagarm 8 vanuit 30 de transportstand tot in de. werkzame stand automatisch ingenomen. Fixering in deze hoekstand, bij voorbeeld door de insteekbout 39 is dan niet noodzakelijk. Het steunwiel 30 neemt een aanmerkelijk deel van het gewicht van het landbouwwerktuig 13 en van de draagbalk 8 op en ontlast, in samenwerking met de horizontale zwenkas 11, op be-35 slissende wijze het aansluitdeel J en speciaal de driepuntsophanging van de trekker.
.Uit fig. 2 blijkt, dat ook wanneer het landbouwwerktuig, zoals 8102676 w -τ- met streep-puntlijnen weergegeven, als veldstrohakmachine 15" uitgevoerd is, het landbouwwerktuig nauwelijks tot voorbij de zijontrek :van de trekker uitsteekt.
In plaats van.de grendelpen zou ook een zwenkhaak kunnen worden 5 toegepast, waarvan het terugtrekbare haakdeel dan in de ligplaatsbaan ingrijpt. Ook zijn, er n6g andere grendelinrichtingen mogelijk, voor zover deze slechts aan de voorwaarde voldoen, dat de draagbalk 8 in de werkzame stand in horizontale richting wordt gehouden, doch in vertikale richting bewegingsvrijheid heeft.
10 In plaats van een grendelinrichting zou ook een tussen draag balk 8 en aansluitdeel J ingeschakelde stuurstang kunnen worden toegepast, welke, een vertikale zwenkbeweging van de draagbalk 8, binnen bepaalde grenzen, toelaat doch in hoofdzaak geen horizontale beweging.
Voorts is het ook denkbaar, het steunwiel 30 te voorzien van 15 een gedwongen besturing, zodat het op deze wijze zowel in de transport-stand alsin de werkzame stand van-.het landbouwwerktuig in de rijrichting wijst.
De grendelinrichting zou, uiteraard, ook tussen de tapas-aansluiting 13 en het scharnier.11, 12 kunnen worden aangebracht.
20 Zowel om plaatsruimte -redenen als. met het oog op de belasting is het echter voordelig, de grendelinrichting, zoals bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, aan de tegenovergelegen zijde aan te brengen.
De krachten, welke tijdens de werking van .het landbouwwerktuig in horizontale richting, d.w.z. in de rijrichting, werkzaam zijn op 25 de grendelinrichting, kunnen naar gelang van de. geaardheid van de grond bijzonder hoog zijn. Teneinde ook zulke extreme belastingen te kunnen weerstaan, kunnen bij voorbeeld twee grendelpennen worden toegepast, waarvan de koppen.tegenover elkaar liggen, waardoor een dubbele steungeving op aanmerkelijke afstand in twee bijbehorende ligplaats-30 banen mogelijk is. Daarbij kan bij voorbeeld het leger 18 om een horizontale, in de rijrichting wijzende, pen zwenkbaar zijn, zodat de dubbele grendel in een ongeveer vertikale stand buiten ingrijping doch in ongeveer horizontale stand in ingrijping op de beide tegenovergelegen ligplaatsbanen verkeert.
8102676

Claims (3)

1. Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig, in het "bijzonder een oogstmachine, zoals "bij voorbeeld een veldstrohakmachine of een maïsoogstwerktuig, aan de achterzijde van de trekker, met een. driepuntsophanging, waarbij die inrichting is : 5 voorzien van een aan die driepuntsophanging aangebracht aansluitdeel en een daar aan, door middel van,een vertikale as aan een einde zwenk-baar gelegerde draagbalk voor het landbouwwerktuig, welke .draagbalk op de grond door middel van een, cm een vertikale as zwenkbaar aan.die draagbalk aangebracht steunwiel gesteund wordt en door middel van een 10 grendelinrichting aan. het aansluitdeel in de werkzame: stand vergrendel-baar is, met het kenmerk, dat de draagbalk (8) zwenkbaar is cm een, de zwenkbeweging cm de vertikale as (12) mede uitvoerende, horizontale as (11), waarbij voorts de grendelinrichting (16) een grendel (17) bevat, welke, in de werkzame stand van het landbouwwerktuig (15) in een 15 vertikale, coulissevormige ligplaatsbaan (21) grijpt, en het steunwiel (30) in verschillende hoekstanden kan worden vastgezet.
2. Aansluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grendel (17) is uitgevoerd als een, tegen de kracht van een veer in, evenwijdig aan de draagbalk (8) terugtrekbare pen, terwijl de lig-20 plaatsbaan (21), ter begrenzing van de vertikale zwenkbeweging van de draagbalk (8), is voorzien van een bovenste aanslag (2l) en een onderste aanslag (25).
3. Aansluitinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de grendelpen (17) door middel van een dubbelarmige hefboom (19) 25 terugtrekbaar is. U. Aansluitinrichting volgens ten minste êén der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat het steunwiel (30) in hoogte instelbaar is door middel van een hydraulische drukcilinder-zuigereenheid. 8102676
NL8102676A 1980-08-26 1981-06-02 Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig aan de achterzijde van een trekker. NL8102676A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3032112 1980-08-26
DE19803032112 DE3032112A1 (de) 1980-08-26 1980-08-26 Anschlussvorrichtung zum anbringen von landwirtschaftlichen arbeitsmaschinen an einer zugmaschine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102676A true NL8102676A (nl) 1982-03-16

Family

ID=6110419

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102676A NL8102676A (nl) 1980-08-26 1981-06-02 Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig aan de achterzijde van een trekker.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3032112A1 (nl)
FR (1) FR2489080A1 (nl)
GB (1) GB2082436B (nl)
NL (1) NL8102676A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2132065B (en) * 1982-12-03 1986-03-05 Massey Ferguson Perkins Ltd Implement hitch for work/transport positions
DE3403320A1 (de) * 1983-06-09 1984-12-13 Alois Pöttinger Landmaschinen-Gesellschaft mbH, 8900 Augsburg Koppelrahmen fuer erntemaschinen
IE901669A1 (en) * 1990-05-08 1991-11-20 Agri Patents Ltd A pasture topper
FR2668880B1 (fr) * 1990-11-12 1995-06-30 Kuhn Sa Procede de transformation d'une machine de recolte pour l'amener d'une position de transport dans une position de travail, et machine de recolte.
DE4112155C1 (nl) * 1991-04-13 1992-07-30 Friedrich Moertl Schleppergeraetebau Gmbh & Co Kg, 8780 Gemuenden, De
DE29919026U1 (de) * 1999-10-29 2000-02-03 Fella Werke Gmbh Landwirtschaftliche Maschine, insbesondere Anbaumähwerk mit großer Arbeitsbreite

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7715040U1 (nl) * 1900-01-01 Josef Bautz Gmbh, 7968 Saulgau
CH497110A (de) * 1967-07-26 1970-10-15 Eberhardt Geb An einen Schlepper angebauter Feldhäcksler
AT281479B (de) * 1968-05-27 1970-05-25 Speiser W Fa Befestigungsvorrichtung für Arbeitsgeräte an Schleppern od.dgl.
NL7510686A (nl) * 1975-09-11 1977-03-15 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
AU509225B2 (en) * 1977-01-06 1980-05-01 Massey-Ferguson Services N.V. Mower

Also Published As

Publication number Publication date
DE3032112A1 (de) 1982-04-01
FR2489080A1 (fr) 1982-03-05
GB2082436A (en) 1982-03-10
DE3032112C2 (nl) 1987-04-23
GB2082436B (en) 1985-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4126187A (en) Rearfolding implement
US4659102A (en) Front hitch assembly
US4664202A (en) Folding implement frame for grain drills and the like
EP2661169B1 (en) Self-propelled merger
US4330981A (en) Towable ganged mower
US4723787A (en) Implement transport hitch
US20130233580A1 (en) Smooth forward folding implement frame
US9775276B2 (en) Working vehicle
US3529674A (en) Foldable multiple section earthworking implement
US11937546B2 (en) Combine header equipped with an automated header transport system and header steering mechanism
US3612574A (en) Hitch and power-takeoff assembly for connecting farm implements to a vehicle
CS241120B2 (en) Mower
US5829497A (en) Telescoping and reciprocating stump grinder
NL8102676A (nl) Aansluitinrichting voor het opzij aanbrengen van een landbouwwerktuig aan de achterzijde van een trekker.
US12004440B2 (en) Combine header equipped with an automated header transport system
US3601910A (en) Ditch building machine
US20220287214A1 (en) Unidirectional implement operating apparatus
DK167164B1 (da) Hoebjergningsmaskine med beskyttelsesindretning
US5129463A (en) Conservation tillage implement convertible for end transport
US5343972A (en) Belly mount tractor
GB1356183A (en) Agricultural implements
US11944027B2 (en) Combine header equipped with an automated header transport system and drawbar
DE4110265A1 (de) Heuwerbungsmaschine
CZ281472B6 (cs) Stroj na sběr sena
NL2008876C2 (nl) Landbouwwerktuig.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed