NL8102522A - Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting. - Google Patents

Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8102522A
NL8102522A NL8102522A NL8102522A NL8102522A NL 8102522 A NL8102522 A NL 8102522A NL 8102522 A NL8102522 A NL 8102522A NL 8102522 A NL8102522 A NL 8102522A NL 8102522 A NL8102522 A NL 8102522A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bearing
pivot
arm
ball bearings
stack
Prior art date
Application number
NL8102522A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8102522A priority Critical patent/NL8102522A/nl
Priority to DE19823217404 priority patent/DE3217404A1/de
Priority to FR8208693A priority patent/FR2506487B1/fr
Priority to GB8214527A priority patent/GB2099205B/en
Priority to JP7485482U priority patent/JPS633028Y2/ja
Publication of NL8102522A publication Critical patent/NL8102522A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/54Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head into or out of its operative position or across tracks

Landscapes

  • Moving Of Heads (AREA)
  • Moving Of Head For Track Selection And Changing (AREA)

Description

* « PHN 10.027 1 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninriohting".
De uitvinding betreft een zwenkarminrichting voor het verplaatsen en positioneren van minstens één magneetkop over een oppervlak van een roterende starre magneetschijf van een magneetschijfgeheugeninrichting voor het opslaan en reproduceren 5 van gegevens in digitale vorm en omvattende minstens één on een zwenkas zwenkbare zwenkarm, waarbij bij aanwezigheid van meerdere zwenkarmen deze met onderlinge tussenruimten zijn verenigd tot een als geheel cm de genoemde zwenkas zwenkbare stapel van zwenkarmen; een gestel; alsmede een lageringsinrichting voor het zwenkbaar la-10 geren van de zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen, op het gestel en omvattende: eerste en tweede kogellagers, ieder met een binnenring en een buitenring, een zwenkbare lagerpen, middelen voor het, op axiale afstand van elkaar, vastzetten van de binnenringen van de kogellagers op de lagerpen, middelen voor het vastzetten van de 15 zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen, op de lagerpen, met het gestel verbonden lagerhuismiddelen waar de buitenringen van de kogellagers in passen, drukveermiddelen voor het axiaal belasten van de genoemde buitenringen en het aldus elimineren van axiale speling in de lagers, alsmede bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de on lagerhuismiddelen op het gestel.
Magneetschijfgeheugeninrichting met één of meerdere starre magneetsehijven, waarbij iedere magneetschijf aan minstens één zijde en meestal aan beide zijden dient voor het opslaan en reproduceren van gegevens in digitale vorm, worden op grote schaal 25 gebruikt als randapparatuur bij gegevensverwerkende inrichtingen zoals computers.
De magneetsehijven draaien met grote snelheid, bijvoorbeeld 3600 omwentelingen per minuut, en de magneetkoppen, welke aan de uiteinden van draagarminrichtingen zijn bevestigd, worden over 30 de oppervlakten van de magneetsehijven verplaatst naar van te voren door de gegevensverwerkende inrichting bepaalde plaatsen om aldus in een bepaald spoor op de magneetschijf gegevens op te slaan 8102522 * i PHN 10.027 2 ofwel gegevens daaruit te reproduceren. De draagarmin-richtingen bezitten draagarmen die ofwel in radiale richting lineair worden bewogen ofwel zwenkbaar zijn om een zwenkas evenwijdig aan de rotatieas van de magneetschijven. De uitvinding 5 heeft betrekking op een dragerinrichting van de laatste soort, die hierin zwenkarminrichting wordt genoemd. Er wordt gestreefd naar een zo snel mogelijk bewegen van de magneetkoppen over de magneetschijven teneinde de tijd benodigd voor het vinden van het juiste spoor en het opslaan of reproduceren van de gegevens zo veel 10 mogelijk te verkleinen. De magneetschijven worden met een uitermate grote vlakheid vervaardigd, de magneetkoppen zweven op een zeer dunne luchtlaag vlak boven de magneetschijven.
In vele gevallen is iedere magneetkop bevestigd op een elastisch verende magneetkopdrager teneinde de magneetkop de voor 15 het zweven op de luchtlaag vereiste beweeglijkheid te geven en deze met een nauwkeurig bepaalde aandrukkracht verend te belasten. Uit een streven on magneetschijfgeheugeninrichtingen met zo klein mogelijke buitenafmetingen te kunnen leveren volgt, dat de verschillende fabrikanten trachten de magneetschijven zo dicht 20 mogelijk bij elkaar te plaatsen. De draagarminrichtingen, vooral wanneer deze zich tussen twee magneetschijven begeven, moeten dus zo plat mogelijk zijn en zich zo dicht als mogelijk is bij het oppervlak van de magneetschijf bevinden. Daarbij mag uiteraard de draagarm nimmer het magneetschijfoppervlak raken aangezien dit tot 25 een onbruikbaar worden van de magneetschijf aanleiding zou geven.
Draagarminrichtingen voor magneetschijfgeheugeninrich-tingen dienen dus met de nodige precisie vervaardigd te zijn.
Uit het Amerikaanse octrooischrift 4,150,407 is een zwenkarminrichting van de in de aanhef vermelde soort bekend. De 30 bekende zwenkarminrichting bezit één of meer aluminium zwenkarmen in de vorm van tweeannige hefbomen die zwenkbaar zijn om een zwenkas gelegen tussen de beide uiteinden. Nabij het ene uiteinde van iedere zwenkarm bevindt zich een magneetkopeenheid met de magneetkop en een verende magneetkopdrager, welke laatste .vast met 35 de draagarm is verbonden. Aan het andere uiteinde van de zwenk arm is een stuurspoel bevestigd. Deze behoort tot electro-magnetische en electrische bestuurbare aandrij fkiddelen waarmee 81 02 5 2 2 m 10.027 3 <£ φ de draagarm een zwenkbeweging om diens zwenkas kan worden meegedeeld teneinde de magneetkop in min of meer radiale richting over de magneetschijf te kunnen verplaatsen.
Bij een uitvoeringsvorm met meerdere zwenkarmen zijn deze 5 met onderlinge tussenruimten boven elkaar geplaatst en onderling verenigd tot een als één geheel om de zwenkas zwenkbare stapel van zwenkarmen. Elke zwenkarm draagt zijn eigen platte stuurspoel, zodat ook deze met onderlinge tussenruimten zijn verenigd tot een stapel van stuurspoelen. De stapel van zwenkarmen is op een gestel 10 gelagerd met behulp van een lageringsinrichting welke een tweetal * kogellagers omvat alsmede een lagerpen waarop de binnenringen van de kogellagers met behulp van daartoe strekkende middelen, op axiale afstand van elkaar, zijn vastgezet. De buitenringen van de - kogellagers passen in een tegen het dek van de 15 magneetschijfgeheugeninriehting geschroefd lagerhuis, waarbij een drukveer tussen de buitenringen axiale speling in de lagers elimineert. De stuurspoelen bewegen zich in een permanente 'magnetische stator. Deze omvat een statorgestel en een aantal met het statorgestel verbonden vlakke en axiaal gemagnetiseerde 20 permanente statormagneten waartussen luchtspleten aanwezig zijn voor iedere platte stuurspoel, zodat iedere stuurspoel beweegbaar is in een axiaal permanent magnetisch veld in een luchtspleet tussen permanente statormagneten. Aan iedere zijde van de stator zijn ijzeren statorsluitplaten aanwezig die zich over de 25 tussenliggende stuurspoelen en statormagneten uitstrekken en waarop de meest naar buiten gelegen statormagneten zijn bevestigd, zodat de axiale permanent magnetische velden van de stator via de ijzeren statorsluitplaten gesloten zijn. Iedere stuurspoel bestaat uit windingen van elektrisch geleidend materiaal die zijn gewikkeld op 30 een kunststof spoeldrager die met de stuurspoel door middel van een kunsthars tot een enkele structurele eenheid is verbonden. De stuurspoelen zijn met de zwenkarmen door middel van klemmen en lijmen verbonden, aan de tegenover de magneetkoppen gelegen uiteinden van de zwenkarmen.
35 De magneetkoppen worden met grote snelheid in ruwweg diametrale richting over de magneetschijven verplaatst teneinde de benodigde tijd voor het vinden van een spoor en het opslaan 81 0 2 5 2 2 t % PHN 10.027 4 of reproduceren van de gegevens klein te maken. De zwenkarm, of de stapel zwenkarmen, wordt dus met ruk-vormige bewegingen verplaatst waarbij betrekkelijk grote traagheidskrachten optreden. De lageringsinrichting dient robuust en stabiel te zijn. De 5 uitvinding verschaft een zwenkarminrichting van de in de aanhef vermelde soort die robuust en stabiel is en tevens weinig onderdelen vergt, zodat deze ook geschikt is voor magneet-schijfgeheugens van kleine afmetingen bedoeld voor toepassing op ruime schaal, bijvoorbeeld als randapparatuur bij computers voor 10 persoonlijk gebruik. De uitvinding heeft tot kenmerk, dat de eerste en tweede kogellagers zich ter weerszijden van de zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen, bevinden, dat de lagerhuismiddelen een eerste en een tweede lagerhuis omvatten voor het eerste, respectievelijk het tweede, kogellager en dat de drukveermiddelen zijn aangebracht 15 tussen een buitenring van één der beide kogellagers en het gestel ten einde dit kogellager axiaal te belasten in de richting naar het andere kogellager toe. De stabiliteit van de lageringsinrichting wordt verkregen door de zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen, aan beide zijden te lageren, zodat de beide kogellagers gelijk belast 20 worden. In vergelijking tot de zwenkarminrichting van de eerder genoemde bekende soort treedt door de symmetrische lagering minder vervorming op van de lagerpen. Een ander voordeel is dat de totale bouwhoogte van de draagarminrichting geringer kan zijn.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding die weinig 25 onderdelen vergt heeft tot kenmerk, dat de middelen voor het vastzetten van de binnenringen van de kogellagers en de middelen voor het vastzetten van de zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen, gecombineerde middelen omvatten voor in axiale richting naar elkaar toe drukken van de binnenringen van de kogellagers met 30 tussenklemraing van de zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen. Een andere uitvoeringsvorm die een bijdrage levert tot een eenvoudige opbouw en een lage kostprijs heeft tot kenmerk, dat elk lagerhuis bestaat uit een stuk van een geëxtrudeerde buis met een doorgaande centrale holte voor de buitenring van een kogellager alsmede een on aantal parallelle doorgaande holtes van kleinere dwarsdoorsnede die meer naar buiten zijn gelegen ten opzichte van de wand van de centrale holte en dat de bevestigingsmiddelen voor het bevestigen 81 025 22 ΡΗΝ 10.027 5 ** 3 van de lagerhuismiddelen bestaan uit in de genoemde holtes van kleinere dwarsdoorsnede geschroefde zelftappende schroeven.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvorm welke wordt getoond in de tekenig en waarin: 5 Figuur 1 een bovenaanzicht is van een magneetschijf- geheugeninrichting,
Figuur 2 een zijaanzicht is van de magneetschijf-geheugeninrichting van figuur 1,
Figuur 3 een explosieaanzicht is van een zwenkarminrichting 10 zoals toegepast in de magneetschijfgeheugeninrichting volgens de figuren 1 en 2 en
Figuren 4-6 verschillende standen weergeven van de zwenkarm van de zwenkarminrichting.
De magneetschijfgeheugeninrichting omvat een gestel 1, 15 waarop een zwenkarminrichting 2^vast is aangebracht. Een tweetal ' starre magneetschijven 3 en 4 zijn coaxiaal aangebracht op afstand van elkaar op een gemeenschappelijke spil 5 en roteren om een rotatieas 6. De zwenkarminrichting 2 en de magneetschijven 3 en 4 worden afgedekt door een kunststof kap 7. Deze kap dient voor het 20 tegen stof en omgevingsvervuiling beschermen van de magneetplaten 3 en 4. Voor de uitvinding niet van belang zijnde delen van de magneetschijfinrichting worden kortheidshalve niet besproken en worden in de tekening ook niet getoond, afgezien van een doosvormige eenheid 8 waarin zich electronische circuits bevinden 25 ten behoeve van het functioneren van de magneetschijf-geheugeninrichting.
Met verwijzing naar figuur 3 zal nu de zwenkarminrichting volgens de uitvinding nader worden besproken. De zwenkarminrichting dient voor het verplaatsen en positioneren van een viertal 30 magneetkoppen 9 tot en met 12 over de twee roterende starre magneetschijven 3 en 4. Deze magneetkoppen zijn op afstand van elkaar, overeenkomend met de onderlinge afstand tussen de magneetschijven 3 en 4, geplaatst en zijn gezamenlijk aangebracht on de, om een zwenkas 13 zwenkbare, enkele zwenkarm 14. De 35 magneetkoppen zijn gezamenlijk bevestigd op een enkele bevesti-gingsinrichting 15 welke is voorzien van de pasvlakken, uitsparingen en schroefgaten nodig voor het op de zwenkarm 8102522 PHN 10-027 6 • 1 positioneren en bevestigen van de magneetkoppen. De bevestigingsinrichting 15. is door lijmen star met de zwenk-arm 14 verbonden met gebruikmaking van een werkwijze zoals door Aanvraagster eerder aangevraagd in haar aanvrage no. 81 01 824 5 (PHN 10.007) (herewith incorporated by reference).
Ieder der magneetkoppen 9 tot en met 12 is aangebracht op een verende magneetkopdrager, respectievelijk 9a tot en met 12a, die aan zijn uiteinde is voorzien van een bevestigingsdeel, respectievelijk 9b tot en met 12b, dat is voorzien van een felsbus, 10 respectievelijk 9c tot en met 12c. De bevestigingsinrichting 15 is voorzien van een doorgaande opening 16 waarin de felsbussen met enige ruimte passen. Ten behoeve van de bevestiging van een magneetkopeenheid (bestaande uit een magneetkop, de elastische kop-drager en het bevestigingsdeel) op de bevestigingsinrichtig 15.
15 wordt een kogel met een geringe overmaat door de betreffende felsbus gedrukt waardoor de speling tussen de felsbus en de doorgaande opening wordt opgeheven. Dergelijke magneetkopeenheden zijn in de handel verkrijgbaar.
Het zwaartepunt van het geheel bestaande uit de beves-20 tigingsinrichting 15 en de daarop bevestigde magneetkoppen 9 tot en met 12 is in hoofdzaak gelegen in het denkbeeldige vlak van zwenking van de zwenkarm 14, Hetzelfde geldt overigens voor de overige delen van de magneetkopeenheden. Deze hebben evenwel een aanmerkelijk geringere massa dan de magneetkoppen en de 25 bevestigingsinrichting.
De bevestigingsinrichting _15 bezit een aantal uitsteeksels 17, 18 en 19 voor het bevestigen van de magneetkoppen 9 tot en met 12 op regelmatige afstanden van elkaar zodat de uitsteeksels een kam vormen. De bevestigingsinrichting bestaat uit meerdere, 30 losneerabaar op elkaar bevestigde delen 20, 21 en 22 die ieder een uitsteeksel van de kam bevatten. De delen 20 en 22 zijn met behulp van boutjes 23 en 24 op het middelste deel 21 vastgeschroefd. Het deel 21 wordt met behulp van de eerder genoemde werkwijze op de zwenkarm 14 gelijmd alvorens de magneetkoppen 10 en 11 met behulp 35 van de felsbussen 10c en 11c met het uitsteeksel 18 worden verbonden. De magneetkoppen 9 en 12 worden met de uitsteeksels 17 en 19 van de delen 20 en 22 verbonden alvorens deze delen met 8102522 PHN 10.027 7 behulp van de boutjes 23 en 24 met het middelste deel 21 worden verbonden. Aldus is een gemakkelijke montage van de tere magneetkopeenheden op de bevestigingsinrichting J5 mogelijk.
De zwenkarm bezit een eerste uiteinde 25 en een tweede 5 uiteinde 26. De magneetkoppen 9 tot en met 12 zijn met de zwenkarm verbonden nabij het eerste uiteinde 25. De zwenkarminrichting omvat een permanent magnetische stator 27 met op afstand van elkaar gelegen vlakke permanente statormagneten 28 en 29 waartussen zich een luchtspleet 30 bevindt, men zie hiervoor figuur 2. In de 10 genoemde luchtspleet bevindt zich een met de zwenkarm 14 verbonden vlakke stuurspoel 31 van electrisch geleidend materiaal. De zwenkarm 14 is zwenkbaar gelagerd met behulp van een lageringsin-richting 32. De vlakke stuurspoel 31 is aangebracht in een . uitsparing 33 van de zwenkarm 14. De zwenkarm is uit aluminium 15 plaat gestanst, de uitsparing 33 is bij de stansbewerking gevormd. De lageringsinrichting 32 is gelegen nabij het tweede uiteinde 26 van de zwenkarm en de stuurspoel 31 bevindt zich tussen het eerste uiteinde 25 en het tweede uiteinde 26 van de zwenkarm.
De zwenkarm is vervaardigd uit een enkel vlak stuk plaat-20 materiaal en de vlakke stuurspoel 31 heeft een dikteafïneting welke in hoofdzaak gelijk is aan de dikteafmeting van het plaatmateriaal waaruit de zwenkarm is vervaardigd. De uitsparing 33 in de zwenkarm heeft een vorm die overeenstemt met de vorm van de buitenomtrek van de stuurspoel 31» zodat deze met speling in de uitsparing past.
25 De stuurspoel is in de zwenkarm 14 gelijmd en is dus, door een in figuur 3 niet zichtbare, lijmlaag verbonden met de wand van de uitsparing 33· De stuurspoel is in het vlak van de zwenkarm gelegen, zodat de zwenkarm met de daarin gelijmde stuurspoel een vlakke eenheid van bij benadering constante dikte vormt. De 30 windingen 34 van de stuurspoel zijn vervaardigd van een electrisch geleidend materiaal en zijn gewikkeld op een centrale vlakke kunststof spoelkern 35. Het electrisch geleidende materiaal bestaat niet, zoals gewoonlijk bij stuurspoelen, uit een langgerekte koperen draad maar uit een langgerekte aluminium band 36 met een ge breedteafïneting gelijk aan de dikte ud" van de spoel en met een dikteafmeting die aanmerkelijk geringer is. De lijm voor het verbinden van de stuurspoel 31 met de wand van de genoemde 8102522 PHN 10.027 8 » «k-
* I
uitsparing 33 is vermengd met aluminiumpoeder teneinde een goede warmteoverdracht mogelijk te maken tussen de spoel en het plaatmateriaal van de zwenkarm.
De beide aan de buitenzijde van de stapel magneetkoppen 9 5 tot en met 12 gelegen magneetkoppen 9 en 12 worden tegen magnetische stoorvelden afgeschermd door, via de bevestigingsin-richting 15 met de zwenkarm 14 verbonden en zich aan de buitenzijde tot over de respectievelijke magneetkoppen uitstrekkende, schermplaten 37 en 38 welke zijn vervaardigd uit mu-metaal. De 10 schermplaten zijn voorzien van openingen 39 respectievelijk 40 en worden met behulp van de boutjes 23 respectievelijk 24 tezamen met de delen 20 en 22 van de bevestigingsinrichting _15 met het middelste deel 21 van de bevestigingsinrichting verbonden. Op de onderste schennplaat 38 is een geïntegreerd halfgeleidercircuit 41 15 aangebracht voor het bewerken van signalen afkomstig van de magneetkoppen 9 tot en met 12. Hierdoor is een versterking van de genoemde signalen mogelijk alvorens deze aan signaalverwerkende delen van de magneetschijfgeheugeninrichting worden toegevoerd. Het halfgeleiderscircuit 41 is gemonteerd op een van electrisch 20 geleidende sporen 42 voorziene flexibele kunststof strook 43 die aan een eerste uiteinde 44 op de schermplaat 38 bevestigd. Nabij een tweede uiteinde 45 is de kunststof strook door middel van een meerpolige steker 46 met een stationaire contra-steker op het gestel 1 van de magneetschijfgeheugeninrichting verbonden. Tussen 25 de genoemde eerste en tweede uiteinden 44 en 45 bezit de kunststof strook 43 een vrij beweegbaar gedeelte 47 dat geen behindering vormt voor de bewegingen van de zwenkarm 14.
De lageringsinrichting 32 voor het verzwenkbaar lageren van de zwenkarm omvat een eerste kogellager 48 en een tweede kogellager 30 4_9, met binnenringen 50 respectievelijk 51 en buitenringen 52 respectievelijk 53· De beide binnenringen 50 en 51 zijn, op axiale afstand van elkaar, vastgezet op een lagerpen 54 met behulp van een veerring 55 en een moer 56. De kogellagers 48 en 49 bevinden zich ter weerszijden van de zwenkarm 14. De zwenkarm is voorzien van
QC
een opening 57 voor de lagerpen 54. Aan weerszijden van de zwenkarm bevinden zich schijven 58 respectievelijk 59 welke de zwenkarm opsluiten tussen de binnenringen 50 en 51 van de kogellagers 8102522 PHN 10.027 9 48 en 49. De buitenringen 52 respectievelijk 53 van de kogellagers passen in lagerhuismiddelen die een eerste en een tweede lagerhuis 60 respectievelijk 61 omvatten. Axiale speling tussen de buitenringen 52 en 53 van de kogellagers wordt geëlimineerd 5 doordat deze axiaal belast worden door drukveermiddelen in de vorm van een schotelveer 62 die zich bevindt bij de buitenring 52 die zich aan de bovenzijde van het bovenste kogellager 48 bevindt. De kogellagers zijn glijdend in de lagerhuizen 60 en 61 aangebracht en door de schotelveer 62 worden de kogellagers axiaal in een richting 10 naar elkaar toe belast. Elk lagerhuis bestaat uit een stuk van een geëx- trudeerde buis met een doorgaande centrale holte 63 voor de buitenringen 52 en 53 van de beide kogellagers 48 en 49 alsmede een drietal parallelle doorgaande holtes 64 van kleinere dwarsdoorsnede die ten opzichte van de wand van de centrale holte 63 meer naar 15 buiten zijn gelegen. De lagerhuizen 60 en 61 worden bevestigd met behulp van zelftappende schroeven 65 welke in de genoemde holtes 64 zijn geschroefd.
De permanent magnetische stator 26 omvat een statorgestel met een tweetal ijzeren statorsluitplaten 66 en 67, één aan iedere 20 zijde van de stator, welke statorsluitplaten zich over de tussenliggende stuurspoel 31 en de statormagneten 28 en 29 uitstrekt. Deze magneten zijn op de statorsluitplaten gelijmd. De statormagneten zijn in de richting van de zwenkas 13 van de zwenkarm 14 axiaal gemagnetiseerd. De statormagneet 28 omvat twee 25 zones 28a respectievelijk 28b die tegengesteld zijn gepolariseerd.
De magneet 29 omvat op soortgelijke wijze twee tegengesteld gepolariseerde zones 29a en 29b. Aan de naar de stuurspoel 31 toegekeerde zijden is de zone 28a tegengesteld gepolariseerd ten opzichte van de zone 29a en de zone 28b tegengesteld aan 29b, zodat de zich 30 tussen de permanente statormagneten bevindende delen van de stuurspoel 31 zich bevinden in permanent magnetische velden van tegengestelde polariteit. De axiale permanent magnetische velden worden via de beide ijzeren sluitplaten 66 en 67 gesloten. In plaats van uit één geheel bestaande statormagneten 28 en 29 kunnen 35 uiteraard ook meerdere losse magneten worden gebruikt. Zo kan bijvoorbeeld de statormagneet 28 uit twee delen bestaan, waarbij de zone 28a behoort tot de ene statormagneet en de zone 28b uit de 8102522
* · V
PHN 10.027 10 andere statormagneet. De sluitplaten 66 en 67 van de permanent magnetische stator 27 strekken zich, dwars op de zwenkas 13 van de zwenkarm 14, tot voorbij de lagerpen 54 uit en de lagerhuizen 60 en 61 zijn met behulp van de zelftappers 65 op de statorsluitpla-5 ten 66 respectievelijk 67 bevestigd. De statorsluitplaten 66 en 67 dienen aldus tevens als gestelplaten voor de lageringsinrichting 32. Behalve de beide statorsluitplaten 66 en 67 omvat de stator 27 een drietal afstandbussen 68, 69 en 70. Door middel van een drietal bouten 71j 72 en 73 en bijbehorende moeren 74 tot en met 76 10 wordt het geheel bestaande uit de statorsluitplaten 66 en 67 en de drie afstandsbussen 68 tot en met 70 tot een stevig geheel verenigd en vormt aldus het statorgestel van de permanente magnetische stator. Aangezien de lagerhuizen 60 en 61 op dit statorgestel zijn bevestigd vormt het statorgestel tevens een 15 gestel voor de zwenkarminrichting in zijn geheel, waarbij de statorsluitplaat 67 tevens dient als basisplaat waarmee de zwenkarminrichting in zijn geheel bevestigbaar is op het dek 77 van de magneetschijfgeheugeninrichting. De middelen voor het verbinden van de zwenkarminrichting 2 met het dek 77 zijn in de tekening niet 20 getoond maar zullen over het algemeen bestaan uit schroefhiiddelen.
De in de tekening getoonde uitvoeringsvorm van de zwenkarm-inrichtig is voorzien van een met de zwenkarm 14 verbonden tachospoel 78 die beweegbaar is in een permanent magnetisch veld teneinde een inductiespanning te genereren die een maat is voor de 25 snelheid van zwenking van de zwenkarm 14. Op de naar buiten gekeerde zijde van de statorsluitplaat 67 bevindt zich daartoe een tweetal vlakke, axiaal in de richting van de zwenkas 13 en tegengesteld gemagnetiseerde, permanente tachomagneten 79 en 80. Hier zou in plaats van een tweetal magneten een enkele vlakke magneet 30 gebruikt kunnen worden, met zones van tegengestelde polarisatie. De statorsluitplaat 67 dient tevens voor het aan één zijde sluiten van het axiale magnetische veld afkomstig van de beide tachomagneten 79 en 80. De lagerpen 54 bezit aan de zijde van de statorsluitplaat 67 een vrij uiteinde 81 dat zich door een opening 82 in deze stator-25 sluitplaat uitstrekt tot voorbij de naar buiten gekeerde zijde' ervan. De tachospoel 78, die net als de stuurspoel 31 plat is, is op het vrije uiteinde 81 van de lagerpen 54 bevestigd met behulp 81 0 2 5 2 2 «1 - * PHN 10.027 11 van een moër 83 en is beweegbaar in het permanent magnetische veld van de tachomagneten 79 en 80. Op enige afstand van de stator-sluitplaat 67 is, evenwijdig daaraan, een ijzeren tachosluit-plaat 84 aanwezig. De tachospoel 78 beweegt zich evenwijdig aan de 5 vlakke tachomagneten 79 en 80 met vrijlating van een luchtspleet tussen de statorsluitplaat 67 en de taehosluitplaat 84, zodat het axiale permanent magnetische veld van de tachomagneten door de statorsluitplaat enerzijds en de taehosluitplaat anderzijds gesloten is. De statorsluitplaat 84 is met behulp van een viertal 10 zelftappende boutjes 85 tot en met 88 tegen de onderzijde van het dek 77 aangebracht, maar zou ook met behulp van aparte afstandmiddelen op de statorsluitplaat 67 bevestigd kunnen worden.
De tachomagneten 79 en 80 alsmede de tachospoel 78 bevinden zich in een uitsparing 89 van het dek 77· 15 De beide statorsluitplaten 66 en 67 bestaan uit vlakke, uit magnetiseerbaar plaatmateriaal gestanste, in hoofdzaak gelijke platen. Ze zijn zodoende met eenvoudige middelen goedkoop te produceren, waarbij van belang is dat slechts een enkel soort statorsluitplaten behoeft te worden vervaardigd. Hoge eisen met 20 betrekking tot de nauwkeurigheid van vervaardiging hoeven niet te worden gesteld, zodat na het stansen geen verspanende bewerkingen van de statorsluitplaten nodig zijn. De statormagneten 28 en 29 strekken zich, in een richting in hoofdzaak dwars op de zwenkrichting van de stuurspoel 31, tot even over de randen van de 25 statorsluitplaten 66 respectievelijk 67 uit, men zie ook figuur 1.
Een aanslag 90 is aanwezig die met tegenover elkaar gelegen zijden 91 respectievelijk 92 samenwerkt met de zijden 93 respectievelijk 94 van de wand van een uitsparing 95 in de zwenkarm 14.
De zijden 91 en 92 van de aanslag 90 begrenzen de zwenkingen van de 30 zwenkarm tussen een eerste en een tweede stand. Men zie de figuren 4 en 5 die de zwenkarm 14 in respectievelijk de eerste, of binnenste, stand en de tweede, of buitenste, stand tonen. De aanslag 90 is vervaardigd uit rubber en is verplaatsbaar tussen een bedrijfstand, zie de figuren 4 en 5, en een onderhoudsstand, zie 35 figuur 6. De als één geheel uit elastisch rubber vervaardigde aanslag bestaat uit een enigszins klemmend over de afstandsbus 68 geschoven draaibare aanslagnok. Hiertoe bezit de aanslag een 81 02 5 22 * ) PHN 10.027 12 opening 96 met een diameter welke enigszins kleiner is dan de buitendiameter van de afstandsbus 68. De opening is excentrisch zodat de aanslagnok excentrisch draaibaar is tussen de bedrijf stand en de onderhoudsstand. In de onderhoudsstand is de aan-5 slagnok 90° verdraaid.
In deze stand werken de zijden 93 en 94 van de wand van de uitsparing 95 samen met de tegenover elkaar gelegen zijden 97 en 98 van de aanslagnok. Deze liggen dichter bij elkaar dan de zijden 91 en 92 zodat de zwenkarm 14, ten behoeve van onderhoudswerkzaam-10 heden, over een zodanig vergrootte slag kan worden verzwenkt dat de magneetkoppen 9 tot en met 12 zich naast het oppervlak van de magneetschijven 3 en 4 bevinden. Deze stand wordt ook bij de montage van de magneetschijfinrichting gebruikt om de magneetkoppen op de magneetschijven te kunnen aanbrengen zonder deze te beschadigen. 15 In een magneetschijfgeheugeninrichting kunnen meerdere zwenkanninrichtingen worden toegepast, bijvoorbeeld aan weerszijden van een dek of van een gestelplaat, of op elkaar. Binnen het kader van de uitvinding zijn vele uitvoeringsvormen mogelijk. Bijvoorbeeld kunnen de kogellagers niet op statorsluitplaten zijn 20 aangebracht maar op andere gesteldelen, bijvoorbeeld op een apart lageringsgestel. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen, zoals ook bij de bekende zwenkarminriehting volgens het reeds genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.150.407, de stator en de lagerings-inrichting met de zwenkarm, of de stapel zwenkarmen, apart op het 25 dek van een magneetschijfinrichting aangebracht worden.
30 35 8102522

Claims (3)

1. Zwenkarminrichting (2) voor het verplaatsen en positioneren van minstens één magneetkop (9-12) over een oppervlak van een roterende starre magneetschijf (3,4) van een magneetschijf-geheugeninrichting voor het opslaan en reproduceren van gege-5 vens in digitale vorm en omvattende: - minstens één om een zwenkarm (13) zwenkbare zwenkarm (14), waarbij bij aanwezigheid van meerdere zwenkarmen deze met onderlinge tussenruimten zijn verenigd tot een als geheel om de genoemde zwenkas zwenkbare stapel van zwenkarmen, 10. een gestel (1), alsmede - een lageringsinrichting (32) voor het zwenkbaar lageren van de zwenkarm, c.q. de stapel zwenkarmen, op het gestel en omvattende: - eerste en tweede kogellagers (48,49), ieder met een binnenring (50,51) en een buitenring (52,53), 15. een zwenkbare lagerpen (54), - middelen (55,56) voor het, op axiale afstand van elkaar, vastzetten van de binnenringen (50,51) van de kogellagers op de lagerpen (54), - middelen voor het vastzetten van de zwenkarm, c.q. 20 de stapel zwenkarmen, op de lagerpen, - met het gestel verbonden lagerhuismiddelen (60,61) waar de buitenringen van de kogellagers (48,49) in passen, - drukveermiddelen voor het axiaal belasten van de ge- 25 noemde buitenringen en het aldus elimineren van axiale speling in de lagers, alsmede - bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de lagerhuismiddelen op het gestel, met het kenmerk, 30. dat de eerste en tweede kogellagers (48,49) zich ter weerszijden van de zwenkarm (14), c.q. de stapel zwenkarmen, bevinden, - dat de lagerhuismiddelen een eerste en een tweede lagerhuis (60,61) omvatten voor het eerste, respectievelijk het tweede, kogellager en - dat de drukveermiddelen (62) zijn aangebracht tussen een buitenring (52) van één der beide kogellagers (48) en het gestel ten einde dit kogellager axiaal te belasten in de richting naar het 8102522 -ν'. t ΡΗΝ 10.027 14 andere kogellager toe
2. Zwenkarminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het vastzetten van de binnenringen (50,51) van de kogellagers (48,49) en de middelen voor het vastzetten van de 5 zwenkarm (14), c.q. de stapel zwenkarmen, gecombineerde middelen (55,56) omvatten voor het in axiale richting naar elkaar toe drukken van de binnenringen van de kogellagers met tussenklemming van de zwenkarm (14), c.q. de stapel zwenkarmen.
3. Zwenkarminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10. dat elk lagerhuis (60,61) bestaat uit een stuk van een ge- extrudeerde buis met een doorgaande centrale holte (63) voor de buitenring (52,53) van een kogellagers (48,49) alsmede een aantal parallelle doorgaande holtes (64) van kleinere dwarsdoorsnede die meer naar buiten zijn gelegen ten opzichte van de 15 wand van de centrale holte (63) en - dat de bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de lagerhuismiddelen bestaan uit in de genoemde holtes van kleinere dwarsdoorsnede geschroefde zelftappende schroeven (65)· 20 25 30 35 8102522
NL8102522A 1981-05-22 1981-05-22 Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting. NL8102522A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8102522A NL8102522A (nl) 1981-05-22 1981-05-22 Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.
DE19823217404 DE3217404A1 (de) 1981-05-22 1982-05-08 Schwenkarmvorrichtung fuer magnetscheibenspeicheranordnung
FR8208693A FR2506487B1 (fr) 1981-05-22 1982-05-18 Dispositif a bras de pivotement pour dispositif de memoire a disque magnetique
GB8214527A GB2099205B (en) 1981-05-22 1982-05-19 Swinging-arm arrangement for a magnetic-disc storage apparatus
JP7485482U JPS633028Y2 (nl) 1981-05-22 1982-05-21

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8102522 1981-05-22
NL8102522A NL8102522A (nl) 1981-05-22 1981-05-22 Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102522A true NL8102522A (nl) 1982-12-16

Family

ID=19837554

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102522A NL8102522A (nl) 1981-05-22 1981-05-22 Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.

Country Status (5)

Country Link
JP (1) JPS633028Y2 (nl)
DE (1) DE3217404A1 (nl)
FR (1) FR2506487B1 (nl)
GB (1) GB2099205B (nl)
NL (1) NL8102522A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5835309A (en) * 1995-05-22 1998-11-10 International Business Machines Corporation Pivot bearing

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1440455A (en) * 1973-07-24 1976-06-23 Ibm Recording and/or reproducing head assembly for a disc store
NL7612401A (nl) * 1976-11-09 1978-05-11 Philips Nv Elektrisch bestuurbare draagarminrichting.
US4300176A (en) * 1979-06-04 1981-11-10 Microcomputer Systems Corp. Fixed disc head actuator assembly

Also Published As

Publication number Publication date
JPS57191980U (nl) 1982-12-06
FR2506487B1 (fr) 1988-06-24
GB2099205B (en) 1985-03-13
JPS633028Y2 (nl) 1988-01-25
FR2506487A1 (fr) 1982-11-26
GB2099205A (en) 1982-12-01
DE3217404A1 (de) 1982-12-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102524A (nl) Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.
NL8102523A (nl) Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.
NL8101824A (nl) Werkwijze voor het bevestigen van een magneetkopeenheid op een beweegbare drager van een magneetschijfgeheugeninrichting, alsmede beweegbare drager vervaardigd volgens de werkwijze.
US3849800A (en) Magnetic disc apparatus
US4150407A (en) Electrically controllable carrying-arm arrangement
US5251082A (en) Miniaturized disk file pluggable into a card terminal
KR920701920A (ko) 개량형 자기 디스크 드라이브 장치 및 방법
US5128818A (en) Stable disc unit having reduced thickness
US3886595A (en) Actuator for a disc drive apparatus
US6115222A (en) Single, central limit stop for a disc drive actuator
SU1687036A3 (ru) Электрооптическое устройство дл сканировани информационной дорожки на носителе информации
JPH0418082Y2 (nl)
NL8102521A (nl) Draagarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.
US5706573A (en) Method for fabricating a hard disk driving apparatus
US4799766A (en) Objective lens support and positioning system
KR100277804B1 (ko) 자기디스크장치
NL8102522A (nl) Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.
NL8102525A (nl) Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugen. inrichting.
NL8102520A (nl) Zwenkarminrichting voor magneetschijfgeheugeninrichting.
GB1516678A (en) Transducer support and actuator for disc recording and/or reproducing apparatus
US3593330A (en) Web-like spring support for magnetic transducer
US3225233A (en) Capstan drive mechanism
US6141189A (en) Laminated steel return path with actuator support features
JPS626611Y2 (nl)
JPS642534Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed