NL8102512A - Elektrische verbindingsinrichting, in het bijzonder voor kantoormeubelen. - Google Patents

Description

ï * VO 1979

Elektrische verbindingsinrichting, in het bijzonder voor kantoormeubelen.

De uitvinding heeft als onderwsrp een elektrische verbindingsinrichting, die in het bijzonder, maar niet uitsluitend, is bestemd voor in kantoren gebruikte meubels en scheidingswanden.

Het is bekend, dat de tegenwoordige kantoorwerkomstandighe-5 den het gebruik nodig maken van elektrische toestellen, zoals bedieningspanelen, rekenmachines, schrijfmachines, lintspelers, enz., die moeten worden verbonden met het lichtnet. Verder is de bestemming van kantoren onderhevig aan verandering en is het wenselijk, dat de verbinding van de gebruikte toestellen onder goede 10 omstandigheden kan plaatsvinden.

Er bestaat thans een merendeel kantoren, waarin de elektrische verbinding wordt verschaft vanaf aftakkingen, die zich nabij de vloer of op de vloer zelf bevinden, in welke aftakkingen de toestellen direct zijn aangesloten. Het gevolg is, dat de voedings-15 draden direct op de vloer rusten, hetgeen niet alleen een lelijk gezicht is maar verder te wensen overlaat op het gebied van de veiligheid.

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen op te heffen en een elektrische verbindingsinrichting te verschaffen, die de aan-20 wezigheid van geleidende draden op de vloer voorkomt.

Volgens de uitvinding is de elektrische verbindingsinrichting gekenmerkt, doordat deze althans een aansluitblok omvat, vanwaar zich althans een elektrische geleiderbundel uitstrekt, welk blok althans een samenstel contacten omvat, bestemd voor het ver-25 zekeren van de verbinding van de netaansluiting, en althans een tweede samenstel contacten, bestemd voor het mogelijk maken van de verbinding van een toestel.

Het onderhavige aansluitblok maakt dus het verwezenlijken mogelijk van enerzijds de elektrische verbinding met het net en 30 anderzijds de directe aansluiting van een toestel.

81 02 5 1 2 ♦ -¾ ί -2-.

i

Volgens een ander kenmerk vertoont het aansluitblok althans vier samenstellen contacten, die twee aan twee zijn verbonden met verschillende ketens. In feite, is het bekend, dat het volgens de Europese, normen nodig is enerzijds een keten te voorzien, bestemd 5 voor de verlichting en anderzijds een keten krachtaftakkingen, bestemd voor het voeden van toestellen, die meer vermogen verbrui-ken, welke twee ketens om veiligheidsredenen onafhankelijk moeten zijn.

Volgens nog een ander kenmerk wordt de verbinding tussen 10 twee aan elkaar beweeglijke panelen verkregen door een buigzame verbinding, aangesloten tussen twee aansluitblokken. Zodoende is het mogelijk twee naburige panelen onderling te laten draaien met behoud van de elektrische verbinding.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de te-15 kening, waarin:

Fig.1 het aansluitblok toont;

Fig.2 een aftakking toont, bestemd om in het blok van fig.1 te worden gestoken;

Fig.3 een buigzame verbinding toont, bestemd voor het ver-20 zekeren van de elektrische verbinding tussen twee elementen:

Fig.4 een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen delen van het blok volgens fig.1;

Fig.5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig.1;

Fig.B Ben doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig.2; 25 Fig.7 de montering toont van aansluitblokken in het inwen dige van een voet lijst; en

Fig.8 een inrichtingsschema toont van de elektrische verbinding tussen twee naburige tussenwanden.

Overeenkomstig de uitvinding is het nodig in het inwendige 30 van kantoormeubelen of van deze meubelen omgevende tussenwanden, aftakkingen aan te brengen, die het mogelijk maken een toestel elektrisch te verbinden met het net. Deze aftakkingen moeten dicht bij elkaar zijn voor het voorkomen van te lange verbindingsdraden. Volgens de uitvinding worden deze verbindingspunten gevormd door .35 aansluitblokken 1, zoals weergegeven in fig.1. Het aansluitblok 1 81 025 1 2 - 3 - 3 -« omvat zes Kolommen van vijf insteekpunten 2. Bij voorkeur zijn de ' insteekpunten 2 gespecialiseerd, zodat b.v. de punten 20 zijn geaard, de punten 21 zijn verbonden met de nullijn van een eerste elektrische keten, de punten 22 met de faselijn van dezelfde elek-5 trische keten, terwijl de punten 23 zijn verbonden met de nullijn van een tweede elektrische keten, en de punten 24 met de faselijn van deze tweede elektrische keten. 0e keten 20, 21, 22 vormt b.v. de verlichtingsketen, terwijl de keten 20, 23, 24 de krachtketen vormt.

10 Zoals blijkt uit fig.1 is de constructie van het aansluit- blok 1 asymmetrisch, en vertoont het in het bijzonder aan zijn bovenste gedeelte paspennen 3, terwijl aan zijn onderste gedeelte en aan elke kolom geleidingen 4 zijn voorzien. Het doel van de pennen 3 en de geleidingen 4 is het op elk moment verzekeren van 15 een juiste aansluiting van de keten en de toestellen.

De verbinding van een aansluitblok 1 met het net wordt verkregen vanaf een samenstel geleiders, verbonden tot een bundel, aan een aftakking, zoals de aftakking 5, die is weergegeven in fig.3. Deze aftakking 5 vormt het insteekgedeelte van een samen-20 stel, waarvan het opneemgedeelte wordt gevormd door een van de ko lommen van het blok 1. Hiertoe omvat de aftakking 5 vijf stiften 50 - 54, die de elektrische verbinding verzekeren onder vooraf bepaalde omstandigheden, d.w.z. dat de stift 50 is bestemd voor het naar het aansluitblok brengen van aarde, de stiften 51 en 52 de 25 fase- en de nullijn vormen van een eerste voedingsketen, en de stif ten 53, 54 de fase- en nullijn van een tweede voedingsketen. Wanneer een met het net verbonden aftakking is gemonteerd in een aansluitblok 1, staat een samenstel ter beschikking van 20 plaatsen voor het gebruiken van dit blok voor het voeden van het toestel of 30 voor de elektrische verbinding daarvan met een ander aansluitblok.

Natuurlijk is een aftakking 5 aan zijn onderste gedeelte voorzien van een pen 6, die is bestemd om door te dringen in de geleidingen 4 teneinde elke foute verbinding te voorkomen.

Op een met het net verbonden aansluitblok is het mogelijk 35 een aantal aftakkingen 7 aan te sluiten, zoals die, welke zijn weer- 8102512 f--------"·~-----------1----~----------— 1 - 4 - gegeven in fig.2, en die drie stiften 70, 71. en 72 omvatten voor verbinding met aarde, met de faselijn en met de nullijn van een van de twee Ketens, die aan het blok beschikbaar zijn voor een willekeurig toestel.

5 In fig.3 is een buigzame verbinding 8 weergegeven, die wordt gebruikt voor het tot stand brengen van de elektrische verbinding tussen twee aansluitblokken 1, gemonteerd in verschillende elementen, en die ten opzichte van elkaar kunnen draaien. Deze buigzame verbinding wordt gevormd door een bundel van vijf gelei-,10 ders, die niet uit de figuur blijken, gegoten in het inwendige van een buigzaam kunststofmateriaal. De vijf geleiders zijn aan elk van hun twee uiteinden verbonden met de aftakkingen 5 en 9.

Ze zijn in hun middengedeelte 10 gevormd volgens een U, welk middengedeelte een geheel vormt met een horizontaal aanzetstuk 11, 15 dat de rol vervult van versterking voor de hoeklijnen 12 en 13, die kunnen worden onderworpen aan buigingen.

In fig.4 is in ruimtelijk aanzicht een aansluitblok 1 weergegeven, bestaande uit twee gevormde gedeelten 14, die gelijk zijn en kunnen worden verkregen met een enkele vorm. De gevormde gedeel-20 ten 14 vertonen een samenstel horizontale groeven 16, waarin ver- bindingsplaten 15 zijn geschoven. De verbindingsplaten 15 zijn te zien op hun plaats in de doorsnede, die de fig.5 vormt. De plaat 15', bestemd voor het aarden van het paneel, vertoont verder vier vastzettongen. Natuurlijk bevinden alle door een plaat 15 gevorm-25 de contacten zich op dezelfde potentiaal. De halve schalen 14 ver tonen aan de andere kant insteekpallen 17 en holten 18, waarin de pallen 17 aangrijpen voor 'het verzekeren van een goede vereniging van de twee halve schalen. Aan elke halve schaal 14 is een zijwand 19 voorzien, die vanaf het inwendige eindvlak van elke 30 halve schaal uitsteekt voor het gedeeltelijk bedekken van het tegenoverliggende eindvlak van het aansluitblok ten behoeve van de isolatie en het uiterlijk.

In fig.5 zijn verschillende reeds genoemde elementen te zien. Aan weerszijden van het middengedeelte vormt elke plaat 15 35 een tong in het inwendige van de holten 2. Op deze lippen kunnen 81 02 5 1 2 - 5 - de schoenen 25, 26 en 27 worden gestoken van een aftakking 7, dis in doorsnede is weergegeven in fig.6. Deze schoenen vormen een klem rond de lippen en verzekeren zodoende een bevredigend veerkrachtig contact, dat het verkrijgen magelijk maakt van een goed 5 elektrisch contact. Dank zij het stelsel paspennen en geleidingen is het ónmogelijk een aftakking, zoals de aftakking 7, ondersteboven aan te sluiten. Na het zodoende beschreven hebben van de elementen, die de uitvinding vormen, toont de fig.7 een mogelijke toepassing van de onderhavige aansluitblokken. Aan een draagplaat IQ 29 zijn twee blokken 1 gemonteerd, waarvan twee kolommen 30 en 31 zijn verenigd door een verbindingskabel 32 met vijf geleiders, waarvan een aarde, twee nullijnen en twee faselijnen. Oe geleiders 32 zijn verenigd tot een bundel aan de aftakkingen 5. Wanneer zodoende het linker blok is verbonden met het net, is het 15 rechter blok automatisch verbonden met het net. Volgens de uitvin ding blijven zelfs indien een kolom wordt gebruikt voor het aansluiten van het linkerblok aan het net, niettemin acht plaatsen beschikbaar voor het aansluiten van aftakkingen, zoals die, welke zijn weergegeven in de fig.2, waarbij de verbinding met de uitein-20 delijke- elementen wordt verzekerd door de geleiders 32. De draag plaat 29 kan zijn vastgezet door schroeven door openingen 33 in het inwendige van een meubel 28, waarbij de draagplaat 29 uiteindelijk wordt bedekt door een voetlijst. Indien na installatie van het meubel behoefte blijkt aan verbinding met de netaansluiting, 25 is het zeer gemakkelijk de voetlijst te verwijderen en een aftak king aan te sluiten aan een van de blokken 1.

De fig.8 toont een elektrisch verbindingsschema tussen twee elementen 34 en 35, b.v. gevormd door verplaatsbare tussenwanden, die ten opzichte van elkaar kunnen draaien en het zodoende mogelijk 30 maken een nieuwe bestemming gestalte te geven voor de door deze tussenwanden bepaalde ruimte. Overeenkomstig de uitvinding wordt een buigzame verbinding 8 gebruikt, zoals deze is beschreven met betrekking tot de fig.3, welke verbinding omdat hij buigzaam is, een doorlopende elektrische aansluiting mogelijk maakt. Hiertoe 35 is de aftakking 5 aangesloten op een blok 1, terwijl de aftakking 81 025 1 2

wt "C

i - 1 ; 1 ' " ’ - 6 - 9 is aangesloten op een blok 1, dat behoort bij het tweede element. Deze aansluitblokken zijn zelf verbonden met het net, zoals hiervoor reeds is beschreven. Wanneer de verbinding is aangebracht, gaat de stroom zonder onderbreking van het element 34 naar 5 het element 35, en is het, indien nodig, mogelijk een of meer aftakkingen aan te sluiten op de aansluitblokken 1.

Zoals hiervoor is beschreven, kan een kolom insteekplaat-sen worden gebruikt voor het insteken van een netverbindingsaftak-king, zoals 5, in welk geval de aansluitveiligheid wordt verze-10 kecd door de samenwerking tussen de pen 6 en de geleiding 4, of voor het insteken van een aftakking, zoals 7, weergegeven in fig. 2, verbonden met een gebruikstoestel.

In dit laatste geval kan de aftakking zijn ingestoken naar de verlichtingsketen (bovenkant van het aansluitblok) of naar de 15 tweede keten of "krachf’-keten, waarbij een enkele aftakking in een kolom kan wordeiv gestoken. In alle gevallen is het van belang, dat de aarde van het toestel is verbonden met de aarde van de keten. Voor het voorkomen van een foute aansluiting vertoont het insteekpunt 20 (fig.l) een dwarsdoorsnede in de vorm van een kruis 20 . in het inwendige van een verticale arm waarvan een uitsteeksel 74 dringt, voorzien aan de stift 70, bestemd voor het verzekeren van de aardingsveiligheid.

Ongeacht de betreffende keten is zodoende de aarde van het toestel altijd verbonden met de algemene aarde zonder enig gevaar 25 van omkering.

Aan de andere kant voorkomen de pennen 3 het insteken van alleen de twee stiften van een aftakking, zoals de aftakking 7.

Het is duidelijk, dat wijzigingen kunnen worden aangebracht in de uitvoeringsvormen, die zijn beschreven, in het bijzonder 30 voor het in de plaats stellen van equivalente technische middelen, zonder hiervoor het kader van de uitvinding te verlaten.

81 025 1 2

Claims (10)

1. Elektrische vsrbindingsinrichting, in het bijzonder voor kantoormeubelen, gekenmerkt door althans een aansluitblok, vanwaar zich althans een bundel elektrische geleiders uitstrekt, welk blok althans 'een samenstel contacten .omvat, bestemd voor het verzeke- • 5 ren van de elektrische verbinding van de netaansluiting, en al thans een tweede samenstel contacten, bestemd voor het kunnen aansluiten van toestellen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aansluitblok althans vier samenstellen contacten heeft, twee aan IQ twee verbonden met verschillende ketens.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,,met het kenmerk, dat twee aansluitblokken, gemonteerd aan onderling beweegbare panelen, zijn verbonden door een buigzame verbinding.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 twee aansluitblokken, gemonteerd aan eenzelfde paneel, elektrisch zijn verbonden door een bundel van vijf geleiders, die zich aan hun uiteinden verwijden naar twee aftakkingen, die in de blokken kunnen worden gestoken.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat elk aansluitblok wordt gevormd door twee gelijke halve schalen, verkregen door het in een vorm vormen van een kunststof-materiaal, welke halve schalen zijn voorzien van palverbindings-middelen en groeven hebben, waarin verbindingsplaten zijn vastgezet. Z5

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk aansluitblok kolommen insteekpunten heeft, waarbij elk punt van eenzelfde hoogte op eenzelfde potentiaal is gebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het met aarde verbonden insteekpunt een kruisvormige dwarsdoor- 3Q snede heeft.

8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat een geleiding is voorzien aan het onderste gedeelte van 81 0 2 5 1 2 ; : - 8 - elke kolom, welke geleiding samenwerkt met een pen, die zich bevindt aan het onderste gedeelte van een aftakking, die een aantal stiften draagt, gelijk aan het aantal insteekpunten.

9. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ' 5 · buigzame verbinding een aantal geleiders omvat, gelijk aan het aan tal insteekpunten van een aansluitblok, gegoten in een buigzame mantel, waarvan het middenuiteinde de vorm heeft van een U.

10. Elektrische stroomaftakking, bestemd om te worden gestoken in het aansluitblok van de verbinding volgens een der conclusies 10 5-8, gekenmerkt door drie boven elkaar geplaatste geleiders, eindigende in Schoenen, die kunnen worden geschoven op contacten, gevormd door de uiteinden van de verbindingsplaten, waarbij de aftakking aan de zijde van de stift, bestemd voor het vormen van de verbinding met aarde, een uitsteeksel heeft, dat kan aangrijpen 15 in het inwendige van een van de verticale takken van het insteek- punt van aarde. 81 025 1 2