NL8102418A

NL8102418A - Aansluiting voor buizen van een buizenpoststelsel.

Info

Publication number: NL8102418A
Application number: NL8102418A
Authority: NL
Original assignee: Schloz Werner
Priority date: 1980-07-09
Filing date: 1981-05-18
Publication date: 1982-02-01
Also published as: DE3025935C2; DE3025935A1; CH651274A5

Description

w 1 9 , N/30.175-dV/f.

Aansluiting voor buizen van een buizenpoststelsel.

De uitvinding heeft betrekking op een aansluiting voor buizen van een buizenpoststelsel, waarbij de aangrenzende aansluituiteinden van de tegenover elkaar liggende buizen dwars op de bewegingsrichting van de houders of bussen 5 draaibaar of verschuifbaar zijn aangebracht.

Bij de bekende, in bedrijf zijnde buizenpost-stelsels is het volumetrische rendement slecht. De, bussen blijven bijvoorbeeld dikwijls in de buizen steken, als het buizenstelsel lang is en de zuiging resp. de druk door de 10 hoge lekverliezen te zwak wordt.

De uitvinding beoogt een aansluiting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit bezwaar op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze is ondervangen. - 15 Hiertoe heeft de aansluiting volgens de uit vinding het kenmerk, dat in de flens van één van de buizen een in axiale richting meerdelige ring als afdichting is gemonteerd, waarbij het met het glijvlak in aanraking zijnde ringdeel en het glijvlak uit een hard materiaal, bijvoor-20 beeld metaal of kunststof, bestaan, terwijl een tweede ringdeel, dat bestaat uit een bijzonder elastisch materiaal van een organische soort, tussen de flens en het eerste ringdeel is gecentreerd in de flens.

Op deze wijze wordt een verrassend betrouwbare 25 aansluiting verkregen. De essentie van de uitvinding bestaat hierin, dat de vlakke glijbeweging van de afdichting optimaal gangbaar wordt gemaakt, de afdichting wordt voorgespannen, de labyrintvorm perfect wordt uitgevoerd en de beste centre-ring wordt gegarandeerd. Aan deze eisen is voor de onderhavi-3Q ge uitvinding door geen enkele vakman nog voldaan.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een axiale doorsnede van een uitvoeringsvorm van de aansluiting volgens de uitvinding is weergegeven.

35 . Een aansluiting van twee buizen 3 en 4 van een buizenpostspoor is zichtbaar, waarbij één van de buizen in de richting van de pijlen A en B verschuifbaar is, zodat F hét glijvlak. van de flens 2 (bijvoorbeeld een. wissel) van de buis 8102418 η ψ -2- is. Een ringdeel 5 is vervaardigd, uit een relatief hard materiaal (waarvoor zelfs metaal kan worden benut) en is met de gebruikelijke speling in een flens X van de buis 3 gecen- : treerd. Het tweede belangrijke onderdeel is het ringdeel 6.

5 Dit ringdeel 6 bestaat uit een veel zachter materiaal dan het ringdeel 5 (bijvoorbeeld schuimrubber) en is zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde gecentreerd.

De constructeur let bij voorkeur op de maat a, die overeenkomt met de maat b. Alle andere eisen voor de 10 gemakkelijke gangbaarheid van de aansluiting beheersen de ringdelen 5 en 6.

Bij het beschreven uitvoeringsvoorbeeld van de aansluiting volgens de uitvinding zijn de volgende varian- · ten mogelijk: 15 a) het ringdeel of ringelement 6 kan in een ringvormige groef van de flens 1 aan de binnen- en de buitenzijde zijn gecentreerd.

b) het ringdeel 6 kan uit een poreuze kunst-20 stof zijn vervaardigd en zijn voorgespannen.

cj het ringdeel 6 en het ringdeel 5 kunnen aan elkaar zijn gelijmd.

25 dj het ringdeel'6 en het ringdeel 5 kunnen eenzelfde buitendiameter bezitten.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding is bij het aansluituiteinde 2,4, tegen de flens 2 30 waarvan het ringdeel .5 onder invloed van het axiaal verende ringdeel 6 onder spanning aan ligt, de buis 4 tegen de flens 2 geplaatst, zodanig, dat de diameter van de flensboring gelijk is aan de diameter D van de buis 4. Het glijvlak voor het ringdeel 5 op de flens 2 is hierdoor geheel vrij van ker-35 ven of uitsteeksels en derhalve volkomen vlak.

81 024 1 8

Claims

1. Aansluiting voor buizen van een buizen-poststelsel, waarbij de aangrenzende aansluituiteinden van de tegenover elkaar liggende buizen dwars op de bewegingsrichting van de houders of bussen draaibaar of verschuif-5 baar zijn aangebracht, met het kenmerk/ dat in de flens (11 van ëên van de buizen (3,41 een in axiale richting meerdelige ring (5,61 als afdichting is gemonteerd, waarbij het met het glijvlak (Fl in aanraking zijnde ring-deel (51 en het glijvlak; (FX uit een hard materiaal, bij-10 voorbeeld metaal of kunststof bestaan, terwijl een tweede ringdeel (61, dat bestaat uit een bijzonder elastisch materiaal van organische aard, tussen de flens (1) en het ringdeel (51 is gecentreerd in de flens (11.

2. Aansluiting volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat het ringdeel (6). in een ringvormige groef van de flens UI aan de binnen- en de buitenzijde is gecentreerd.

3. Aansluiting volgens conclusie 1 of 2, met h e t k e n m e r k, dat het ringdeel (6) is ver- 20 yaardigd uit een poreuze 'kunststof en is voorgespannen.

4. Aansluiting volgens êên der conclusies i-3, met het k e h m e r k, dat het ringdeel (6) en het ringdeeX (51 aan elkaar gelijmd zijn,

5. Aansluiting volgens ëên der conclusies 25 1—4, m et het k e n m e r k, dat het ringdeel (6) en het ringdeel (5L een gelijke Buiteridiameter bezitten.

6. Aansluiting volgens ëên der conclusies 1-5, met het k e h m e r k, dat bij het aansluituit-einde(2,41 tegen de flens. (21 waarvan het ringdeel (5) onder 30 invloed van het axiaal verende 'ringdeel (61 onder spanning aanligt, de buis (41 tegen de flens (21 is geplaatst, zodanig, dat de diameter van de flensboring gelijk is aan de diameter (DL van de buis (41. 8102418