NL8101695A - Magneetbandcassetteapparaat. - Google Patents

Description

* » \ ΡΗΝ 10.015 1 Ν.ν. Philips' Gloeilanpenfabrieken te Eindhoven "Magneetbandcassetteapparaat".

De uitvinding heeft betrekking op een magneetbandcassette-apparaat met een elektrische voeding, een hoofdschakelaar voor in-respektievelijk uitschakelen van de voeding, een kaapstander voor het bandtransport en een tussen een eerste en een tweede stand schakelbaar 5 snelheidsschakelorgaan voor het tussen een eerste respectievelijk tweede snelheid cmschakelen van de aandrijving van de kaapstander.

Een magneetbandcassetteapparaat van deze soort is bekend uit het Britse octrcoischrift 1.531.594. Bij een dergelijk magneetbandcassetteapparaat kan de magneetband voor het opnemen en/of weergeven 10 met twee constante snelheden worden getransporteerd. De eerste snelheid is de voor dergelijke cassetteapparaten normale snelheid van 4,76 cm/sec. terwijl de tweede snelheid een zogenaamde langspeelsnelheid kan zijn, waardoor het mogelijk is een langere opname dan met de eerste snelheid op de magneetband te plaatsen. De tweede snelheid bedraagt bij voorkeur 15 de helft van de eerste snelheid en bedraagt derhalve 2,38 orv/sec. Deze omschakeling tussen een eerste respectievelijk een tweede snelheid kan bij het bekende apparaat door middel van een snelbeidskeuzeorgaan plaatsvinden. Het bezwaar van een dergelijke snelheidscmschakeling is dat men iedere keer bij een in bedrijf stellen van het apparaat zich 20 er terdege van bewust moet zijn dat de snelheidsschakelaar mogelijkerwijs nog steeds in de tweede langspeelsnelheid geschakeld is, terwijl men in de meeste gevallen het voornemen heeft met de eerste normale snelheid op te nemen of weer te geven. Hierdoor kan bij de gebruiker verwarring ontstaan, waardoor men abusievelijk een opname op de tweede snelheid 25 maakt, respectievelijk weergeeft.

De uitvinding beoogt de gebruiker van een magneetbandcassetteapparaat met een normale en een langspeelsnelheid de zekerheid te verschaffen dat telkens bij het in bedrijf stellen van het apparaat het bandtransport met de normale snelheid geschiedt. Volgens de uitvinding 30 zijn tussen de hoofdschakelaar en het schakelorgaan gelegen schakelmid-delen aanwezig, die zodanig uitgevoerd zijn dat althans tijdens normaal bedrijf, telkens na een uit- ei een daarop volgend inschakelen van de hoofdschakelaar ten gevolge van het bedienen van de hoofdschakelaar het 8101695 \ PHN 10.015 · 2 *· i . schakelorgaan in de eerste stand geschakeld is. Op deze wijze is de nroamel eerste bandtransportsnelheid ten opzichte van de tweede snelheid dominant, waardoor ondanks de aanwezigheid van de cmschakelmogelijkheid de gebruiker er bij ieder inschakelen van het apparaat zeker van is dat 5 de magneetband met de normale snelheid getransporteerd wordt. Aldus dient de gebruiker steeds bij het inschakelen van het apparaat een bewuste handeling te verrichten om het apparaat in de tweede snelheid te schakelen.

Bij een cassetteapparaat van de soort bekend uit het genoemde 10 Britse octrooischrift 1.531.594 is ter instelling van het snelheids-schakelorgaan een tussen twee standen beweegbaar snelheidskeuzeorgaan aanwezig. In een voorkeursuitvoeringsvorm van een cassetteapparaat volgens de uitvinding is het snelheidskeuzeorgaan zodanig in het apparaat opgesteld, dat het met de schakelmiddelen samenwerken kan. Cp deze 15 wijze wordt de mogelijkheid verkregen dat ook indien het snelheidskeuzeorgaan aanvankelijk in de tweede langspeelsnelheid geschakeld ligt, na uit- en opnieuw inschakelen van het apparaat door deze samenwerking met de schakelmiddelen het bandtransport met de eerste normale snelheid plaatsvindt.

20 In verband hiermede is het gunstig gebleken als het snelheids keuzeorgaan tenminste in de tweede stand vergrendelbaar is en, indien het snelheidsschakelorgaan de tweede stand inneemt, het uitschakelen van de hoofdschakelaar ten gevolge van de schakelmiddelen een ontgren-deling van het snelheidskeuzeorgaan teweegbrengt, waardoor het snelheids-25 keuzeorgaan onder veerkracht de eerste stand inneemt. Aldus verkrijgt men een snelheidskeuzeorgaan, waarvan de stand bij het in bedrijf stellen van het apparaat steeds de op dat moment optredende bandtransportsnelheid weergeeft. Dit verstellen van het snelheidskeuzeorgaan kan volgens de uitvinding langs zuiver mechanische of langs mechanisch elektromagne-30 tische weg plaatsvinden.

In een verdere voorkeursvorm van een apparaat volgens de uitvinding omvatten de schakelmiddelen een electronische bi-stabiele schakeling, welke bij inschakelen van de hoofdschakelaar in een zodanige toestand gezet wordt, dat een uitgang van de schakeling de benodigde 35 schakelspanning levert, cm het schakelorgaan in de eerste stand te schakelen. Aldus is het ook mogelijk de omschakeling naar de normale eerste snelheid langs zuiver electronische weg te bereiken, hetgeen van belang is, indien de totale sturing van het apparaat langs electronische weg, 8101695 4 * PHN 10.015 3 bijvoorbeeld door middel van een microprocessor, plaatsvindt.

In verband hiermee wordt een gunstige uitvoeringsvorm gekenmerkt, doordat de bi-stabiele schakeling door een flip flop wordt gevormd, waarvan de uitgang Q respectievelijk ingang C met het snelheids-5 schakelorgaan respectievelijk met het snelheidskeuzeorgaan verbonden is, terwijl althans tijdens normaal bedrijf tussen een ingang en de elec- . trische voeding een impulsvormende schakeling gelegen is.

Het is van voordeel, indien in bovenvermeld geval door middel van een voorselectieschakelaar de ingang R respectievelijk S van de 10 flip flop met de impulsvormende schakeling verbonden wordt. Op deze wijze verkrijgt men de mogelijkheid bij het apparaat volgens de uitvinding een tijdschakelaar voor een vooraf geprogrammeerd in bedrijf stellen van het apparaat toe te passen, waarbij beide bandtransportsnel-heden mogelijk zijn.

15 In een magneetbandcassetteapparaat van de soort, bekend uit het genoemde Britse octrooischrift 1.531.594, is een taster voor het aftasten van een wand van een magneetbandcassette aanwezig, welke taster, althans indien in de wand een uitsparing gelegen is, met het snelheidsorgaan samenwerkt en dit orgaan in de tweede stand schakelt 20 respectievelijk houdt. Een. gunstig werkende uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de taster zodanig in het apparaat opgesteld is dat bij het aftasten van een cassette met een uitsparing de instelling van het snelheidsschakelorgaan bij het bedienen van de hoofdschakelaar niet door de schakelmiddelen beïnvloed 25 wordt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van enige in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1a toont schematisch een deel van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm, 30 waarbij zuiver mechanisch werkende schakelmiddelen aanwezig zijn.

Figuur 1b toont een deel van de schakelmiddelen in figuur 1a.

Figuur 2 toont schematisch een deel van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm, waarbij de schakelmiddelen deels mechanisch en deeld electrcmagnetisch uitge-35 voerd zijn.

Figuur 3 toont schematisch een deel van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding in een derde uitvoeringsvorm, waarbij de schakelmiddelen zuiver electronisch uitgevoerd zijn.

8101695 PHN 10.015 4 • * \ ..._ Van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding zijn in figuur 1a op schematische wijze een aantal voor de uitvinding van belang zijnde onderdelen weergegeven. Terwille van de overzichtelijkheid zijn de overige onderdelen van het apparaat weggelaten. Het appa-5 raat is van de soort als bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 8006257 (PHN 9898) van aanvraagster. Hët apparaat omvat een gestel 1, waartoe tevens gesteldelen 2 en 3 behoren. Het gestel 1 vormt tevens een frontplaat van het apparaat, waarmee onder meer een snelheidskeuzeorgaan 4 en een hoofdschakelaar 5 verbonden zijn. Beide 10 zijn door indrukken in een richting loodrecht qp de frontplaat bedien-baar, waarbij voor het terugstellen drukveren 6 en 7 aanwezig zijn. De hoofdschakelaar 5 omvat aansluitend op een drukknop 8 een steel 9, die de drukknop verbindt met een netschakelaar 10. Deze netschakelaar schakelt een niet weergegeven electrische voeding van het apparaat in-15 respectievelijk uit. Tevens bevat deze netschakelaar niet weergegeven grendelmiddelen om de hoofdschakelaar' in ingedrukte stand te vergrendelen. Nabij de netschakelaar 10 is aan de steel 9 een lip 11 aangebracht, waarin het einde van een verbindingsstang 12 bevestigd is. Het van de lip 11 af gekeerde einde 12a van de verbindingsstang 12 ligt gestoken in 20 een sleuf gat 13, dat gelegen is in een grendel 14. De grendel 14 is ver-zwenkbaar om een zwenkas 15 en cmvat nabij het van de sleuf gat 13 af gekeerde einde een tand 16. De positie van de verbindingsstang 12, indien de netschakelaar 10 uitgeschakeld is, is in figuur 1a met doorgetrokken lijnen weergegeven, terwijl de andere positie bij uitgeschakelde scha-25 kelaar 10 met onderbroken lijnen aangeduid is. Als in figuur 1b weergegeven, ligt het einde 12a, indien de netschakelaar 10 uitgeschakeld is, tegen het rechtereinde van het sleuf gat 13 in een positie A. Door het indrukken van de drukknop 8 beweegt het einde 12a eerst naar het linker-einde van het sleufgat 13 (positie B) en daarna terug naar de positie C, 30 waarin de schakelaar 10 door middel van de grendelmiddelen vergrendeld ligt.

Het snelheidskeuzeorgaan 4 omvat een drukknop 17, alsmede een steel 18. In de steel 18 is een uitsparing 19 gelegen. Met de steel 18 is verder een schakelorgaan 20 verbonden, dat een reeks van cmschake-35 laars 21 omvat, die onder meer een electrische motor 22 tussen twee aandrijf snelheden omschakelen. De motor 22 is door middel, van een snaar-overbrenging 23 met een kaapstander 24 gekoppeld, die althans tijdens __________bedrijf van het apparaat gestoken ligt in een magneetbandcassette 25. De 81016 9 5 ΡΗΝ 10.015 5 τ ··

In de cassette 25 gelegen magneetband 26 wordt tijdens weergave en opname door samenwerking van de kaapstander 24 met een drukrol 27 getransporteerd. Door de schakelmogelijkheid van het snelheidsschakelorgaan 20 tussen een eerste en een tweede stand wordt op deze wijze de mogelijk-5 heid verkregen de aandrijving van de kaapstander 24 cm te schakelen tussen een eerste respectievelijk een tweede snelheid. Bij het apparaat volgens de uitvinding is uitgegaan van een eerste transportsnelheid, welke de normale snelheid is voor compact cassetteapparaten en welke snelheid 4,76 cm/sec. bedraagt.

10 Het vanuit de in figuur 1a weergegeven stand indrukken van het snelheidskeuzeorgaan 4 heeft tot gevolg dat de anschakelaars 21 onder andere de motor 22 cmschakelen naar een tweede aandrijf snelheid. In de weergegeven uitvoeringsvorm bedraagt bij deze tweede aandrijf snelheid de bandtransportsnelheid van de kaapstander 2,38 cm/sec. Deze snelheid wordt 15 verder aangeduid als langspeelsnelheid. Bij liet schakelen van het snelheidsschakelorgaan 20 vanuit de eerste naar de tweede stand vindt behalve een cmschakelen van de motor tevens een omschakeling van weergaveen opname electronics van het apparaat plaats teneinde deze electronics aan te passen aan de tweede snelheid van de magneetband. Het schakelor-20 gaan 20 wordt in deze tweede stand gehouden, doordat onder invloed van een trekveer 28, die tussen de grendel 14 en het gesteldeel 3 gelegen is, de grendel 14 met de tand 16 in de uitsparing 19 is bewogen. Ten gevolge van de ingedrukte drukknop 17 kan de gebruiker tegelijkertijd waarnemen dat het apparaat in de langspeelsnelheid geschakeld ligt. De 25 beweging van de tand 16 in de uitsparing 19 wordt door de aanwezigheid van het sleuf gat 13 niet door de stang 12 gehinderd. Door de verzwenking van de grendel 14, als getoond in figuur 1b, vanuit de met een doorlopende lijn aangegeven stand tot in de met een onderbroken lijn aangegeven stand ligt het einde 12a van de stang 12 in de positie C aan het linker-30 einde van het sleuf gat 13.

Het opnieuw indrukken van de drukknop 8 teneinde de netschake-laar 10 uit te schakelen en daarmee het apparaat tuiten bedrijf te stellen, heeft tot gevolg dat het einde 12a van de verbindingsstang 12 vanuit de positie C naar de positie B beweegt, waardoor de hoofdschakelaar 5, 35 indien de grendel 14 met de tand 16 in de uitsparing 19 ligt, een kracht op de grendel 14 uitoefent. Deze kracht heeft tot gevolg dat de grendel tegen de wijzers van de klok in om de as 15 verzwenkt, waardoor het snelheidskeuzeorgaan 4 ontgrendeld wordt. De drukveer 6 zal daarop het snel- 81016 95 ΕΗΝ 10.015 6 Λ * \ ......... heidskeuzeorgaan met het daarmee vast verbonden snelheidsschakelorgaan.

20 terugbewegen tot in de eerste stand. Op de beschreven wijze functioneren de verbindingsstang 12 en de daarmee samenwerkende grendel 14 als schakelmiddelen, die telkens, na een uitschakelen van de boofdschakelaar 5 5 ten gevolge van het bedienen van de drukknop 8 een anschakelen van het.

schakelorgaan 20 vanuit de tweede tot in de eerste stand teweegbrengen. Aldus is de gebruiker ervan verzekerd dat althans tijdens normaal bedrijf telkens na het uitschakelen van het apparaat het schakelorgaan 20 in de eerste stand geschakeld ligt, waardoor bij het daarop volgens in-10 schakelen van de hoofdschakelaar 5 de gebruiker ervan verzekerd kan zijn dat het apparaat steeds in de normale snelheidsstand gelegen is. Aldus voorkomt men dat bij de gebruiker verwarring ten gevolge van de aanwezigheid van twee bandtransportsnelheden kan optreden.

Aanvullend op deze omschakelmogelijkheid kan het onder be-15 paalde omstandigheden gewenst zijn het apparaat te voorzien van een automatisch werkende omschakeling van de bandtransportsnelheid. Hiertoe dient de magneetbandcassette 25 een aftastmogelijkheid te bezitten, welke in de weergegeven uitvoeringsvorm aanwezig is door middel van een al of niet gesloten opening of uitsparing 29, die bij voorkeur in de opstaande 20 achterwand van de compact cassette gelegen is. Deze opening kan worden af getast door middel van een om een zwenkas 30 verzwankbare taster 31.

Een trekveer 32 tracht de taster 31 te verzwenken in een richting tegengesteld aan de wijzers van de klok. De taster 31 heeft een tastdeel 33 dat, indien de opening 29 vrij ligt, in die opening kan bewegen, ter-25 wijl het van het tastdeel 33 afgekeerde einde vna de taster 31 voorzien is van een naar één zijde geopend sleufgat 34. In de weergegeven stand van de steel 18 is een op deze steel aanwezige pen 35 gelegen in het sleufgat 34. Normale compact cassettes, dat wil zeggen cassettes bestemd voor gebruik met de nromale bandtransportsnelheid, hebben een achterwand 30 die geheel zonder de opening 29 is uitgevoerd. Andere cassettes kunnen zijn voorzien van een opening 29 die afgedékt is door middel van een uit-breekbare lip 36. De aanwezigheid van de lip 36 of van een gesloten achterwand heeft tot gevolg dat de taster 31 niet cm de as 30 kan verzwenken, waardoor de taster geen invloed op het snelheidskeuzeorgaan 4 35 uitoefent. Door het indrukken van de drukknop 17 heeft de pen 35 vanwege de uitvoering van de uitsparing 34 de mogelijkheid ongehinderd deze uitsparing te verlaten. Indien evenwel de opening 29 niet af gedekt is en derhalve de taster 31 kan verzwenken is de trekveer 32 in staat de druk- 8101695 %

EflN 10.015 7 knop 17 en de steel 18 tegen de kracht van de veer 6 in naar binnen in de opening 29 te trekken, waardoor het snelheidsschakelorgaan 20 in de tweede stand wordt geschakeld en waardoor het bandtransport met de tweede langspeelsnelheid kan plaatsvinden. Aldus kan de taster 31 met het 5 snelheidsschakelorgaan 20 samenwerken en dit snelheidsorgaan in de tweede stand schakelen of, indien dit schakelorgaan al in de tweede stand gelegen is, het schakelorgaan in deze stand houden. Door de wijze van opstelling van de taster 31 in het apparaat heeft het aftasten van een niet afgesloten opening 29 tot gevolg dat de instelling van het snelheids-10 schakelorgaan 20 bij het bedienen van de hoofdschakelaar 5 niet door de verbindingsstang 12 beïnvloedt kan worden. Aldus treedt bij de aanwezigheid van een cassette 25 met een niet afgesloten opening 29 bij het uitschakelen van de hoofdschakelaar 5 geen omschakeling van het schakelorgaan 20 plaats. In dat geval blijft het schakelorgaan 20 in de tweede 15 stand geschakeld liggen. De beschreven taster 31 biedt evenwel door het eenzijdig geopende sleufgat 34 de mogelijkheid bij normale compact cassettes het apparaat volgens de uitvinding te bedienen op de hiervoor beschreven wijze als ware in het geheel geen taster aanwezig, daar het snelheidskeuzeorgaan 4 onbelemmerd vanuit de eerste tot in de tweede 20 stand geschakeld kan worden. Indien geen automatische cmschakelikng van bet apparaat gewenst is, kan de taster 31 met de daarmee behorende delen weggelaten worden.

De in figuur 1a weergegeven zuiver mechanisch werkende uitvoering voor het verkrijgen van een omschakeling van de bandtransport-25 snelheid is bij voorkeur geschikt voor eenvoudige magneetbandcassette-apparaten, zoals draagbare apparaten die op batterijvoeding werken.

Voor wat meer geavanceerde apparaten kan een dergelijke mechanische oplossing voor het omschakelen van de bandtransportsnelheid niet geschikt zijn. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van de in figuur 2 weer-30 gegeven electromechanisch werkende oplossing. Een dergelijke oplossing biedt bijvoorbeeld het voordeel van een afstandbedienmogelljkheid van het apparaat.

Bij de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm van een magneet-bandcassetteapparaat volgens de uitvinding is een hoofdschakelaar 40 35 aanwezig welke bestaat uit een netschakelaar 41 en een mechanisch daarmee gekoppelde omschakelaar 42. De netschakelaar 41 dient voor het in-respectievelijk uitschakelen van een elektrische voeding 43 die voor de nodige voedingspanningen, waaronder de + voeding zorgt. Achter de voe- 8101695 EHN 10.015 8 c __ding ligt een energiebuffer 44, waarin de nodige energie kan worden op- .

geslagen die nodig is voor het bekrachtigen van een electromagneet 45. Dit bekrachtigen geschiedt tijdens het uitschakelen van het apparaat door het openen van de netschakelaar 41. Het openen van de netschakelaar 5 41 heeft tot gevolg dat de tussen de energiebuffer 44 en de electrcmag- neet 45 gelegen omschakelaar 42 gesloten wordt. De electromagneet 45 is in staat om tijdens het bekrachtigen een daarmee mechanisch gekoppeld snelheidskeuzeorgaan 46 om te schakelen. Het snelheidskeuzeorgaan 46 bestaat uit een tweetal druktoetsen 47 en 48, welke elk een steel met 10 een daaraan voorzien verdikt deel 49 omvatten. Het snelheidskeuzeorgaan 46 is zodanig uitgevoerd dat een grendel 50 telkens één van de druktoetsen 47 en 48 met het verdikte deel 49 achter een grendel 50 vergrendeld ligt, waarbij de andere druktoets ten opzichte van de grendel 50 ontgrendeld ligt. In figuur 2 is weergegeven hoe de toets 47 achter de grendel 15 50 in ingedrukte stand vergrendeld ligt. De steel van de toets 47 is ver bonden met de electromagneet 45, terwijl de steel van de toets 48 verbonden is met een electrische omschakelaar 51, welke twee standen kan innemen. Het indrukken van de druktoets 47 heeft tot gevolg dat de kaapstander 24 de magneetband met de normale snelheid transporteert terwijl 20 het indrukken van de druktoets 48 tot gevolg heeft dat de magneetband op nog nader te beschrijven wijze met de langspeelsnelheid wordt getrans-. porteerd.

De omschakelaar 51 kan bij het indrukken van de bedientoets 48 een relais 52 de benodigde schakelspanning leveren. Dit relais 52 25 is opgebouwd uit een electromagneet 53, die in staat is, indien bekrachtigd, een snelheidsschakelorgaan 54, dat vergelijkbaar is met het orgaan 20 uit de eerste uitvoeringsvorm, vanuit een eerste naar een tweede stand om te schakelen. Verder omvat het relais 52 een schakelaar 55, die ervoor zorgt dat de stroomtoevoer vanaf de schakelaar 51 naar de electromagneet 30 53 of naar een verdere elektromagneet 56 wordt geleid. Zoals in figuur 2 weergegeven is, is de electromagneet 53 met één der aansluitdraden constant met massa verbonden, terwijl de electromagneet 56 met één der aansluitdraden constant met de + verbonden ligt. De omschakelaar 55 is op een as aangebracht tussen de electrcmagneten 53 en 56, welke as 35 de omschakeling van het omschakelorgaan 54 verzorgt. Door de uitvoering van de schakelaar 55 wordt telkens afhankelijk van dé stand van de schakelaar 51 de stroomtoevoer naar de electromagneet 53 respectievelijk 56 .op het geschikte moment onderbroken. Aldus wordt direct na omschakeling 81016 9 5 ; * H3N 10.015 9 . van bet schakelargaan 54 een uitschakelen van de desbetreffende actieve elèktranagneet 53 respectievelijk 56 bereikt. In een verbindingsleiding 57 tussen de schakelaars 51 en 55 kan verder een aansluiting op een lichtemitterende diode 58 aanwezig zijn, welke in de weergegeven uit-5 voeringsvorm zodanig uitgevoerd is dat bij ingedrukte toets 48, dus bij langspeelsnelheid, zich een oplichten ter indicatie van de optredende langspeelsnelheid vcordoet. Verder kan In de verbindingsleiding 57 een schakelaar 59 aanwezig zijn, welke mechanisch gekoppeld is met een taster 60 voor het aftasten van de achterwand van de cassette 25. Indien de tas-10 ter 60 zich in een opening 29 van een cassette beweegt, verbindt de schakelaar 59 het relais 52 met de + pool.

Ook in deze uitvoeringsvorm zorgen tussen de hoofdschakelaar 40 en het schakelorgaan 54 gelegen schakelmiddelen, bestaande uit de cmschakelaar 42 en de electranagneet 45, ervoor dat althans tijdens nor-15 maal bedrijf telkens na een uitschakelen van de hoofdschakelaar het schakelorgaan in de eerste stand geschakeld ligt. Dit geschiedt onder invloed van het via de schakelaar 42 leeglopen van de energiebuffer 44, waardoor de electranagneet 45 bekrachtigd kan worden. De bekrachtiging van de electranagneet 45 heeft tot gevolg dat, indien de toets 48 in-20 gedrukt ligt, deze ontgrendeld wordt, waardoor het snelheidskeuzeorgaan 46 mede ten gevolge van cp de druktoetsen 47 en 48 werkende niet weergegeven veren opnieuw de eerste stand inneemt. Dit heeft tot gevolg dat de schakelaar 51 de verbindingsleiding 57 met massa verbindt, waardoor de schakelaar 55 de verbindingsleiding 57 verbindt met de electranagneet 25 56. Het opnieuw inschakelen van het apparaat door het bedienen van de netschakelaar 41 zal direct tot gevolg hebben dat de electranagneet 56 het snelheidscmschakelorgaan vanuit de tweede stand in de eerste stand terugschakelt. Het verschil met de voorgaande uitvoeringsvorm is derhalve dat nu een terugschakelen vanuit de tweede stand tot in de eerste 30 stand van het snelheidscmschakelorgaan eerst plaatsvindt na het uitvoeren van een volledige cyclus van uitschakelen en opnieuw inschakelen van de netschakelaar 41. Toch is men ook in deze uitvoeringsvorm er telkens van inschakelen van verzekerd dat het apparaat althans tijdens normaal bedrijf telkens met de eerste bandtransportsnelheid werkzaam is.

35 Ook in deze uitvoeringsvorm kan door middel van de taster 60 een automatische artschakelmogelijkheid verkregen worde, waarbij het in dit geval, doordat de taster 60 niet de bedientoetsen 47 en 48 corresponderend mee verstelt, zinvol is de betreffaide automatisch geselecteerde snelheid aan 8101695 **· - PHN 10.015 10 ---------te geven. Dit geschiedt door middel van de LED 58.

Met name indien het magneetbandcassetteapparaat door middel van een microprocessor gestuurd wordt kan het gewenst zijn een dergelijke bandtransportsnelheidscmschakeling langs volledig electronische weg 5 uit te voeren. Deze mogelijkheid is in figuur 3 weergegen. Ook in dit geval is een hoofdschakelaar 61 aanwezig die een electrische voeding 62 in- respectievelijk uitschakelt. Achter de voeding 62 ligt een impulsvormer 63 die door een electronische schakeling gevormd is, welke in staat is ervoor te zorgen dat direct nadat de voedingspanning van het 10 apparaat is opgèkomen een. impuls wordt gegenereerd. Deze impuls wordt gebruikt cm een electronische bi-stabiele schakeling, die de functie van tijdelijk geheugen vervult, in de weergegeven uitvoeringsvorm gevormd door een flip flop 64, in een bepaalde begintoestand te brengen. Hiertoe kan een verbindingsleiding 65 tussen de impulsvormer 63 en de flip flop 15 64 met de ingang R van de flip flop verbonden zijn. De uitgang Q van de flip flop is door middel van een verbindingsleiding 66 verbonden met een tussen een eerste en een tweede staid schakelbaar snelheidsschakelorgaan 67, dat bestaat uit een hoeveelheid electronisch werkende amschakelaars die een functie vervullen als de amschakelaars 21 in de uitvoeringsvorm 20 volgens figuur 1. Het schakelorgaan 67 reageert in de weergegeven uitvoeringsvorm in de digitale toestanden zodanig dat een schakelspanning "0" correspondeert met de normale snelheid (V) en de schakelopening "1" met de langspeelsnelheid fèV). In de verbindingsleiding 66 ligt verder een schakelaar 68, waarvan de functie vergelijkbaar is met de schakelaar 25 59 in figuur 2 en welke het schakelorgaan 67 bij aanwezigheid van een opening 29 in de cassette electrisch kan verbinden met een schakelspanning "1". Het schakelorgaan 67 reageert op een schakelspanning "0" door de motor met een spanning te voeden nodig cm de kaapstander op de normale snelheid te doen roteren; de schakelspanning "1" correspondeert met 30 een rotatiesnelheid van de kaapstander nodig cm het bandtransport met de langspeelsnelheid te laten geschieden. Cm de inwendige electrische toestand van het apparaat kenbaar te maken aan de gebruiker is ook in dit geval een lichtemitterende diode 69 aanwezig. Met de ingang C van de flip flop 64 is een impulsschakelaar 70 verbonden, welke schakelaar er-35 voor zorgt dat de ene bi-stabiele toestand van de flip flop 64 kan overgaan in de andere en omgekeerd.

Ook in de derde uitvoeringsvorm zijn aldus tussen de hoofdschakelaar 61 en het schakelorgaan 67 schakelmiddelen aanwezig, gevormd, door 8101695 H3N 10.015 11 v- β -----(je flip flop 64, die zodanig uitgevoerd zijn dat althans tijdens normaal bedrijf telkens na een uit- en een daarop volgens inschakelen van de hoofdschakelaar het schakelorgaan 67 ten gevolge van de schakelspanning "O" vanuit de uitgang Q in de eerste stand geschakeld ligt. In dit ge-5 val wordt hef snelbeidskeuzeargaan gevormd door de impulsschakelaar 70 welke met de schakelmiddelen, bestaande uit de flip flop 64, kan samenwerken. Ook in deze uitvoeringsvorm is ten gevolge van de aanwezigheid van de schakelaar 68 bij het oftasten van een van een opening 29 voorziene cassette 25 een onstelling van het snelheids schakelorgaan 67 mo-10 gelijk, dat in dat geval bij het bedienen van de hoofdschakelaar 61 niet door de schakelmiddelen, gevormd door de flip flop 64, beïnvloed kan worden.

In de beide eerste uitvoeringsvormen is het toepassen van een tijdschakelaar zonder meer mogelijk. Indien het gewenst immers is door 15 middel van de tijdschakelaar een opname op langspeelsnelheid te maken, zal bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 de netschakelaar 41 niet geopend worden, waardoor de energiebuffer 44 niet in staat is de electro-magneet 45 te bekrachtigen. Daardoor behoudt het apparaat de door middel van de toets 48 ingestelde langspeelsnelheid.

20 In de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm is voor het toe passen van een tijdschakelaar een voorselectieschakelaar 71 aanwezig, welke bij voorkeur deel uitmaakt van de tijdschakelaar. De voorselectieschakelaar 71 is met één pool verbonden met de verbindingsleiding 65 en kan drie standen innemen.

25 A. Indien geen tijdschakelaarinstelling nodig is, verbindt de schakelaar de verbindingsleiding 65 met de ingang R. In deze toestand zorgt de impuls komende vanaf de impulsvormer 63 ervoor dat de flip flop 64 in een zodanige toestand gezet wordt dat aan de uitgang Q de nodige schakelspanning "0" optreedt 30 teneinde het schakelorgaan 67 met de cmschakelaars in de nor male stand te zetten.

B. Door middel van de voorselectieschakelaar 71 kan de impuls-vormende schakeling 63 afhankelijk van het functioneren van de tijdschakelaar naar keuze met de ingang R of de ingang S van 35 de flip flop 64 verbonden worden. Het verbinden met de ingang R levert exact hetzelfde resultaat op als reeds beschreven bij de uitstand van de tijdschakelaar.

C. Bij het verbinden met de ingang S wordt de gegenereerde impuls 8101695 PHN 10.015 12 v*· s, \ _ vanaf de impulsvormer 63 ervoor benut om de flip flop 64 in een zodanige stand te brengen dat de uitgang Q de- juiste schakelspanning "1” levert die nodig is cm het electronische schakelorgaan 67 in de gewenste stand langspelen te brengen, 5 wanneer het apparaat via de tijdschakelaar in bedrijf wordt gesteld.

Opgemerkt wordt dat indien van geen tijdschakelaar gebruik hoeft te worden gemaakt de verbindingleidlng 65 rechtstreeks op de ingang R van de flip flop 64 kan zijn aangesloten.

10 15 20 25 30 1 8101695

Claims (8)

1. 2. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 1, waarbij ter instelling van het snelheidsschakelorgaan een tussen twee standen 15 beweegbaar snelheidskeuzeorgaan aanwezig is, met het kenmerk, dat het snelheidskeuzeorgaan zodanig in het apparaat opgesteld is, dat het met de schakelmiddelen samenwerken kan.
2. 3. Magneetcassetteapparaat volgens conclusie 2, 20 met het kenmerk, dat het snelheidskeuzeorgaan tenminste in de tweede stand vergrendelbaar is en, indien het snelheidsschakelorgaan de tweede stand inneemt, het uitschakelen van de hoofdschakelaar t.g.v. de schakelmiddelen een ont-grendeling van het snelheidskeuzeorgaan teweegbrengt, waardoor het snel-25 heidskeuzeargaan onder veerkracht de eerste stand inneemt.
3. 4. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat de schakelmiddelen een tussen de hoofdschakelaar en het snelheidskeuze-orgaan gelegen verbindingsstang, alsmede een grendel voor het vergren-30 delen van het snelheidskeuzeorgaan omvatten, waarbij de verbindingsstang met speling met de grendel verbonden is.
4. 5. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hoofdschakelaar bij het uitschakelen een extra slag maakt, welke slag 35 een zodanige grootte heeft dat hierdoor de speling tussen de verbindingsstang en de grendel overwonnen wordt, waarna de hoofdschakelaar een kracht cp de grendel uitoefent en de ontgrendeling van het snelheidskeuze-argaan veroorzaakt wordt. 8101695 V W -.. ... 6. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 3/ met het kenmerk, dat de schakelmiddelen een elektrische schakelaar alsmede een elektromagneet omvatten, welke elektrische schakelaar gekoppeld is met de hoofd-5 schakelaar en bij het uitschakelen van de hoofdschakelaar een elektrische energiebuffer met de elektromagneet verbindt, welke elektromagneet de ontgrendeling van het snelheidskeuzeorgaan veroorzaakt.
5. 7. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 10 de schakelmiddelen een elektronische bi-stabiele schakeling omvatten, welke bij inschakelen van de hoofdschakelaar in een zodanige toestand gezet wordt, dat een uitgang van de schakeling de benodigde schakel-spanning levert, cm het schakelorgaan in de eerste stand te schakelen.
6. 8. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 7, 15 met het kenmerk, dat de bi-stabiele schakeling door een flip flop wordt gevormd, waarvan de uitgang Q resp. ingang C met het snelheidsscbakelorgaan, respectievelijk met het snelheidskeuzeorgaan verbonden is, terwijl althans tijdens normaal bedrijf tussen een ingang R en de elektrische voeding een im-20 pulsvormende schakeling gelegen is.
7. 9. Magneetbandcassetteapparaat volgens, conclusie 8, met het kenmerk, dat d.m.v. een voorselectieschakelaar de ingang R respectievelijk S van de flip flop met de impulsvormende schakeling verbonden wordt.
8. 10. Magneetbandcassetteapparaat volgens êên der voorgaande con clusies, waarbij een taster voor het aftasten van een wand van een mag-neetbandcassette aanwezig is, welke taster, althans indien in de wand een uitsparing gelegen is, met het snelheidsschakelorgaan samenwerkt en dit orgaan in de tweede stand schakelt respectievelijk houdt, 30 met het kenmerk, dat de taster zodanig in het apparaat opgesteld is dat bij het aftasten van een cassette met een uitsparing de instelling van het snelheidsschakelorgaan bij het bedienen van de hoofdschakelaar niet door de schakelmiddelen beïnvloedt wordt. 35 · · _ 81 01695