NL8101161A - Linearizeringsinrichting. - Google Patents

Description

V

I >i VO 1746

Titeli Linearizeringsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een horizontale aftastlineari-zeringsketen ten gebruike bij een kathodestraalbuisjuk/ zoals een juk, dat wordt toegepast bij videocamerazoekers.

Om in een kathodestraalbuis via een besturingsjuk een horizontale 5 aftasting te verkrijgen, wordt tijdens het actieve aftastregelinterval van het videosignaal aan het juk een hellingsstroom toegevoerd. De hellingsstroom in het juk is evenwel niet-lineair ten gevolge van de * weerstandsverliezen in het juk en de bijbehorende aandrijf schakeling.

Het is gewenst, dat deze niet-lineariteit wordt gecorrigeerd.

10 Bij de bekende lineariseringsmethoden wordt meer in het bijzonder gebruik gemaakt van lineariserings-zelfinducties met instelbare magneten, in serie met de zelf inductie, welke het juk vormt, of wordt gebruik gemaakt van aandrijfjukken met lineaire stroom teneinde de niet-lineaire aftasting te corrigeren. Laatstgenoemde methode is evenwel voor zoekers 15 enigszins ondoelmatig. Anderzijds zijn de zelfinducties bij de eerstgenoemde methode betrekkelijk groot en volumineus. Aangezien het bekend is, dat afmetingen en gewicht kritische parameters zijn bij het ontwerp van kleurcamera's, meer in het bijzonder bij draagbare camerastelsels, waarin de energie wordt geleverd door een batterijstelsel, is de zelfinductie-20 methode enigszins onpraktisch om te worden toegepast bij lichte, dat wil zeggen draagbare camera-inrichtingen.

De uitvinding voorziet in een aftastlineariseringsketen van het schakeltype, waarbij zich de bovengenoemde bezwaren van de bekende inrichtingen niet voordoen en waarbij een verbeterde horizontale aftast-25 lineariteit met hoog rendement wordt verkregen, terwijl het gebruik van volumineuze, zware zelfinducties wordt geëlimineerd.

Hiertoe wekt de jukzelfinductie van een zoeker-kathodestraalbuis in combinatie met een schakeltransistor tijdens het terugslaginterval een terugslagpuls op, welke een hellingsgenerator op 0 terugstelt voor 30 het inleiden van een lineaire hellingsspanning. Een kleine aftastweer-stand in serie met het juk zet de niet-lineaire jukstroom om in een niet-lineaire hellingsspanning. Een differentiaalversterker vergelijkt het signaal, dat op zijn beurt aan de jukschakeling wordt teruggevoerd via een dempdiode teneinde de jukstroom tijdens het actieve video-aftast- 8101161 ί ^ -2- interval selectief te lineariseren. Bij een andere uitvoeringsvorm wordt de lineaire hellingsspanning direkt aan de jukschakeling teruggevoerd zonder dat een vergelijking plaatsvindt of een verschilsignaal wordt opgewekt.

5 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder ver wijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een schema van een uitvoeringsvorm van een horizontale-aftastlineariseringsketen volgens de uitvinding; fig. 2 een schema van een andere uitvoeringsvorm van de keten 10 volgens fig. 1.

Zoals uit fig. 1 blijkt, omvat een horizontale-aftastketen een juk 10, bestaande uit een zelfinductie, en wordt de keten gebruikt voor het tot stand brengen van de horizontale aftasting in een kathodestraal-buis van een niet weergegeven videocamerazoekerinrichting. De horizontale-15 aftastketen omvat één uiteinde van het juk, dat via een resonantie- condensator 12 is geaard, met de collector van een schakeltransistor 14 is verbonden en met de kathode van een dempdiode 16 is verbonden. Laatstgenoemde diode leidt de aftasting in nadat een maximale keerstroom in het juk 10 optreedt. Aan de basis van de -transistor 14 wordt een met 20 de horizontale synchronisatie verband houdende aandrijfpuls toegevoerd, die bijvoorbeeld wordt afgenomen uit een niet afgebeelde horizontale-oscillator. De emitter van de transistor is gekoppeld met een negatieve spanningsbron waarvan de spanning overeenkomt met de gebruikelijke horizontale aftasthellingsspanning op de weerstand 20.

25 In de aftastlineariseringsketen is het juk 10 verder gekoppeld met de basis van een terugsteltransistor 18, terwijl het tegenovergelegen uiteinde van het juk via een kleine aftastweerstand 20 is geaard.

De emitter van de transistor 18 is geaard en de collector daarvan is verbonden met een hellingsgenerator 22, bestaande uit een paar transis-30 toren 24, 26, een condensator 28 en een positieve spanningsbron 30.

De hellingsgenerator 22 dat wil zeggen de condensator 28 is voor wisselstroom via een koppelcondensator 34 met een omkeerversterker 32 gekoppeld en vandaaruit met de positieve ingang van een different!aalversterker 36. De negatieve ingang van deze laatste is via een weerstand 35 en een koppelcondensator 38 gekoppeld met het verbindingspunt tussen de weerstand 20 en het juk 10. De uitgang van de differentiaalversterker 8101161

i N

-3- 36 is voor wisselstroom via een koppelcondensator 42 gekoppeld met een emittérvolgschakeling 40 en vandaaruit met de anode van de diode 16. Laatstgenoemde anode is gedeeltelijk geaard via een condensator 44, die hoogfrequente storende signalen verwijdert doch niet de aftastcorrectie-5 fontspanning. Aan de ingang van de emitervolgschakeling 40 wordt een voorspanning 46 aangelegd om de inschakelspanning van de schakeltransis-tor 14 aan te passen aan die van de dempdiode 16.

Derhalve wordt tijdens het bedrijf de schakeltransistor 14 in' bedrijf gesteld in responsie op de met de H-synchronisatie verband 4 10 houdende ingangspuls teneinde in samenwerking met het juk 10 een hel-lingsstroom op te wekken. De hellingsstroomgolfvorm is evenwel niet-lineair ten gevolge van weerstandsverliezen in het juk 10 en in de transistor 14.

Om de niet-lineariteiten te corrigeren zet de aftastweerstand 20 15 de niet-lineaire jukstroomom in eei niet-lineaire hellingsspanning en voert deze aan de differentiaalversterker 36 toe. Tijdens het terug-slaginterval wordt de scherpe puls, die via de zelfinductie van het juk 10 wordt opgewekt, toegevoerd aan de terugsteltransistor 18, die wordt ingeschakeld teneinde de lineaire hellingsspanning over de condensator 20 28 terug te stellen. Deze lineaire hellingsspanning wordt via een omkeer- versterker 32 omgekeerd en aan de differentiaalversterker 36 toegevoerd. Deze laatste wekt een verschilsignaal op door de niet-lineaire hellingsspanning uit de weerstand 12 te vergelijken met de lineaire spanning uit de hellingsgenerator 22. Het verschilsignaal wordt via de emittervolg-25 schakeling 40 en de dempdiode 16 teruggevoerd naar de horizontale-aftastketen van het juk. De emittervolgschakeling voorziet in een impedantie-aanpassing en het uitgangssignaal daarvan is het bij de voorspanning 46 opgetelde verschilsignaal. Het combinatiesignaal wordt aan het juk 10 toegevoerd om de jukstroom te lineariseren en derhalve 30 niet-lineariteiten in de horizontale-aftasting van de bijbehorende kathodestraalbuis te corrigeren. De versterking van de differentiaalversterker 36 en de amplitude van de lineaire hellingsspanning worden zodanig ingesteld, dat men de optimale horizontale-lineariteit verkrijgt.

De lineariseringsketen volgens fig. 1 levert de lineariserings-35 correctiegolfvorm aan de jukketen via de diode 16 tijdens in hoofdzaak de eerste helft van het actieve aftastinterval wanneer de schakeltransis- 8101161 -4- tor 14 is uitgeschakeld. Op dit moment maakt de condensator 12 de juk-stroom negatief dat wil zeggen, dat de energie in het juk naar de condensator 12 wordt overgedragen, waardoor een oscillatie optreedt en in .het juk 10 een negatieve stroom vloeit. Wanneer de transistor 14 via de 5 met de H-synchronisatie gerelateerde ingangspuls wordt ingeschakeld tijdens in hoofdzaak de tweede helft van het actieve aftastinterval (ongeveer 40 msec voor het eind van de actieve videoregel) wordt de lineariseringsketen in wezen buiten werking gesteld en werkt de horizon-tale-aftastketen op een in het algemeen normale wijze. Door de cumula- 4 . 10 tieve invloed van het gebruik van het lineariseringsproces over in hoofdzaak de helft van de actieve aftastperiode verkrijgt men evenwel een sterk verbeterde aftastlineariteit met een betrekkelijk eenvoudige en lichte schakeling.

Fig. 2 toont een vereenvoudiging van de inrichting volgens fig. 1, 15 waarbij de differentiaalversterker 36 is weggelaten en de geïnverteerde lineaire hellingsspanning uit de generator 22 en de omkeerversterker 32 aan de jukketen wordt toegevoerd via de terugkoppelbaan bestaande uit de dempdiode 16, de emittervolgschakeling 40, enz. Derhalve worden niet-• lineariteiten in de aftasting in hoofdzaak gecorrigeerd door de geinver-20 teerde lineaire hellingsspanning met de voorspanning 46 via de dempdiode aan de jukketen toe te voeren. De keten volgens fig. 2 biedt een verdere vereenvoudiging bij toepassingen waarin een eenvoud en minimale afmetingen van de keten overwegingen van belang zijn.

8101161

Claims (7)

1. Aftastlineariseringsketen voor het lineariseren van de niet-lineaire jukstroom van een horizontale-aftastketen, voorzien van een juk en. een in serie daarmee verbonden schakeltransistor, gekenmerkt door organen voor het opwekken van een niet-lineaire hellingsspanning, die 5 overeenkomt met de niet-lineaire jukstroom, lineaire-hellingsgenerator-organen, die met het juk zijn gekoppeld voor het opwekken van een lineaire hellingsspanning in responsie op een terugstelpuls uit het juk, en organen voorzien van een dempdiode voor *het selectief toevoeren van de lineaire hellingsspanning aan de jukketen tijdens een gekozen 10 regelaftastinterval teneinde de niet-lineaire jukstroom te lineariseren.

2. Keten volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organen voor het opwekken van een niet-lineaire hellingsspanning zijn voorzien van een aftastweerstand in serie met het juk.

3. Keten volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lineaire-15 hellingsgeneratororganen zijn voorzien van een vasthoudcondensator, die met de horizontale-aftastketen is gekoppeld en in responsie op de jukzelfinductie tijdens het terugslaginterval van de horizontale aftasting wordt teruggesteld.

4. Keten volgens conclusie 3, gekenmerkt door differentiaalspannings-20 versterkingsorganen, die met de lineaire-hellingsgeneratororganen zijn gekoppeld voor het opwekken van een verschilsignaal tussen de niet-lineaire hellingsspanning en de lineaire hellingsspanning, waarbij de dempdiode het verschilsignaal selectief aan de jukketen toevoert.

5. Keten volgens conclusie 4, gekenmerkt door omkeerorganen, die met 25 de lineaire-hellingsgeneratororganen zijn gekoppeld, waarbij de differen- tiaalversterkerorganen tussen de omkeerorganen en de aftastweerstand zijn gekoppeld.

6. Keten volgens conclusie 5, gekenmerkt door emittervolgorganen, die met de differentiaalversterkerorganen en met de dempdiode zijn 30 gekoppeld en een voorspanning leveren om de inschakelspanningen van de schakeltransistor en de dempdiode aan elkaar aan te passen, waarbij de dempdiode met de jukketen is gekoppeld om het samengestelde verschil-en voorspanningssignaal daaraan toe te voeren. 8101161 -6- **

7. Keten volgens conclusie 6, gekenmerkt door een resonantieconden-sator, die met het juk tegenover de genoemde weerstand is gekoppeld om de jukstroom tijdens het lineariseringsproces negatief te maken. # 8101161