NL8101127A

NL8101127A - Buisverbinding met buisdiameter-reduceerdeel.

Info

Publication number: NL8101127A
Application number: NL8101127A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1981-03-09
Filing date: 1981-03-09
Publication date: 1982-10-01

Description

805143/vdV/kd

Korte aanduiding: Buisverbinding met buisdiameter-reduceerdeel.

Door Aanvraagster worden als uitvinders genoemd Jürgen Graafmann te Lingen, B.R.D., Heinrich Bollmer te Twist, B.R.D, en Christian Larsen te Gjern, Denemarken.

De uitvinding heeft betrekking op een buisverbinding, omvattende een eerste buisdeel en een tweede buisdeel van verschillende diameter onder toepassing van een buisdiameterreduceerdeel, alsmede tussen buitenzijde van tweede buisdeel en binnenzijde van 5 het reduceerdeel aanwezige ringvormige afdichting, terwijl het eerste buisdeel en reduceerdeel eveneens afdichtend met elkaar samenwerken.

Een dergelijke buisverbinding is bekend. Hierbij bestaat het reduceerdeel uit een op de buitenzijde van een eerste buisdeel 10 vastgelijmd gedeelte en een hiermee via een konische overgang verbonden tweede reduceergedeelte, waarin een tweede buisdeel opgenomen is onder aanbrengen van een afdichtring.

Deze bekende buisverbinding heeft het nadeel dat men gebruik moet maken van een duur en betrekkelijk gecompliceerd re-15 duceerdeel, terwijl bovendien het bevestigen van het reduceerdeel op het eerste buisdeel arbeidsintensief is.

De uitvinding beoogt nu een buisverbinding van het bovengenoemde type te verschaffen waarbij deze nadelen niet optreden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 20 het buisdiameterreduceerdeel zich tenminste gedeeltelijk binnen het eerste buisdeel uitstrekt en tussen de buitenzijde van het reduceerdeel en de binnenzijde van het eerste buisdeel een tweede ringvormige afdichting aanwezig is.^

Een dergelijke buisverbinding heeft het grote voordeel 25 dat men kan werken met een eenvoudig ringvormig reduceerdeel, dat enerzijds aan de buitenzijde samenwerkt met het eerste buisdeel en aan de binnenzijde samenwerkt met het tweede buisdeel, in beide gevallen onder toepassing van ringvormige afdichtingen.

8101127 - 2 - « '·*

Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm is de tweede ringvormige afdichting opgenomen in een eerste groef in het eerste buisdeel of in het reduceerdeel, waardoor het reduceerdeel dat doelmatig een buitendiameter bezit die in hoofdzaak gelijk is 5 aan de binnendiameter van het eerste buisdeel, stevig vastgehouden wordt en niet gemakkelijk uit het eerste buisdeel getrokken kan worden.

Voor het verkrijgen van een goede buisverbinding verdient het bovendien aanbeveling om het reduceerdeel te voorzien van een 10 inwendige groef, waarin een eerste ringvormige afdichting is opgenomen. Vooral wanneer de binnendiameter van het reduceerdeel in hoofdzaak gelijk is aan de buitendiameter van het t/eede buisdeel verkrijgt men een zeer goede borging van het tweede buisdeel binnen het reduceerdeel, 15 Doelmatig is het reduceerdeel voorzien van een aanslag- rand waartegen zich het kopse einde van het tweede buisdeel aanlegt.

Doelmatig gaat de aanslagrand via een afgeknot kegenvormig oppervlak over in de cylindrische binnenwand van het reduceerdeel, waardoor bij toepassing van af geschuinde einden van tweede · 20 buisdeel een optimale bevestiging van het tweede buisdeel in het reduceerdeel kan plaatsvinden.

Voor het bereiken van een goede stroming is doelmatig het van de kopse zijde afgekeerde einde van het reduceerdeel afgeschuind.

25 Het eerste buisdeel is doelmatig een mof die één geheel vormt met een aansluitend buisdeel.

Voor het verkrijgen van een bepaalde beweeglijkheid van het tweede buisdeel, ten opzichte van het reduceerdeel, is doelmatig het reduceerdeel voorzien van een langsuitsparing, welke 30 zich uitstrekt vanaf het kopse einde van het reduceerdeel.

De uitvinding heeft tenslotte betrekking op een reduceerdeel, geschikt voor toepassing bij een buisverbinding volgens de 8101127

«Τ I

-3- uitvinding.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin - fig. 1 een eerse uitvoeringsvorm toont van een buisver- 5 binding volgens de uitvinding; fig. 2 een variant van een buisverbinding volgens fig. 1; fig. 3 een nog andere variant van een buisverbinding volgens de uitvinding; fig. 4 een nog andere variant van een buisverbinding vol-10 gens de uitvinding; en • fig. 5 een geheel andere variant van een buisverbinding volgens de uitvinding.

In fig. 7 is een aansluitend buisdeel 11 weergegeven, dat via een overgangsdeel 18 overgaat in een mof 1, voorzien van een 15 eerste groef 6, waarin een tweede ringvormige afdichting 5 is op-genomen. De ringvormige afdichting 5 werkt afdichtend samen met een reduceerdeel 3, waarvan de buitenzijde 3b in hoofdzaak eveneens samenwerkt met de binnenwand 15 van de mof 1.

Anderzijds, is het reduceerdeel 3 voorzien van een inwen-20 dige groef 7, waarin een eerste ringvormige afdichting 4 is opgenomen, terwijl een tweede buisdeel 2 in het reduceerdeel 3 gestoken is. Voor het begrenzen van het insteken van het tweede buisdeel 2 is het reduceerdeel 3 voorzien van een aanslagrand 13, die via een afschuining 14 overgaat in een cilindrische binnenwand 3a van re-25 duceerdeel 3.

Voor het verkrijgen van een goede stroming is de van het kopse einde 16 afgekeerde zijde 8 van het reduceerdeel eveneens afgeschuind uitgevoerd.

Door de aanwezigheid van de ringvormige afdichtingen 4 30 en 5 alsmede reduceerdeel 3, wordt een goede verbinding verkregen tussen tweede buisdeel 2 en mof 1, van het buisdeel 11.

In fig. 3 is ongeveer dezelfde uitvoering weergegeven 8101127 -4- als in fig. 1, doch daarbij is het buisdeel 1 in het verlengde gelegen van het aansluitend buisdeel 11.

In fig. 2 is dezelfde uitvoeringsvorm weergegeven als in fig. 1 doch hierbij is om materiaal te besparen, het reduceerdeel 5 voorzien van een ringvormige uitsparing 9, welke zich uitstrekt vanaf het kopse einde 16 van het reduceerdeel 3.

Hierdoor ontstaan twee op afstand van elkaar gelegen ringvormige delen 10 en 17 van reduceerdeel 3, welke met elkaar verbonden zijn door lijf 19 van reduceerdeel 3.

10 Door de aanwezigheid van de ringvormige uitsparing 9, kan bovendien het tweede buisdeel 2 een zekere radiale verplaatsing ten opzichte van eerste buisdeel 1 ondergaan.

In fig. 4 is geen eerste groef 6 aangebracht in het eerste buisdeel of mof 1, doch in het reduceerdeel als eerste 15 groef 6!. Een dergelijke uitvoering beidt het grote voordeel dat dergelijke buisverbindingen snel vervaardigd kunnen worden, daar men alleen een reduceerdeel 3 met twee groeven 6' en 7 nodig heeft.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 bevindt zich de tweede afdichting 5 tussen de binnenzijde van een eerste buisdeel 20 1, in dit geval een buisdeel in de vorm van een niet van een mof voorziene betonbuis.

Het reduceerdeel 3 is voorzien van een ringvormige uitsparing 9, doch deze ringvormige uitsparing 9 mondt bij de gerede buisverbinding uit in het eerste buisdeel 1.

25 Voor het vasthouden van de tweede ringvormige afdichting 5 is de buitenzijde 3b van ringvormig déél 10 van reduceerdeel 3 voorzien van rillen 20, die een goede borging van de ringvormige afdichting 5 waarborgen.

Anderzijds is het reduceerdeel 3 voorzien van een vast-30 houdring 21, die samenwerkt met de buitenzijde van een eindgedeel-te 22 van reduceerdeel 3, welke vasthoudring 21 een eerste ringvormige afdichting 4 vasthoudt die afdichtend samenwerkt met twee- 8101127 ί* * -5- de buisdeel 2.

ft

Zoals men ziet, liggen in dit geval de ringvormige afdichtingen 4 en 5 niet in hoofdzaak tegen elkaar, zoals in de uitvoeringsvormen volgens fig. 1 tot 3, doch bevindt de ringvormige 5 afdichting 4 zich aan het ene einde van het reduceerdeel 3 en de andere ringvormige afdichting 5 op afstand van de ringvormige afdichting 4.

Het eindgedeelte 22 dat de afdichtring 4 van het reduceerdeel 3 draagt, ligt bij voorkeur in hoofdzaak van het verleng-10 de van de binnenste ring 17 van het reduceerdeel 3 gevormd de ringvormige uitsparing 9.

8101127

Claims

1. Buisverbinding, omvattende een eerste buisdeel en een tweede buisdeel van verschillende diameter onder toepassing van een buisdiameter-reduceerdeel alsmede tussen buitenzijde van tweede buisdeel en binnenzijde van het reduceerdeel aanwezige eerste 5 ringvormige afdichting, terwijl het eerste buisdeel en reduceerdeel eveneens afdichtend met elkaar samenwerken, met het kenmerk, dat het buisdiameter-reduceerdeel (3) zich tenminste gedeeltelijk binnen het eerste buisdeel (1) uitstrekt en zich tussen de buitenzijde (3b) van het reduceerdeel (3) en de binnenzijde van het eer-10 ste buisdeel (1) een tweede ringvormige afdichting (5) bevindt.

2. Buisverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede ringvormige afdichting (5) opgenomen is in een eerste groef (6) in het eerste buisdeel (1) of in een eerste groef (6') in het reduceerdeel (3).

3. Buisverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste buisdeel (1) de mof vormt van een aansluitend buisdeel (11).

4. Buisverbinding volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reduceerdeel (3) een langwerpige uit- 20 sparing (9) omvat die zich uitstrekt vanaf een kops einde (16) van het reduceerdeel (3).

5. Buisverbinding volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reduceerdeel (3) een afgeschuind einde (8) draagt.

6. Buisverbinding volgens één of meer der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de buitendiameter van het reduceerdeel (3) in hoofdzaak gelijk is aan de binnendiameter van het eerste buisdeel (1).

7. Buisverbinding volgens één of meer der voorgaande conelu- 30 sies, met het kenmerk, dat de binnen diameter van het reduceerdeel 8101127 -7- (3) in hoofdzaak gelijk is..aan de buitendiameter van hei tweede buisdeel (2).

8. Buisverbinding volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat eerste ringvormige afdichting en tweede 5 ringvormige afdichting (4,5) in hoofdzaak tegenover elkaar liggen.

9. Buisverbinding volgens één of meer der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de eerste ringvormige afdichting (4) gelegen is^door een vasthoudring en de tweede ringvormige afdichting (5) op afstand daarvan gelegen is.

10. Buisverbinding volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een eindgedeelte (22) dat de afdichting (4) wan het re-, duceerdeel (3) draagt in hoofdzaak in het verlengde ligt van de binnenste ring (17) van het reduceerdeel 3, gevormd door de ringvormige uitsparing 9.

11. Buisdiameter reduceerdeel, geschikt voor de toepassing bij een buisverbinding volgens één of meer der voorgaande conclusies. Faan het eindgedeelte van het reduceerdeel (3) en bij voorkeur vastgehouden is 8101127