NL8101106A - Inrichting voor het galvanisch aanbrengen van vlekvormige bedekkingen. - Google Patents

Description

« tv i j -1- 21804/CV/tl

Korte Aanduiding: Inrichting voor het galvanisch aanbrengen van vlekvor- mige bedekkingen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het galvanisch 5 aanbrengen van vlekvormige bedekkingen op metalen en/ of gemetalliseerde banden,voorzien van een geleidingsorgaan waarlangs een metalen en/of ge-tnetaliseerde band te geleiden is en van een met de band en het geleidingsorgaan samenwerkend eindloos maskeerorgaan, dat is voorzien van doortochten waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van de beoogde 10 vlekvormige bedekkingen.

Inrichtingen van het bovengenoemde type worden in het bijzondèr gebruikt om grote aantallen producten ,die in de electronische industrie worden gebrukt,plaatselijk te voorzien van een uit een bepaald metaal bestaande bedekking,waarbij het voor de bedekking gebruikte metaal 15 veelal edeler is dan het materiaal van de band. Dergelijke bedekkingen zijn bijvoorbeeld nodig om het desbetreffende product geschikt te maken voor een volgende bewerking,zoals bijvoorbeeld bij halfgeleiders, of om het desbetreffende product te voorzien van een oppervlaktebedek-king,dat de werking van het desbetreffende product m zijn toepassing 20 als electronisch onderdeel,bijvoorbeeld contactsteker,ten goede komt.

Voor het aanbrengen van de beoogde bedekkingen worden de te behandelen voorwerpen veelal in bandvorm gebracht en vervolgens voor het aanbrengen van de beoogde bedekkingen door een daartoe geschikte inrichting gevoerd. Aanvankelijk werd daarbij ondanks het fei,dat veelal slechts pla£selijk 25 een bedekking van de hand nodig was,het gehele oppervlak van de band; vaak zelfs zowel de voorkant als de achterkant van de band met het op te brengen metaal bedekt,hetgeen niet alleen een grote verspaLling van het bedekkingsmetaal met zich mee bracht,maar ook ten gevolge van dit grote verbruik aan bedekkingsmateriaal de prijs van het eindproduct 30 verhoudingsgewijs hoog opvoerde, in het bijzonder doordat de vereiste metaalbedekking veelal uit een edelmetaal,zoals goud, zilver of palladium bestaat. Om aan dit nadeel tegemoet te komen is men dan ook overgegaan om slechts op de daartoe in aanmerking komende delen van het te bedekken materiaal het desbetreffende bekledingsmetaal aan te brengen.

35 Zo is het bijvoorbeeeld voor de vervaardiging van gedrukte schake lingen bekend om de te bewerken onderdelen met behulp van een fotografi- 8101106 r ï -2- 21804/CV/tl sche techniek of een druktechniek te voorzien van niet geleidende maskers ,zodanig,dat slechts de met het bedekkingsmetaal te bedekken oppervlakken worden vrijgelaten. Daarna worden onder gebruikmaking van een galvanisch proces de zo vrijgelaten oppervlakken bedekt met het bedek-5 kingsmetaal,waarna het dan overbodig geworden masker wordt verwijderd.

Een dergelijke werkwijze is echter te omslachtig en tijdrovend voor het voorzien van plaatselijke bedekkingen op grote aantallen in handvorm gebrachte metalen producten,terwijl de goede werking van de zo verkregen . producten twijfelachtig kan zijn ten gevolge van problemen,die kunnen 10 worden veroorzaakt door achterblijvende resten van het verwijderde masker, terwijl ook een nadeel van deze werkwijze is het verbruik van grote hoeveelheden maskeermateriaal,hetgeen de kostprijs van het product nadelig beïnvloedt.

Verder is7fiet Amerikaanse octrooischrift 4.090.928 een werkwijze 15 hekend voor het aarirengen van bedekkingen,waarbij een te behandelen band wordt aangebracht tussen een uit twee zich rechtlijnig uitstrek-, kende delen bestaande maskeerinrichting. Daarbij is een van deze delen voorzien van een aantal openingen .waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van de aan te brengen bedekkingen,terwijl' het andere deel gesloten 20 is uitgevoerd. Tegenover elke opening bevindt zich een als anode dienst doende vloeistofsproeier ,terwijl de inrichting verder is voorzien van kanalen voor het afvoeren van de door/sproeiers tegen de in yfciaskeer-inrichting vastgeklemde band gespoten vloeistof. Indien het bespuiten van de in de inrichting vastgeklemde band voldoende lang is uitgevoerd 25 voor het verkrijgen van^eoogde dikte vin de metalen bedekking wordt de inrichting geopend,waarna de band over een bepaalde afstand in zijn lengterichting wordt verplaatst. Daarna wordt de band weer in de inrichting vastgeklemd om een volgende deel van de band met behulp van de vloeistofsproeiers aan te spuiten.

30 Het zal duidelijk zijn,dat door de intermitterende werking van deze inrichting geen continu aanbrengen van de vlekvormige bedekking op de band kan worden bewerkstelligd,maar dit aanbrengen van de bedekkingen steeds moet worden onderbroken om de band te kunnen verplaatsen.

In de praktijk is dan ook gebleken,dat minder dan de helft 35 van de productietijd effectief benut wordt voor het aanbrengen van metaalbedekkingen op het badvormige product. Een verder belangrijk nadeel 8101 106 * h -3- 21804/CV/tl van deze bekende inrichting is gelegen in het feit,dat er grote variaties optreden in de dikte van de tegelijkertijd aangebrachte vlekvorraige patronen. De dikte en de kwaliteit van de bedekking hangt namelijk sterk af van de vloeistofsproeier en in.de praktijk blijken in de diktes van 5 verschillende gelijktijdig aangebrachte vlekvormige bedekkingen variaties te kunnen optreden,die ongeveer gelijk zijn aan 1/4 van de dikte van de aangebrachte bedekking. Om dan ook zeker te zijn van een voldoende grootte van de dikte van de bedekking moet hier een grote overmaat worden gegeven,hetgeen weer een groot verbruik van het bedekkingsmateriaal en 10 ook een langere tijdsduur voor het aanbrengen van de bedekking met zich meebrengt met alle nadelen vandien.

In de Nederlandse octrooiaanvrage 7316244 is een inrichting weerge- een m » geven voorzien van / . een electrolyt bevattende houder opgesteld wiel langs een deel van de omtrek waarvan tijdens bedrijf de van vlekvormige 15 bedekkingen te voorziene metalen band wordt gevoerd. Tesamen met deze metalen band wordt een eindloze maskeerband uit niet geleidend en elastisch materiaal over het wiel geleid. Daarbij bedekt deze maskeerband de metalen band aan de van het wiel afgekeerde zijde terwijl in de maskeerband opéningen zijn aangebracht ,die zijn aangepast aan de vorm van 20 de op de metalen band aan*te brengen bedekkingen,waarbij uiteraard deze openingen zo goed mogelijk zijn aangebracht op de afstand aangepast aan de beoogde onderlinge afstand tussen de vlekvormige bedekkingen. In de houder is verder een zich concentrisch om de draaiingsas van het wiel uitstrekken sproeipijp aangebracht via welke tijdens bedrijf electrolyt 25 tegen de door de maskeerband vrijgelaten delen van de metalen wordt gesproeid. Bij toepassing van een dergelijke inrichting kan het galvaniseren tijdens het doorvoeren van de band door de inrichting continu worden bewerkstelligd ,terwijl dankzij de regelmatige verversing van het electrolyt een constante kveLiteit van het product kan worden verkregen.

30 Zelfs indien plaatselijk een sproeiopening van de sproeipijp versöpt zal raken zal dit geen nadelige invloed hebben op de gelijkmatigheid van het verkregen product,zodat bij toepassing van deze inrichting een grote bedrijfszekerheid gewaarborgd kan worden. Gezien de steeds grotere eisen,die aan de nauwkeurigheid van de plaatsing en vorming van de vlek-35 vormige bedekkingen worden gesteld,mede om een zo groot mogelijke besparing op het dure bedekkingsmateriaal te verkrijger^ kunnen echter in som- 8101106 i φ -4- 21804/CV/tl mige gevallen bij gebruik van een dergelijke inrichting toch problemen ontstaan. Een dergelijce elastische maskeerband zal bijvoorbeeld niet voldoende vormvast zijn om,indien dergelijke hoge eisen worden gesteld, een goede plaatsing van de vlekvormige metaalbedekking op de metalen 5 en /of gemetalliseerde band te kunnen bewerkstelligen. Daarbij kunnen er ten gevolge van verschillen in uitzettingscoefficient van het materiaal van de elastische band en van de te bedelden metalen of gemetalliseerde band ook problemen ontstaan bij het handhaven van de juiste ligging van de maskeerband ten opzichte van de metalen band,daar tijdens bedrijf 10 veelal wordt gewerkt onder temperaturen,die aanzienlijk boven de kamertemperatuur liggen.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7109404 is verder een inrichting bekend voorzien van een wiel met een van openingen voorziene buitenomtrek. De grootte en ligging van deze openingen is aangepast aan de be-15 oogde op een band aan te brengen vlekvormige bedekkingen en tijdens bedrijf moet dan ook de band zodanig om het wiel worden jpslagen,dat de te bedekken plaatsen op de band juist tegenover de openingen in de buitenomtrek van het wiel komen te liggen. In het wiel is verder een spuitlichaam ondergebracht met behulp waarvan ónder druk electroliet door 20 de openingen tegen de desbetreffende delen van de metalen band kan worden gespoten. Daarbij tracht men de metalen band in de juiste stand te houden ten opzichte van het uit kunststof vervaardigde wiel met behulp van op het wiel aangebrachte indexeerpennen,die samenwerken met in de band aangebrachte indexeergaten of nokken. Ook deze inrichting werkt 25 tevredenstellend ,maar in het bijzonder indien men op grotere wieldia-meters wil overgaan ,hetgeen bijvoorbeeld voor het verwerken van gecompliceerde en tere producten gewenst kan zijn,kunnen problemen optreden om een juiste positionering van de band ten opzichte van de in de omtrek van het wiel aangebrachte openingen te verkrijgen. Deze problemen 30 worden veroorzaakt door a) toleranties in de vervaardiging van de tot een band verenigde producten; b) toleranties in de vervaardiging van het wiel; c) ongelijke uitzetting veroorzaakt door ongelijke temperatuur en/ 35 of ongelijke uitzettingscoefficient van de metalen band en van het wiel; d) vormveranderingen veroorzaakt door mechanische belasting van de 8101 106 * a -5- 21804/CV/tl Λ Λ metalen band en/of het wiel.

Zo kan bijvoorbeeld op een op een bepaald tijdstip in behandeling zijnd bandstuk van 0,3 meter lang ten gevolge van een temperatuursprong aa T = 50° K een afwijking in de stand van een vlekvormige bedekking, -3 5 gemeten in de lengterichting van de band,van een 1.10 m ontstaan, indien althans het oratreksdeel van het wiel uit perspex en de metalen band uit "ikkelijzer is vervaardigd. Bij de vervaardiging van de metalen . -4 band kunnen over een lengte van 0,3 m afwijkingen van 2.10 m optreden.

Een dergelijke bij de vervaardiging ^an de metalen band veroorzaakte af- 10 wijking moet echter wel weer in de inrichting voor het aanbrengen van de vlekvormige bedekkingen kunnen worden opgenomen. In de praktijk zijn om eindproducten van voldoende kwaliteit te verkrijgen slechts toleran- . ..... - ~4 ties in de ligging vanrde vlekvormige bedekkingen van 1.10 m toegelaten. Bii de bekende inrichtingen met maskeerorganen is dit slechts 15 mogelijk,indien de band slechts over een lengte van ongeveer 0,3 m aan de behandeling wordt blootgesteld..

Om daarbij tocht een voldoend grote dikte van de bedekkingslaag te verkrijgen brengt dit tevens beperkingen mee in de toe te passen bandsnel- s heid.

20 Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij de aan de bekende inrichtingen klevende nadelen kunnen worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het maskeer-orgaan is opgebouwd uit tonafhankelijke segmenten,waarbij ieder segment 25 is voorzien van althans een doortocht,terwijl tussen de segmenten af-dichtmiddelen zijn aangebracht,welke zodanig zijn uitgevoerd,dat zij onder het behouden van een afdichting tussen de segmenten onderling een hpweeing van de segmenten ten opzichte van elkaar in de legterichting van het maskeerorgaan mogelijk maken.

30 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding is het ïpogelijk dat ieder segment zich onafhankelijk van de andere segmenten kan instellen waardoor een nauwkeurige ligging van een segment en het daar teeenoverligp'ende deel wan de hqnd ten opzichte van elkaar tijdens .het galvaniseren te handhaven is,'zodat een zeer nauwkeurige aanbrenging 35 van de beoogde vlekvormige bedekkingen tot stand te brengen is.

8101106 -6- 21804/CV/tl

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een product,dat te bewerken is mebèen inrichting volgens de uitvinding.

5 Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een product,dat bewerkt kan worden op een inrichting volgens de uitvhding.

Fig. 3 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

t

Fig. 4 toont op grotere schaal schematisch een doorsnede over een 10 bij de inrichting volgens fig.3 toegepast wiel.

Fig. 5 toont een aanzicht op een deel van het in fig.4 afgeheelde wiel,gezien volgens pijl V in fig.4.

Fig. 6 toont een doorsnede over een deel van fig.4,gezien volgens de lijn VI- VI in fig.4.

15 Fig. 7 toont schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 8 toont op grotere schaal een doorsnede over een deel van een wiel,dat wordt toegepast bij de in fig,7 weergegeven inrichting.

Fig. 9 toont in doorsnede een doorsnede over het wiel van de in fig.7 20 afgebeelde inrichting,waarbij deze doorsnede is genomen op een ander punt dan de in £g.8 afgebeelde doorsnede.

Fig.10 toont schematisch gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een deel van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

25 Fig. 11 toont op grotere achaal een deel van de in fig.10 afgebeel de inrichting.

. Fig.12 toont een doorsnede over fig.11,gezien volgens de lijn X%-XI in fig.11.

Zoals in fig.1 is weergegeven kan een metalen of gemetalliseerde 30 band,die plaatselijk van vlekvorrige bedekkingen moet worden voorzien op bepaalde plaatsen zijn uitgestansd,zodanig,dat een. dergelijke band in hoofdzaak is opgebouwd uit een tweetal zich min of meer continu over de lengte van de band uitstrekkende randgedeelten 1 en 2 en daartussen gelegen vingervormige delen 3 en 4 en een door de vrije uiteinden 35 van de vingervormige delen 3 omsloten rechthoekig deel 5,dat met een tweetal verbindingsstrippen 6 en 7 met de randvormige delen 1 en 2 is 8101106 * i -7- 21804/CV/tl verbonden.Daarbij vormen de onderdelen 3- 7 een enkel product ,dat met een groot aantal overeenkomstige onderdelen uit de band is uitgestansd, zodanig dat de onderdelen nog samenhangen^als een bandvormig voorwerp aan een aantal bewerkingen te kunnen worden onderworpen voordat de onder-5 delen van elkaar worden gescheiden. Een van deze bewerkingen kan bijvoorbeeld zijn het aanbrengen van een vlekvormige bedekking op die gedeelten van een product,die in fig.1 in het door de streepstiplijn A omsloten rechthoekige vlak zijn gelegen.

Een ander uitvoeringsvoorbeeld van een met een inrichting volgens 10 de uitvinding te bewerken product is afgebeeld in fig.2,waarbij contact-messen 8 voor stekers met behulp van een lintvormig orgaan 8A tot een band zijn verenigd en waarbij bijvoorbeeld het rechthoekige door de streepstiplijn B omsloten oppervlakte van ieder contactmes 8 moet worden voorzien van een metaalbedekking.

15 Een dergelijke metaalbedekking kan bijvoorbeeld worden aangebracht met behulp van de schematisch in fig.3 weergegeven inrichting.

Deze inrichting omvat een om een draaiingsas draaibaar wiel 9,dat is opgesteld in een houder 10,welke nabij zijn onderzijde is voorzien van een afvoerleiding 11 voor zich in* de houder 10 bevindend 20 electroliet 12. In het inwendige van het wiel is een een anode vormend sproeilichaam 13 opgesteld.Een als kathode dienstdoende te bewerken metalen band 14 wordt na eventueel aan vereiste voorbehandelingen te zijn onderworpen tijdens bedrijf in de richting volgens pijl C toegevoerd, langs een geleüingswiel 15,vervolgens langs de buitenomtrek van het 25 wiel 9 en daarna langs een geleidingswiel 16 geleid om vervolgens te worden afgevoerd en op een niet nader weergegeven haspel te worden opgewikkeld. Daarbij draait het wiel 9 tijdens bedrijf in de richting volgens pijl D.

Om een goede aanligging van de te bewerken band 14 tegen de buiten-30 omtrek van het wiel 9 te bewerkstelligen is de inrichting verder voorzien van een bij voorkeur uit elastisch en zacht materiaal bestaande steunband 17,die met behulp van geleidingswielen 18 zodanig wordt geleid,dat deze steunband het zich over een grot^booglengte om het wiel uitstrekkende deel van de metalen of gemetalliseerde band 14 ondersteunt.

35 Tijdens bedrijf wordt electrolyt onder druk toegevoerd aan het sproeilichaam 13 via een op het sproeilichaam 13 aangesloten toevoerlei-ding 19.

8101106 -8- 21804/CV/tl

De draaiingsas van het wiel 9 kan al dan niet horizontaal of verticaal zijn opgesteld.

In de fig.4-6 is een uitvoeringsvoorbeeld van een wielconstructie volgens de uitvinding nader weergegeven.Zoals uit de figuur blijkt omvat 5 het wiel 9 een om de draaiingsas van het wiel draaibare schijf 20 welke aan zijn omtrek is voorzien van een ring 21,welke een U-vorraige doorsnede met ongelijke benen heeft. Op enige afstand van de schijf 20 is het wiel 9 voorzien van een vast met de schijf 20 en de ring 21 verbonden ring 22, welke een naar de ring 21 toegekeerde open groef begrenst.

10 In de door de ringen 21 en 22 begrensde groeven zijn de randen van uit een harde kunststof zoals perspex vervaardigde langwerpige gekromde segmenten 23 gelegen. Daarbij is de maatvoering zodanig,dat de segmenten 23 ten opzichte van de ringen 21 en 22 in tangentiële richting uitzetbaar en/of eventueel in beperkte mate verschuifbaar zijn.De segmenten kunnen 15 daarbij nabij hun midden ten opzichte van de ringen 21 en 22 zijn vastgezet,waarbij zij toch vrij ten opzichte van elkaar kunnen uitzetten of krimpen. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is ieder segment 23 voorzien van een drietal doortochten 24,die een zodanige vormgeving hebben,dat vanaf de binnenomtrek van de segmenten de doorsnede van iedere 20 doortocht 24 geleidelijk afneemt totdat een doorsnedevorm is verkregen, welke is aangepast aan de vorm van de op een band aan te brengen vlekvor-mige bedekking. Zoals verder in het bijzonder uit fig.6 blijkt zijn tussen de opeenvolgende segmaten 23 flexibele afdichtorganen 25 aangebracht. Tevens is ieder segment 23 voorzien van een boven het buitenoppervlak 25 van het desbetreffende segment uitstekende indexeerpen 26,welke tijdens bedrijf kan samenwerken met een desbetreffende in de te bewerken metalen of gemetalliseerde band aangebrachte indexeeruitsparing.

Indien nu tijdens bedrijf een te bewerken band 14 door de inrichting wordt gevoerd zal nabij het punt,waar/Öe metalen band tegen de 30 buitenomtrek van het wiel 9 wordt gevlijd een desbetreffende in de band aangebrachte indexeeruitsparing aangrijpen op een op een segment aangebrachte indexeerpen 26,zodat de band in de juiste stand ten opzichte van dat segment wordt gebracht. Tijdens de beweging van het banddeel,dat ten opzichte van het desbetreffende segment 23 op de juiste wijze is opge-35 steld en gefixeerd zullen dit segment en dit banddeel de beoogde stand 810 1 10 6 ψ * -9- 21804/CV/tl ten opzichte van elkaar blijven behouden onafhankelijk van bewegingen bijvoorbeeld veroorzaakt door het uitzetten van andere delen van de band en/èf verplaatsing en/of uitzetting_van andere segmenten.

Tijdens de verplaatsing van het desbetreffende banddeel langs het 5 wiel zal dit zijn juiste stand ten opzichte van het daarbij behorende segment blijven behouden,waardoor afwijkingen ten gevolge van verschillen in uitzetting en/of fabricsgetoleranties en dergelijke pp effectieve wijze kunnen worden opgevangen en dé'beoogde'vlekvormige bedekkingen met grote nauwkeurigheid op de "gewenste plaatsen op de band kunnen worden 10 aangebracht. Daarbij is het zonder bezwaar mogelijk om de band over een grote booglengte om de omtrek van het wiel tegeleiden,zodat de inwerking van het electrolyt resp. het aanspuiten van de band over eenferote booglengte kan plaatsvinden waardoor het mogelijk wordt om de bandfaet grotere snelheid door de in-15 richting te verplaatsen zonder dat dit een nadelige invloed heeft op de kwaliteit van het eindproduct. Tevens is het daarbij mogelijk om het wiel ook een verhoudingsgewijs grote diameter te geven onder het handhaven van het geleiden \an de band over een grote booglengte langs de omtrek van het wiel,zader dat problemen op zullen treden ten gevolge van 20 verschillen in uitzettingscoëfficienten tussen het materiaal van de band en onderdelen van het wiel. Om verschillen veroorzaakt door verschillende uitzettingscoëfficienten van het materiaal van de band en materiaal van het wiel zoveel mogelijk tegen te gaan kan men de ringvormige delen 21 en 22 eventueel uit metaal vervaardigen voor het opvangen van afwij-^ kingen ten gevolge van uitzettingen van het wiel in radiale richting

Metalen onderdelen zal men daarbij voorzien van een isolerende uit kunststof bestaande bedekking. Ook is het mogelijk om de diverse onderdelen van het wiel uit kunststof te vervaardigen.

De uit elastisch materiaal zoals rubber bestaande afdichtorganen 30 25 maken niet alleen een tangentiële beweging van de segmenten 23 ten op zichte van het overige deel van het wiel 9 mogelijk,maar bewerkstelligen tevens een vloeistofafdichting tussen de opeenvolgende segmenten,zodat voorkomen wordt,dat via het sproeilichaam 13 verspoten vloeistof tussen de opeenvolgende segmeten doorlekt en op ongewenste wijze met het tegen 35 de buitenomtrek van de segmenten 23 aanliggende oppervlak van de band, 8101106 -10- 21804/CV/tl welk oppervlak alleen ter plaatse van de uitsparingen 24 van vlekvormige bedekkingen moet worden voorzien,in aanraking komt.

Bij het in de fig.7- 9 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt een van vlekvormige bedekkingen te voorziene band 27 op soortgelijke wijze 5 als beschreven aan de hand van het eerste uitvoeringsvoorbeeld met behulp van geleidingswielen 28 om de buitenomtrek van een wiel 29 geleid, zodanig,dat de van vlekvormige bedekkingen te voorziene zijde van de band weer tegen de buitenomtrek van het wiel 29 aanligt. Zoals weerge- i ' geven in fig.8 en 9 omvat het wiel een tweetal in doorsnede L-vormige 10 ringen 30 en 31,die worden ondersteund door een drietal rollen 32, 33 en 34. Nabij de uiteinden zijn de rollen voorzien van groeven 35 waarin de buitenranden van de ringen 30 en 31 zijn gelegen zoals weergegeven in fig.8 en 9. Daarbij is de afstand tussen de beide in de rol 32 aangebrachte groeven 35 kleiner dan de afstand tussen de overeenkomstige 15 groeven aangebracht in de rol 33,terwijl de afstand tussen de groeven 35 aangebracht in de rol 34 °°k. groter is dan de afstand tussen de desbetreffende groeven 35, die zijn aangebracht in de rol 32,

Evenals bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld kan ook hier een steur^an!^ 36 worden toegepast,welke met behulp' van de rollen 32 - 34 20 tesamen met de band 27 om de buitenomtrek van het wiel 29 kan worden geleid. Voor de geleiding van de band zijn op de rollen 32- 34 nog rondlopende ruggen 37 aangebracht.

Tussen de L-vormige ringen 30 en 31 zijn de buitenomtrek van het wiel vormende, met de segmenten van het eerste uitvoeringsvoorbeeld over-25 eenkomende segmenten 38 voorzien van doortochten 39 aangebracht,. Ieder segment 38 is tevens voorzien van een indexeerpen 40.Tevens zijn,zoals in de fig.8 en 9 is weergegeven aan iedere zijkant van een segment 38 een stift 41 resp. 42 aangebracht,zodanig,dat deze stiften in eikaars verlengde zijn gelegen en zich evenwijdig aan de draaiingsas van het wiel uitstrekken. Voor het opnemen van de stiften 41 en 42 zijn in de flenzen 30 30 en 31 gaten 43 resp. 44 aangebracht. De doorsnede van ieder gat 43 resp. 44 neemt vanaf het naar het desbetreffende segment toegekeerde uiteinde van het gat naar het van het desbetreffende segment afgekeerde uiteinde van het gat geleidelijk af.

Door de boven omschreven geleiding van de ringen 30 en 31 van het wiel 35 29 met behulp van de groeven 35 in de geleidingsrollen 32 - 34 is de afstand tussen de ringen 30 en 31 ter plaatse van de rol 32,waar de band 8101106 - r ir -11- 21804/CV/tl 27 op de omtrek van het wiel wordt toegevoer^zodanig,dat de wielen 30 en 31 zo dicht mogelijk naar elkaar toe zijn geschoven en de pennen 41 en 42 zodanig door wanddelen van de desbetreffende gaten 43 en 44 worden ondersteund,dat een radiale verplaatsing van deze pennen in de gaten is 5 uitgesloten. De ligging van'een door de desbetreffende pennen ondersteund segment 38 ligt dan dus nauwkeurig ten opzichte van het overige deel van het wiel 29 vast en terwijl zo de ligging van een segment 38 nauwkeurig is bepaald wordt met behulp van de indexeerpen 40 een banddeel ten opzichte van dit segment gepositioneerd en vastgezet doordat de IQ indexeerpen 40 van dat segment in een desbetreffende indexeeruitsparing van de band 27 grijpt.

Bij verdere draaiing van het wiel 29 bewegen de ringen 30 en 31 geleidelijk enigszins uit elkaar,waardoor de stiften 41 en 42 van een desbetreffend segment enige speling verkrijgen in de de stiften opnemen-15 de gaten 43 en 44,zodat de segmenten een zekere bewegingsmogelijkheid verkrijgen in tangentiële richting ten opzichte van de overige delen van het wiel,terwijl toch de juiste ligging van de segmenten ten opzichte van de daarbij behorende delen van de band gehandhaafd blijven,terwijl de band 27 tijdens de beweging om het wiel 29 galvanisch wordt behandeld. 20 Het zal duidelijk zijn,dat deze uitvoeringsvorm dezelfde voordelen heeft als het eerste uitvoeringsvoorbeeld. De onderlinge afdichting tussen opvolgende segmenten kan op soortgelijke wijze worden bewerkstelligd als hierboven is beschreven. Voor de onderlinge afdichting van de segmenten kunnen deze echter ook zijn voorzien van meerdere uitstekende lippen, 25 die tussen elkaar ingrijpen zonder de tangentiële verplaatsbaarheid van de segmenten nadelig te beïnvloeden,een en ander zodanig,dat deze lippen een soort labyrintdichting tussen de opeenvolgende segmenten vormen.

In de fig.10- 12 is schematisch een derde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven.Ook deze inrichting 30 omvat een wiel 45 met een daarin opgesteld sproeilichaam 46. Verder is een langs^eleidingswielen 47 geleide eindloze steunband 48 aangebracht voor het ondersteunen van de van vlekvormige bedekkingen te voorziene metalen of gemetalliseerde band 49 aan de van het wiel afgekeerde zijde.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is het wiel voorzien van een rondlopende velg 35 50 waarin op gewenste afstanden van elkaar doorboringen 51 zijn aange bracht. Op de buitenomtrek van het wiel zijn in doorsnede I-vormige en tegenover de doorboringen 51 van doorboringen 52 voorziene segmenten 53 8101 106 -12- 21804/CV/tl aangebracht. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn ter plaatse van de doorboringen 52 in de buitenomtrek van de segmenten nog flexibele afdichtor-ganen 54 aangebracht waartegen de te bewerken band 49 wordt gedrukt. Aan iedere zijkant van een segment 53 is een stift 55 resp. 56 aangebracht, 5 zodanig,dat de hartlijnen van de stiften evenwijdig aan de draaiingsas van het wiel en in eikaars verlengde zijn gelegen. Het wiel 45 is voorzien van vast met de velg 50 en aan weerszijden van de velg opgestelde schijven 57 en 58 · Deze schijven zijn aan de naar elkaar toegekeerde zijdenvoorzien van op regelmatige afstand van elkaar'gelegen stiften 59 10 resp. 60,zodanig,dat steeds de hartlijnen van een tweetal stiften 59 en 60 in eikaars verlengde zijn gelegen,

Nabij het punt,waar d^Van vlekvormige bedekkingen te voorziene band 49 op de buitenomtrek van het tijdens bedrijf in de richting volgens pijl E ronddraaiende wiel 45 oploopt is een geleidingswiel 61 voor de band 15 aangebracht. Dit geleidingswiel is aan de zijkanten voorzien van tandkran^· sen 62 en 63 (fig.12) en niet nader weergegeven indexeerpennen,die samenwerken met overeenkomstige uitsparingen,die zijn aangebracht in de band 49.

Het wiel 61 wordt door het wiel 45 aangedreven via de tandkransen 62 en 63 en de .stiften 50 en 60. — Tijdens‘bedrijf zullen verder de 20 tanden van de tot het wiel 61 behorende tandkransen 62 en 63 ,zoals in het bijzonder uit fig.12 blijkt,aangrijpen op zowel de aan de segmenten 53 bevestigde stiften 55 en 56 als op de aan het wiel bevestigde stiften 59 en 60, waardoor de tanden van het wiel 61 een tweetal stiften 59 en 60 zal uitrichten ten opzichte van de aan een bepaald segment 53 beves-25 tigde stiften 55 en 56,een en ander zodanig,dat de hartlijnen van deze stiften in eikaars verlengde komen te liggen. Gelijktijdig wordt de lig- , ging van het daar oplopende bandgedeelte 49 van de band’ bepaald door een op het synchronisatiewiel 61 aangebrachte indexeerstift en een daarmee samenwerkende in de band 49 aangebrachte uitsparing. Het zal duidelijk 30 zijn,dat zodoende ter plaatee van het punt waar de band op de buitenomtrek van het wiel 45 oploopt een bepaald segment 53 zeer nauwkeurig wordt opgesteld ten opzichte van een bepaald bandgedeelte. Bij verder verdraaiing van het wiel 45 zullen de tanden van het synchronisatiewiel 61 het desbetreffende segment vrijgeven. De uitvoering kan zodanig getroffen wo.rden, 35 dat de wrijvingscoëfficient tussen de van vlekvormige bedelingen te voorzieie band 49 en het segment 53 groter is dan de wrijvingscoëfficient 8101106 i

J

-13- 21804/CV/tl tussen het segment 53 en de dit segment ondersteunende velg 50.Het is echter ook mogelijk om ook bij deze constructie van indexeerpennen gebruik te maken zoals omschreven bij de voorgaande uitvoeringsvormen.Dientengevolge zal tijdens de verdere verplaatsing van de band langs de 5 buitenomtrek voor het wiel voor de beoogde galvanische werking de juiste ligging van het segment 53 ten opzichte van het daarbij behorende bandgedeelte worden gehandhaafd,terwijl een segment zich in tangentiële richting ten opzichte van het overige deel van het wiel waaronder de andere segmenten kan verplaatsen. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld zullen 10 dus weer dezelfde voordelen worden verkregen als bij de eerder hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden. De afdichting tussen opeenvolgende segmenten kan hier weer op dezelfde wijzen worden bewerkstelligd als in voorgaande uitvoeringsvoorbeelden.

Het zal duidelijk zijn,dat binnen de geest en beschermingsomvang 15 van de uitvinding aanvullingen en/of wijzigingen op de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven ui tvoeringsvoorbeelden kunnen worden aangebracht. In de uitvoeringsvoorbeelden wordt steeds gebruik gemaakt van een wielvormig orgaan,daar dit in het algemeen tot de eenvoudigste constructie zal leiden,terwijl tevens een goede aanligging van de van 20 vlekvormige bedekkingen te voorziene band over een grote booglengte kan worden bewerkstelligd. Het zal echter bijvoorbeeld ook denkbaar kunnen zijn om de segmenten sammte voegen tot een eindlcze band,welke over een tweetal wielen is geleid. Ook is de uitvinding uiteraard niet beperkt op de bewerking van de in de fig.1 en 2 weergegeven producten, 25 maar zullen ook andere bandvormige producten en/of anders gevormde vlekvormige bedekkingen kunnen worden aangebracht. Verder kunnen onder toepassing van de inrichting volgens de uitvinding in plaats van het aanbrengen van vlekvormige patronen i door electrolyse ook vlekvormige metaal^atronen^gevormd worden door.de toepassing van chemische 30 reductie of door het chemisch cf electrocheijiisch afnemen van materiaal.

Ook bij een dergelijke gebruik zal de inrichting uiteraard onder de beschermingsomvang van de uitvinding vallen.

8101106

Claims (10)

1. Inrichting voor het galvanisch aanbrengen van vlekvormige bedekkingen op metalen en/of gemetalliseerde banden vooraen van een geleidings-orgaan waarlangs een metalen en/of gemetalliseerde band te geleiden is en van een met de band en het geleidingsorgaan saménwerkend eindloos mas- 5 keerorgaan ,dat is voorzien'van doortochten waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van de beoogde vlekvormige bedekkingen,met het kenmerk, dat het maskeerorgaan is opgebouwd uit onafhankelijke segmenten,waarbij ieder segment is voorzien van althans een doortocht,terwijl tussen de i segmenten afdichtmiddelen zijn aangebracht,welke zodanig zijn uitgevoerd, 10 dat zij onder het behouden van een afdichting tussen de segmenten onderling een beweging van de segmenten ten opzchte van elkaar in de lengterichting van het maskeerorgaan mogelijk maken.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de. uit stijf materiaal uitgevoerde segmenten van elkaar zijn gescheiden met behulp 15 van de afdichtmiddelen vormende uit ffexibel materiaal zoals rubber vervaardigde afdichtstroken. >

3. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de uit stijf materiaal vervaardigde segmenten zijn voorzien van uitstekende tussen elkaar ingrijpende afdichtmiddelen vormende lippen,welke lippen een 20 soort labyrint dichting vormen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de maskeerorganen de omtrek van een wiel vormen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de segmenten met hun zijkanten zijn opgesloten in groeven,die zijn 25 aangebracht in deel van een wiel uitmakende aan weerszijden van de segmenten gelegen ringen of schijven.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de schijven of ringen uit metaal zijn vervaardigd.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1- 4,met het kenmerk, 30 dat de segmenten aan/zijfkanten zijn voorzien van stiften,die zijn opgenomen in uitsparingen,welke zijn aangebracht in deel van het wiel uitmakende schijven, welke met behulp van geleidingswielen zodanig worden schijven , . geleld,dat de / het dichts bij elkaar zijn gelegen op de punt waar de te bewerken band aan de omtrek van het wiel wordt toegevoerd en van-35 uit dit punt geleidelijk uit elkaar worden bewogen,terwijl de doorsnede van de de pennen opnemende uitsparingen vanaf de buitenzijde van het wiel 8101106 -15- 21804/CV/tl naar binnen toe geleidelijk toeneemt.

8. Inrichting volgens en der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat ieder segment is voorzien van een indexeerpen.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1- 4, met het ken-5 merk,dat althans aan een zijkant van een segment en aan een daartegenover liggend deel van het wiel een pen is aangebracht en nabij de plaats waar de band aan de omtrek van het wiel wordt toegevoerd een op de pennen inwerkend synchronisatie wiel voor het ten opzichte van elkaar uitrichten van de pennen is «angebracht.

10 8101 106