NL8101004A - Inrichting voor het stapsgewijze in meerdere kleuren bedrukken van voorwerpen met een omwentelingsoppervlak. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET STAPSGEWIJZE IN MEERDERE

KLEUREN BEDRUKKEN VAN VOORWERPEN MET EEN OMWENTELINGSOPPERVLAK.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het stapsgewijze in meerdere kleuren bedrukken van voorwerpen met een omwentelingsoppervlak.

Het doel van de uitvinding is een in de aanhef ge-5 noemde inrichting te verschaffen voor het stapsgewijze vormen van duidelijke beelden in meerder kleuren op kegelvormig of afgeknot kegelvormige oppervlakken van voorwerpen die achtereenvolgens met een constante snelheid aan de inrichting worden toegevoerd en daar doorheen worden getransporteerd.

10 De kenmerken en andere doeleinden en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een 15 inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een gedeeltelijke doorsnede volgens lijn II—II in figuur 1.

Figuur 3 is een detailaanzicht van figuur 2, dat één van de ondersteuningen voor een te bedrukken voorwerp 20 toont.

Figuur 4 is een bovenaanzicht van de ondersteuning volgens pijl IV in figuur 5.

Figuur 5 is een met figuur 3 overeenkomend aanzicht van de ondersteuning, waarbij meer details worden getoond.

25 Figuur 6 is een met figuur 5 overeenkomend aanzicht van de ondersteuning in een andere bedrijfstoestand.

* Figuur 7 is een aanzicht volgens pijl VII in figuur 5.

Figuur 8 is een met figuur 5 overeenkomend aanzicht 30 van een andere uitvoeringsvorm van de ondersteuning.

8101004 -2-.

De in de figuren weergegeven inrichting voor het stapsgewijze in meerdere kleuren bedrukken van de schuine oppervlakken van de kegelvormige of afgeknot kegelvormige voorwerpen omvat een transporteenheid, die te bedrukken voor-5 werpen met een constante snelheid kan transporteren. Deze transporteenheid omvat een roterende schijf 1 met een aantal aan de buitenomtrek daarvan gemonteerde steunen 2* De' schijf 1 is verbonden met een roterende as 11, om deze schijf 1 te laten roteren. Een op een lager niveau dan de schijf 1 aange-10 brachte transportketting 3 kan langs een bepaalde transportbaan bewegen die bepaald wordt door een geleiding. Verder omvat de inrichting een aantal kantelbare steunmiddelen 4 die elk een te bedrukken voorwerp kunnen ondersteunen, een tandwiel 5 met een met een motor gekoppelde as 22, welk tandwiel 15 de transportketting 3 aan kan drijven. In de steunen 2 zijn telkens vrij roteerbare assen 6 gemonteerd terwijl de steunmiddelen 4 elk een arm 7 hebben die verschuifbaar in de assen 6 zijn aangebracht. De steunmiddelen 4 staan elk onder een hoek die overeenkomt met de kegelhoek van de te bedrukken 20 voorwerpen. De transportketting 3 is door middel van een overbrenging verbonden met een een wieg 12 aandrijvende ver-mogensoverbrengingsas A, waarbij de rotatie-as 11 van de schijf 1 zodanig is aangebracht dat deze synchroon met de rotatie van de as 22 van het tandwiel 5 roteert.

25 De inrichting omvat verder voor elke wieg een wieg- rotatie-eenheid met een vaste plaat 8, die een vorm heeft welke overeenkomt met de bepaalde transportbaan, terwijl een vaste ketting 9 zich om een belangrijk deel van de buitenomtrek van de vaste plaat uitstrekt, een tandwiel 10 aange-30 bracht is om de wieg 12 te doen roteren, waarbij het tandwiel 10 in aangrijping is met de vaste ketting 9 waardoor dit tandwiel bij de beweging daarlangs in rotatie wordt gebracht. De roterende as A van het tandwiel 10 en de as van de wieg 12 zijn via een cardanische koppeling 13 met elkaar verbonden.

35 Langs de transportbaan van de te bedrukken voorwer pen zijn eveneens een aantal roterende bedrukkingseenheden aangebracht.

Verder omvat de inrichting een toevoereenheid voor 8101004 - 3 - ΐ· i het aan de transporteenheid toevoeren van de te bedrukken voorwerpen en een afgifte-eenheid voor het uit de inrichting afvoeren van bedrukte voorwerpen.

Alle roterende middelen van de transporteenheid, de 5 wiegrotatie-eenheid, de roterende bedrukkingseenheden en de toevoereenheid zijn zodanig met elkaar gekoppeld dat deze gesynchroniseerd roteren.

De bovengenoemde transporteenheid kan achtereenvolgens te bedrukken voorwerpen met een constante snelheid 10 transporteren. Bij deze in de figuren 1 en 2 getoonde transporteenheid is de constructie zodanig, dat de belasting van elk te bedrukken voorwerp via de steun 2 door de roterende schijf 1 wordt gedragen en de voorwerpen met een constante snelheid niet langs de bewegingsbaan van de steunen 2, maar 15 langs de bewegingsbaan van de transportketting 3 kunnen worden bewogen. Meer gedetailleerd gesteld worden de belastingen van de voorwerpen gedragen door de steunen 2 die elk een cirkelvormige beweging kunnen uitvoeren bij de rotatie van de roterende schijf 1. De as A voor het overbrengen van de rota-20 tie op de wieg 12 voor elk voorwerp is met de transportketting 3 verbonden door middel van een in figuur 3 getoonde stangoverbrenging. De transportketting 3 kan aangedreven worden door de rotatie-as 22 van het tandwiel 10 dat gesynchroniseerd kan roteren met de rotatie-as 11 van de schijf 1, 25 zoals reeds werd beschreven. De transportketting 3, wordt echter bewogen langs een bepaalde transportbaan die bepaald wordt door een geleiding. De met de transportketting 3 verbonden voorwerpondersteuningsmiddelen 4 zullen dus langs de bewegingsbaan van de transportketting worden bewogen. Kort 30 gesteld voeren de door de steunmiddelen 4 gedragen voorwerpen een basisbeweging uit die bepaald wordt door de cirkelvormige beweging van de steunen 12, maar deze beweging wordt uiteindelijk bepaald door de transportketting 3 (zie fig. 1) die · langs een bepaalde transportbaan beweegt. Onafhankelijk van 35 het feit dat de door de cirkelbeweging van de steunen 12 beschreven bewegingsbaan verschilt van de bewegingsbaan van de transportketting 3, ten gevolge van de rotatie van de assen 6 en de schuifbewegingen van de armen 7 van de voorwerpon- 8101004 ï i - 4 - dersteuningsmiddelen 4, kunnen de ondersteuningseenheden 4 ten opzichte van de cirkelvormige basisbeweging vrij bewegen langs de bewegingsbaan van de transportketting 3, wanneer deze laatste wordt aangedreven.

5 De te bedrukken voorwerpen.zullen dus in principe langs de cirkelvormige bewegingsbaan bewegen die bepaald wordt door de steunen 12, wanneer deze door de transportmiddelen getransporteerd worden. Meer in het bijzonder worden deze echter langs de door de beweging van de transportketting 10 3 bepaalde bewegingsbaan bewogen. Omdat de verbindingsgedeel-ten van de voorwerpondersteuningsmiddelen 4 door middel van de stangoverbrenging met de transportketting 3 zijn gekoppeld, zal de beweging van de transportketting 3 worden gecorrigeerd en daarna over worden gebracht op de te bedrukken 15 voorwerpen. De te bedrukken voorwerpen zullen dus nauwkeuriger kunnen bewegen, waardoor de nauwkeurigheid bij de achtereenvolgende drukbewerkingen opmerkelijk wordt verbeterd.

Bij de wiegrotatie-eenheden wordt de rotatie van het wiegrotatietandwiel 10, dat in aangrijping is met de vas-20 te ketting 9, die zich gespannen om de vaste plaat 8 met een met de bewegingsbaan van de tranportketting 3 overeenkomende vorm uitstrekt, via de cardankoppeling 13 overgebracht op de wieg 12 van de voorwerpondersteuningsmiddelen 4 die onder een hoek zijn aangebracht welke overeenkomt met de kegelhoek van 25 de voorwerpen. Door gebruik te maken van een tandwiel 10 met. een diameter die gelijk is aan de gemiddelde diameter van het te bedrukken kegelvormige voorwerp en door het rotatiemiddel-punt van de cirkelvormige dwarsdoorsnede van de gemiddelde diameter op het verlengde van de rotatiehartlijn van het 30 tandwiel 10 te leggen, wordt in dat geval de. mogelijke "afwijking" van de te bedrukken voorwerpen ten opzichte van een bepaalde transportbaan geminimaliseerd.

Het gevolg is dat de te bedrukken voorwerpen bij benadering in rollend contact gebracht kunnen worden roet de 35 roterende bedrukkingseenheden zoals bijvoorbeeld de overdracht s trommels, waarbij slechts een beperkte slip optreedt zodat een uitstekende bedrukking kan worden bereikt. De schuine buitenomtreksoppervlakken van de voorwerpen worden bedrukt door deze in rollend contact te brengen met een aan- 8101004 -5- tal roterende bedrukkingseenheden zoals bijvoorbeeld de over-drachtstrommels 29, terwijl dezé om hun rotatiehartlijnen .worden geroteerd onder een hellingshoek die overeenkomt met de kegelhoek van de voorwerpen en waarbij deze tegelijkertijd 5 langs een bepaalde transportbaan worden voortbewogen. Tijdens de bedrukking zal de bewegingsbaan van elk punt op het oppervlak van het voorwerp licht afwijken van de bepaalde transportbaan vanwege de helling van het voorwerp, omdat elk punt op het te bedrukken oppervlak met dezelfde snelheid wordt 10 getransporteerd. De afwijking van de bepaalde transportbaan zal een verschil in transportsnelheid veroorzaken. Het gevolg is dat er slip op zal treden tussen de overdrachtstrommels 29 en de cirkelvormige dwarsdoorsneden van de voorwerpen die niet synchroon met de omtreksnelheid van de overdrachtstrom-15 mels bewegen wanneer deze in rollend contact verkeren met elkaar.

Met andere woorden zal, omdat het wiegrotatietand-wiel 10 synchroon met de overdrachtstrommels 29 roteert, een cirkelvormige dwarsdoorsnede van het voorwerp met een diame-20 ter die gelijk is aan die van het tandwiel 10 en waarvan het rotatiemiddelpunt zich op het verlengde van de rotatie-as van het tandwiel 10 bevindt in rollend contact worden geroteerd met de overdrachtstrommels 29 en synchroon met de omtreksnelheid daarvan. Dit betekent dat de andere cirkelvormige dwars-25 doorsneden van het voorwerp niet synchroon met de omtreksnelheid van de overdrachtstrommels zullen roteren.

De bovengenoemde kenmerkende constructie van de onderhavige uitvinding kan het optreden van die slip waardoor moeilijkheden worden veroorzaakt wegnemen.

30 Om verder te verzekeren dat dezelfde gebieden van de te bedrukken voorwerpen worden voorbereid voor het bedrukken op het moment van de aanvang van de bedrukking van elke bedrukkingseenheid is het noodzakelijk om elk te bedrukken voorwerp een geheel aantal omwentelingen te doen roteren tus-35 sen het aanvangspunt van de bedrukking van één van de bedrukkingseenheden en dat van de volgende bedrukkingseenheid, door het aantal schakels van de vaste ketting 9 en het aantal tanden van het wiegrotatietandwiel 10 een bepaalde waarde te geven.

8101004 »· V* -6.- '

De te bedrukken voorwerpen kunnen dus vrijwel in rollend contact gebracht worden met de overdrachtstrommels van de rotatiebedrukkingseenheid waardoor een duidelijke bedrukking kan worden bereikt. Door verder de gedeelten van de 5 te bedrukken voorwerpen overeenkomstig de bovenbeschreven wijze te positioneren, kunnen deze met een grote nauwkeurigheid in meerdere kleuren worden bedrukt. Verder wordt met de hier gebruikte term ‘'ketting" een slipvrije overbrenging bedoeld die zowel eindloze kettingen als riemen of snaren omvat H). die in aangrijping met roterende organen zoals tandwielen geroteerd kunnen worden. Bovendien is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding verder toepasbaar voor alle te bedrukken voorwerpen, wanneer hun te bedrukken gedeelten convergerend zijn en een cirkelvormige doorsnede hebben.

153 De werking van de meerkleurenbedrukkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt hierna beschreven. Te bedrukken voorwerpen worden met een constante snelheid toegevoerd door middel van een transportschroef 14 en een sterwiel 15. De te bedrukken voorwerpen worden door de toevoerinrich-20 ting 14 in de voorwerpondersteuningsmiddelen 4 geplaatst. Tijdens de toevoer en afvoer van de te bedrukken voorwerpen roteert de wieg 12 niet omdat de vaste ketting 9 zich niet alleen uitstrekt in het gebied waar de te bedrukken voorwerpen in de inrichting worden toegevoerd en de bedrukte voor-25. werpen daaruit worden afgevoerd.

Een voorwerpvasthouder 21 wordt door een opwaartse beweging van een geleidingsstang 20 opgetild welke stang bewogen wordt door een nokkenwiel 18 en een nok 19 die met elkaar in aangrijping zijn. Het te bedrukken voorwerp kan dus 30 vrij in de voorwerpondersteuningsmiddelen 4 worden geplaatst. Nadat het voorwerp in de ondersteuningseenheid 4 is geplaatst, wordt deze in dwarsrichting vastgeklemd door een paar klemrollen 23 van de steunmiddelen 4 en aan de achterzijde ondersteund door een steunrol 24, zodat het rotatiemid-35 delpunt van het voorwerp aldus ingesteld kan worden. Figuur 4 is een bovenaanzicht dat een te bedrukken voorwerp toont, ingeklemd door de klemrollen 23 en de steunrol 24.

Nadat het te bedrukken voorwerp in de steunmiddelen is geplaatst, zal het nokkenwiel 18 vrij komen van de nok 19 8101004 &· -Ί - zodat de vasthouder 21 met de bovenzijde van het voorwerp in contact kan komen, terwijl het wielrotatietandwiel 10 in aangrijping zal beginnen te komen met de vaste ketting 9 zodat de wieg 12 begint te roteren. Hierbij kunnen de te bedrukken 5 voorwerpen, die resp. door de vasthouder 21, de wieg 12, de klemrollen 23 en de steunrol 24 roteerbaar om hun rotatiemid-delpunt worden vastgehouden met een constante snelheid in rollend contact met de overdrachtstrommels 29 worden geroteerd, zodat de schuine buitenomtreksoppervlakken van de 10 voorwerpen stapsgewijze in meerder kleuren kunnen worden bedrukt. Na de afvoerwerking worden de bedrukte voorwerpen in omgekeerde richting als bij de toevoerwerking uit de steunmiddelen 4 afgevoerd.

De steunmiddelen 4 omvatten een verschuifbaar in de 15. roterende as 6 gemonteerde arm 7, een nok 25, een nokrol 26 en een trekveer 27. De trekveer 27 kan de steunmiddelen 4 continue in de richting naar de rotatie-as 11 van de roterende schijf 1 belasten, om de aangrijping van het de wieg roterende tandwiel 10 met de vaste ketting 9 te verzekeren. Om 20 een gelijkmatige aangrijping van het tandwiel 10 met de ketting 9 zonder trillingen te bereiken zijn de nok 25 en de nokrol 26 aangebracht. De nok 25 is bevestigd aan de nokbe-vestigingsplaat 28.

Figuur 5 t/m 7 hebben betrekking op andere uitvoe-25 ringsvormen van de wieg 12 van de steunmiddelen 4. Elke daar getoonde wieg 12 omvat een vertikaal beweegbaar centraal orgaan 30 waarop de rotatie van het tandwiel 10 wordt overge-• bracht en een buitenste ringorgaan 32 dat door middel van een steun 31 aan het gestel van de steunmiddelen 4 gemonteerd kan 30 worden op een zodanige wijze dat dit vrij kan roteren.

Het bovengenoemde vertikaal beweegbare centrale orgaan 30 is door middel van een lager 33 verbonden met een vertikaal beweegbare cilinder 34 waaraan een nokrol 36 is gemonteerd. In het centrale orgaan 30 is een spievertanding 35 aangebracht die in aangrijping kan komen met een as 40 welke de rotatie van het de wieg roterende tandwiel 10 over kan brengen via de cartankoppeling 13. De vertikaal beweegbare cilinder 34 wordt in de richting omhoog belast door de kracht van een veer 35. Met een dergelijke constructie kan de te 8101004 - 8 - bedrukken houder 41 gelijkmatig in de voorwerpondersteunings-eenheid 4 gebracht en daaruit verwijderd worden door het centrale orgaan 30 naar beneden te bewegen terwijl dit laatste wordt geroteerd, dat wil zeggen de vaste ketting 9 wordt ge-5 spannen gehouden om het buitenomtreksoppervlak van de vaste plaat 8. Een niet getoonde nokplaat is aan het onderoppervlak van de nokbevestigingsplaat 28 aangebracht. Bij het in aan-grijping brengen met de steunmiddelen van een houder of daaruit verwijderen van deze, wordt het centrale orgaan 30 dat 10 door middel van het lager 33 met de cilinder 34 is verbonden ten gevolge van de werking van de met de nokplaat in aangrij-ping verkerende nokrol naar beneden bewogen (zie figuur 6). Wanneer de nokrol 36 loskomt van de niet getoonde nokplaat bij de draaibeweging van de steunmiddelen 4, wordt de cilin-15 der 4 door de veerkracht van de veer 35 omhoog gedrukt waardoor het centrale orgaan 30 omhoog wordt bewogen (zie figuur 5).

Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van het vertikaal beweegbare centrale orgaan 30 dat aan het oppervlak 20 daarvan dat in contact gehouden kan worden met het te bedrukken voorwerp van uitstekende organen 38 is voorzien die omhoog voorbelast worden door de veer 37. Het verticaal beweegbare centrale orgaan 30 kan in contact gebracht worden met de bodem van het te bedrukken voorwerp terwijl dit orgaan 30 25 geroteerd en omhoog bewogen wordt. In dit geval kan het voorwerp, door uitsparingen in de bodem van het voorwerp aan te brengen waarin de uitstekende organen 38 gestoken kunnen worden, stevig bevestigd worden op het centrale orgaan 30 om veegvorming in de op het oppervlak van de voorwerpen gevormde 30 beelden te voorkomen.

De uitstekende organen 38 worden door de veer 37 onder belasting gehouden en worden daardoor in een teruggetrokken stand gehouden wanneer deze in contact worden gebracht met de andere delen van het voorwerp dan de uitsparin-35 gen en deze delen kunnen uitsteken onder invloed van de kracht van de veer 37, wanneer deze in de uitsparingen worden gestoken. De uitstekende organen 38 kunnen dus in de uitsparingen van het te bedrukken voorwerp worden gestoken.

Met de drukinrichting volgens de onderhavige uit- 8101004 5 - 9 - vinding te bedrukken voorwerpen omvatten bijvoorbeeld houders, zoals flessen, blikken en koppen enz., stukken speelgoed, sportartikelen, poppen, siervoorwerpen of dergelijke met convergerende vorm en een cirkelvormige dwarsdoorsnede ter plaatse van de gebieden die bedrukt moeten worden.

Zoals in detail hierboven is beschreven kunnen met de drukinrichting volgens de onderhavige uitvinding meer kleurenbeelden‘duidelijk stapsgewijze op de kegelvormige oppervlakken van voorwerpen met cirkelvormige dwarsdoorsneden 10 worden aangebracht in de te bedrukken gebieden daarvan. Bovendien kan de eerder genoemde transportbaan ingesteld worden in elke gewenste vorm zodat niet alleen het aantal roterende bedrukkingseenheden naar wens ingesteld kan worden, maar in het geval dat de te bedrukken voorwerpen houders zijn wordt 15 het ook mogelijk om, door enige van de roterende bedrukkingseenheden te vervangen door laadeenheden, sluiteenheden en afsluitingseenheden om laad-, sluit- en afsluitingswerkzaam-heden te verrichten in één continue enkele bewerking in een beperkte ruimte.

8101004

Claims (4)

1. Continue meerkleurenbedrukkingsinrichting voor het stapsgewijze in meerdere kleuren bedrukken van de opper5-· vlakken van achtereenvolgens tóegevoerde kegelvormige of afgeknot kegelvormige voorwerpen, omvattende een de te bedrukken. 5 voorwerpen transporterende transporteenheid voorzien van een rotatieschijf, een langs een bepaalde, door geleidingen beheerste baan beweegbare transportketting of -band, een aantal zodanig beweegbaar met de schijf en de transportketting of -band verbonden steunmiddelen voor het roteerbaar om zijn 10 hartlijn ondersteunen van een te bedrukken voorwerp, dat de steunmiddelen bij rotatie van de schijf de bepaalde baan volgen, en met de steunmiddelen samenwerkende rotatiemiddelen, waarbij de rotatiemiddelen een van een tandwiel voorziene ro-tatie-as omvatten en een zich om een vaste plaat met een zelfde 15 vorm als de transportbaan uitstrekkende vaste ketting of band waarbij het tandwiel van de rotatie-as in aangrijping is met de vaste, ketting of band, terwijl de inrichting verder een aantal langs de transportbaan van de te bedrukken voorwerpen geplaatste rotatie-bedrukkingseenheden., een toevoereenheid 20 en een afvoereenheid voor te bedrukken resp. bedrukte voorwerpen omvat, met het kenmerk, dat de steunmiddelen elk onder een met de kegelhoek van de voorwerpen overeenkomende hoek zijn" aangebracht en de rotatie-as van de steunmiddelen een ten minste ëên cardankoppeling omvattende aandrijfas is. 25

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunmiddelrotatietandwiel een diameter heeft die gelijk is aan de diameter van die dwarsdoorsnede van het te bedrukken voorwerp waarvan het middelpunt op de rotatiehartlijn van het tandwiel ligt. 30

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ken- merk, dat elk van de steunmiddelen een centraal orgaan en een buitenste ringorgaan omvatten, waarbij het buitenste ringor- 81010 0 4 -/./- orgaan d.m.v. een lager vrij roteerbaar op het gestel van de steunmiddelen is gemonteerd, terwijl het verticaal beweegbare centrale orgaan d.m.v. een lager verbonden is met een verticaal beweegbare, van een nokrol voorziene cilinder, en d.m.v. 5 een spievertanding aangegrepen wordt door een as, die de rotatie van het steunmiddelrotatietandwiel via de cardankoppe-ling overbrengt op het centrale orgaan en waarbij de verticale beweegbare cilinder in de richting omhoog voorbelast wordt door een terugstelveer. 10

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het verticaal beweegbare centrale orgaan aan het bovenoppervlak daarvan gemonteerde uitstekende organen omvat, die in contact kunnen komen met een te bedrukken voorwerp. 81010 04