NL8100986A

NL8100986A - Werkwijze voor het verpakken van gewonden baanvormig materiaal, rol van gewonden materiaal en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Info

Publication number: NL8100986A
Application number: NL8100986A
Authority: NL
Original assignee: Bekaert Sa Nv
Priority date: 1981-02-27
Filing date: 1981-02-27
Publication date: 1982-09-16
Also published as: BE892251A

Description

-1- F >» 815035/Ti

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verpakken van gewonden baanvormig materiaal, rol van gewonden materiaal en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van gewonden baanvormig materiaal in de vorm van een rol onder toepassing van een daarom gewikkeld snoer of band.

In de meeste gevallen wordt het uiteinde van een rol uit 5 relatief vlak, dun en breed materiaal in lange banen zoals kunststof, papier, metaalplaat en in het bijzonder vlechtwerk en laswerk uit metaaldraad vastgezet door een omhulsel, b.v. van plastic of papier, dat wordt dichtgekleefd, of door een of meerdere banden in de vorm van een snoer, die rond de rol worden gewikkeld 10 en vastgeknoopt.

De uitvinding beoogt een eenvoudigere werkwijze te verschaffen waarmee toch een goed verpakte rol wordt verkregen, die niet kan losraken, en welke werkwijze met een eenvoudige inrichting ten uitvoer kan worden gelegd.

15 De werkwijze volgens de uitvinding wordt zodanig uitgevoerd dat ten minste één snoer of band over een beperkte afstand los tussen de laatste windingen van de materiaalbaan wordt ingébracht en vervolgens over het roloppervlak tot ten minste één complete winding wordt gewonden waarna het einde ervan tegen loskomen van 20 de rol wordt geborgd.

Het snoer kan daarbij spiraalvormig met een aantal windingen over het roloppervlak worden gewonden, doch ook kunnen twee afzonderlijke snoeren vanaf de kopse einden van de rol worden gespiraliseerd naar het midden van de rol waar de snoereinden 25 tegen loskomen van de rol worden geborgd. Het is tevens mogelijk dat één enkel snoer over de gehele lengte van de rol van het ene einde naar het andere wordt gespiraliseerd waar het snoereinde tegen loskomen van de rol wordt geborgd.

8100986

V

-2- t

Het vastzetten van het snoereinde is mogelijk doordat uit een aantal snoerwindingen een bundeltje wordt gevormd waarin het snoereinde wordt vastgehouden. Ook kan echter voor het vasthouden van het snoereinde een apart element worden gebruikt.

5 De werkwijze volgens de uitvinding heeft het voordeel dat het baaneinde goed, eventueel over de gehele breedte van de rol wordt vastgehouden en dat de knoopbewerking tot een minimum kan worden herleid en zelfs automatisch kan worden uitgevoerd. Het bundeltje kan bestaan uit minstens het snoereinde en één voor-10 gaande snoerwikkeling, aan elkaar gehecht door kleven, lassen of een mechanische verankering zoals twisten.

Het gevraagde uitsluitend recht strekt zich tevens uit tot een rol van gewonden baanvormig materiaal, gevormd onder toepassing van de werkwijze als bovenomschreven, in het bijzonder dus 15 een rol met ten minste een met het ene einde tussen het materiaal vastgehouden en uit de laatste winding uitstekend snoer of bandvormig element dat tot ten minste één complete winding over de rol is gewikkeld en waarvan het andere einde tegen loskomen van de rol is geborgd. Het vrije einde kan met een apart element 20 zijn geborgd dan wel aan het over de rol gelegen deel ervan zijn bevestigd.

Opgemerkt wordt dat met de in het voorgaande gebruikte uitdrukking "snoer of band” wordt bedoeld elk element met een ten opzichte van de rollengte kleine breedte, geschikt om over de rol 25 te worden gewikkeld en verwerkt zoals in het voorgaande aangegeven.

Het gevraagde recht omvat tevens een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze als bovenomschreven omvattende een toevoer-inrichting voor het tijdens het wikkelen van de rol tussen de windingen daarvan inbrengen van ten minste één snoer of band,en een 30 inrichting voor het tegen van de rol loskomen borgen van het einde van het over de rol gewikkelde deel daarvan. Daarbij is bij voorkeur de toevoerinrichting ten opzichte van de rol in axiale richting verplaatsbaar.

8100986 -3- %

De uitvinding is van bijzonder belang voor het verpakken van relatief zwaar materiaal, zoals vlechtwerk of gelast gaas uit metaaldraad dat tijdens het transport in de vorm van rollen zijn stevigheid moet behouden. Daarbij kan een belangrijke materiaal-5 besparing worden verkregen. Het is mogelijk relatief zware rollen met een gewicht van enkele tientallen kg door middel van één enkel eenvoudig element vast te binden - dit brengt een aanzienlijke tijdsbesparing mee bij de verbruiker en maakt hanteren van afstand mogelijk.

10 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 stelt schematisch een uitvoering van de werkwijze voor;

Fig. 2 is een perspektiefzicht van de rol bij het begin van een verpakkingscyclus;

Fig. 3 t/m 6 verduidelijken varianten van de verpakkings-15 methode.

Fig. 1 verduidelijkt de werkwijze volgens de uitvinding volgens welke een materiaalbaan 1 wordt opgewonden tot een rol en verpakt. Bij een van de laatste windingen worden ten minste één en bij voorkeur twee snoeren 2 ingebracht die door wrijving 20 tussen de windingen worden vastgegrepen. Als de materiaalbaan volledig opgewonden is zal de snoervoedingsinrichting 3 die bijvoorbeeld een richtkanaal 4, een schaar 5, aanwezigheids-detektoren 6 en een voedingsrol 7 bevat zich evenwijdig langs de rol verplaatsen terwijl de rotatie van de rol voortgaat.

25 Doordat het snoereinde 8 in de rol, b.v. door wrijving wordt vastgehouden, kan de gewenste snoerspanning worden gehandhaafd, eventueel geholpen door aandrukrollen 9. Op die wijze kan een spiraalwinding over de gehele rolbreedte worden gevormd. Deze wordt beëindigd tijdens voortgaande rotatie van de rol waarbij 30 enkele snoerwindingen op één plaats worden verzameld en na afknippen kan het snoer met behulp van een bindapparaat 10 in een bundeltje worden vastgehecht.

8100986 -4- J ’ s»

Jf· 'v

De materiaalbanen kunnen bijvoorbeeld bestoan uit lange vellen of stroken papier, cellulose, textiel of tapijt, met een aanzienlijke breedte. Een snoer kan bestaan uit een smalle strip plasticfolue of papier, een koord of vergelijkbaar element dat de 5 opwindspanning kan doorstaan. Bij voorkeur wordt de werkwijze gebruikt voor vlecht- of traliewerk uit metaaldraad bijvoorbeeld uit zacht of halfhard staaldraad dat kan gebruikt worden als afsluitingsgaas. Als snoer kan dan een metaaldraad gebruikt worden die bijvoorbeeld een vergelijkbare afmeting en eigenschappen 10 heeft als de samenstellende draden van het vlechtwerk.

Fig. 2 toont in perspektief hoe twee snoeren 2 aan de kopse uiteinde van een opgerolde materiaalbaan 1 zijn ingewerkt. Het losse uiteinde 8 wordt tussen de laatste winding of windingen van de baan geklemd door de eigen opwindspanning.

15 Fig. 3 toont de verdere afwerking van de opwindbewerking. De snoeren 2 zijn symmetrisch in spiraalvormige wikkelingen 11 rond de rol 12 gebonden. Centraal zijn een paar wikkelingen verder tot een bundeltje 13 gecombineerd dat door middel van een apart element 14 wordt vastgehecht. Dit element 14 kan een eenvoudige 20 kleefband zijn of een metalen niet, haakje of sluitring (slips) eventueel van een herkenningselement voorzien bijv. van een fluorescerend oppervlak dat automatisch detekteerbaar is.

Fig. 4 toont een alternatief waarbij twee snoeren 2 respek-tievelijk in het midden en aan een kopseind van de rol we worden 25 ingewerkt en door een spiraalbewerking in evenwijdige richting opgebonden. Hier zijn dan twee verschillende sluitingen 14 en bundels 13.

Fig. 5 toont een andere verpakking met twee symmetrisch gewonden snoeren die achter aan de kopse einden tot twee afzonder-30 lijke bundeltjes 13 zijn verwerkt.

In Fig. 6 is een asymmetrische bindwijze met enkel snoer aangegeven waarbij een bundeltje zich slechts aan één kopeind van de rol 12 bevindt.

8100986

Claims

1. Werkwijze voor het verpakken van gewonden baanvormig materiaal in de vorm van een rol onder toepassing van een daarom gewikkeld snoer of band, met het kenmerk, dat ten minste één snoer of band over een beperkte afstand los tussen de laatste 5 windingen van de materiaalbaan wordt ingebracht en vervolgens over het roloppervlak tot ten minste één complete winding wordt gewonden waarna het einde ervan tegen loskomen van de rol wordt geborgd,

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t he t kenmerk, 10 dat het snoer spiraalvormig met een aantal windingen over het roloppervlak wordt gewonden.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat twee afzonderlijke snoeren vanaf de kopse einden van de rol worden gespiraliseerd naar het midden van de rol 15 waar de snoereinden tegen loskomen van de rol worden geborgd,

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat één enkel snoer over de gehele lengte van de rol van het ene einde naar het andere wordt gespiraliseerd waar het snoereinde tegen loskomen van de rol wordt geborgd.

5. Werkwijze volgens conclusie 1 -4 , m e t het ken - merk, dat uit een aantal snoerwindingen een bundeltje wordt gevormd waarin het snoereinde wordt vastgehouden.

6. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat voor het vasthouden van het snoereinde een apart 25 element wordt gebruikt.

7. Rol van gewonden baanvormig materiaal,m et het kenmerk, dat deze is gevormd onder toepassing der werkwijze volgens een of meer der conclusies 1-6. 8100986 -6- -W v

8. Rol van gewonden baanvormig materiaal, gekenmerkt door ten minste één met het ene einde tussen het materiaal vastgehouden en uit de laatste winding uitstekend snoer of bandvormig element dat tot ten minste één complete winding over de 5 rol is gewikkeld en waarvan het andere einde tegen loskomen van de rol is geborgd.

9. Rol volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het vrije einde met een apart element is geborgd.

10. Rol volgens conclusie 8, met het kenmerk, 10 dat het vrije snoer- of bandeinde aan het over de rol gelegen deel daarvan is bevestigd.

11. Rol volgens conclusie 7-10, met het kenmerk, dat het materiaal bestaat uit metalen vlecht- of traliewerk.

12. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens 15 conclusie 1-6, gekenmerkt door een toevoer- inrichting voor het tijdens het wikkelen van de rol tussen de windingen daarvan inbrengen van ten minste één snoer of band, en een inrichting voor het tegen van de rol loskomen borgen von het einde van het over de rol gewikkelde deel daarvan.

13. Inrichting volgens conclusie 12, m e t het ken merk, dat de toevoerinrichting ten opzichte van de rol in axiale richting verplaatsbaar is. 8100986