NL8100865A - Inrichting voor het openen en sluiten van een flexibel scherm in een broeikas. - Google Patents

Description

----- - ..... . -- - - 2S

« VO 1663-

Inrichting voer het openen en sluiten van een flexibel scherm, in een broeikas t

De uitvinding- betreft-een -inrichting voor het openen en sluiten van een flexibel scherm, in een broeikas. In het bijzonder betreft de uitvinding een inrichting voordiet openen en sluiten van een flexibel scherm, dat bestemd is cm de warmte in die broeikas te houden of cm 5 die broeikas te ventileren, zoals een plastic-vel voor het afdekken van het buitenoppervlak van een broeikas of veimateriaal voor het vor=-men van een afscheiding van in het inwendige van de broeikas, door een dergelijk flexibel scherm op een opwikkelstaaf op te wikkelen of er van af te wikkelen.

10 Een gebruikelijke inrichting van deze soort, bestemd voor het openen en sluiten van een flexibel scherm, is bekend uit de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage 2.^.852/77' en 1*3.638/77.

Overeenkomstig deze gebruikelijke inrichting, zoals afgebeeld in de tig. 1a en 1b, bevindt zich in een verdiept gelegen gedeelte tussen 15 twee belendende bovenwanden van een broeikas van het type met een aantal opeenvolgende overspanningen, een primaire aandrijfinrichting M aan een einde aan de nokgevelzijde, terwijl één einde van een flexibele aandrijfas F is verbonden met een rotatie-as S van die primaire aandrijving sinrichting M en het andere einde van die flexibele aandrijfas F 20 meteen buis P, voor het opwikkelea van een schema A is verbonden.

Met name is deze bekende inrichting zodanig uitgevoerd, dat het schema A op- en afgewikkeld wordt door normale resp. omgekeerde rotatiebewegingen van de primaire aandrijfinrichting M.

Bij deze conventionele inrichting, weergegeven in fig. 1a en 1b, 25 is echter het op- en afwikkelen van een scherm A onmogelijk in het bereik met een breedte 1, zoals aangegeven in die figuren, d.w.z. in dat gebied, waar zich de primaire aandrijfinrichting M en de flexibele aandrijfas F bevinden. Toorts is het, bij deze bekende inrichting, doordat daarbij een vertragingsdrijfwerknechanisme R is opgesteld tussen de 30 primaire aandrijfinrichting M en de flexibele aandrijfas F, en de door de buis P te dragen last rechtstreeks moet worden opgenamen door de flexibele as F, voor een scherm met een groter opvindbreedte noodzakelijk.

8100865 -2- een flexibele aandrijfas toe· te passen, welke bijzonder sterk, uitgevoerd is,, hetgeen tot gevolg heeft,, dat de flexibiliteit van. de flexibele aandrijfas wordt verminderd, en de bovengenoemde' breedtoaaat 1 op. ongewenste wij ze vergroot wordt...

5 Doel van de uitvinding is nu,, de in het voorgaande geschetste bezwaren,, welke inherent zijn. aan d& tot dusverre bekende inrichting, te ondervangen. Met name bestaat, een hoofddoel van de uitvinding in . het verschaffen van een- inrichting voor het soepel openen en sluiten van. een flexibel scherm op elke gewenste plaats in een broeikas.

10 De., uitvinding zal thans nader gedetailleerd worden beschreven onder verwijzing naar· de tekening,, waarin enkele, uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding, uitsluitend bij wi j. ze:wan..voorbeeld voor de uitvinding, zijn weergegeven.·.

Fig.. t laat een gebruikelijke, inrichting zien met in de fig. 1a in doorsnede met zijaanzicht· en. 1b in. doorsnede met bovenaanzicht , 15 in beide gevallen .van het hoofddeel van de' inrichting;.

de fig. 2-8 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, waarbijr fig. 2 een perspektivisch. aanzicht is van een broeikas van. het type met een aantal opeenvolgende- overspanningen, waarvoor de onder-20 havige uitvinding wordt toegepast; fig. 3 een gedeeltelijk, perspektivisch.aanzicht is van een overbrenging sdri jfverkmeehanisme; fig. !+ een doorsnede is met gedeeltelijke vooraanzicht van de toestand, waarin het drijf werkaechanisme volgens fig. 3 is samengevoegd; 25 fig. 5 een gedeeltelijke doorsnede met aanzicht is. van het samengevoegde drijfwerkmechanisme volgens fig. U; fig. 6 een doorsnede-met-aanzicht is van de. verbinding tussen een uitgang sas en een flexibele aandrijfas; fig. 7 een gedeeltelijke doorsnede met vooraanzicht is van een 30 vertragingsdrijfverkmechanisme; en fig. 8 een doorsnede met gedeeltelijke zijaanzicht is van het vertraging sdri jfwerkmechanisme volgens fig. 7; de fig. 9-16 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van. een inrichting volgens de uitvinding, waarbij 35 fig. 9 een perspektivisch aanzicht is van het hoofddeel van de inrichting volgens de uitvinding, voorzien van een, een drang in afwik- 8100865 ' ... * I* -3- kelzin uitoefenend mechanisme; fig·. 10 een schematisch aanzicht is van dat mechanisme, volgens de doorsnedelijn X-X in fig. 9v fig. 11 een aanzicht is van het, aandrang in afwikkelzin uit-5 oefenendehechanisme, volgens de doorsnedelijn XI-XI in fig. 10;.

fig. 12 een langsdoorsnede-met-aanzïcht is van een ander voorbeeld van het gebied met aandrijfbron van een, drang in afwikkelzin uitoefenend mechanisme; fig. 13 een perspectivisch aanzicht is van een ander voorbeeld 10 van. het een drang in afwikkelzin uitoefenende mechanisme; fig. 1¾ een gedeeltelijke doorsnede met zijaanzicht is. van een andere uitvoeringsvomt van het vertragingsdrijfverkaechanisme; fig- 15 een- langsdoorsnede-met-aanzicht is van nog een andere uitvoeringsvoim van het drang in afwikkelzin uitoefenende mechanisne; en 15 fig» 16 een doorsnede met aanzicht is van het hoofddeel, -waarbij een ander voorbeeld is verduidelijkt van de wijze van bevestiging van een afwikkeldraad aan een opwikkelstaaf.

Fig. 2 laat een uitvoeringsvoim zien, waarbij is voorzien in een inrichting volgens de uitvinding voor het openen en sluiten van een 20 flexibel schema voer het afdekken van het buitenoppervlak van een broeikas van het type met een aantal opeenvolgende overspanningen. De broeikas 1 bevat een aantal overspanning en Ta, 1b en 1c, welke elkaar in een reeks opvolgen, terwijl is voorzien in flexibele schermen 2, welke geopend en gesloten worden in verdiept gelegen of verlaagde gedeelten 1v 25 en 1v!, welke gekeerd zijn naar· de overspanningen. 1a, 1b en 1c.

Meer in het bijzonder is elk afdekschem 2, 2 onderverdeeld in een stationair scheim 2a en een te openen en te sluiten scherm 2b door een scheimbevestigingselement 3, 3, dat zich uitstrekt tussen de beide topgevels van elk der overspanning en 1a, 1b en 1c in de nabijheid van 30 het bovengedeelte van de overspanning. Het stationaire scheim 2a strekt zich uit tussen de schermbevestigingselementen 3,3 of tussen het bevestigingselement 3 en een zijfrsme 100 van de broeikas 1. Het te openen en te sluiten scherm 2b is met ten einde bevestigd aan het scheim-bevestigingselement 3, terwijl het andere einde bevestigd aan een 35 opwikkelstaaf b. Overeenkomstig deze uitvoeringsvorm worden de te openen en te sluiten schermen 2b, welke zijn aangebracht in de verdiept of verlaagd gelegen gedeelten 1v en 1v’ opgewikkeld of af gewikkeld door 8100865 * i ........ ' ............. ........

rotatie van. de opwikkelstaaf k, waardoor de verlaagd of verdiept gelegen gedeelten. 1v en 1v’ van het bovenwandgedeelte van. de broeikas 1· geopend of gesloten worden.

In fig. 2 is, met het verwijzingscijfer 70> een. aandrang in 5 afwikkelzin uitoefenend mechanisme voor de opwikkelstaaf b afgebeeld, welk. mechanisme hieronder, in verband met de tweede uitvoeringsvorm-nader zal worden beschreven. Dit mechanisme kan ook bij deze uitvoeringsvorm, voorzover dit noodzakelijk is, worden toegepast.

Thans zal het aandrijfmechanisme voor de opwikkelstaaf worden 10 beschreven..

Een aandrijfas 5 is langs één topgevelwand van de broeikas aangebracht en wordt ondersteund door een aantal overbrengingsdrijfwerk-systeuên 6,6...-.. welke aan. een frame 101 aan de respectieve verlaagd of verdiept gelegen, gedeelten 1v en. 1v’ van de overspanning en 1a,: 1b en 1c 15 van de broeikas 1 bevestigd zijn. Eén einde van de aandrijfas 5 is werkzaam verbonden met een primaire aandrijfinrichting 7, die in twee onderling tegengestelde draairichtingen werkzaam kan. zijn. De éne einden van langwerpige, flexibele aandrijfassen 8,8.... zijn werkzaam verbonden met de corresponderende,, respectieve overbrengingsdri jfwerksystemen 6,6, 20- terwijl de andere einden van de flexibele aandrijfassen 8,8.... werkzaam. zijn verbonden met beweegbare vertragingsdrijfwerken 9, welke met de éne einden van de opwikkelstaven b verbonden zijn.

Zoals nader blijkt uit de fig. 3-5 bevat het overbrengingsdrijf- werksysteem 6 bij de inrichting volgens de uitvinding een cilindrische 25 ingangsas 61 met een inwendige diameter van zodanige afmetingen, dat daarin de aandrijfas 5 kan worden ingezet, terwijl, een ingangsdrijf- werk 62 zwenkbaar bevestigd is op de ingangsas 61 en een uitgangsdrijf- werk 63 in ingrijping verkeert met het ingang sdrijfwerk 62, en voorts is voorzien in een uigangsas 6k, waaraan het uitgangsdrijfWerk 63 zwenkbaar . 30 bevestigd is en een huis 65 de uitgangsas 6b roteerbaar opneemt en ondersteunt.

De ingangsas 61 wordt roterend zwenkbaar ondersteund in een ondersteuningsgat 651, dat is gevormd in een huis 65, en wel door 2^ tussenkomst van een leger 652, terwijl de uitgangsas 6b roteerbaar zwenkbaar wordt ondersteund in een in het huis 65 gevormd ondersteuningsgat 653 door tussenkomst van een koppelingsorgaan 66 en een leger 65½.

Aan het huis 65 is een ondersteuning spoot 67 bevestigd, terwijl beves- 8 1 0 08 6 5 -5- tr » tigingselementen 68,68 boren op de ondersteuningspoot 67 gemonteerd zijn ter bevestiging van.het frame 101 (zie fig. 2) van de broeikas.

Een concave groef 663» waarin passend een. C-ring 662 is opge-naaen, die moet voorkomen dat een hieronder nog nader te beschrijven 5 glijring 66 kan vallen* en gaten 665 voor het inzetten van kogels 66b, die moeten voorkomen dat een verbindingselement.8l. (weergegeven in fïg.6) kan vallen* zijn gevormd op het boveneindgedeelte van het koppelings-orgaan 66, dat bevestigd is aan het bovengenoemde ondersteuningsgat 663.

10 De glijring 661 heeft op een boveneindgedeelte van zijn binnenvlak een toelopend vlak 661a, waarin de binnendiameter in de richting naar de eindrand toeneemt, terwijl de glijring 661 in een zodanige stand passend is aangebracht, dat deze door een aandrukveer 666* weergegeven . in fig. 5 wordt gedrukt tegen de bovenste eindzijde van het koppelings-15 orgaan 66. Blijkens fig. 6, is aan elk van de beide boveneindgedeelten van de uitgangsas 6b een uitsteeksel 6b 1,6hl zodanig gevormd, dat dit uitsteeksel passend opgenamen is in een groef 801, welke is gevormd in een eindgedeelte van de flexibele aandrijfas 8.

Blijkens de fig. 6 en 7 is de flexibele aandrijfas 8 vrij draai- 20. baar passend opgenemen in een flexibele buitencilinder 82, terwijl een groef 801 gevormd is in het éne eindgedeelte van de flexibele aandrijfas 8, zodat het uitsteeksel 6b] van de uitgansas 6b in deze groef 801 past en een draaiend werkzame kracht van de uitgangsas 6b van het overbrengingsdrijfwerksysteen 6 wordt overgebracht op de flexibele 25 aandrijfas 8. Een uitsteeksel 802, soortgelijk aan het uitsteeksel, dat is gevoimd op het eindgedeelte van de uitgangsas 6b, is aangevormd aan het andere eindgedeelte van het flexibele aandrijfas 8. Een. verbindingselement 81, zoals weergegeven in fig. 6,. bevindt zich aan het eindgedeelte van de buitencilinder 82 in het gebied, waar de flexibele 30 aandrijfas 8 is verbonden met de uitgangsas 6b. Een concave groef 811 is in het boveneindgedeelte van het verbindingselement gevormd, zodat de bovengenoemde kogels 66b passend zijn opgenemen in de groef 811, waardoor voorkomen wordt, dat het verbindingselement 81 uit het koppe-lingsorgaan 66 kan vallen.

35 Thans zal de verbinding, onder verwijzing naar fig. 6, nader wor den beschreven.

Wanneer het verbindingselement 8l passend in het koppelingsor-gaan 66 aangebracht wordt, kamen de kogels 66b passend te zitten in de 8100865 -6- \ ι >' " concave groef 8l 1 · ia eea toestand,, .waarbij op. die kogels· 66k .druk vordt uitgeoefend door Het binnenvlak van de glijring 661.. Daarbij vordt Het uitsteeksel 6^-1 ran de uitgangsas 6k passend, opgencmen in de groef 801 van de flexibele aandrijfas.. Wanneer Het de bedoeling is, deze verbin-·.· 5 ding te verbreken,.v.dient daartoe de glijring 661 in pijlricbting α te vorden verplaatst. Het toelopende vlak 66la van de glijring 661 ligt dan tegen de kogels 66k aan en de drukverking op de kogels 66k vordt veggencmen. Daardoor vallen vanneer Het verbindingselement 6l vordt losgenomen, de kogels 66k uit de concave groef 811 met tot gevolg, dat 10 de verbinding tussen. Het koppelingsorgaan 66 en Het verbindingselement 81 verbroken, vordt.

Een koppelingsorgaan 83, soortgelijk aan· Het koppelingsorgaan 66, vordt gemonteerd op bet anderen eindgedeelte van de buitencilinder 82.

Zoals veergegeven in de fig. T en. 8,. bevat bet bovengenoemde, Ί5 beveegbare vertragingsdrijfverk een vorm 91, vaarop de. draaiend verkzame kracht vordt overgebracht vanaf de flexibele aandrijfas 8 en een vom-. viel 92, vaaraan één einde- van. de opvikkelstaaf ^ is bevestigd en die in ingrijping. verkeert’ met de vom 91 * In Het- ingang sas einde van de vorm 91 is een groef 911 gevormd en in die groef 911 is passend bet 20 uitsteeksel 802 van de flexibele aandrijfas 8 opgencmen. Het koppelingsorgaan 83, dat is aangebracht op de buitencilinder 82, is verbonden met een verbindingselement 9^· (soortgelijk aan bet verbindingselement 81, dat gemonteerd is op de buitencilinder 82), aangebracht op een huis 93 van Het vertragingsdrijfverk 9. Aldus vordt de rotatiekracHt van de 25 flexibele aandrijfas 8 vertraagd door de vorm 91 erudiet vormviel 92 en overgebracht op de opvikkelstaaf l+.

In de fig. 2 en 7 is met bet vervij zings cijfer 10 een telescopische Hefboaa aangeduid, velke bestaat uit een aantal holle, cilindrische Hefbomen 10a, 10b,....., vaarvan de binnendiameter onderling 30 verschilt en velke zodanig zijn aangebracbt, dat de hefboom 10 uitgetrokken en ineengedrukt kan vorden door verschuif- of glijbevegingen van die bolle cilindrische hefboom 10a, 10b...... vaarbij deze met elkaar in aanraking verkeren. Het boveneinde van de telescopische hefboom 10 is zvenkbaar bevestigd aan een flensgedeelte 93a van bet 35 Huis 93, tervijl Het ondereinde van de telescopische Hefboom zvenkbaar is verbonden met een bevestigingselement 11, dat zich bevindt in de nabijheid van de broeikas 1.

8100865 > * " 1........... --- _τ_

Dienovereenkomstig kunnen, wanneer het flexibele scherm. 2h op- en afgewikkeld wordt, de opvikkelstaaf k en het vertragingsdrijf-werk 9 langs het hovenwandgedeelte van de broeikas 1 worden verplaatst, bij voorbeeld een bovenframe 103, terwijl tegelijkertijd onwillekeurige, 5 spontane .draaibeweging van het vertragingsdrijfwerk 9 kan worden voorkomen.

Bij de uitvoeringsvorm zoals in het voorgaande beschreven,. wordt - de rotatieve aandrijfkracht van de primaire aandrijf inrichting J overgebracht op de aandrijfas 5 en tevens op de flexibele aandrijfas 8, 10 welke is verbonden met de uitgangsassen 64 van de respectieve drijf-werksystemen 6,6, terwijl de opvikkelstaaf 4 in rotatiebweging wordt gebracht en aangedreven wordt via het vertragingsdrijfwerk 9, voor het open af wikkelen, van het flexibele scherm 2b..

Speciaal bij de uitvoeringsvorm af geheeld in fig. 2 zijn de.

15 flexibele assen 8 verbonden, met weerseinden van de uitgangsassen 64 van de overbrengingsdrijfwerksystemen 6, zodat twee opwikkelstaven 4,4, die naar elkaar toegekeerd zijn in de verdiept of verlaagd gelegen gedeelten 1v en 1v’ tussen de overspanning en 1a, 1b en 1c in onderling tegengestelde richtingen in rotatiebeveging worden gebracht voor het 20 gelijktijdig openen of sluiten van de flexibele schermen 2b, welke naar elkaar toe gekeerd zijn,, met daartussenin de verdiept of verlaagd gelegen gedeelten 1v en 1vT van de overspanningen 1a, 1b en 1c.

Opgemerkt wordt nog, dat in fig. 2 met het verwijzingscijfer 12 een regelpaneel is aangegeven, dat signalen ontvangt, welke afkomstig 25 zijn van een in de tekening niet weergegeven teaperatuurdetector, een - eveneens in de tekening niet weergegeven — regeldetector en dergelijke, voor het uitvoeren van regelwerkzaamheden zoals normale rotatiebweging, tegengestelde rotatiebeweging en het tot stilstand brengen van de primaire aandrijf inrichting 7· Voorts is met .het verwijzingscijfer 2c 30 een gat aangeduid, dat is gevormd. in de topgevelzijwand van de broeikas 1.

De flexibele aandrijfas 8 reikt in dit gat on er aldus in te worden ondersteund. In de fig. 3 en 5 is met het verwijzingscijfer 64a een olie- pakking aangegeven, terwijl de verwijzingscijfers 65a en 65b resp. een assembleerbout en --moer aanduiden.

Bij de inrichting volgens deutiitvind-ing overeenkomstig de hierboven uiteengezette uitvoering kan het flexibele scherm gamakkelijk en licht geopend en gesloten worden door bewegingen van het beweegbare 35 8100865 ' ’♦ · ' ι- τ--—.· ··- · ---- Λ- ^ ^ "’"to"‘ ..... *' " ' ~~ “ ^ ι -8- i vertragingsdrijfwerk. en. Tan. de opwikkelstaaf.. Aangezien. een aantal opwikkelstaven. in rotatiebweging kan worden gebracht door· een draai-mament, dat desgewenst, kan· worden geleverd door één primaire aandrijf-inrichtirg, is het, ook wanneer het een broeikas betreft, van het type 5 met een. aantal opeenvolgende overspanningen, niet noodzakelijk een . ' . aantal primaire aandrijf inrichting en te installeren.

. Voorts behoeven, aangezien het' overbrengingsdrijfverksystemen van een constructie is, waarbij de aandrijfas wordt ingezet in de in-gangsas en in die ingezette stand kan worden bevestigd in een wille- 10. keurig (.gewenste stand door middel van schroeven 61a, geen werkzaamheden • voor het. justeren van de. lengte van de aandrijfas en voor het ontkoppelen van. de aandrijfas te worden uitgevoerd. Een. aangezien het over-brengingsdrijfwerksysteem. zwenkbaar de aandrijfas ondersteunt,, is er ook geen bijzonder legerelaaent nodig - Bovendien, kan, aangezien de ver-15 bindingsgedeelten van de flexibele aandrijfas van zodanige constructie zijn dat zij onderling zijn verbonden, de lengte naar keus gejusteerd worden door verbinding van flexibele aandrijfassen met een eenheids— lengte, zodat vervaardiging hiervan in grote hoeveelheden op voordelige wijze mogelijk. is.

20 Opgemerkt wordt voorts nog, dat, aangezien de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zodanig is uitgevoerd, dat de rotatiekracht van de flexibele aandrijfas wordt overgebracht op de opwikkelstaaf via het vertragingsdrijfverk, de belasting, welke werkzaam is· op de flexibele 25 aandrijfas gereduceerd, kan worden, zodat het met name niet nodig is, een flexibele aandrijfas toe te passen, welke bijzonder sterk is uitge- voerd. Hierdoor kan op vervaardigingskosten worden bespaard.

Voor de. verbinding van flexibele aandrijfassen met de over-brengingssystanen en vertragingsdrijfwerken alsmede voor de verbinding 30 van aandrijfassen onderling kunnen bajonet-verbindingsconstructi.es worden toegepast. Dienovereenkomstig kunnen de werkzaamheden voor het tot stand brengen en het lo sneuen van die verbindingen gmakkelijk uitgevoerd worden.

Het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld is geschikt 35 voor een broeikas van een type met een aantal opeenvolgende overspanningen. Het zal echter voor een deskundige op het onderhavige gebied duidelijk zijn, dat deze uitvoeringsvorm ook kan worden toegepast, wanneer het een ' broeikas betreft met slechts iin overspanning en even goed ook geschikt 8100865 ’ ................. -9- is -voor het openen en sluiten van schermen, welke niet slechts in het bovenwandgedeelte doch ook in het zijwandgedeelte zijn aangehracht.

Een tweede uitvoeringsvom overeenkomstig de uitvinding welke op geschikte wijze kan worden toegepast voor het openen en sluiten 5 van een flexibele schem ter onderverdeling van het inwendige van een broeikas, zal thans, nader worden beschreven. Bij deze tweede uitvoeringsvorm _zijn die constructie-elementen, welke overeenkomen met constructie-elementen welke ook bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm werden toegepast, voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. Nadere toe-10 lichting van deze elementen is hier dus ook niet nodig.

. Kenmerkend voor deze tweede uitvoeringsvom is een aandrang in afwikkelrichting uitoefenend mechanisme voor de opvikkelstaaf- Zoals hierboven reeds uiteengezetr kan dit mechanisme öok worden toegepast bijlde eerste uitvoeringsvom, zoals aangegeven met het verwij zings cijfer 70 in 15 fig. 2.

Overeenkomstig de fig. 9 en 10 is een broeikas 1 voorzien van hoofdframes 100a en 100b, welke als het skelet voor de broeikas fungeren, terwijl zich in de broeikas 1 scheidingsdraden 105,105 zijn gespannen op geschikte onderlinge afstanden voor het vomen. van een scheidings-20 vlak door een te openen en te sluiten flexibel schem. 2b.

Evenals bij het eerstbeschreven uitvoering svoorheeld volgens de uitvinding is een randeinde van het te openen en te sluiten schem 2b bevestigd aan een opwikkelstaaf k, terwijl de andere eindrand is bevestigd aan het bevestigingselement 3· Hierbij zijn de opwikkelstaaf k 25 en het schem 2b geplaatst op de scheiding sdraden 105,105-·.. Dienover-eenkcmstig wordt het scheidingsschem geopend en gesloten door de opwikkelstaaf i; die beweegt en rolt op de scheiding sdraden 105,105 voor het op- en afwikkelen van de schem 2b.

Evenals bij het in het voorgaande beschreven, eerste uitvoerings-30 voorbeeld is een aandrijfas 5» die wordt aangedreven door een motor 7 welke-zowel in de normale as inde tegengestelde richtingen kan draaien, zwenkbaar aan een overbrengingsdrijfwerksysteen. 6, dat is bevestigd aan en wordt ondersteund door een frame 101. Eén einde van een flexibele aandrijfas 8 is werkzaam verbonden met een overbreng ingsdrijfwerk-35 systeem 6, terwijl het andere einde van die flexibele aandrijfas 8 werkzaam is verbonden met een beweegbaar vertragingsdrijfwerk 9 dat werkzaam is verbonden met een eindgedeelte van de opwikkelstaaf 8100865 ♦ * l -10-

De rotatief werkzame kracht- van de motor- 7 wordt overgebracht op het • beweegbare vertragingsdrijxVerk 9 en de opwikkelstaaf ^ via het cver-_____ . .. brengingsdrijfwerksysteem 6 en de flexibele aandrijfas 8. Het vertraging sdrijfwefk 9 wordt ondersteund door twee paren rollen 9a (zie fig:· 1U), 5 in plaats van de telescopische hefboom., die bij het eerste uitvoerings- voorbeeld is toegepast, zodat, het vertragingsdrijfwerk 9 heen en weer kan bewegen tussen de frames 100a en 100b van de broeikas 1, terwijl . onwillekeurige rotatiebweging van het vertr agings drijfwerk 9 langs een geleidingsrail 1OH, welke zich uitstrekt'tussen de. frames 100a en 1'OOb, .

10 wordt voorkomen.

Met het verwijzingscijfer TO is een aandrang in afwikkelzin uitoef enend. mechanisme voor-het flexibele schema 2b aangeduid, dat een ge- bied met. aandrijf bron. 71 bevat en een afwikkeldraad 72» Het gebied, met . •-aandrijfbron 71- is- bevestigd aan. het frame 100a van de: broeikas 1, d.w.z., 15. dat het frame zich aan de afwikkelzijde van de opwikkelstaaf U bevindt, terwijl de afwikkeldraad 72 zich uitstrekt tussen een. uitgangsas 711 (zie fig. 11) van het gebied met aandrijfbron 71 en de opwikkelstaaf U..

Een deel van de constructie, van het gebied met aandrijfbron 71 is weergegeven in fig. 11. Met het verwijzingscijfer 712 is een huis . 20 aangegeven, dat is bevestigd aan het frame 100a van de broeikas 1.

In dit huis 712 worden een uitgangsas 711 met een daaraan bevestigde haspel 713 en een veerhaspel 71^ roteerbaar ondersteund. Met het verwijzing sarijfer 71? is een spiraal-bladveer, welke een constante her-stelkracht levert, aangeduid die is gewikkeld op de haspels 713 en 71^· 25 Het éne einde van de spiraal-bladveer 715 is bevestigd aan de haspel 713 van de uitgangsas 711» terwijl het andere einde van die veer 715 vrij geplaatst, is op de veerhaspel 71^-, d.w.z. zonder daaraan bevestigd te zijn.

Bij de weergegeven uitvoeringsvom worden de haspels 713, 71 ^ 30 gebruikt voor het opwikkelen van de veer 715· In plaats van deze haspels 713, 71 ^ kan ook louter een opwikkelas worden toegepast. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een hulpas 716» die is voorzien van een trommel 717, bevestigd aan de uitgangsas 711 door middel van een bevestigingsschroef 711a, terwijl één einde van de afwikkeldraad 72 is 35 bevestigd aan en gewonden om deze hulptrcmmel 717· Uiteraard is ook een gewijzigde uitvoeringsvorm mogelijk, waarbij de hulpas 71 β en de hulptrcmmel 717 niet worden toegepast, doch de afwikkeldraad 72 rechtstreeks 8100865 -11- is gevonden aa de uitgangsas Tl 1 ♦ Zoals reeds· uiteengezet is, overeenkomstig fig. 11, één spiraalbladveer Tl 5 toegepast van- het" type, dat ' een. constante herstelkracht levert. Het zal voor een deskundige evenwel duidelijk zijn, dat ook tenminste twee spiraal-bladveren 715a en 715t>-5 kunnen worden toegepast, zoals weergegeven inufig. 12. Wanneer een aantal spiraal-hladveren wordt toegepast, kan er mee worden volstaan dat slechts de respectieve bladveren aa de uitgangsassen gewonden zijn, zodat de ene eindgedeelten van die veren elkaar overlappen.

Voorts .is nog een gewijzigde uitvoeringsvorm mogelijk, waarbij, 10 blijkens fig. 13, de hulpassen 716 is verlengd en zich uitstrekt tussen frames 100a en 100b in de broeikas-1 ^terwijl een aantal hulptramaels 717a, 717b, 717c,... - op geschikte onderlinge afstanden is bevestigd aan de hulpas 716· Hierbij is de inrichting zodanig dat de êne. einden van de resp. afwikkeldraden 72a, 72b, 72c,.... bevestigd zijn aan de opwikkel-15 staaf 4 en deze afwikkeldraden aa de opwikkelstaaf 4 zijn gewonden, tezamen met het flexibele scherm 2b. Hierbij wordt een.scheidings-effect bereikt van flappen van het flexibele scherm 2b, welke tegen elkaar hechten, als gevolg van temperatuurverandering en veranderingen in het relatieve vochtgehalte in het rolachtig „opgewonden gedeelte 20 van het scherm 2b, wanneer het flexibele scherm 2b afgewikkeld wordt, Bovendien kan een aantal gebieden met aandrijfbron 71 worden toegepast naar gelang van de afmetingen van de broeikas 1 en van de dikte van de flexibele scherm 2b.

Zo zijn bij voorbeeld, overeenkomstig fig. 13, gebieden 71 en 25 71a met aandrijfbron toegepast resp. aan beide einden van hulpas 216, terwijl een ander gebied 71 met aandrijfbron kan worden toegepast in het tussengelegen gedeelte van de hulpas 716, welke variant in de tekening evenwel niet is weergegeven.

De constructie van het beweegbare vertraging sdrijfwerk 9 is weer-30 gegeven in fig. 14. Dit vertragingsdrijfwerk 9 verschilt slechts van dat volgens de eerste uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. 7» door toepassing van een tweetal paren rollen 9a, welke in gezet worden in een geleidingsrail 104, in het boveneindgedeelte van het huis 93.

Overeenkanstig de fig. 9-11 beweegt, wanneer de opwikkelstaaf 4 35 in rotatieheweging wordt gebracht en wordt gedrongen in een richting zoals aangegeven met de pijl v in fig. 9 door middel van de aandrijf- 8100865 -12- r as 5, het overbrergingsdrijfwerksysteem 6, flexibele aandrijfas 8 en het vertragingsdrijfwerk door de primaire aandrijf inrichting 7, de opwikkelstaaf k naar het frame 100b de broeikas 1 » terwijl daar . . het flexibele scherm 2b in rolvorm op gewikkeld wórdt voor het openen 5 van de afdekking door het scheidingsscherm 2b... Hierbij wordt de af-wikkeldraad 72:..opgewikkeld op de opwikkelstaaf 4 en tegelijkertijd gestrekt in de richting van de rolbeweging van de opwikkelstaaf 4. Dienovereenkomstig draaien de hulptranmel 717 s ie hulpas 716 en de uitgangsas 711 van het gebied met aandrijfbron 71 in een richting, 10 aangegeven met pijl £ in fig.. 11. Door de rotatiebeweging van de uitgang sas 711 wordt de spiraal-bladveer 715 van de haspel 71 ^ getrokken en cm de -uitgangsas 711 gewikkeld.

' Terwijl dit gebeurt blijkt,, ofschoon het. afwikkelkoppel van de spiraal-bladveer 715 op.de opwikkelstaaf k wordt uitgeoefend aange-15 zien de veer 715 een veer is van het type, dat een constante herstel-kracht levert ongeacht de verplaatsing, het afwikkelkoppel steeds constant, totdat het uittrekken van de veer 715 van de haspel 71 ^ is voltooid. Dienovereenkcmstig wordt geen abnormale trekkracht uitgeoefend op het flexibele scherm 2b en is er generlei risico voor het ' 20 scheuren van de scherm 2b. Λ

Wanneer nu de primaire aandrijfinrichting 7 iu omgekeerde richting in rotatiebeweging wordt gebracht, draait opwikkelstaaf 1+ in tegengestelde richting ten opzichte van die welke met pijl r_ is aangegeven, voor het af wikkelen van het scherm 2b. De opwikkelstaaf k 25 ondergaat nu het afwikkelkoppel van de spiraal-bladveer 71 5 en wordt daardoor getrokken naar het gebied met aandrijfbron 71· Ofschoon een zekere rotatieve kracht wordt uitgeoefend op de opwikkelstaaf k door het het vertragingsdrijfwerk 9 neemt de bewegingssnelheid van de opwikkelstaaf 1+ geleidelijk af met de afname van de wikkeldiameter.

30 Aangezien echter het afwikkelkoppel van de spiraal-bladveer 715 constant wordt gehouden, ongeacht de snelheidsverandering van de opwikkelstaaf kan de afwikkeldraad 72 de opwikkelstaaf U aantrekken met een in hoofdzaak gelijke trekkracht. Dienovereenkcmstig wordt het flexibele scherm 2b nauwkeurig in het schei ding svlak gestrekt gehouden, zonder 35 verslapping of doorhanging, terwijl een normale trekkracht op dat flexibele schema 2b wordt uitgeoefend.

Bij het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld is 8100865 -13- het aandrang- in afwikkelzin uitoefenende mechanisme toegepast, terwijl hiervoor een spiraalbladveer van het type met constante.herstelkracht wordt gebruikt.Hier is echter ook mogelijk, een. gewone spiraal-blad-veer toe te passen, in plaats van bovengenoemde spiraal-bladveer-met- 5. constante herstelkracht. Ih dat .geval, dat verduidelijkt is in fig. 15, is één einde van een dergelijke veer 715’ bevestigd aan een bepaald deel van de binnenwand van een huis 712, terwijl het andere einde van die veer 715' (¾ de hulpas 716 gewikkeld en daaraan bevestigd is.

Wanneer een dergelijke veer wordt toegepast, verandert het afwikkel-10 koppel naar gelang van de hoeveelheid wikkelingen op de hulpas 716. Dienovereenkomstig verdient het dan, cm zo veel mogelijk te zorgen voor een gelijkmatig afwikkelkoppel, de voorkeur een opwikkeltrcmmel 717f toe te passen welke zodanig toeloopt, dat. de diameter van het gedeelte waar de draad 72 op wikkelt, geleidelijk verandert.

15 Toorts is het ook mogelijk, een gewijzigde uitvoeringsvorm toe te passen, waarbij de draad 72 niet op de opwikkelstaaf k voor het flexibele scherm 2b opgewikkeld wordt. Zo kan bij voorbeeld, blijkens fig. 16,. een draadbevestigingselement 71 roteerbaar aangebracht zijn ten opzichte van de opwikkelstaaf k en éên einde van de draad 72 aan dit 20 bevestigingselement 721 bevestigd zijn.

Bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, zoals afgebeeld in de fig. 9-16 kunnen,.door toepassing van het aandrang in afwikkelzin uitoefenende mechanisme voor de opwikkelstaaf, de volgende effekten worden bereikt aanvullend op die, 25 welke blijkens de voorgaande beschrijving met de eerstgenoeade uitvoeringsvorm kunnen worden bereikt .

In de eerste plaats kan een schermopenings- en sluitinrichting voor een broeikas worden verschaft, waarbij de opwikkelstaaf nauwkeurig en gemakkelijk zowel in openings- als in sluitrichting kan worden ge-30 roteerd, zelfs wanneer het scheidingsvlak, dat het flexibele scherm bepaalt, horizontaal of enigszins hellend verloopt.

Toorts kan zijn voorzien in -en schermopenings- en -sluitings·?. inrichting voor een broeikas waarbij geen abnormale spanning wordt uitgeoefend op het flexibele scherm zodat dus slappe of.doorhangende 35 schermgedeelten volledig worden vermeden.

Bovendien kan overeenkomstig de uitvinding een schezmopenings-en -sluitingsinrichting voor een broeikas worden verschaft, die geaak- 8100865 ................... ~ " ' -ύ- ......... ................................" _ kelijk en effektief kan -worden· gebruikt, ongeacht de dikte of de opwikkellengte van het flexibele scherm.

8100865

Claims (7)

1. Inrichting τοογ het openen en sluiten Tan een· flexibel schelm in een broeikas, door dat flexibele scherm, hetzij op te wikkelen op een opwikkelstaaf, welke aan êên eindrand Tan de flexibele scherm, be-Testigd is of het Tan die opwikkelstaaf af te wikkelen door draai-5 beweging Tan die opwikkelstaaf, met het kenmerk, dat . a - een aandrijfas (5) werkzaam is Terbonden met een motor (7) welke zowel in normale als in tegengestelde richtingen kan draaien en werkzaam is Terbonden met een ingangseis (61) Tan een orerbrengingsdrijf-werksysteem (6), dat de genoemde ingang sas (6t) berat, alsmede een - 10 uitgangsas (64); b - die uitgangsas (64) Tan dat orerbrengingsdrijfwerksyst eem (6) werkzaam is Terbonden met êên einde Tan een flexibele aandrijfas (8); c - het andere einde Tan de genaaide, flexibele aandrijfas (8) werkzaam is Terbonden mèt een ingangsgedeelte Tan een rertragingsdrijf-15 werksysteem (9); d - een uitgangsgedeelte (92) Tan dat wertragingsdrijfwerksysteem werkzaam is Terbonden met het. êne einde Tan de genoemde opwikkelstaaf (4); en e - is Toorzien in middelen (10, 104, 9a) Toor'het geleiden van de beweging Tan het Tertragingsdri jfwerksysteem (9), dat beweegt orereehkcmstig 20 de draaibeweging van de opwikkelstaaf (4) en τοογ het roorkêmen Tan onwillekeurige draaibeweging Tan het Tertragingsdri jfwerksysteem (9)· 2. inrichting wolgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde orerbrengingsdrijfwerksysteem (6) een huis (65) anrat, een cilindrische ingangsas (61) waarin genoemde aandrijfas wordt ingezet, welke 25 ingangsas (61) draaibaar wordt ondersteund in dat huis, terwijl een ingahgsdrijfwerk (62) is berestigd aan de genoemde ingangsas (6l), een uitgangsdrijfwerk (63) in ingrijping is met het genoen.de ingangs-drijfwerk (62), en een uitgangsas (64), waaraan het genoeade uitgangsdrijfwerk (63) beTestigd is, roteerbaar wordt ondersteund in het ge-30 noemde huis (65)..

3. Inrichting Tolgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het rertra-gingsdrijfwerksysteem (9) een worm (91) en een wormwiel (92) beTat.

4. Inrichting Tolgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de uitgangsas (64) Tan het orerbrengingsdri jfwerksysteem (6) is Terbonden met 35 eên einde ran de flexibele aandrijfas (8) door middel ran rerbindings-middelen (66, 81, 664, 666). 8100865 -16-

5· Inrichting volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat het andere einde van de flexibele aandrijfas (8) is verbonden met het ingang s-gedeelte (91) van het vertragingsdri jfwerksysteem (9) doormiddel van verbindingsmiddelen (93, 94).

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat.de genoemde verbindingsmiddelen een verbindingselement (81, 9*0 bevatten, koppelingsorganen (66,.. 83), voorzien van kogels (66*0 ter voorkoming - van het uitvallen van het genoemde verbindingselement’ -(81, 9*0, alsmede - een glijring . (669), die, passend aansluit op. het koppelingsorgaan (66, 10· 83) doormiddel van een drukveer (666). 7* Inrichting volgens conclusie 3,.met het kenmerk, dat de genoemde .middelen (.10, 104, 9a) 5 welke onwillekeurige rot at iebeveg ing van, het. vertragingsdri jfwerksysteem (9) moeten voorkomen, ëen telescopische hefboom (10) cmvatten met een aantal cilinders (10a,. 10b), 15 die in diameter onderling verschillen. 8... Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk,..dat. de genoemde middelen (10, 10*+, 9a), welke onwillekeurige rotstiebeweging van het vertragingsdrijfwerksysteem (9) moeten voorkomen, een.geleidingsrail (104) omvatten en rollen,- die zijn verbonden met het: vertragingsdrijfwerk-• 20 systeem (9). 9*- Inrichting, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aantal overbrengingsdrijfwerksystemen (6) gemonteerd is op de genoemde aandrijfas (5), waarbij de éne einden van respectieve flexibele aandrijfassen (8) werkzaam zijn verbonden met beide eindgedeelten' van de uit-25 gangsassen (64) van de corresponderende overbrengingsdrijfwerksystemen (6) (fig. 2).

10. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat, voorts is voorzien in een, aandrang in afwikkelzin uitoefenend mechanisme (70, 71, 72) voor het normaliter in afwikkelzin dwingen van de opvikkelstaaf.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het genoemde, aandrang in afwikkelzin uitoefenende mechanisme (70, 71, 72) een spiraal-bladveer (715) omvat van het type met constante herstel-kracht, een uitgangsas (711) voor het afgeven van het koppel van de veer (715) als een roterend werkzame kracht, en een afwikkeldraad (72), 35 waarvan het ene einde is bevestigd aan de genoemde uitgangsas (711) en daar op gewonden is, terwijl het andere einde aan de opwikkelstaad (4) bevestigd en daar op gewikkeld is. 8100865