NL8100729A - Samengesteld bekledingselement en werkwijze voor het vervaardigen hiervan. - Google Patents

Description

21761/Vk/jg -1-

Aanvrager: Raoul Techenet, Parijs, Frankrijk.

Korte aanduiding: Samengesteld bekledingselement en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

De uitvinding heeft betrekking op een samengesteld bekledingselement, vervaardigd uit een stijf drie-dimensionaal samenstelsel. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk samengesteld bekledingselement. Dergelijke elementen zijn geschikt om horizontale of onder een hoek staande oppervlakken te bekleden en voor het bekleden van vertikaal staande oppervlakken. Zodoende kunnen deze elementen worden gebruikt als bekleding voor daken of muren of eventueel het dak en de muur zelf vormen.

Het is bekend om polymere materialen te gebruiken voor het vervaardigen van synthetische pannen, maar het is vaak moeilijk om samengestelde elementen te vervaardigen tegen een lage kostprijs, welke elementen bestaan uit een water afstotende of waterdichte polymere laag en uit andere lagen en met een vorm die vergelijkbaar is met die van conventio- nele dakpannen of tegels.

Eén van de doelstellingen volgens de uitvinding is het verkrijgen van dergelijke gelamineerde of samengestelde elementen. Dit is mogelijk door het vervaardigen van een samengesteld element volgens de uitvinding dat is vervaardigd uit een stijf, drie-dimensionaal samenstelsel, hierdoor gekenmerkt, dat het samenstelsel een binnenlaag heeft van een weefsel van niet aan bederf onderhevig non-woven aan één zijde bedekt met een polyvinylchloride houdende waterdichte laag en aan de andere kant voorzien van een verharde harslaag, waarin minerale aggregaten zijn verankerd, welke waterdichte laag en de harslaag zijn bevestigd aan het weefsel.

De harslaag beschermt het polyvinylchloride tegen infrarode en ultraviolette stralen en tegen thermische schokken. Zodoende is het mogelijk om zogenaamd recovery polyvinylchloride te gebruiken, dat goedkoop is, maar dat slechts een lage weerstand heeft tegen koude-weersomstandigheden.

Het samengestelde element is drie-dimensionaal, hetgeen betekent dat het element niet bestaat uit een vlak laagvormig element. Het element bestaat bij voorkeur aan het vrije oppervlak uit een waterdichte laag, een klevende laag van een niet aan bederf onderhevig non-woven weefsel, waarop een deklaag is aangebracht, zoals bijvoorbeeld een warmte-isolerende laag die is gehecht aan de onderkant van de andere laag. De weefsels

81 00 72 S

-2- 21761/Vk/jg zijn bij voorkeur vervaardigd uit polyesterdraden. De warmte-isolerende deklaag kan bijvoorbeeld een fenolschuim zijn of een cel houdend pleister-materiaal.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende 5 beschrijving, waarbij verwezen is naar de bijgevoegde tekening, waarin: fig. '1 een schematische dwarsdoorsnede door een element volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is, fig. 2 is een schematische doorsnede door een inrichting voor het vervaardigen van de elementen zoals aangegeven in fig. 1, en 10 fig. 3 is een schematische doorsnede door diverse uitvoeringsvor men van een element volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een element volgens de uitvinding weergegeven, het- geen een dakbedekkingselement is, waarmee een set half-ronde pannen is weergegeven van een conventioneel dak. Er is slechts een deel van het ele-15 ment weergegeven om de figuur te vereenvoudigen. Het element is een stijf gevormd element, vervaardigd uit een laag polyvinylchloride (PVC), aangegeven door 1, bijvoorbeeld met een dikte-van 0,30 tot*1 mm, aangebracht •tussen twee Weefsels 2 en 3 van een non-woven samengesteld uit polyesterdraden, waarvan de draden mechanisch met elkaar zijn verbonden. Hiertoe 20 kan een produkt worden gebruikt dat in de handel is gebracht door Rhone

Poulenc Textile, onder de merkaanduiding BIDIM, met een dichtheid van 2 200 tot 500 g per m . Hierop is aangebracht ‘een bovenste laag *1 van een hars, waarin minerale aggregaten zijn verankerd en onder het polyvinylchloride is een onderste laag 5 aangebracht van een warmte-isolerend schuim, 25 bijvoorbeeld fenol houdend schuim.

Ter vervaardiging van het element werd de laag 1 bestaande uit .PVC in flexibele toestand voorzien van de weefsels 2 en 3 van BIDIM, volgens een op zich bekend procédé, bijvoorbeeld onder toepassing van een kleëfmiddel of door de weefsels aan te brengen op de laag bij de afvoer 30 van een extrudeerinrichting. Het aldus verkregen samenstelsel werd aangebracht tussen twee klauwen 6 en 7 die de gewenste vorm hebben. Een hard· baar hars,-bijvoorbeéld een thërmo-hardend hars, met name fenol houdend, polyester houdend of epoxyhars, wordt aangebracht op de bovenkant van het samenstelsel, waarna minerale aggregaten, bijvoorbeeld split, gruis van 35 bakstenen, zand, gravel en dergelijke worden aangebracht op het hars. Het aanbrengen van het hars en het hierop aanbrengen van de aggregaten wordt bewerkstelligd voordat of nadat het eomplex wordt aangebracht tussen de

klauwen.

-3- 21761/Vk/jg

Het hars wordt gehard met behulp van een hiertoe geschikt middel, in afhankelijkheid van het hars, waarbij de klauwen worden samengeperst tijdens het harden van het hars. Deze bewerking kan worden uitgevoerd bij kamertemperatuur en onder een enigszins verhoogde druk. Om de polymerisa-5 tie van het hars te bespoedigen, kan worden gewerkt bij een verhoogde temperatuur, bij voorkeur beneden 100 °C, met name bij 60-80 °C. Bij een dergelijke licht verhoogde temperatuur en enigszins verhoogde druk kan gemakkelijk PVC worden verwerkt, zonder dat de kwaliteit van PVC nadelig wordt beïnvloed.

10 Het hars heeft een drie-ledige functie, namelijk het verankeren van de aggregaten, het stijf maken van de PVC-laag die tot nu toe flexibel was en het beschermen van het PVC.

Volgens de uitvoeringsvorm die aangegeven is in fig. 1, waarbij het element verder een warmte-isolerende schuimdeklaag bevat, worden de 15 samenstellingen die nodig zijn voor het bereiden van het schuim aangebracht in de klauw 6 en met behulp van de andere klauw 7 wordt het element op het schuim geperst, tijdens de schuimvorming. De klauwen 6 en 7 vormen zodoende een mal, waarbij in klauw 6 de open ruimte van de mal is aangebracht, terwijl de vorm van klauw 7 de bovenvorm van het element bepaalt.

20 in fig. 2 heeft klauw 7 een aantal concave gedeelten die afwis selen met convexe gedeelten. Op de grens tussen het concave en' convexe deel geeft de PVC-laag ronde plooien, hetgeen ertoe bijdraagt dat het element stijf wordt.

Het verdient aanbeveling dat de vormgevingsbewerking wordt uit-25 gevoerd op of nabij de plaats waar het element wordt gebruikt. Het verdient ook de voorkeur om de mechanische sterkte van het element verder te verbeteren, waartoe maatregelen kunnen worden genomen, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 3 door in het element banden of koorden 8 te verwerken, die een voor-30 spanning vormen in het element (fig. 3A), het verwerken van kleine balken 9 in het element zoals; aangegeven in fig. 3B, het aanbrengen van een laag 10 zoals een weefsel, papier of kunst-stofmateriaal aan de onderkant van het element, weergegeven in fig. 3C,of 35 het aanbrengen van een verstijvende deklaag 11 op het non-woven weefsel, aangebracht aan de onderkant zoals aangegeven in fig. 3D.

De elementen volgens de uitvinding kunnen diverse vormen en afmetingen hebben voor dakbedekkingselementen, maar met name de gebogen vor- -Ilmen, waarbij de zones afwisselend in tegengestelde richting zijn gebogen, zoals een concave zone afgewisseld door een convexe zone of afwisselend met vlakke zones zoals aangegeven in fig. 3C, verdienen de voorkeur.

21761/Vk/Jg -CONCLUSIES.

81 00 72 9

Claims (15)

1. Samengesteld bekledingselement, vervaardigd uit een stijf, drie-dimensionaal samenstelsel, met het kenmerk, dat het samenstelsel een 5 binnenlaag heeft van een weefsel van een niet aan bederf onderhevig non-woven, aan één zijde bedekt met een polyvinylehloride houdende waterdichte laag en aan de andere kant voorzien van een geharde harslaag, waarin minerale aggregaten zijn verankerd, welke waterdichte laag en de harslaag zijn bevestigd aan het weefsel.

2. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het weefsel is vervaardigd uit polyestervezels of -draden.

3. Element volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat dit aan het vrije oppervlak van de waterdichte laag een andere hechtende laag heeft van het weefsel van een niet aan bederf onderhevig non-woven.

4. Element volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat verder een warmte-isolerende deklaag is aangebracht, die aangebracht is aan de onderkant van het andere weefsel.

5. Element volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de warrate-isolerende deklaag een fenol houdend schuim is of een cel houdende pleis- 20 ter.

6. Element volgens conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat verder een stijve deklaag is aangebracht op het andere weefsel.

7. Element volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat verder gerekte banden of koorden zijn aangebracht die een voorspanning vormen in t 25 het element.

8. Element volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat verder versterkende balkjes zijn aangebracht.

9. Element volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de balkjes zijn verankerd in een warmte-i3olerend schuim op de onderkant van het 30 element.

10. Element volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat dit verder een laag bevat van een weefsel, papier of kunststof materiaal or.der de waterdichte laag.

11. Element volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de vorm 35 gebogen zones omvat die afwisselend gebogen zijn in tegengestelde richting of afgewisseld zijn met vlakke zones.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een element volgens conclusies 1-11, met het kenmerk, dat tussen twee klauwen een flexibele laag 81 00 72 9 -6- 21761/Vk/Jg van polyvinylchloride die aan één kant voorzien is van een hechtend weefsel van een niet aan bederf onderhevig non-woven, bedekt met een hardhaar hars en waarbij minerale aggregaten hierop zijn aangebracht, welke samenpersing wordt uitgevoerd, terwijl het hars hardt. 5

13· Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het sa menpersen wordt uitgevoerd bij een temperatuur gelegen tussen kamertemperatuur en 100 °C.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het sa menpersen wordt uitgevoerd bij een temperatuur tussen 6q en 80 °C.

15. Werkwijze volgens conclusies 12-14, met het kenmerk, .dat de laag wordt bedekt aan het bovenoppervlak met een hechtend weefsel van een niet aan bederf onderhevig non- woven, het uitgangsmateriaal van een isolerend schuim is aangebracht in één van de twee klauwen en waarbij het samenpersen wordt uitgevoerd tijdens de schuimvorming. Eindhoven, februari 1981. 81 0 0 7 2 9