NL8100660A - Slagoverbrenginrichting voor heiinrichtingen. - Google Patents

Slagoverbrenginrichting voor heiinrichtingen. Download PDF

Info

Publication number
NL8100660A
NL8100660A NL8100660A NL8100660A NL8100660A NL 8100660 A NL8100660 A NL 8100660A NL 8100660 A NL8100660 A NL 8100660A NL 8100660 A NL8100660 A NL 8100660A NL 8100660 A NL8100660 A NL 8100660A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
impact
transfer device
cap
stroke
face
Prior art date
Application number
NL8100660A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190167C (nl
NL190167B (nl
Original Assignee
Koehring Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koehring Gmbh filed Critical Koehring Gmbh
Publication of NL8100660A publication Critical patent/NL8100660A/nl
Publication of NL190167B publication Critical patent/NL190167B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190167C publication Critical patent/NL190167C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D13/00Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers
    • E02D13/10Follow-blocks of pile-drivers or like devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
  • Fluid-Damping Devices (AREA)

Description

VO 1552
Eetr.: Slagoverbrenginrichting voor heiinrichtingen.
De uitvinding heeft tetrekking op een slagoverbrenginrichting voor heiinrichtingen in de vorm van een tussen het slaglichaam of het heiblok en het heielement aangehrachte stalen slagmuts.
Bij herinrichtingen is het reeds lang gebruikelijk om, teneinde 5 beschadiging van het heielement en/of van het heiblok te voorkomen, gebruikelijk tussen het heiblok en het heielement een slagplaat, een slagmuts of dergelijk element aan te brengen. Deze zijn voor het vermijden van een te harde slagwerking gewoonlijk uitgerust met een of meer inzetelementen uit geschikt buffermateriaal. Als buffermateriaal 10 worden enerzijds blokken of schijven uit hard hout, kunststof, asbest of aluminium, of ook staalkabellagen of schotelveren toegepast. Aangezien deze buffermaterialen als gevolg van de tijdens bedrijf uitgeoefende zeer grote slagkrachten meer of minder snel worden beschadigd en dan moeten worden vervangen, hetgeen storende werkonderbrekingen, 15 tijdrovende extra werkzaamheden en kosten veroorzaakt, zijn ook slagoverbrenginri chtingen met een in een cylinder onder een verplaatsbare slagzuiger opgesloten, voorgespannen persgaskussens ontwikkeld. Deze inrichtingen zijn echter door de vereiste hoge voorspanning en de daarbij optredende afdichtproblemen gecompliceerd en duur.
20 De uitvinding beoogt een slagoverbrenginrichting van de onder- verpelijke soort, waarbij dergelijke nadelen zijn vermeden en die bij eenvoudige, tegen lage prijs realiseerbare constructie zonder uit te wisselen buffermaterialen, een effectieve, echter tegelijkertijd het heielement en de heiinrichting tegen door het slaan veroorzaakte schade 25 beschermende slagoverbrenging mogelijk maakt.
Hiertoe is de slagoverbrenginrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door een massief, in hoofdzaak cylindrisch stootelement met een bol gewelfd slagvlak voor directe aanslag van staal op staal zonder enig buffermateriaal, een aan het stootelement aan de van het 30 slagvlak afgekeerde zijde coaxiaal aangebracht buisdeel met van het stootelement af steeds toenemende diameter en een , aan de van het stootelement afgekeerde einde van het buisdeel coaxiaal aangebrachte basisring met een van het slagvlak afgekeerd steunvlak.
Deze slagoverbrenginrichting kan door de eenvoudige construc-35 tie goedkoop worden vervaardigd en maakt het mogelijk dat tot dusverre 8100660 ...«•JJ».. _____Λ'.
-2- gebruikelijke, tijdens "bedrijf snel "beschadigde "buffermaterialen geheel achterwege "blijven zonder dat daardoor de tijdens de heislag op het heielementj resp. het slaglichaam van de heiinrichting inwerkende stootkrachten zo sterk worden, dat voor "beschadiging van het heielement of 5 van de heiinrichting moet worden gevreesd. Door de nieuw voorgestelde constructie van de slagoverbrenginrichting wordt de anders tijdens een heislag van staal op staal optredende, uiterst steile en extreem kortstondige stoottoppen juist zo veel gematigd en de duur van de slag-overbrenging zo veel verlengd, dat een voor het indrijven van het hei-10 element werkzame slagoverbrenging met gelijktijdige voldoende "beperking van de op het heielement, resp. de heiinrichting inwerkende stootkrachten wordt "bereikt. Dit wordt "bij de volledig uit staal vervaardigde slagoverbrenginri dating volgens de uitvinding mogelijk gemaakt door de bijzondere vormgeving, alsmede de massaverdeling van de onderdelen 15 en dè uitvoering van de slag- en steunvlakken. Door de geschikte vorm van de dwarsdoorsnede wordt verder een optimale buigstijfheid voor het opnemen van buigkrachten bij asymmetrisch uitgeoefende slagkrachten bereikt.
Gunstige verdere ontwikkelingen van de slagoverbrenginrichting 20 zijn in de volgconclusies genoemd.
Aangezien bij het indrijven van buispalen onder water bij elke heislag een met de lengte van het daarmee bereikte indringtraject corresponderend volume deel van het binnen de buispaal aanwezige water via geschikte openingen stootsgewijze moet worden verdrongen, kan de 25 slagoverbrenginrichting bij voorkeur zodanig zijn uitgevoerd, dat deze tevens een waterslagdemping mogelijk maakt.
Bij heitöestellen voor buitengaatse heiwerkzaamheden, waarbij de in de zeebodem in te drijven heipaal door meerdere ringvormige paal-geleidingen moet worden gevoerd, worden bij voorkeur slank uitgevoerde 30 heitöestellen toegepast, waarbij de diameter van het hamerhuis correspondeert met de diameter van de heipaal, zodat het heitoestel de heipaal door de ringvormige paalgeleidingen kan volgen. Aangezien het heitoestel hierbij niet kan zijn uitgerust met een de kop van de heipaal omsluitende paalgeleidingsmantel, wordt de slagoverbrenginri chting bij voorkeur aan 35 de van het slagvlak afgekeerde einde uitgerust met een geleidingsin- 8100660 -3- richting voor het in vorm aansluiten daarvan op de heipaal, welke inrichting een dwars op de slagrichting buigstijve verbinding mogelijk maakt. Teneinde te vermijden dat dit geleidingsdeel hij elke heislag als een uit een stuk met de slagkan uitgevoerd deel volledig mee wordt versneld, waardoor het rendement van de slagoverbrenging wordt beïnvloed, kan het geleidingsdeel bij voorkeur in de opening van de basisring van de slagmuts coaxiaal verplaatsbaar zijn geleid, waarbij het geleidingsdeel via stootdempmiddelen tegen de slagmuts kan zijn afgesteund.
De slagoverdrachtinrichting is bij voorkeur uitgevoerd als een van het slagliehaam gescheiden, op het heielement rustend element. In plaats daarvan kan de slagoverbrenginrichting echter ook aan het slag-lichaam zijn aangebracht, waarbij de slagvlakken tijdens bedrijf naar het heielement zijn toegekeerd en de steunvlakken van de basisring tegen het slagliehaam worden vastgehouden of daarmee tot een eenheid zijn verbonden.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de slagoverbrenginrichting worden beschreven.
Fig. 1 is een schematische langsdoorsnede van een heitoestel met ingebouwde slagoverbrenginrichting; fig. 2 is een detaillangsdoorsnede van een heitoestel met een slank uitgevoerd hamerhuis en een ingebouwde slagoverbrenginrichting; fig. 3 is een langsdoorsnede van een slank heitoestel met anders uitgevoerde slagoverbrenginrichting; fig. k is een detaillangsdoorsnede van een slank heitoestel met een slagoverbrenginrichting voorzien van een geleidingsdeel; fig. 5 is een detaillangsdoorsnede van een slank heitoestel met ingebouwde slagoverbrenginrichting en gewijzigd geleidingsdeel; fig. 6 is een detaillangsdoorsnede van een slank heitoestel met ingebouwde slagoverbrenginrichting en een andere variantuitvoering van het geleidingsdeel; fig. T is een detaillangsdoorsnede van een slank heitoestel met ingebouwde slagoverdrachtinrichting en een wederom anders uitgevoerd geleidingsdeel en 8100660 ü.-.-'-’a.sL/th-r.·. ν^νώ·.ί»ίϊ··ϊ -b- fig, 8 is eendetaillangsdoorsnede van een slank heitoestel met ingebauwde slagoverbrenginric’nting en een geleidingsdeel, uitgerust met een scheidingszuiger.
Volgens de tekening heeft het in fig. 1 afgebeelde heitoestel een 5 huis 1 met daarin een axiaal verplaatsbaar gelegerd slaglichaam 2, dat in de afgebeelde uitvoeringsvorm door een zuigerstang 5 is verbonden met een zuiger !+, die in een aan het boveneinde van het huis aangebrachte cylinder 3 beperkt axiaal verplaatsbaar is gelegerd. Door afwisselend toevoeren van een persmedium in de boven resp. onder de zuiger b aan-10 wezige kamers van de cylinder 3 wordt de zuiger U en het daarmee via de zuigerstang 5 verbonden slaglichaam zodanig heen en weer bewogen, dat dit bij de omlaaggaande beweging op een in het huis 1 beperkt axiaal verplaatsbare slagmuts 6 stoot, welke slagmuts op het buisvormige hei-element 7 steunt, In de afgebeelde uitvoeringsvorm, wordt het heielement 15 7 in een bij het benedendeel van het huis 1 aangebrachte geleidingsmantel 15 coaxiaal t.o.v. de bewegingsrichting van het slaglichaam 2 geleid.
De slagmuts 6 is een uit een stuk uit staal vervaardigd element met een naar het slaglichaam 2 toegekeerd stootelement 8, een in hoofdzaak conisch buisdeel 9 en een aan de van het stootelement 8 afgekeerde 20 einde daarvan aangebrachte basisring 10, die met een steunvlak 10a op de bovenzijde van het. buisvormige heielement 7 rust. De basisring 10 heeft een ringvormige schouder 11, waarop een tussenring 13 ligt, op welke ring een binnenwaarts gerichte ringschouder van het huis 1 onder insluiting van schokdempelementen 12 is gesteund.
25 Het aanslagelement 8 van de slagmuts 6 heeft een met het slagvlak.
2a van het slaglichaam 2 samenwerkend, bol gewelfd slagvlak 8a. Het zich uit een stuk mèt het aanslagelement 8 gevormde en daarop aansluitende buisdeel 9 heeft een van het stootelement 8 af steeds grotere· diameter, waarbij de wanddikte van het buisdeel 9 overeenkomstig de toename 30 van de diameter zodanig afneemt, dat de oppervlakten van de ringvormige dwarsdoorsneden telkens ongeveer even groot zijn. De massa’s van‘het stootelement 8, het buisdeel 9 en'de basisring 10 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat de massa van het stootelement 8, rekening houdend met de voarhet opnemen en verder geleiden van de stootkrachten en de geleiding 35 van de slagmuts 6 in het huis 1 benodigde ondergrenzen, is zo klein 8100660 -5- gehouden, dat de contactkraeht van de grote massa van het slaglichaam 2 met de relatief kleine massa van het stootelement 8 relatief gering blijft, aadat voor het meenemen van het stootelement 8 in de stootrichting al geen grote massa in beweging behoeft te worden gebracht, zodat een in de tijd uitgestrékte, stoot temperende slagoverbrenging zonder tot beschadiging aanleiding gevende stootkrachten wordt bereikt*
Terwijl de totale massa van de slagkan 6 veelal afhankelijk van de eisen tussen 20 en 60% en bij voorkeur tussen 30 en van de massa van het slaglichaam 2 kan bedragen, bedraagt de massa van het stootelement 8 bij voorkeur tussen ongeveer 25 tot b5% en bij voorkeur 30 tot kQ% van de massa van de slagmuts 6.
De in de figuren ter verduidelijking overdreven weergegeven boiling van het slagvlak 8a is, rekening houdend met de diameter daarvan, alsmede met de diameter, de massa en de slagsnelheid van het slaglichaam 2, zodanig gedimensioneerd, dat de straal van de bij een stoot met maximale slagenergie optredende elastische afvlakking met ten hoogste ongeveer 50$ en bij voorkeur tussen 20 en 35$ van de straal van het slagvlak 8a overeenkomt. 7oor dit doel kan de kromtestraal van het slagvlak in de meeste gevallen liggen tussen het 5-voudige en het 20-voudige en bij voorkeur tussen het 3-voudige en het 15-voudige van de diameter van het slagvlak 8a. De kromtestraal behoeft niet noodzakelijk over het gehele slagvlak 8a gelijk te zijn. In het bijzonder kan deze in de randzone van het randslagvlak 8a t.o.v. de kromtestraal in het middendeel kleiner worden gehouden, teneinde scheurvorming of afsplintering in de randzone te vermijden.
Opdat het stootelement 8a bij een heislag, gebruik makend van de door de afvlakking van het bolle slagvlak 8a veroorzaakte tijdelijke verlenging van de slagoverbrenging op de gewenste wijze in beweging wordt gezet, moet het aansluitende conische buisdeel 9 voor wat betreft zijn lengte, zijn hellingshoek alsmede zijn wanddikte en de afname daarvan bij toenemende afstand van het stootelement 8, zodanig zijn uitgevoerd, dat deze bij de heislag de beginnende beweging van het stootelement 8 door inveren mogelijk maakt, waarbij deze dan echter een zodanig toenemende weerstand ontmoet, dat de gemeenschappelijke be-wegingsenergie van het stootelement 3 en van het slaglichaam 2 met 8t 0 0 6 6 0 -6- getemperde stootwerking op de 'basisring 10 en door deze op het hei-element 8, op een "betrekkelijk voorzichtige wijze wordt overgehracht. Aangezien het huisdeel 9 voor dit doel elastische verende eigenschappen moet hebben, moet de wanddikte daarvan zo gering mogelijk worden ge-5 houden, voorzover dit met de voor slagoverdraeht vereiste sterkte verenigbaar is. Voorzover de elastisch verende eigenschappen van het buis-deel 9 een onder-evenredige veerkarakteristxek moeten hebben, kan dit worden bereikt door overeenkomstige wijziging van de wanddikte.
De stootdempende werking van het buisdeel 9 wordt bijzonder be-10 langrijk indien de bolvorm van het slagvlak 8a door langdurig heibedrijf is verminderd, danwel om speciale redenen relatief gering is gekozen.
In dit geval moet men voor vermijding van beschadigingen 'de met grote snelheid op het stootelement 8 stuitende slaglichaam 2 zonder overmatig steile stoottoppen met behulp van het elastische conische buisdeel 9 ,15 via de basisring 10 zodanig stootdempend opvangen, dat de steilte van de op het heielement 7 en het slaglichaam 2 inwerkende stoottoppen in voldoende mate worden gereduceerd en de tijdsduur van de stootover-brenging overeenkomstig wordt verlengd. Aangezien de.slagoverbrenging van het stootelement 8 op de basisring 10 geschiedt in de vorm van een 20 stootgolf en deze door de bolvorm van het slagvlak 8a en de elastisch verende eigenschappen van het buisdeel 9 verkregen stootdempende effecten elkaar overlappen, is er niet alleen een verband tussen de deelmassa's van het stootelement 8, het buisdeel 9 en de basisring 10, maar ook tussen de massa's van de totale slagmuts 6, het slaglichaam 2 25 en het heielement J (resp. bij. lange elastische heielementen het kopgedeelte daarvan). Indien deze massaverhoudingen met de in het voorgaande gegeven waarden corresponderen en de betreffende hei-inrichting aan de afmetingen van het heielement en de ondervonden bodemweerstanden is aangepast, worden gunstige heiresultaten bereikt.
30 De door het conische buisdeel 9 omsloten holle ruimte 18 binnen in de slagmuts 6 kan bij het indrijven van holle heielementen onder water dienen voor het dempen van waterschbkgolven en aldus bi jdragen voor een goed rendement van de slagoverbrenging.
In de in fig. 2 afgebeelde uitvoeringsvorm is de slagmuts 6 35 voorzien van in de basisring 10 aangebrachte kanalen l6 voor het 8f00660 -7- verbinden van. de binnenruimte vaihet buisvormige heielement 7 met de omgeving daarvan. Bij deze slanke uitvoeringsvorm van de herinrichting zonder geleidingsmantel is verder voor het vergemakkelijken van het in vorm aansluitend invoeren inliet holle heielement J een met een buiten-5 conus uitgerust geleidingsdeel vast aan de slagaruts 6 aangebracht. In de binnenruimte van de slagmuts 6 is verder een flexibele, gasdichte omhulling ij aangebracht, die een persgaskussen 31 bevat. ïïèt invoeren en aflaten van gas in en uit de omhulling 17 geschiedt via niet verder aangegeven kleppen. Wanneer tijdens een heislag het buisvormige hei-10 element 7 over een bepaald traject in de zeebodem wordt gedreven, zodat schoksgewijze een overeenkomstig deel van de binnen het heielement 7 staande waterkolom via de doorlaatkanalen 16 of andere openingen ir. de wand van het buisdeel 7 moet worden verdrongen., wordt een als gevolg van de traagheid van dit verdringingsproces optredende waterschok-15 golf door het in de omhulling 17 opgesloten persgaskussen 31 elastisch opgevangen.
Bij de in fig. 3 afgeheelde uitvoeringsvorm is in plaats van een omhulling 17 een elastisch membraan 28 in de slagmuts 6 gasdicht vastgeklemd. De het persgaskussen 31 opnemende holle ruimte van de slag-20 muts 6 staat via een terugslagklep 25 en een uitlaatklep 26 in verbinding met de met persgas gevulde bewegingsruimte van het slaglichaam 2 in het huis 1. Aangezien bij heiwerkzaamheden onder water de overdruk in het huis 1 aan de momentane waterdiepte wordt aangepast, zodat het huis niet drukvast behoeft te worden uitgevoerd, kan het persgaskussen 25 31 via de terugslagklep 25 telkens in overeenstemming'met de bereikte waterdiepte uit het huis 1 worden bijgevuld. Wanneer de herinrichting na het bereiken van een bepaalde diepte uit de watermassa wordt op-géheven kan het gas uit het persgaskussen 31 via de uitlaatklep 26 in overeenstemming met de dalende waterdruk worden afgelaten, zodat 30 het membraan 28 zowel tijdens heiwerkzaamheden als bij het neerlaten en ophalen van de hei inrichting slechts aan het momentane drukverschil wordt blootgesteld.
Bij heiwerkzaamheden op grote waterdiepte zijn voor het cpvangen van waterstoten veelal relatief grote persgasvolumina vereist, die 35 niet zonder meer in de wat zijn afmetingen betreft beperkte holle ruimte 8100660 -8- l8 binnen de slagmuts 6 kunnen worden ondergebracht. Het zou mogelijk zijn de slagmuts 6 in de binnenruimte ran het holle hei element 7 te verlengen, echter dit kan een nadelig effect hebben op het rendement van de slagoverbrenginrichting, cmdat zich daarbij een overeenkomstige 5 wijziging van de massaverhoudingen van de onderdelen van de slagmuts 6 voltrekt en het zich in de binnenruimte van het buisvormige hei element 7 uitstrekkende, voor de eigenlijke slagoverbrenging onbelangrijke deel bij elke heislag nutteloos mee wordt versneld.
Bij de in fig. U af geheelde uitvoeringsvorm is derhalve in de 10 opening van de basisring 10 van de slagmuts 6 een afzonderlijk geleidings deel 19 axiaal verplaatsbaar geleid. Het in hoofdzaak buisvormige ge-leidingsdeel 19 heeft voor het vergemakkelijken van het vorm aansluitend inbrengen in het heielement 7 een uitwendige conus lU en is enerzijds aan het boveneinde daarvan door een cilindrisch geleidingsvlak 9a. aan 15 de binnenzijde van het buisdeel 9 axiaal verplaatsbaar geleid en anderzijds via elastische schokdempélementen 20 bij. het benedendeel van de slagmuts 6 gesteund. Door de elastische schokdempélementen 20 wordt het geleidingsdeel 19 gedurende de zeer korte tijd van de slagoverbrenging in de practijk niet wezenlijk mee versneld en kan dwars op 20 de hartlijn van de slagmuts buigstijf worden geleid. Het buisvormige geleidingsdeel 19 kan voldoende groot zijn uitgevoerd om in de binnenruimte daarvan een ook voor heiwerkzaamheden op grote waterdiepten voldoende groot persgaskussen onder te brengen. Bij heiwerkzaamheden boven water kan het geleidingsdeel 19 gewoon worden weggelaten, zodat 25 voor beide toepassingen een optimale aanpassing mogelijk is.
Bij de in fig. 5 af geheelde uitvoeringsvorm is in een bolvormig uitgevoerde holle ruimte van het geleidingsdeel 19 een flexibel omhulsel voor het opnemen van een persgaskussen 31 aangebracht. Het buisvormige geleidingsdeel 19 is behalve met axiale openingen nog 30 voorzien van een aantal door de zijwand daarvan reikende kanalen, zodat de in de binnenruimte van het buisvormige heielement 7 staande waterkolom tijdens heislagen van meerdere kanten op het in de bol-vormige omhulling ingesloten persgaskussen kan inwerken en aldus een optredende waterstoot op geschikte wijze wordt gedempt.
35 Aangezien de voor het insluiten van persgaskussens 31 toegepaste 8100660 -9- onhullingen volgens de stand der techniek niet reeds tevoren op een voor grote waterdiepten voldoende overdruk kunnen worden voorgespannen en het na het neerlaten van de heiinrichting in het water uitgevoerd voorspannen van het persgaskussen op een aan de "betreffende diepte 5 aangepaste overdruk of een deze waarde slechts met een tevoren "bepaald "bedrag overschrijdende waarde, het meevoeren van persgasflessen en automatisch gestuurde kleppen zou vereisen, is "bij de in fig. 7 afgeheelde uitvoeringsvorm de in het geleidingsdeel 19 meegevoerde flexibele omhulling 21 uitgerust met een inlaatklep 29 en een uitlaatklep 30.
10 De omhulling 21 wordt voor het neerlaten van de heiinrichting onder water tot aan de toelaatbare vuldruk met gas gevuld. Bij het vervolgens neerlaten van de heiinrichting op een waterdiepte, waarbij de waterdruk de vuldruk van het persgaskussen 31 overschrijdt, opent de overeenkomstig voorgespannen inlaatklep 29 en laat water voor verdere ver-15 dichting van het persgaskussen 31 in de omhulling 21 stromen. Hierdoor wordt weliswaar de voor het opvangen van waterstoten dienende volume van het persgaskussen 31 verkleind, echter een aanpassing van de overdruk in het persgaskussen 31 aan de betreffende waterdruk is hierdoor mogelijk. Opdat ook na de als gevolg vanhet instrcmende water optredende 20 volumevermindering van het persgaskussen 31 nog voldoende opvangeffect voor waterstoten heeft, moet het persgaskussen 31 een overeenkomstig groter beginvolume hebben, hetgeen door overeenkomstig verlengde uitvoering van het geleidingsdeel 19 zonder meer mogelijk is. Op deze wijze kan ook op grotere waterdiepte een effectieve demping van waterstoten 25 worden bereikt, zodat in de binnenruimte van het buisvormige heielement 7 geen hoge ccmpressiedruk wordt opgewekt en de heislag ook onder water met goed rendement wordt overgedragen, omdat geen slagenergie voor nutteloze samenpersing van de waterkolom mhet heielement 7 wordt gebruikt. Bij het qphalen van de heiinrichting wordt in overeenstemming 30 met de waterdruk op de betreffende waterdiepten via de uitlaatklep 30 water uit het flexibele omhulsel 21 afgelaten. Teneinde daarbij ontwijken van persgas samen met het water te vermijden, kan het persgaskussen binnen de flexibele omhulling 21 nog door een andere, niet afgeheelde flexibele omhulling of door een membraan van het instromende water 35 gescheiden worden gehouden. Op deze wijze behoeft het persgaskussen 31 8100660 -10- voor de eerstvolgende maal dat de heiinridating -wordt neergelaten, niet opnieuw worden gevuld.
Indien de in het huis 1 van de heiinrichting aanwezige bewegingsruimte voor het slaglichaam 2, teneinde te vermijden dat het huis 1 hoge drukken moet kunnen opnemen, telkens met persgas zodanig wordt gevuld dat de inwendige gasdruk correspondeert met de uitwendige waterdruk, is het ook mogelijk het persgaskussen 31 telkens met persgas uit het huis 1 bij te vullen. Bij de in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm staat de door het conische buisdeel 9 omsloten inwendige ruimte van de slagmuts 6 via doorlaatkanalen 27 in verbinding met de met persgas gevulde bewegingsruimte van het slaglichaam 2 in het huis 1. Door een terugslagklep 25 kan aldus de druk van het in de flexibele omhulling ingesloten persgaskussen 31 telkens automatisch aan de met de waterdiepte corresponderende vuldruk van het huis 1 worden aangepast. Bij het ophalen van de heiinrichting wordt uit het pers gaskussen 31 via de uitlaatklep 26 in overeenstemming met de dalende waterdruk langzaam gas afgelaten. De terugslagklep 25 en de uitlaatklep 26 laten dan in de betreffende richting persgas door. De uitlaatklep 26 sluit bovendien ook bij een plotselinge druk stijging in het omhulsel af,indien dit b.v. als gevolg van een waterschokgolf wordt samengedrukt. Het geleidings-deel 19 is daarbij gasdicht in de slagmuts 6 geleid.
Bij de in fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm is het persgaskussen 31 in een in het geleidingsdeel 19 aangebrachte cylinder tussen twee axiaal beperkt verplaatsbare zuigers 22 ingesloten. De zuigers 22 worden door de werking van het voorgespannen persgaskussen 31 telkens tegen corresponderende ringschouders 2k gedrukt, echter worden bij een in de binnenruimte van het buisvormige hei element 7 optredende waters chokgolf tegen de kracht van het persgaskussen 31 van de ringschouders 2k gelicht, zodat het overtollige water tijdelijk kan worden opgencmen. Bij deze constructie kan de voorspandruk van het persgaskussen 31 afhankelijk van de toegepaste afdichtingstechniek aanzienlijk hoger worden gehouden, zodat de heiinrichting op een overeenkomstig grotere diepte kan werken.
Bij deze constructie kan het persgaskussen 31 natuurlijk ook in een cylinder met een vaste bodem zijn aangebracht, welke slechts aan een zijde door een verplaatsbare zuiger 22 is afgesloten. Voor het snel 8100660 -11- opnemen van tijdens een heislag verdrongen, overmaat water zijn echter grote instrocmvlakken nodig, hetgeen het heste kan worden bewerkstelligd met behulp van meerdere, telkens door een zuiger 22 geslóten openingen 23 of door middel van een aantal op afstand achter elkaar geplaatste 5 buffereenheden. Het persgaskussen 31 kan ook in de door het conische buisdeel 9 amsloten, holle binnenruimte 18 van de slagmuts 6 zijn aangebracht, waarbij een zuiger 22 in de opening van de basisring 30 gasdicht verplaatsbaar is geleid.
De in het voorgaande aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen 10 beschreven slagoverbrenginrichting kan door de vakman afhankelijk van de gestelde eisen op diverse manieren doelgericht worden gewijzigd, onder handhaving van de grondgedachte, de slagenergie van het slaglichaam met behulp van een stalen slagmuts en door direct contact van staal op staal zodanig op het heielement over te dragen, dat door de vormgeving 15 van de slagmuts zelf een voldoende demping en tijdelijke verlenging van de stoottoppen wordt bereikt.
Het aanslagvlak kan daarbij een bolvormig gewelfd middenvlak hebben en tegenover de denkbeeldige voortzetting daarvan buitenwaarts over ongeveer 0,2 tot 2% van de diameter van het slagvlak achterwaarts 20 verplaatst ringvlak en deze met geleidelijke overgangen verbindend overgangsvlak. Hierdoor wordt bij excentrische aanslag van het slag-lichaam de hefbocmarm van de stootkracht beperkt en de dwarsbelasting van de geleidingsmiddelen voor de slagoverbrenginrichting en het slaglichaam gering gehouden.
8100660

Claims (23)

1. Slagoverbrenginrichting voor hei inrichtingen in de vorm van een tussen het slaglichaam en het heielement aangehrachte slagmuts uit staal, met het kenmerk, dat deze is voorzien van: a) een massief, in hoofdzaak cylindrisch stootelement (8) met een 5 bolvormig gewelfd slagvlak (8a) voor directe aanslag van staal op staal zonder enig buffermateriaal, b) een aan het stootelement (8) aan de van het slagvlak (8a) afgekeerde zijde noaxiaal aangebracht buisdeel (9) met vanaf het stootelement (8) steeds toenemende diameter en 10 c) een aan de van het stootelement (8) afgekeerde einde van het buisdeel (9) coaxiaal aangebrachte basisring (10) met een van het slagvlak (8a) af gekeerd steunvlak (lOa).
2. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de welving van het slagvlak (8a) tenminste in de zone op afstand 15 van de rand een kromtestraal heeft, gelegen tussen het vijfvoudige en het twintigvoudige en bij voorkeur tussen het achtvoudige en het vijf tienvoudige van de diameter van het slagvlak- (8 a).
3. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de welving van het aanslagvlak (8a), rekening houdend met 20 de heiinrichting, zodanig is bemeten, dat de straal van dé bij aanslag met maximale slagenergie optredende elastische afvlakking ten hoogste overeenkomt met ongeveer de halve straal van het slagvlak (8a). U. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de axiale afstand tussen het stootelement (8) 25 en het steunvlak (10a) tenminste de dubbele en bij voorkeur het 2,5-tot 1+ ,5-voudige van de gemiddelde wanddikte van het buisdeel (9) bedraagt.
5. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buisdeel (9) een in hoofdzaak afgeknot-kegel- 30 vormige configuratie heeft met een hellingshoek tussen 10 en 25°·
6. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wanddikte van het buisdeel (9) vanaf het stootelement (8) steeds afneemt.
7. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 8100660 -13- met het kenmerk, dat de wanddikte ran het buisdeel (9) vanaf het stoot-element in overeenstemming met de toename van de diameter steeds zo afneemt, dat de grootte van de ringvormige dwarsdoorsnedeoppervlakken steeds ongeveer gelijk blijft.
8. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de massa van de slagmuts (6) ongeveer overeenkomt met 20 tot 60,¾. en bij voorkeur met 30 tot b$% van de massa van het slaglichaam.
9· Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de massa van het stootelement (8) ongeveer 25 tot k5%3 bij voorkeur 30 tot h0% bedraagt van de massa van de slagmuts (6).
10. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de door het buisdeel (9) omsloten binnenvlak van het stootelement (8) een alzijdig naadloze in het binnenoppervlak van het buisdeel (9) overgaande, concaaf gewelfde vorm heeft.
11. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de basisring (10) aan de buitenzijde is voorzien van een ringschouder (ll) voor het steunen van het huis (l).
12. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de opening van de basisring (10) een geleidings-deel (19) voor een hol uitgevoerd heielement (7) coaxiaal verplaatsbaar is geleid.
13. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het geleidingsdeel (19) is voorzien van een uitwendige conus (19) voor het invoeren in een buisvormig heielement (7). lU. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het geleidingsdeel (19) een naar de holle ruimte (18) van de slagmuts (β) en naar de tegenoverliggende zijde open, buisvorm heeft en een zich tegen de basisring (lO) aanvlijende ringschouder (33).
15. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de slagmuts (6) of in het geleidingsdeel (19) een door een beweegbaar afsluitelement gasdicht afgesloten holle ruimte (l8) voor het opnemen van een gaskussen (31) is aangebracht.
16. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, 8100660 ί -iu- dat het afsluitelement is uitgevoerd als een gesloten flexibele omhulling (17» 21} of als een gasdicht ingespannen flexibel membraan (28). 17· Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het afsluitelement is uitgevoerd als een in een cylinder beperkt 5 verplaatsbare scheidingszuiger (22).
18. Slagoverbrenginrichting volgens een van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat in een buisvormig geleidingsdeel (l9) aangebrachte holle ruimte voor het opnemen van het gaskussen (31) is voorzien van een van het stootelement (8) afgekeerde, door een afsluitelement (21,28, 10 22) afgesloten opening (23) en een naar het stootelement (8) toege- . keerde, eveneens door een afsluitelement (21, 22, 28) afgesloten opening (23).
19· Slagoverbrenginrichting volgens een-.van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat in het afsluitelement (21, 22, 28) of in de 15 wand van het geleidingsdeel (19) een bij een tevoren bepaalde buitendruk zich openende inlaatklep (29), alsmede eventueel een bij een tevoren bepaalde inwendige overdruk zich openende uitlaatklep (30) is aangebracht.
20. Slagoverbrenginrichting volgens een van de conclusies 15-18, 20 met het kenmerk, dat de slagmuts (6) is voorzien van tenminste een de inwendige holle ruimte (l8) daarvan met de binnenruimte, van het huis (1) verbindend doorlaatkanaal (27).
21. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de in het geleidingsdeel (19) aanwezige holle ruimte voor het op- 25 nemen van het gaskussen (31) via een terugslagklep (25) is verbonden met de holle ruimte (l8) van de slagmuts (6).
22. Slagoverbrenginrichting volgens een van de conclusies 15-20, met het kenmerk,dat in de wand van de slagmuts (6) een terugslagklep (25) voor het inlaten van gas vanuit het huis (l) in de holle ruimte (18) 30 en bij voorkeur ook een bij een tevoren bepaalde inwendige overdruk in de holle ruimte (l8) zich openénde uitlaatklep (26) zijn aangebracht .
23. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorbaande conclusies, met het kenmerk, dat de slagmuts (6) is voorzien van tenminste 35 een in de basisring (lO) aangebracht doorlaatkanaal (l6) voor het 8100660 -15- verbindea van de binnenruimte van een "buis vormig hei element (7) met de omgeving daarvan. 2b. Slagoverbrenginrichting volgens een van. de conclusies 12-23, met het kenmerk, dat in het geleidingsdeel (19) aan het oinnenoppervlak 5 van de hasisring (10) en een op axiale afstand daarvan aan de binnenwand van het huisdeel (9) aangebracht ge lei dings vlak (9a) verplaatsbaar is geleid.
25· Slagoverbrenginrichting volgens een van de conclusies 12-2U, met het kenmerk, dat het geleidingsdeel (19) via schokdempinrichtingen 10 (20) tegen de slagmuts (6) steunt.
26. Slagoverbrenginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het slagvlak (8a) een bolvormig gewelfd middenvlak heeft, een t.o.v. de denkbeeldige buitenwaartse voortzetting daarvan enigszins achterwaarts verplaatst ringoppervlak met een bol- 15 vormige welving en een het middenvlak met het ringvlak telkens via afrondingen verbindend overgangsvlak.
27. Slagoverbrenginrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de diameter van het middenvlak met tenminste bö% van de diameter van het totale slagvlak (8a) correspondeert en het ringvlak t.c.v. 20 de denkbeeldige voortzetting van het middenvlak over ongeveer 0,2 tot 2% van de diameter van het slagvlak (8a) achterwaarts is verplaatst. 81 006 6 0
NLAANVRAGE8100660,A 1980-02-20 1981-02-11 Metalen heimuts voor een slagoverbrenginrichting. NL190167C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3006234A DE3006234C2 (de) 1980-02-20 1980-02-20 Schlagübertragungsvorrichtung für Rammgeräte
DE3006234 1980-02-20

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8100660A true NL8100660A (nl) 1981-09-16
NL190167B NL190167B (nl) 1993-06-16
NL190167C NL190167C (nl) 1993-11-16

Family

ID=6095028

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8100660,A NL190167C (nl) 1980-02-20 1981-02-11 Metalen heimuts voor een slagoverbrenginrichting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4408668A (nl)
JP (1) JPS56134647A (nl)
DE (1) DE3006234C2 (nl)
GB (1) GB2069576B (nl)
NL (1) NL190167C (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO172677C (no) * 1991-02-21 1993-08-25 Teeness As Anordning for demping av vibrasjoner, eksempelvis selvgenererte svingninger i borestenger og lignende
GB9208422D0 (en) * 1992-04-16 1992-06-03 Ong Eng S Foundation piling apparatus
US5398772A (en) * 1993-07-01 1995-03-21 Reedrill, Inc. Impact hammer
RU2078175C1 (ru) * 1994-10-20 1997-04-27 Акционерное общество закрытого типа "Российская патентованная техника" Устройство для передачи энергии удара в свайных молотах и других механизмах ударного действия
JP3558396B2 (ja) * 1995-01-06 2004-08-25 富士重工業株式会社 チューブレスタイヤ用タイヤバルブ自動挿入装置
US5662175A (en) * 1995-08-08 1997-09-02 Vulcan Iron Works, Inc. Sea water pile hammer
US6364577B1 (en) * 2000-05-22 2002-04-02 J. Ray McDermott, S.A. Pile driving transition piece
KR20050043889A (ko) * 2002-07-15 2005-05-11 스타이너 터프 이큅먼트 아이엔씨. 잔디 수확기를 위한 잔디를 마는 장치
US7926690B1 (en) * 2007-06-13 2011-04-19 Tippmann Sr Dennis J Combustion powered driver
US10407860B2 (en) 2014-01-23 2019-09-10 Hercules Machinery Corporation Reciprocating hammer with downward thrust assist
US10392769B1 (en) 2018-05-15 2019-08-27 Saudi Arabian Oil Company Removing submerged piles of offshore production platforms

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL32735C (nl) *
US2053508A (en) * 1934-08-24 1936-09-08 Fred H Barney Drive head
FR1341323A (fr) * 1962-12-18 1963-10-25 C L Guild Construction Co Perfectionnements aux pinces de serrage destinées à relier aux éléments d'entraînement des éléments pénétrant dans le sol
NL7614038A (nl) * 1975-12-20 1977-06-22 Koehring Gmbh Slagoverbrengingsinrichting voor heitoestellen.

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US886193A (en) * 1907-11-12 1908-04-28 Frank L Aymond Compressed-air-cushion block.
US1591379A (en) * 1926-02-20 1926-07-06 Ingersoll Rand Co Pile-driver attachment for rock drills
US1954070A (en) * 1932-08-04 1934-04-10 Cook George Pile
US3866692A (en) * 1973-02-02 1975-02-18 Rockwell International Corp Power tools
NL180448C (nl) * 1974-11-16 1987-02-16 Koehring Gmbh Heiinrichting met waterdicht huis en een door druk aangedreven slaglichaam.
DE2716701C3 (de) * 1977-04-15 1983-01-05 Koehring Gmbh, 2086 Ellerau Rammgerät
US4121671A (en) * 1977-05-10 1978-10-24 Joe Edward West Pile driving
US4187917A (en) * 1977-11-30 1980-02-12 Hydroacoustics, Inc. Pile driver

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL32735C (nl) *
US2053508A (en) * 1934-08-24 1936-09-08 Fred H Barney Drive head
FR1341323A (fr) * 1962-12-18 1963-10-25 C L Guild Construction Co Perfectionnements aux pinces de serrage destinées à relier aux éléments d'entraînement des éléments pénétrant dans le sol
NL7614038A (nl) * 1975-12-20 1977-06-22 Koehring Gmbh Slagoverbrengingsinrichting voor heitoestellen.

Also Published As

Publication number Publication date
NL190167C (nl) 1993-11-16
DE3006234A1 (de) 1981-08-27
JPS56134647A (en) 1981-10-21
GB2069576A (en) 1981-08-26
GB2069576B (en) 1983-07-13
US4408668A (en) 1983-10-11
JPS6314131B2 (nl) 1988-03-29
DE3006234C2 (de) 1982-08-12
NL190167B (nl) 1993-06-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100660A (nl) Slagoverbrenginrichting voor heiinrichtingen.
US4773221A (en) Apparatus for recovering the kinetic energy of sea waves
ES2230876T3 (es) Muelle de escasa fuerza de contacto.
US4314613A (en) Pile-driving recoil damping device
NL8301622A (nl) Hei-inrichting.
US4362216A (en) Pile driving apparatus
GB1570707A (en) Impulse transmission system for ramming equipment
CA2182491A1 (en) Bidirectional hydraulic jar
AU2004253319B2 (en) Impact device and method for generating stress pulse therein
AU607343B2 (en) Hydraulic impact tool
FI115759B (fi) Iskuja synnyttävä laite
US4427078A (en) Pile-driving ram
NL1001122C2 (nl) Inrichting voor het overbrengen van stootenergie van een slagmassa naar een te heien orgaan.
CN219240445U (zh) 一种水利工程坡道防护结构
RU2444623C2 (ru) Устройство ударного действия
CN220246916U (zh) 一种打桩机缓冲器
JPH08128040A (ja) 先端シューの打撃用錘装置
JP3299025B2 (ja) ドロップハンマ用クッション
SU723029A1 (ru) Гидромолот
JPS6147932B2 (nl)
RU2001994C1 (ru) Буферное устройство дл забивки свай
AU5362799A (en) Shock absorber
SU1276755A2 (ru) Свайный гидромолот
SU372310A1 (ru) Устройство ударного действия
SU747938A1 (ru) Устройство дл образовани скважин

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: BOMAG-MENCK GMBH

SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: MENCK GMBH

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: BOMAG GMBH

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010211