NL8100658A - Verstelbaar hangwerk voor een deur. - Google Patents

Description

1.. . ? 1- . SSi/wd/1

Verstelbaar hangwerk voor een deur

De uitvinding heeft betrekking op een hangwerk voor het aanbrengen van een vlak aanliggende deur aan een deurpost met een in de post grijpend bepaald eerste deel van een scharnier met tenminste êên draagtap en met een met de deur 5 te verbinden een lip vertonend tweede scharnierdeel en bovendien met verstelmiddelen voor het veranderen van de afstand tussen het tweede scharnierdeel en de smalle zijde van de deur.

Sedert enige tijd wordt meer gebruik gemaakt van vlak-aan-10 liggende deuren, die dus aan de buitenzijde gelijk liggen met de voorkant van de deurpost, in plaats van de vroeger toegepaste constructie van houten deuren met een uitstekende rand. Evenals bij andere deurconstructies moet ook hier een zekere speling tussen de rand van de deurpost en de rand van de deur 15 zijn gewaarborgd.

Bij een verschil in speling, bijvoorbeeld ten gevolge van het zakken, naar boven bewegen of bij het klemmen van de deur, moest vroeger de gehele deur worden uitgehangen, de delen van het beslag moesten worden verzet of worden vervangen of de 20 rand van de deur moest worden afgeschaafd.

Uit het Zwitserse octrooischrift 610.051 is een hangwerk bekend, waarbij door middel van van buiten af inschuifbare, verschillend dikke tussenplaten een trapsgewijze nastelling kan worden verkregen. Een dergelijk vervangen van tussenplaten 25 is echter dikwijls te grof en geeft een lelijk uiterlijk. Bovendien is de vervaardiging en de montage van het hangwerk gecompliceerd. Het in voorraad houden of aanschaffen -«ran verschillend dikke voor het verwisselen dienende tussenplaten is bovendien omslachtig vooraf wanneer men bedenkt, dat derge-30 lijke tussenplaten onder bepaalde omstandigheden pas na-ieen aantal jaren nodig zijn.

De uitvinding beoogt het probleem op te lossen om voor vlak aanliggende deuren een geschikt hangwerk te verschaffen, dat met vermijding van losse uitwisselplaten of dergelijke, 35 een fijninstelling van de stand van de deur ten opzichte van de omgevende deurposten, zowel bij de montage als 8100658 -2- naderhand op eenvoudige wijze mogelijk maakt.

Volgens de uitvinding ligt een van het tweede scharnier-deel uitstekende, naar de smalle rand van de deur gekeerde lip van het hangwerk tegen de eindrand van een in de smalle 5 rand van de deur te schroeven van schroefdraad voorziene bus aan of 'is de kop van een in de van schroefdraad voorziene bus grijpende schroef aan de lip van het hangwerk tegen verschuiving in axiale richting geborgd doch draaibaar bevestigd is en de van schroefdraad voorziene bus eh/of de kop van de 10 schroef voor een correctie van de stand van de deur voorzien van middelen voor het aangrijpen van een stuk gereedschap om de bus of de kop te kunnen draaien.

Wanneer dus de deur in het raamwerk van de deur klemt of een ongelijke speling tussen de deur en de deurposten 15 aanwezig is, behoeft men slechts de instelorganen te draaien om de gewenste correctie tot stand te brengen. Hiervoor zijn de in de handel verkrijgbare gereedschappen voldoende.

Een dergelijke correctie van de stand kan worden verkregen zonder dat een verandering in het hangwerk naar buiten toe 20 zichtbaar wordt. Bovendien zijn de kosten voor het vervaardigen van het hangwerk lager, in het bijzonder daar niet een de beide uiterste rollen verbindende plaatvormige beugel nodig is. Een verder voordeel is dat het hangwerk ook vlak bij een hoek gemakkelijk kan worden gemonteerd.

25 . In de tekening zijn een aantal uitvoeringsvoorbeelden van het onderwerp volgens de uitvinding afgeheeld.

•In de tekening toont; fig. 1 een horizontale doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 3 door een deurpost en een deurblad, dië door een hang-30 werk met elkaar zijn verbonden? fig. 2 een aanzicht van een aan een deur gemonteerd hangwerk ; fig. 3 een ten opzichte van fig. 2 over 90° gedraaid aanzicht van het hangwerk in gemonteerde toestand; 35 fig. 4 een horizontale doorsnede door een andere uit voeringsvorm met een deurpost; fig. 5 een horizontale doorsnede van nog een andere uitvoeringsvorm.

8100658 -3-

fig. 6 een aanzicht van het hangwerk volgens fig. 5 volgens de richting van de pijl EJ

fig. 7 een aanzicht van het met de deur verbonden deel van het scharnier in de uitvoeringsvorm volgens de fig.

5 5 en 6 volgens de richting van de pijl F; fig. 8 een aanzicht van een losse op de lip van het hangwerk te plaatsen dekplaat; fig. 9 een doorsnede door de dekplaat volgens fig. 8; fig. 10 een horizontale doorsnede in nog een andere 1Q uitvoeringsvorm van een met een deurpost verbonden hangwerk. Het hangwerk 1, ook wel scharnierbeslag genoemd, dient voor het verbinden van een zwaaibare deur 2 met een stationaire deurpost 3. De deurpost 3 kan uit metaal of hout bestaan en is in eén muur 4 opgenomen resp. omgoten met beton 15 en de deur 2 is in de in fig. 1 afgeheelde stand gesloten.

De deur 2 valt geheel binnen de deurposten en het buitenvlak van de deur ligt gelijk of vrijwel gelijk met het bijbehorende buitenvlak van het kozijn 3. Het hangwerk bevat een twee delig, eerste met het kozijn 3 verbonden scharnierdeel, waar-20 van de draagtap 10 is geschroefd in een draagblok 11, dat aan de kant van de muur aan het kozijn 3 is vastgelast. Elk van de beide boven elkaar geplaatste draagtappen 10 is star verbonden met een houder 26 die dient voor het opnemen van een asbout 7. Tussen de beide houders 26 bevindt zich de houder 25 25 van een tweede met de eigenlijke deur 2 verbonden scharnierdeel. Dit deel vertoont een plaatvormig deel 13 dat star verbonden is met de houder 25, resp. hiermee uit een stuk bestaat en is omgezet zoals blijkt uit de figuren 1 en 2.

Het deel 13 wordt met de smalle zijde van de deur verbonden 30 door een.schroef 18. Voor het afdichten van de deur 2 is een in een groef in het kozijn geplaatste afdichting 12 met buigzame afdichtlippen aanwezig.

Om een instelling of een correctie van de stand van de deur 2 mogelijk te maken, ligt het plaatvormige deel 13 niet 35 direct tegen het materiaal van de smalle rand van de deur, doch wordt dit plaatvormige deel gesteund door het kopeind 50 van een van schroefdraad voorziene bus 20. Deze bus 20 is met de buitenschroefdraad 24 in een boring 21 in het materiaal van de deur 2 gedraaid. Deze boring 21 strekt zich 8100653 -4- in horizontale richting uit, bijvoorkeur in het midden van de beide deurvlakken, due loodrecht op de smalle rand van de deur 2. De van schroefdraad voorziene bus 20 is in het centrale gedeelte voorzien van een geleidingsboring die overgaat in een t schroefdraad 23, die samenwerkt met de schroefdraad 27 van de schroef 18. Om het inschroeven van de bus 20 in de deur gemakkelijker te maken,is deze bus aan de buitenste kopse kant voorzien van een zich in dwarsrichting uitstrekkende sleuf 22 of van een zeskantige opening voor het plaatsen van ) een stuk gereedschap in het bijzonder van een zeshoekige sleutel .

In de ingeschroefde toestand steekt de schroef 18 door het plaatvormige deel 13 van.het scharnier en de kop 17 ligt verzonken in de opening in het deel 13. Het eindvlak 50 van de 5 bus 20 ligt dus direct aan tegen het naar de bus gekeerde vlak van het plaatvormige deel 13. Het over meer dan de helft van de omtrek cirkelvormige scharnierdeel 13 is gedeeltelijk verzonken in de smalle rand van de deur gelegen. Dit verzinken wordt verkregen met behulp van een in de eerder aangebrachte 0 boring 21 grijpende tapfrees, doordat het materiaal 'in de benodigde hoeveelheid aan de smalle rand van de deur wordt verwijderd. De na deze bewerking overblijvende kleine dam voor de bevestiging van het plaatvormige deel 13 met het bij benadering half-cirkelvormige deel aansluitende deel !5 en de bevestigingsplaats voor de houder 25 wordt apart verwijderd. Achter het naar de smalle zijde van de deur 2 gekeerde vlak van het deel 13 van het scharnier blijft een tussenruimte 14 over die dienst doet bij het veranderen van de stand van de deur. Opdat deze tussenruimte 14 vanaf de buitenzijde van 30 de deur niet is te zien, vertoont het plaatvormige deel een deze tussenruimte 14 aan de buitenzijde overdekkende afdekplaat 15 die tegelijkertijd de borging tegen draaiing van dit scharnierdeel overneemt.

Bij het monteren of wanneer de deuren in de loop van de 35 tijd iets van stand zijn veranderd, kan een correctie van de stand van de deur traploos op eenvoudige wijze tot stand worden gebracht, doordat de van schroefdraad voorziene bus 20 iets wordt ingedraaid of wordt uitgedraaid, zodat aansluitend bij het bevestigen van het deel 13 van het scharnier met behulp 8100658 -5- van de schroef 18 de deur een gecorrigeerde stand inneemt. Vanaf de buitenzijde is geen verandering te zien, daar alleen de afgedekte tussenruimte 14 iets groter of kleiner wordt.

Om een vanzelf losraken van de schroef 18 tegen te gaan, kan 5 bijvoorbeeld in het bereik van de schroefdraad van deze schroef 18 een iets uitstekende vervormbare kunststofpen of dergelijke in dwarsrichting worden geplaatst, zodat een borging tegen draaiing door een vergrote wrijving optreedt.

De uitvoeringsvorm volgehs figuur 4 is in het bijzonder 10 geschikt voor deurkozijnen van hout. In het raam 16 van de deur wordt in het dwars op het vlak van de deur verlopende vlak een uit metaal bestaande draaitap 48 geschroefd. Hiertoe wordt eerste een cylindrische boring aangebracht en hierin wordt de van een buitenschroefdraad 47 voorziene indraaitap 15 48 met behulp van een in een inwendig zeskantige opening 49 gestoken sleutel gedraaid. In deze indraaitap 48 bevindt zich een dwarsboring 45 waarin de draagtap 10 van het tweede met de deur te verbinden deel 5 van het scharnier wordt geschroefd. De uitvoering van het met de deur 2 verbonden plaat- 20 vormige deel 13 van het scharnier komt in hoofdzaak overeen met de afgeheelde uitvoeringsvorm met dit verschil, dat in plaats van een aangevormde afdekplaat 15 een in dwarsdoorsnede hoekvormige afzonderlijke afdekplaat 32 aanwezig is, die met het deel 13 door lassen of op andere wijze star is 25 verbonden. Deze afdekplaat 32 dient enerzijds voor het afdekken van de tussenruimte 14 die al naar gelang van de stand van de deur verschillend groot kan zijn en anderzijds als borging tegen draaiing van het deel 13. De kopse eindrand 50 van de van schroefdraad voorziene bus 20 ligt rechtstreeks 30 aan tegen de afdekplaat 32 en wordt door een meer of minder diep inschroeven in de boring 21 met behulp van een inwendig zeskantige opening 51 in axiale richting van stand veranderd. Daardoor kan men een correctie van de stand van de deur door het inschroeven· of uitschroeven van de van schroefdraad voor-35 ziene bus 20 verkrijgen. Vervolgens wordt de bij voorkeur van een inwendig 'zeskantige opening 19 voorziene schroef 18 vast aangetrokken. Voor het overige komt de werkingswijze van deze uitvoeringsvorm overeen met die vólgens figuur 1.

In de figuren 5 tot 9 is een uitvoeringsvorm afgebeeld 8100658 -6- waarbij de schroefkop 17 draaibaar is bevestigd aan het plaatvormige deel van he.t scharnier. Een in het plaatvormige deel 13 met behulp van schroefdraad 37 geschroefde bus 35 borgt de schroefkop 17 tegen een axiale beweging waarbij 5 deze echter gemakkelijk kan worden gedraaid. De buitendiameter van de bus 35 is zo gekozen, dat deze in de boring 21 wordt geleid, waarin de van schroefdraad voorziene bus 20 is geschroefd. Daardoor krijgt men een extra zijdelingse steun voor de relatief lange in de bus 20 geplaatste schroef 18.

10 De kop 17 ligt dus tegen een in het plaatvormige deel 13 aangebrachte borst in de vorm van een cylindrische v erdieping en de van een inwendig zeskant 19 voorziene'kop 17 steekt door het plaatvormige deel 13 heen, zodat dus de schroef 18 met behulp van een zeskantige sleutel of dergelijke vanaf 15 de buitenkant van het scharnier kan worden versteld. Voor het borgen tegen een ongewenste verdraaiiing kunnen ook hier middelen voor het borgen tegen draaiing aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een in een dwarsboring van de bus 20 geplaatste vervormbare kunststofpen die tegen de schroef-20 draad van de schroef 18 drukt. Bij een draaiing van de schroef 18, waarbij deze voor het tot stand brengen van een correctie in de vast in de deur aangebrachte bus 20 wordt in- of uitgeschroefd, veranderen de beide tussenruimten 14 en 39. De bus 20 wordt met behulp van een in de inwendige zes-25 kantige opening 51 geplaatst gereedschap zo ver ingeschroefd dat de axiale afstand van de tussenruimte 39 tenminste even groot is als die van de tussenruimte 14. Tegenover het uitgefreesde deel voor het opnemen van het plaatvormige deel van het scharnier is de van schroefdraad voorziene bus 20 dieper 30 in de boring 21 geschroefd.

In plaats van met beljulp van de van schroefdraad 37 voorziene bus 35 zou de schroefkop 17 ook tegen axiale bewegingen kunnen worden .'geborgd door een aan het plaatvormige deel van het scharnier geklonken of geschroefde bus 35.

35 Voor het afdekken van de tussenruimte 14 is hier een op het plaatvormige deel 13 van het scharnier geplaatste afdekplaat 32 aanwezig. Deze is op het plaatvormige deel 13 van het scharnier bevestigd door klemwerking waarbij deze klemwerking in ieder geval wordt versterkt door las- of 8100658 -7- soldeerplaatsen met de uitstekende nokken 34. Hierdoor kan de vervaardiging van het deel 13 van het scharnier eenvoudiger worden en kan dit deel als stans- of buigdeel worden uitgevoerd, aangezien de afdekplaat 32 achteraf kan worden beves-5 tigd. In het plaatvormige deel 13 bevindt zich aan beide zijden een voor het vasthouden van de afdekplaat 32 dienende inkerving.

Zoals figuur 7 laat zien wordt de uitfreezing van de smalle rand van de deur zodanig uitgevoerd dat de hartlijn 10 ervan een'kleinere afstand van de brede zijde van de deur heeft als overeenkomt met de straal van de uitfrezing .

Onder het het deel 13 van het scharnier bevattende deel 5 van het scharnier bevindt zich het scharnierdeel 6 met een bovenste houder 26 en de draagtap 10 en een onderste 15 houder 38 met een cylindrische draagtap 40 (fig. 6).

In de uitvoeringsvorm volgens figuur 10 is eveneens een van schroefdraad voorziene bus 20 aanwezig met behulp waarvan een verstelling van de afstand tussen het plaatvormige deel 13 van het scharnier en de deur 2 mogelijk is. Het eindvlak 20 50 van de bus 20 ligt draaibaar,echter praktisch zonder speling aan tegen het naar de smalle rand van de deur gekeerde vlak van het deel 13. Daardoor is een relatieve draaiing tussen de in de smalle zijde van de deur geschroefde van schroefdraad voorziene bus 20 en het plaatvormige deel 13 25 van het scharnier mogelijk. Een van een verzonken kop 17 voorziene schacht 18 is geplaatst in een centrale boring van de bus 20 en hierin tegen draaiing geborgd. Deze borging tegen draaiing kan bijvoorbeeld verkregen worden door het inpersen van de schacht 18 of door middel van een dwarspen 30 of door-30 dat de boring en de schacht 18 een van de cirkelvorm verschillende vorm van de doorsnede hebben.gekregen, In de kop 17 bevindt zich een inwendig zeskantige verdieping 19 voor het opnemen van een zeshoekige sleutel voor het verdraaien van deze kop 17 samen met de van schroefdraad voorziene bus 35 20. De uitvoering is dus zodanig, dat de kop 17 in de bijpassende verdieping 33 aan de buitenzijde van het plaatvormige deel 13 gemakkelijk kan worden gedraaid. De bus 20 is aan de buitenzijde over de gehele lengte bij voorkeur voorzien van een zaagtandvormige schroefdraad 23 en wordt bij het monteren 8100658 -8- met behulp van een in de zeshoekige opening 19 geplaatst gereedschap geschroefd in, een van tevoren in de smalle zijde van de deur aangebrachte boring 21 zonder schroefdraad.

Het over tenminste 3/4 van de omtrek cirkelvormige deel 513 steekt dus in een ongeveer cylindervormige uitsparing die aan de smalle zijde van de deur 2 met behulp van een tap-frees werd aangebracht. Voor het instellen blijft een tussenruimte 14 over, zodat de stand van de binnen het raamwerk van de deur vallende deur 2 op eenvoudige wijze door een meer of 10 minder diep inschroeven van de bus 20 kan worden gecorrigeerd .

Het vervaardigen van deze cylindervormige verdieping voor het opnemen van het plaatvormige deel 13 vindt zodanig plaats dat eerst met behulp van een boormal de boring 21 wordt 15 aangebracht en daarna de uitsparing voor het opnemen van het scharnierdeel 13 wordt uitgefreesd. Een of meer kransvormig aangebrachte pennen 36 voor het borgen tegen draaiing steken van het plaatvormige dfeel 13 uit en dienen om dit deel tegen draaiing te borgen.

20 De verticale zwaaiingsas ligt ten opzichte van het plaat vormige deel 13 naar opzij verschoven en bevindt zich bij alle uitvoeringsvormen op enige afstand van de deurpost 3 en ten opzichte van de brede zijde van de deur aan de binnenzijde van de kamer.

25 De verschillende beschreven uitvoeringsvormen kunnen ook met elkaar worden gecombineerd voor zover dit zinvol en technisch mogelijk is.

8100656

Claims (8)

9-

1. Hangwerk voor het bevestigen van een geheel in het raamwerk vallende deur aan de deurkozijnen met een eerste scharnierdeel dat in het kozijn kan grijpen met tenminste êên draagtap en met een met de deur te verbinden een tapvormig 5 deel vertonend tweede scharnierdeel en met verstelmiddelen voor het veranderen van de afstand tussen het tweede scharnierdeel en de smalle rand van de deur, met het kenmerk, dat een ten opzichte van het tweede scharnierdeel uitstekend, naar de smalle rand van de deur te keren plaatvormig deel 10 (13) tegen het eindvlak (50) van een in de smalle zijde van de deur te schroeven van schroefdraad voorziene bus (20) aanligt of de kop (17) van een in de van schroefdraad voorziene bus (20) grijpende schroef (18) aan het plaatvormige deel (13) tegen axiale verschuiving geborgd doch draaibaar is 15 bevestigd en dat de van schroefdraad voorziene bus (20) en/of de schroefkop (17) voor het corrigeren van de stand van de deur (2) is voorzien van middelen (19, 22, 51) voor het laten aangrijpen van een voor het doen verdraaien dienend stuk gereedschap.

2. Hangwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de van schroefdraad voorziene büs (20) is voorzien van een binnen- en een buitenschroefdraad (23, 24), en dat het naar het plaatvormige deel (13) van het scharnier gerichte eind (50) is voorzien van een dwarssleuf (22) of van een inwendig veel-25 hoekige opening (51) voor het plaatsen van een stuk gereedschap (fig. 1 en 5).

3. Hangwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de van schroefdraad voorziene bus (20) met de eindrand (50) aanligt tegen het plaatvormige deel (13) van het scharnier 30 en dat een van een kop (17) voorziene schacht (18) in een langsboring van een van schroefdraad voorziene bus (20) tegen draaiing geborgd wordt vastgehouden (fig. 10).

4. Hangwerk volgens een of meer der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat bevestigingsmiddelen (35) aanwezig zijn 8100658 -10- die de kop (17) van de in de van schroefdraad voorziene bus (20) grijpende als êên stuk gevormde schroef (18) tegen axiale verschuiving ten opzichte van het plaatvormige deel (13) borgen en dat de middelen (19) voor het verdraaien van de 5 schroef (18) vanaf de buitenzijde van het plaatvormig deel (13) toegankelijk zijn (fig. 5).

5. Hangwerk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat op de naar de van schroefdraad voorziene bus (20) gekeerde zijde van het plaatvormige deel (13) een met dit deel ver- 10 bonden, in het bijzonder door schroeven bevestigde, de schroefkop (55) draaibaar opnemende schijf (35) of dergelijke aanwezig is (fig. 5).

6. Hangwerk volgens een of meer der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het plaatvormige deel (13) een afdekor- 15 gaan (15, 32) vertoont dat dient om de instelspleet (14) aan de buitenzijde van de deur af te dekken.

7. Hangwerk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het afdekorgaan bestaat uit een als afzonderlijk stuk uitgevoerde dekplaat (32) (fig. 5 tot 9) .

8. Hangwerk volgens een of meer der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de houder (25) van het tweede scharnier-deel tussen twee draagtappen (10) vertonende houders (26) van het eerste scharnierdeel is geplaatst (fig. 2 en 3). 8100658