NL8007092A - Wegschuifbaar gevel- of dakraam en dakkapel. - Google Patents

Description

•>· ! -., 1.

Wegschuifbaar gevel- of dakraam en dakkapel.

De uitvinding heeft betrekking op een afsluitinrichting voor een dak, wand- of gevelopening, welke afsluitinrichting is voorzien van een, in het afsluitvlak als een harmonika-balg opvouwbaar uitgevoerd samenstel van panelen.

5 Een dergelijke afsluitinrichting is bekend uit de

Nederlandse octrooiaanvrage nr. 7700245; de aldaar weergegeven afsluitinrichting is zodanig uitgevoerd, dat bij een uitgeschoven stand van de afsluitinrichting de panelen geheel in één vlak liggen. Een dergelijke inrichting is dan 10 ook niet geschikt om te worden aangebracht in een opening van een plat of een licht hellend dak in verband met mogelijke lekkage bij zware regenval.

Voor plaatsing van een afsluitinrichting van de in de aanhef omschreven soort in een dakopening van een plat 15 of een hellend dak dienen dan ook bijzondere maatregelen te Worden getroffen. Zo mag het samenstel van panelen geenszins tot een gestrekte vorm worden uitgeklapt of uitgeschoven. Voorts is het voor een goede afvoer van het regenwater vereist, dat de panelen per tweetal - ook in de uitgeschoven 20 toestand van de afsluitinrichting - een in een punt toelopende opstelling behouden, en dient op de laagste plaatsen van de afsluitinrichting een goede afvoermogelijkheid voor het regenwater te zijn. Een dergelijke beperking in de uitschuif baarheid van de panelen zou te zware eisen aan de 25 scharnierende organen tussen de panelen van de bekende afsluitinrichting stellen; immers bij veelvuldig gebruik van zo'n afsluitinrichting zal een aanzienlijke slijtage aan de scharnierende organen optreden, waardoor de symmetrische opstelling van de panelen in de uitgeschoven toestand niet 30 langer behouden zal blijven, terwijl tevens de afdichting van de afsluitinrichting tegen regen ter plaatse van de scharnierende organen steeds meer te wensen zal overlaten.

Voorts heeft de beoogde symmetrische opstelling van de panelen van de bekende inrichting het nadeel, dat er geen 35 waterdichte afsluiting aan de zijkanten voorhanden is.

“«W7 0 9 2 2.

* V

De uitvinding beoogt een verbeterde uitvoering van de afsluitinrichting van de in de aanhef omschreven soort met een in een punt toelopende opstelling van elk tweetal samenwerkende panelen in de uitgeschoven toestand, waarbij 5 de genoemde nadelen verregaand zijn opgelost.

Overeenkomstig de uitvinding zijn bij de afsluitin-richting van de in de aanhef omschreven soort de panelen per tweetal aan de zijwanden onder gebruikmaking van een schamierverbinding met behulp van een uit halfdelen met 10 een scharnierverbinding samengeste&d zijpaneel gekoppeld.

De uitvinding zal nu nader aan de hand van de bijgaande figuren worden toegelicht, waarvan

Pig. 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een afsluit-inrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft; 15 Fig. 2 een gedeelte toont van een in Fig. 1 weergegeven afsluitinrichting; t

Fig. 3 een bijzondere uitvoeringsvorm toont van het in Fig. 2 weergegeven gedeelte van de afsluitinrichting.

Fig. 4 een ander gedeelte van een in Fig. 1 weergegeven 20 afsluitinrichting toont;

Fig. 5 A-B een voorkeursuitvoeringsvorm van het in Fig.

4 weergegeven gedeelte van de afsluitinrichting toont;

Fig.6ArC een eerste bijzondere toepassing van een afsluitinrichting overeenkomstig de uitvinding toont; en 25 Fig.7 een tweede bijzondere toepassing van een af sluitinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft.

In Fig. 1 is met verwijzingscijfer 1 een afsluitinrichting voor een dak- of gevelopening weergegeven, welke afsluitinrichting van het type is, dat voorzien is van een 30 als een harmonikabalg opvouwbaar uitgevoerd samenstel van panelen 2. Een dergelijk paneel is uit twee vlakvormige platen 3 en 4 van transparant of van anderszins niet defor-meerbaar materiaal vervaardigd, welke met behulp van schot- . ten 5 op afstand worden gehouden.

35 In de uitgeschoven toestand dienen de panelen 2 per tweetal een in een punt toelopende opstelling te behouden, waardoor er een opvangmogelijkheid vereist is voor het BADOFή8Ö'Ktva"beΓ, deze panelen omlaag stroomt; deze op- a o o 7 o o ?

^ *«* ‘ V

3.

•vangmogelijkheid wordt met behulp van gootbalken^verkregen, waarvan de opstaande wanden 7 op de onderzijde van een tweetal opeenvolgende panelen 2 onder gebruikmaking van een scharnierende verbinding 8 aangrijpen. Het in de 5 gootbalken 6 opgevangen regenwater wordt aan één of beide uiteinden in een afvoergoot opgevangen en vandaar af gevoerd.

Voorts dient de afsluitinrichting 1 ook winddicht te zijn uitgevoerd, waartoe deze is voorzien van uit half-10 delen 9 en 10 samengestelde zijpanelen 11, welke tussen ieder tweetal opeenvolgende, niet met dezelfde gootbalk 6 samenwerkende panelen 2 ter afsluiting van de zijkanten van de afsluitinrichting 1 zijn aangebracht.

De halfdelen 9 en 10 zijn per stel middels een schar-15 nierverbinding 12 onderling verbonden, terwijl voorts een scharnierverbinding 13 tussen ieder halfdeel 9 respectievelijk 10 en een aanliggend paneel 2 is opgenomen, Wanneer de afsluitinrichting 1 als een harmonikabalg wordt uitgeschoven, zal de uiteindelijke hoekstand van de panelen 2 20 worden bepaald door de beide tophoeken van de paarsgewijs verbonden halfdelen 9 en 10. Wanneer de panelen 2 in een samengevouwen toestand worden geschoven, zullen de paarsgewijs verbonden halfdelen 9 en 10 volgens de met het aanliggende paneel 2 gemeenschappelijk te voeren scharaier-25 verbinding 13 naar binnen draaien. Teneinde weersinvloeden op de zijpanelen 11 zoveel mogelijk uit te bannen, kunnen deze zi jpanelen 11 meer naar binnen onder de panelen 2 worden aangebracht, waardoor er een overstek over de zijpanelen 11 ontstaat.

30 Teneinde te voorkomen, dat bij een te ver doorgevoerde opeenschuiving van de panelen 2 deformaties van de samenstellende delen van de afsluitinrichting 1 zullen optreden, zijn de gootbalken 6 voorzien van gelijk gerichte afstands . houders 14; dank zij deze afstandshouders 14 kunnen de goot-35 balken 6 niet dichter dan op de, met de lengte van de af-standhouder overeenkomende afstand tot elkaar worden ge— bracht, waardoor de gevreesde deformaties aan de samenstellende delen van de afsluitinrichting 1 zullen uitblijven.

BAD ORIGINAL

80 0 7 0 9 2 >. - > 4.

Met de aldus getroffen maatregelen wordt "bereikt, dat in een uitgeschoven toestand van de afsluitinrichting 1 de paarsgewijs middels een zijpaneel 11 gekoppelde panelen 2 steeds onder dezelfde tophoek worden opgesteld, waardoor 5 het probleem betreffende de slijtage aan de scharnierende verbinding tussen de topdelen 15 van de panelen 2 zich hier nagenoeg niet voordoet.

Voorts dienen de aan elkaar toegevoegde topdelen 15 van de panelen 2 van een wind- en waterdichte afsluiting te 10 zijn voorzien; hiertoe zijn de topdelen 15 van de paarsge-wijs middels eenzelfde zijpaneel 11 gekoppelde panelen 2 hetzij middels een scharnierverbinding 16, hetzij middels een stripvormig element van buigzaam materiaal, of middels een combinatie van een scharnierverbinding 16 en een deze 15 scharnierverbinding overkappend stripvormig element 17 afgedekt .

Uit constructief oogpunt verdient het de voorkeur de schuif beweging van het samenstel van panelen 1, goot balken 6 en zijpanelen 11 middels een tweetal met de gootbalken 6 20 samenwerkende geleidebanen 18 tot stand te brengen, hetgeen in Pig. 2 is weergegeven.

In deze uitvoeringsvorm omvat de geleidebaan 18 een kokervormige drager 19, welke aan de onderzijde is voorzien van een overlangs verlopende sleufvormige opening 20.

25 Voorts is de geleidebaan 18 per gootbalk nog voorzien van een haakvormig orgaan 21, waarvan de lange steel 22 aan de gootbalk 6 op een, nabij het uiteinde ervan gelegen plaats is bevestigd, en waarvan de korte steel 23 ten dele binnen de sleufvormige opening 20 is opgenomen, en aldaar met de 30 drager 19 onder gebruikmaking van een rollagermechanisme 24 samenwerk. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat het rollagermechanisme 24 een tweetal kleine, gescheiden opgesteld en draaibaar op een as 25 aangebrachte wielen 26, waarbij het midden van de as 25 op het uiteinde van de korte 35 steel 23 van het haakvormig orgaan 21 aangrijpt. De kokervormige drager 19* welke langs een zijkant van de af te sluiten dak- en gevelopening wordt aangebracht, kan ook voor het afvoeren van het door de gootbalk 6 verzamelde regenwater w BADOI8W7 0 9 2 m v 5.

nog zijn voorzien van een regengoot of plakplaat 27, welke in de onderhavige uitvoeringsvorm aan drager 19 is bevestigd, en wel zodanig, dat een opstaande gootrand 28 aan dat zijvlak van drager 19 is “bevestigd, waarlangs geen bewe-5 gingen van de haakvormige organen 21 plaatsinden. Een plakplaat onderscheidt zich van een afvoergoot doordat deze niet twee, maar één opstaande wand hezit, terwijl het horizontale gedeelte rust op hét aangrensende dak, en daaraan is bevestigd. Bij gebruik van één enkele regengoot c.q.

10 plakplaat 27 zijn de niet op die regengoot lozende uiteinden van de gootbalken 6 afgesloten.

Een wind- en waterdichte afsluiting is voorts nog vereist tussen de kokervormige drager 19 en de zijpanélen 11; hiertoe is de naar de zijpanelen 11 toegekeerde zijkant 15 van de kokervormige drager 19 (of van de regengoot c.q. plakplaat 27) voorzien van een tochtstrip 29 van soepel, . buigzaam materiaal, welke strip bij een uitgeschoven sténd van de afsluit inrichting 1 de ruimte tussen de aijpanelen 11 en de zijkant van de kokervormige drager 19 (of van de 20 regengoot c.q. plakplaat 27) geheel winddicht afsluit.

Zo’n waterdichte afsluiting wordt verkregen met behulp van een slab 30 van buigzaam materiaal welke zijwaarts gericht op de buitenzijde van het zijpaneel 11 met behulp van bijvoorbeeld montagestrips is bevestigd. Deze strips mogen 25 evenwel niet doorlopen tot de tussen de halfdelen 9 en 10 opgenomen scharaierverbinding 12 teneinde het naar binnen draaien van deze halfdelen bij het opeenschuiven van het samenstel van panelen 2 niet te bemoeilijken.

Het in- en uit schuiven van het samenstel van de pane-30 len 2 kan zowel handmatig als motorisch geschieden. Bij een motorische bediening van de afsluitinrichting 1 is de afsluitinrichting voorts nog voorzien van een zogenaamde ket-tinggoot 31, waarin een ketting 32 over de volle lengte van de goot rondloopt over het tot de motor behorende ket-35 tingwiel (aan het ene uiteinde van de afsluitinrichting 1) en het op de keeras aangebrachte kettingwiel c.q. ketting-spanner (aan het andere uiteinde van de afsluitinrichting 1) bad ori€ii0aQ 7 0 9 2 « v 6.

.Aan deze ketting 32 is het aan het schuifbaar uiteinde van de afsluitinrichting 1 gelegen paneel gemonteerd. Het verdient de voorkeur een kettinggoot 31 met toebehoren aan ibeide zijkanten van de afsluitinrichting 1 op te némen en 5 de bewegingen van de beide kettingen 32 synchroon te laten verlopen.

Eenvoudige assemblage van de in Pig. 2 weergegeven' delen verkrijgt men, indien, zoals in Pig. 3 is weergegeven, gebruik wordt gemaakt van een stripvormig element 33 van 10 bijvoorbeeld aluminium met een sleufrail 34 voor ieder op te nemen hulpstuk zoals een regengoot 27, kettinggoot 31 en tochtstrip 29. Daarbij dienen de op te nemen regengoot 27, kettinggoot 31 en tochtstrip 29 te zijn voorzien van overeenkomstig gevormde profilaties voor een zijdelings 15 plaats vindende inschuifmogelijkheid. Het stripvormig element dient dan aan de zijwand van de drager 19 te worden bevestigd. '

In plaats van een toclfetrip 29 en slab 30 als afzonderlijke eenheden kunnen zij ook tot één enkele bescherm-20 plaat 35 worden samengevoegd. Daarbij is het stripvormige element 33 aan de bovenzijde enigszins naar de afscherm-plaat 35 toegebogen, en is de afschermplaat 35 daar ter' plaatse voorzien van twee uitstekende randdelen 36» welke aan weerskanten over het boveneinde van de afschermplaat 25 35 klemmend worden geschoven.

Aan de andere zijde van de afschermplaat 35 bevinden zich gemakkelijk deformeerbare vleugeltjes, welke tegen de zijpanenel 11 komen aan te liggen ter verkrijging van een winddichte afsluiting.

30 Een zeer gunstige uitvoeringsvorm van een schamier- verbinding 16 tussen twee aan elkaar grenzende topdelen 15 van een paneel 2 is in Pig. 4 weergegeven. Deze schar-nierverbinding 16 omvat een stripvormig verbindingselement 37 met enigszins omgebogen uiteinden 38, elk waarvan is 35 voorzien van een rondgebogen gaffel- of klauwvormige pro-filatie 39. Tevens is elk paneel 2 aan de topzijde 15 afgesloten met een ü-vormige afdeklijst 40, waarvan de rugzijde eveneens is voorzien van een rondgebogen gaffel- of klauw- BAD oildllQw? 0 9 2 ' v 7.

vormige profilatie 41. De beide gaffel- of klauwvormige profilaties 39 en 41 zijn zodanig gedimensioneerd, dat de ene profilatie 39 een passende zijdelings plaats vindende inschuifmogelijkheid bezit in de andere profilatie 41.

5 Daarbij is de breedte van de sleufvormige opening 42 in de profilaties 39 en 41 enigszins groter dan de dikte van het toegepaste materiaal, waardoor de U-vormige afdeklijst 40 en het stripvormige verbindingselement 37 middels de in elkaar geschoven profilaties 39 en 41 een scharnierende ver-10 binding bezitten. Voorts bezit de afdeklijst 40 aan elk topdeel 15 nog een tweede gaffel- of klauwvormige profilatie 43, waarin een rondgebogen, verdikt uitgevoerd randde el van een buigzaam, stripvormig element 44 ter voorkoming van vuilophoping in de profilaties 39 en 41 is opge-15 nomen.

Een soortgelijke afdeklijst 40 is ook toepasbaar aan de onderzijde van een paneel 2 ter verkrijging van pen schamierverbinding 8 tussen het paneel 2 en de daarmee samenwerkende wand 7 van gootbalk 6; zowel de afdeklijst v 20 40 alswel de opstaande gootwand 7, welke aan de bovenzijde enigszins naar buiten is omgebogen, bezitten een rondgebogen gaffel- of klauwvormige profilatie 41 resp. 39 van ongelijke grootte, en wel zodanig dat de ene profilatie 39 zijdelings inschuifbaar in de andere 41 kan worden 25 opgenomen.

Voorts bezit de deklijst 40 aan de onderzijde van paneel 2 nog een andere rondgebogen, gaffel- of klauwvormige profilatie 45, waarin een slab 46 van buigzaam materiaal met een verdikt uitgevoerd randstuk zijdelings 30 kan worden ingeschoven; een dergelijke slab 46 dient ervoor om het binnendringen van regenwater langs de schar-nierverbinding 8 van de afdeklijst 40 met de opstaande gootrand 7 tegen te gaan.

Een bijzonder type afdeklijst 40 bestaat uit afzonder-' 35 lijke elementen, welke van holtes c.q. pennen van overeenkomstige dimensie zijn voorzien, en welke door het op elkaar brengen van dé juiste elementen en het vastklikken van de pennen in de respectievelijke holtes geassembleerd worden. bad ORiqjityio 7 0 9 2

* V

8.

Een zeer bijzondere uitvoeringsvorm van een afdeklijst 40 is in fig. 5 A weergegeven; deze afdeklijst 40 bezit een drietal rond uitgevoerde gaffel- of klauwvormige profilaties 41, 43 en 45, waarbij profilatie 41 in het midden van het 5 rugstuk van de afdeklijst 40 en de beide andere (43 en 45) op of nabij de ribben van de afdeklijst 40 zijn aangebracht. Deze gaffel- of klauwvormige profilaties 41, 43 en 45 kenmerken zich door de positie van de sleufvormige opening 42 in de profilatie en derhalve door een korte en een lange 10 booglengte 47 resp. 48 van de delen van de profilatie 41, 43 en 45. Bezien wij de middelste gaffelvormige profilatie 41, dan is de sleufvormige opening 42 zodanig aangebracht dat het naar profilatie 45 toegekeerde boogdeel 47 veel kleiner is dan die welke naar profilatie 43 is toegekeerd. Een 15 dergelijk onderscheid is ook aanwezig bij de profilaties 45 en 43; het van profilatie 41 afgekeerde boogdeel 47 van profilatie 45 is eveneens kleiner dan het andere boogde,el 48 van profilatie 45. De drie profilaties 41, 43 en 48 kenmerken zich derhalve door de eigenschap dat als gevolg 20 van de sleufvormige opening 42 in elk van de drie profilaties 41, 43 en 45 een kort- en een lang boogdeel in de profilaties te onderkennen zijn welke overeenkomstig op het topvlak van de afdeklijst 40 staan opgesteld. Dit type afdeklijst 40 kan nu op de beide, met elkaar middels hetzelfde 25 zijpaneel 11 samenwerkende panelen 2 zowel aan de top- als aan de bodemzijde worden aangebracht ter verkrijging van de benodigde schamierverbindingen aldaar.

In Fig. 5B is weergegeven op welke wijze de afdeklijs-ten 40 op de panelen 2 zijn aangebracht. De afdeklijst en 30 40 aan de topzijde 15 van de panelen 2 zijn zodanig gemonteerd, dat de profilaties 45 naar binnen zijn gericht zonder evenwel met enig deel nog samen te werken; de middelste profilatie' 41 werken samen met de gaffelvormige, rond afgewerkte profilatie 39 aan de uiteinden 38 van het 35 verbindingselement 37, terwijl de aan de buitenzijde opgestelde profilaties 43 met de verdikte, rond afgewerkte zijwanden van het stripvormige afdekelement 17 samenwerken.

Het afdekelement 17 bezit voorts nog een van buigzaam BADIWTO 9 2 9.

materiaal vervaardigde manchet 49, dat neerwaarts is teruggebogen en daardoor een beschermende werking voor de profilatie 43 heeft·..De afdeklijsten 40 aan de onderzijde van de panelen 2 zijn zodanig gemonteerd, dat de profilaties 5 43 naar elkaar toe zijn gericht, doch niet met enig deel samenwerken; de middelste profilaties 41 werlcen weer samen met. gaffelvormige profilaties 39, welke aan de topzijden van de opstaande wanden 7 van de gootbalken 6 staan opgesteld; de aan de buitenzijde opgestelde gaffelvormige profi-10 laties 45 van de afdeklijsten 40 werken samen met het rondgebogen verdikt uitgevoerd randdeel van de slabvormige elementen 46. De breedte en de positie van de sleufvormige ope-ningen 42 in de gaffelvormige profilaties 39 van de afdeklijsten 40 zijn zodanig, dat bij een uitschuiven van de 15 af sluit inrichting 1 de onderlinge posities der samenwerkende profilaties 39 en 41 en die der profilaties 43 en 45 met de stripvormige afdekelementen 17 respectievelijk de slabvormige elementen 46, enigszins kunnen veranderen.

In geval een tamelijk brede opening in het dak met pa-20 nelen 2 overspannen moet worden is het raadzaam aan de onderzijde van elke gootbalk 6 een T-balk te bevestigen teneinde doorbuiging van de gootbalk te voorkomen.

In Pig. 6a is een bi jzondere toepassing van een afsluit-inrichting voor een dakopening, ter verkrijging van een 25 dakkapel 50 weergegeven, waarbij het samenstel van panelen 2 slechts uit een tweetal dezer panelen bestaat. Wanneer een dak onder een hoek van 45° verloopt, zijn de zijpanelen 11 gelijkvormig aan elkaar. Verloopt het dak echter onder een andere hellingshoek, dan verdelen de zijpanelen 11 30 het op te vullen driehoekig zijvlak volgens de zwaartelijn· de genoemde halfdelen 9 en 10 stemmen met elkaar dan nog slechts overeen in grootte van het oppervlak. De gootbalk 6 voor de onderzijde van het laagst gelegen paneel 2 heeft hier plaats gemaakt voor een waterdichte afdichtstrip 51.

35 Het horizontale paneel 2 kan aan de randen voorzorgshalve nog van gootwanden 52 worden voorzien, waarop een regenaf-voer is aangesloten.

w BAD ORIt&AlP 7 0 9 2 10.

.Zoals in Pig. 6 B is weergegeven, is het mogelijk aan de achterzijde van het opklapbare gedeelte van het dakkapel een gootbalk 6 aan te brengen, voor het lozen van water, wanneer het dakpaneel 2 van de dakkapel achterover wordt 5 geklapt. De achterzijde van het dakpaneel 2 is voorzien 40 van een afdeklijst welke opgebouwd is uit middels een klik-verbinding op elkaar te bevestigen delen, met een aan de achterzijde bevestigd afwateringsflap 53.

Voorts kan de motorische aandrijving vervangen worden door 10 een handmatig te bedienen aandrijfinrichting met slinger (windwerk). Verder is het mogelijk om in plaats van een ketting 32 een band of kabel in de aandrijving naar het weg te schuiven paneel 2 op te nemen. Elke drager 19 is daarbij s aan de bovenzijde voorzien van een schuifband, welke gespan-15 nen tussen twee in de uiteinden van de drager 19 weggewerkte wikkelrollen heen en weer kan worden bewogen. Op elke schuifband is een klos aangebracht, waarop het desbetreffende' laagst gelegen hoekpunt van het schuifbare deel van het dakkapel is bevestigd.

20 Een andere mogelijke oplossing met betrekking tot de schuifbaarheid van het dakkapel wordt verkregen met twee zgn. schuifraamveren, waarvan de beide wikkelrollen in het hoogste deel van de dragers 19 zijn opgenomen, en waarvan de losse uiteinden aan de laagste hoekpunten van het schuif-25 bare deel van het dakkapel zijn bevestigd.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van een handmatig te bedienen aandrijf inrichting met bandgeleiding voor een dakkapel is in Pig. 6 C weergegeven. In deze figuur is met verwijzing 54 een opstaande zijwand, van een met een dakkapel 30 af te sluiten dakkamer weergegeven. Op deze zijwand 54 is de kokervormige drager 19 aangebracht; waarbinnen de gelei-dingsband schuifbaar opgenomen·

De topzijde van drager 19 is voorzien van twee, zich zijwaarts uitstrekkende vleugels 55, waarover een blokvormig 35 element 56 schuifbaar is aangebracht. Hiertoe is het blokvormig element 56 voorzien van twee opstaande wanden 57 welke aan de binnenzijde een sleufvormige uitsparing 58 omvatten voor een glijdende opname van de tot de drager 19 BADOi9<Pr&i7 0 9 2 11.

m v behorende vleugels 55. Ter verkrijging van de benodigde koppeling tussen het element 56 en de geleidingsband is in de geleidingsband een koppelstuk 59 met een schroefdraadhol-te 60 opgenomen, is de kokervormige drager 19 aan de over-5 eenkomstige zijde voorzien van een lange sleufvormige opening voor een gemakkelijke toegang van een bout of schroef tot de holte van genoemd orgaan 59» en is het element 56 aan dezelfde zijde voorzien van een boorgat 61, waardoor de bout of schroef kan worden gestoken en via de sleuf in 10 drager 19 in de holte 60 van het orgaan kan worden bevestigd.

Voorts kan een zijwand van de drager 19 nog doorlopen in een daarmee verbonden zijnde regengoot 62.

Een zeer bijzondere uitvoeringsvorm van een wegschuif-baar dakkapel 50 middels een afsluitinrichting 1 overeen-15 komstig de uitvinding is in Fig. 7 weergegeven en verkrijgt men door het verticale, aan de voorzijde geplaatste paneel 2 van het dakkapel 50 te laten bestaan uit een lijstvonpige drager 63, waarin eveneens een samenstel 64 van panelen is opgenomen, welke samenstel omhoog of zijwaarts verschuif-20 baar ia aangebracht·

De plaatsing van een afsluitinrichting 1 is niet beperkt tot een opening in een horizontaal vlak of hellend vlakj zij kan ook in verticale richting worden opgesteld, bijvoorbeeld in wandopeningen.

BAD ORlëi&f ^ ® ® ^

Claims (9)

12. Conclusies.

1. Afsluit inrichting voor een venster, dak- of gevelope-ning, welke afsluitinrichting is voorzien van een, in het afsluitvlak als een harmonikabalg opvouwbaar uitgevoerd samenstel van panelen met het kenmerk, dat de panelen per 5 tweetal aan de zijranden onder gebruikmaking van een schar-nierverbinding met behulp van een uit halfdelen met een schamierverbinding samengesteld zijpaneel zijn gekoppeld.

2. Afsluitinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afsluitinrichting per tweetal panelen is voor- 10 zien van een dwars op de sluitrichting gesitueerde verbin-dingsgoot met schamierbare aanhechting van twee opeenvolgende, met verschillende zijpanelen samenwerkende panelen aan de opstaande gootranden.

3. Afsluitinrichting volgens conclusie 1 met het ken-15merk, dat tussen de naar elkaar toegekeerde zijden van elk tweetal met hetzelfde zijpaneel samenwerkende panelen aan de topzijde een verbindingsdeel met een schamierbare aanhechting is opgenomen·

4. Afsluitinrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk, 20dat een schamierbare aanhechting wordt verkregen door twee in elkaar grijpende gaffelvormige profilaties in de naar elkaar toegekeerde randdelen van het verbindingsdeel en het desbetreffende paneel, welke profilaties onderscheidenlijk zijn gedimensioneerd.

5. Afsluitinrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat elk tweetal met hetzelfde verbindingsdeel samenwerkende panelen aan de buitenzijde zijn overbrugd door een ' stripvormig element van buigzaam materiaal.

6. Afsluitinrichting volgens conclusie 5 met het ken-30merk, dat een paneel aan de buitenzijde is voorzien van een BAD oftfë^^J0rm^e voor opname van de randvormige 8007092 13. .verdikking van genoemd stripvormig element.

7. Afsluitinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afsluitinrichting is voorzien van een tweetal, aan de buitenzijden van genoemde opening aangebrachte 5 geleidebanen en dat de uiteinden van de gootbalken zijn voorzien van een met genoemde geleidebanen samenwerkend rollagermechani sme .

8. Afdeklijst voor een paneel van de afsluitinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afdeklijst 10 aan de rugzijde is voorzien van een drietal gaffel- of klauwvormige, rondgebogen profilaties met boogdelen van ongelijke lengte, welke profilaties met uniforme richtingszin op de afdeklijst zijn aangebracht.

9. Dakkapel met het kenmerk, dat het dakkapel wordt ' 15 gevormd door een afsluitinrichting, voorzien van een tweetal samenschuifbaar uitgevoerde panelen, welke panelen per tweetal aan de zijranden onder gebruikmaking van een scharnierverbinding met behulp van een uit halfdelen met een scharnierverbinding samengesteld zijpaneel zijn ge-20 koppeld. Hein Douwinus Voskamp. 8007092 BAD ORIGINAL