NL8007077A - Route-aanduidingssysteem. - Google Patents

Description

Λ j, JST.O. 29.746 Route-aanduidingssysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een route-aanduidingssysteem, voorzien van route-aanduidingsmiddelen.

Een dergelijk systeem is in het algemeen bekend, waarbij de route-aanduidingsmiddelen worden gevormd door op verkeerskruispunten vast op-5 gestelde verkeersborden, of wegwijzers in grote gebouwen.

Bij verkeerskruispunten worden meestal slechts een klein aantal bestemmingen aangegeven, aangezien een te groot aantal bestemmingen een onoverzichtelijke situatie zou scheppen. Doordat slechts een klein aantal bestemmingen is aangegeven moet men bij een gekozen bestemming steeds 10 weten welke op het kruispunt aangegeven bestemming bij de gekozen bestemming behoort. Dit geeft vaak zeer grote moóLijkheden, in het bijzonder in het steeds drukker wordende verkeer, waarbij snel handelen een vereiste is. Het plotseling stoppen om na te denken en/of om te vragen levert onherroepelijk gevaarlijke verkeerssituaties op.

15 In grote gebouwen en bij grote gebouwencomplexen worden meestal wel een groot aantal bestemmingen aangegeven, hetgeen het hierboven genoemde nadeel van de onoverzichtelijkheid met zich meebrengt, waardoor veel zal worden gevraagd bij het personeel in het gebouw. Dit is vooral in ziekenhuizen zeer hinderlijk.

20 De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een route-aanduidings systeem, waarbij de hierboven genoemde problemen worden vermeden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat de route-aanduidingsmiddelen worden gevormd door een weergeefinrichting in een verplaatsbaar toestel dat voorzien is van althans een, in een geheugen 25 opgeborgen bestemming, en dat een schakelinrichtin aanwezig is, die de bestemming omzet in een route-aanduidingssignaal dat de weergeefinrichting bestuurt om een bij de bestemming behorende route-aanduiding weer te geven.

Hierbij krijgt dus elke gebruiker een verplaatsbaar of draagbaar toestel mee, waarop op elk kruispunt van verkeerswegen of gangen slechts 30 een richtingaanduiding zal verschijnen, zodat de gebruiker veel minder in beslag wordt genomen door het zoeken naar de route. Voorts is het systeem van groot belang voor analphabeten in de derde wereld.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de schakelin-richting een vergelijkingsschakeling, die een met de bestemming overeen-35 komend bestemmingssignaal achtereenvolgens vergelijkt met uit het geheugen uitgelezen verdere bestemmingssignalen, waarbij een route-aanduidingssignaal wordt opgewekt, dat behoort bij het uitgelezen bestemmingssignaal dat met het gewenste bestemmingssignaal overeenkomt.

8007077 -2- V ^

Bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de schakelinrichting uit een zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel en is tenminste één stationaire zender-ontvanger aanwezig, waarbij de zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel voorzien is van omzetmiddelen 5 die een bestemming omzetten in een bestemmingssignaal dat wordt uitgezonden en waarbij de stationaire zender-ontvanger eveneens is voorzien van omzetmiddelen die het met de bestemming overeenkomende ontvangen bestemmingssignaal omzetten in een daarbij behorende route-aanduidingssignaal dat naar de zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel wordt uitgezonden en al-1Ó daar de weergeefinrichting bestuurt.

Bij nog een andere uitvoeringsvorm bestaat de schakelinrichting uit een ontvangschakeling in het verplaatsbare toestel en zijn bij elk kruispunt van routes aangebrachte zendschakelingen aanwezig, die elk een aantal voor elk kruispunt geldende bestemmingssignalen met de daarbij be-15 horende route-aanduidingssignalen in een voorafbepaalde relatie uitzenden, waarbij door de in het geheugen opgeborgen bestemming het daarmee corresponderende ontvangen bestemmingssignaal wordt aangewezen en op grond van de relatie het bijbehorende route-aanduidingssignaal.

Verdere uitwerkingen van het laatstgenoemde uitvoeringsvoorbeeld 20 zijn beschreven in de hierbijgaande volgconclusies.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen. In de tekeningen tonen:

Fig. 1 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een ontvanger volgens de uitvinding; 25 Fig. 2 een blokschema van een uitvoeringsvorm van de zender volgens de uitvinding;

Fig. 3 een routevoorbeeld;

Fig.. 4 een gedetailleerd blokschema van een uitvoeringsvorm van een zender en ontvanger volgens de uitvinding; en 30 Fig. 5 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van het draag bare toestel volgens de uitvinding.

In beginsel bestaat het route-aanduidingssysteem uit een verplaatsbaar toestel, dat voorzien is van een weergeefinrichting, waarop de te nemen richting zichtbaar wordt gemaakt met behulp van bijvoorbeeld 35 pijlen. In het verplaatsbare toestel is een geheugen aanwezig, waarin een bestemming is opgeslagen. In dit geheugen zijn voor elk kruispunt tussen oorsprong en bestemming de daarbij behorende richting, bijvoorbeeld links, rechtdoor of rechts opgeborgen. Wanneer een gebruiker van het toestel het eerste kruispunt nadert wordt door een zendreferentiesignaal dat het 40 betreffende kruispunt identificeert, een schakelinrichting geaktiveerd, 8007077 * » -3- die de route-aanduiding van het eerste kruispunt uit het geheugen leest, waarbij het daarbij opgewekte route-aanduidingssignaal wordt toegevoerd aan de weergeefinrichting om een bij de bestemming behorende route-aanduiding weer te geven. Bij een uitvoeringsvorm kan het geheugen alle 5 mogelijke bestemmingen bevatten, die in het geheugen zodanig zijn opgeslagen, dat voor elk kruispunt bestemmingen en daarbij behorende routes in toewijzing aan elkaar zijn opgeborgen. Een met de gewenste bestemming overeenkomend bestemmingssignaal kan bijvoorbeeld uit een slechts leesbaar geheugen (ROM) worden uitgelezen. Voorts omvat de schakelinrichting 10 een vergelijkingsschakeling, die het met de gewenste bestemming overeenkomend bestemmingssignaal voor elk kruispunt kan vergelijken met uit het geheugen uitgelezen mogelijke bestemmingssignalen, Wanneer de gebruiker het eerste kruispunt nadert wordt het zendreferentiesignaal ontvangen, waardoor de bij het kruispunt behorende bestemmingen en bijbehorende route-15 aanduidingen worden aangewezen. De vergelijkingsschakeling vergelijkt het met de gewenste bestemming overeenkomend bestemmingssignaal met de voor het kruispunt geldende bestemmingssignalen en bij overeenkomst daartussen wordt het route-aanduidingssignaal opgewekt, dat bij het uitgelezen bestemmingssignaal behoort, dat op zijn beurt met het gewenste bestemmingssignaal 20 overeenkomt. Dezelfde handelingen worden uitgevoerd voor de kruispunten tussen oorsprong en bestemming.

Volgens een ander aspekt van de uitvinding bestaat de schakelinrichting uit een zender-ontvanger, die in het verplaatsbare toestel is ondergebracht. Voorts is tenminste één stationaire zender-ontvanger aanwezig. 25 De zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel is voorzien van omzet-middelen, die een gewenste bestemming omzetten in een bestemmingssignaal dat wordt uitgezonden. Het omzetmiddel kan bijvoorbeeld bestaan uit een slechts uitleesbaar geheugen (ROM) waarin de gewenste bestemming is opgeslagen. Door het uilezen van het geheugen wordt het bij de gewenste 30 bestemming behorende bestemmingssignaal opgewekt, dat aan het zendgedeelte van de zender-ontvanger van het verplaatsbare toestel wordt toegevoerd. Wanneer de gebruiker met zijn verplaatsbaar of draagbaar toestel een kruispunt nadert, ontvangt de ontvanger van het toestel een zendreferentiesignaal dat het kruispunt identificeert. In responsie op dit zendreferen-35 tiesignaal wordt het hierboven genoemde bestemmingssignaal plus het zendreferentiesignaal uitgezonden.Het bestemmingssignaal en referentiesignaal worden ontvangen in de stationaire zender-ontvanger, die eveneens is voorzien van omzetmiddelen. Deze omzetmiddelen zetten het ontvangen bestemmingssignaal in een daarbij behorend route-aanduidingssignaal om, dat 40 tezamen met het bestemmingssignaal naar de zender-ontvanger in het ver- 8007077 « 5 -4- plaatsbare toestel wordt uitgezonden en aldaar de weergeefinrichting stuurt. Het bestemraingssignaal wordt gebruikt voor het aanwijzen van het of de toestel(len) met de betreffende gewenste bestemming. De route-aanduidingssignalen zijn opgeslagen in een geheugen. Het omzetmiddel kan 5 bijvoorbeeld bestaan uit een matrix met verscheidene kruispunten. De kode van het ontvangen bestemraingssignaal bestuurt de kruispunten van de matrix, zodat bij een bepaald bestémmingssignaal voorafbepaalde kruispunten worden doorverbonden. Hierdoor wordt een weg bepaald naar de geheugenplaats waarin het bijbehorende route-aanduidingssignaal is opgeslagen.

10 Thans wordt een bij voorkeur toe tepassen uitvoeringsvorm van de uitvinding toegelicht.

Het verplaatsbare toestel is voorzien van een ontvanger met daaraan toegewezen een aantal van tevoren te programmeren binaire kodes, samengesteld uit een bestemmingskode en een route-aanduidings- of instruktiekode. 15 Deze instruktiekodes maken door middel van een weergeefinrichting symbolen, zoals richtingspijlen, etagenummer, en eventueel bijbehorende teksten zichtbaar.

Bij elk kruispunt is een zender geplaats. Het aantal zenders is dus afhankelijk van de te volgen routes en eindbestemmingen. Elke zender 20 zendt een aantal van tevoren geprogrammeerde kodes uit, die bestaan uit een bestemmingskode gevolgd door een instruktiekode.

Met dit systeem wordt beoogd om enkel en alleen door een ontvanger voorzien van een weergeefinrichting met richting-aanduidingen een aantal van tevoren te programmeeren eindbestemmingen te vinden.

25 Het verplaatsbare of draagbare toestel bestaat uit een ontvanger 1 die het ontvangen signaal omzet in een binaire kode bestaande uit een be-stemmingsignaal gevolgd door een instruktiesignaal. In de vergelijkings-inrichting 2 worden de ontvangen binaire kodes vergeleken met een in het geheugen 3 opgeslagen bestémmingssignaal, dat overeenkomt met de gewenste 30 bestemming. Wanneer het opgeslagen bestémmingssignaal overeenkomt met een van de ontvangen binaire kodes, wordt het instruktiesignaal, dat op de , betreffende binaire kode volgt, aan de weergeefinrichting toegevoerd en daarop zichtbaar gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld een pijl links, een pijl rechts, een pijl rechtdoor, een cirkel voor bereikte bestemming, etage en 35 eventuele teksten zijn. Een voorbeeld van de indeling van de weergeefinrichting is in fig. 5 getoond.

Het is duidelijk dat de vergelijkingsschakeling geschikt is om een nader te bepalen aantal verschillende eindbestemmingen te kunnen vergelijken.

40 Als beveiliging tegen medenemen van het draagbare toestel kan de 8007077 -5- Φ- » vergelijkingsschakeling 2 zodanig zijn ingericht dat bij de ontvangst van een vooraf bepaald ontvangstsignaal dat door bijvoorbeeld een zendbus aan de uitgang van het gebouw wordt uitgezonden, een zendkode wordt afgegeven, die via de omvormer 4 uitgezonden wordt, waarna een alarm in 5 werking kan treden.

De zender volgens fig. 2 omvat een inrichting 6 die binaire kodes aan de omvormer 5 doorgeeft, welke omvormer vervolgens een zendsignaal uitzendt. De inrichting 6 is voorzien van een geheugen waarin alle bestemmings-kodes en instruktiekodes zijn opgeborgen, die voor de bijbehorende bestem-10 mingen noodzakelijk zijn.

De zendinrichting kan via meerdere zendantennes een van tevoren bepaald geheugendeel uitzenden.

In fig. 3 is een voorbeeld van een route in een ziekenhuis geïllustreerd. Deze route verloopt van de ingang en uitgang A naar de röntgen-15 afdeling B en omgekeerd van de röntgenafdeling B naar de ingang en uitgang A.

Een aantal mogelijke bestemmingskodes en richtingaanduidingen is in de volgende tabel opgesomd.

a s bestemmingskode röntgenafdeling 20 b = bestemmingskode uitgang c = bestemmingskode wachtkamer d = bestemmingskode van de kamer van een arts 1 = pijl links 2 = pijl rechtdoor 25 3 = pijl rechts 4 = pijl rechtdoor 5 = ter plaatse (een cirkel)

Een persoon met een handformaat ontvanginrichting , waarin de bestemmingskode a van de röntgenafdeling A is opgeslagen loopt vanaf de 30 ingang en uitgang naar het getoonde kruispunt. Wanneer hij bij de zender I aankomt worden de kontinu uitgezonden bestemmingskodes met daarbij behorende instruktiekodes ontvangen. De bestemmingkodes worden vergeleken met de in het geheugen van de ontvanger vastgelegde bestemmingskodes, in dit geval de bestemmingskode a van de röntgenafdeling. In dit geval 35 zendt de zender 1 de kode al uit, hetgeen betekent dat eerst de bestemmingskode a wordt uitgezonden en daarna de instruktiekode 1 voor de pijl naar links. Het is duidelijk dat behalve deze kode en de kode b4 voor de uitgang een groot aantal andere bestemmingskodes met de daarbij behorende instruktiekodes wordt uitgezonden. Wanneer de ontvangen bestemmings-40 kode de kode voor de röntgenafdeling is, wordt slechts de bijbehorende 3007077 -6- instruktie 1 doorgelaten. Dit is in dit geval de pijl naar links. Immers is het schma van uitgezonden signalgen vooraf zodanig uitgevoerd, dat de instruktiepijl naar links volgt op de bestemminskode van de röntgenafdeling.

De zender I zendt tevens de bestemmings- en instruktiekode bA uit.

5 Deze kode is van belang voor het bereiken van de uitgang. Wordt de bestem-mingskode b vergeleken met de in het verplaatsbare toestel opgeslagen kode a van de röntgenafdeling dan wordt de instruktie A die op de bestemmings-kode b volgt niet uitgevoerd, omdat de betreffende bestemmingskodes niet gelijk zijn.

10 Wanneer de persoon de zender IV bereikt, worden weer de daardoor uitgezonden bestemmings- en instruktiekodes door het verplaatsbare toestel ontvangen. Dit resulteert na vergelijking in de instruktie A, hetgeen de pijl rechtdoor voorstelt.

In geval dat de persoon niet linksaf sloeg naar de zender IV, maar 15 rechtuit loopt of rechtsaf, ontvangt hij de signalen van de betreffende zenders II en III en de hieruit volgende instrukties 2 en 3 worden geweigerd omdat een van de uitgezonden bestemmingskodes overeenkomt - met de bestemmingskode van de röntgenafdeling. In dit geval verschijnt een foutinstruktie op de weergeefinrichting van het verplaatsbare toestel.

20 De juiste richting aan de eindbestemming is namelijk altijd aangegeven door een instruktiekode A.

Wanneer de persoon bij de eindbestemmingszender V aankomt wordt door het verplaatsbare toestel de kode a5 ontvangen en na vergelijking wordt de instruktiekode 5 uitgevoerd, hetgeen resulteert in bijvoorbeeld een 25 cirkel 0 plus eventueel de tekst "hier melden".

Wanneer de persoon in de richting van de uitgang loopt wordt bij de zender IV de bestemmings- en instruktiekode b3 ontvangen, hetgeen resulteert in een pijl naar rechts op de weergeefinrichting. Bij de zender I is de bestemmings-instruktiekodes bA van belang, die een pijl rechtdoor 30 op de weergeefinrichting zichtbaar maakt.

Hierna wordt een postkode-toepassing toegelicht.

Aan het verplaatsbare toestel wordt een van tevoren aangegeven binaire kode toegewezen. Deze binaire kode wordt verkregen door de postkode van de eindbestemming in te toetsen op een toetsenbord van het ver-35 plaatsbare toestel, waarna deze via een dekodeerinrichting wordt omgezet in een binaire kode. De kode bestaat dus uit vier cijfers van 0 t/m 9 en twee letters van het alfabet om de deelgebieden, zoals bijv.~regio, plaats en straat, van het aan te sluiten gebied te identificeren.

A0 8007077 » ' Γ" % -7- Ιη het aan te sluiten gebied wordt bij elk kruispunt een op de toenaderingsweg gerichte zender geplaatst. Door deze zender worden de op het kruispunt geldende bestemmingskodes uitgezonden met bij ieder de richtinginstruktie. De richtinginstrukties maken dus deel uit van de 5 totale kode, die dus bestaat uit een eerste deel voor de bestemming en een tweede deel voor de richting. De op de bepaalde plaats benodigde kodes worden continu achter elkaar uitgezonden. De ontvangen instrukties kunnen op een weergeefinrichting zichtbaar worden gemaakt, en omvatten: a : pijl naar links; 10 b : pijl naar rechts; c : pijl rechtdoor; d : cirkel voor eindbestemming; en e : weergeefdeel voor het zichtbaar maken van alphanumerieke informatie en voor de controle van de postkode.

15 De ontvanger van het verplaatsbare toestel zal achtereenvolgens het eerste cijfer van de uitgezonden kodes vergelijken met dat van de van tevoren ingetoetste postkode en de bijbehorende instrukties opvolgen totaan de eerste zender die na de cijferkode de instruktiekode voor ter plaatse aangeeft, waarna op het tweede cijfer wordt overgeschakeld.

20 Komt men in het desbetreffende, door het tweede cijfer geïdenti ficeerde gebied, dan wordt overgeschakeld naar het derde cijfer en vervolgens naar het vierde cijfer. Tenslotte wordt de straat en het blok bereikt die door de ingetoetste postkode wordt gespecificeerd.

Men wordt altijd via de kortste weg naar een bestemming gewezen, 25 doch kan men zelf een bepaalde route opgeven door in een in de ontvanger aanwezig geheugen eerst de postkode van de plaats (of plaatsen) in te toetsen en daarna pas de eindbestemming. De ontvanger zal steeds automatisch overschakelen op de volgende bestemming.

Door gebruik te maken van zenders die met een centrale besturings-30 eenheid zijn gekoppeld, kan men zonder problemen het verkeer omleiden of via het alphanumerieke weergeefdeel voor files, mist enz. waarschuwen. Hierbij worden de relaties tussen bestemmingssignalen en route-aanduidingen of richtinginstrukties gewijzigd overeenkomstig de gewenste omleidingen.

Het systeem kan met verschillende overdrachtssignalen werken.

35 Bij voorkeur worden infrarood signalen toegepast, hetgeen in het bijzonder van belang is wanneer het systeem niet op verkeerswegen maar in ziekenhuizen wordt toegepast, waar toch al zoveel verschillende frequenties worden gebruikt.

40 8007077 -8-

In figuur 4 is een gedetailleerd blokschema van een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm geïllustreerd.

De zenderkode.

De zendschakeling (linker bovengedeelte van figuur 4) zendt 5 achter elkaar alle bestemmingssignalen II en instruktiesignalen III uit, welke bij de desbetreffende bestemmingen behoren. Er worden drie soorten pulsen uitgezonden.

1e. De startpuls I, die drie tijdseenheden duurt (tijdseenheid t) 2e. De logische 1, die een tijdseenheid duurt; en 10 3e. De logische 0, die een vierde tijdseenheid duurt.

Een voorbeeld van een uitgezonden signaal is in figuur 4 links onder getoond.

Op de startpuls I volgt de bestemmingskode II. De bestemmingskode bestaat uit 8 pulsen met een tijdsduur t = 1 of een 1/4 gevolgd door een 15 korte pauze. Na de bestemmingskode wordt de instruktiekode III uitgezonden die bestaat uit vier pulsen en onmiddelijk daarna volgen vier pulsen van de geïnverteerde instruktiekode ïïï. Daarna volgt de volgende startpuls I voor een andere bestemming.

De zendschakeling 20 Per zenderuitgang wordt in een geheugen 12 (bijvoorbeeld RRM,R0M, of PROM), de bestemmingskodes met de instruktiekodes geprogrammeerd.

De bestemmingskodes II staan op de even adressen en de instruktiekodes III op de oneven adressen van het geheugen 12. De oscilator 7 levert pulsen van 3 circa 30 kH met een pulslengte van 1/4 t en een pauze van 1 /4 t.

25 Deze pulsen bereiken via een OF-poort 9 de zender 8 en sturen het register 10 dat op zijn beurt het schuifregister 11 stuurt. De startpuls I is afkomstig uit het register 10 en wordt via de OF-poort 9 toegevoerd aan de zender 8. Wanneer een startpuls I optreedt valt het begin hiervan samen met de oscilatorpuls van 1/4 t en ook met de volgende twee pulsen uit de 30 oscilator 7. Op dezhgang van de zender 8 worden in dit geval de korte pulsen niet weer terug gevonden, daar deze volledig samenvallen met de langere startpuls.

De adresteller 13 die door het register 10 en de oscilator 7 wordt bestuurd leest via een niet getoonde leesschakeling het geheugen 35 12 uit en voert achtereenvolgens de uitgewezen bestemmingskodes en bijbehorende instruktiekodes aan het schuifregister 11 toe. Wanneer een bestemmingskode en een bijbehorende instruktiekode in het schuifregister is ingelezen, wordt de inhoud van het schuifregister 11 (die eerst de geheugeninhoud was) in serie uitgelezen en via de OF-poort 9 aan de zender 40 8 toegevoerd. Als een logische "0" uit het schuifregister 11 komt, gebeurt 8007077 -9- er verder niets en wordt alleen de puls van 1/4 t uitgezonden. Als er een logische "1" uit schuifregister 11 komt wordt de zenderpuls 1t. De puls van 1/4 t is dan niet meer terug te vinden.

Bij verscheidene zenduitgangen komen het register 10, de adres-5 teller 13 en de oscilator 7 als gemeenschappelijk deel maar eenmaal voor. Het schuifregister 11, het geheugen 12 en de zender 8 komen dan per zenduitgang eenmaal voor. Het geheugen 12 kan ook in het gemeenschappelijke deel worden opgenomen. De adresteller 13, het register 10 en de oscilator 7 zorgen ervoor dat de signalen de juiste zenderuitgang bereiken. Bij een 10 eindbestemming kan het geheugen worden vervangen door een dataselector die met schakelaars kan worden geprogrammeerd. Bij deze zenders kan ook een stand-by-voeding vervallen.

De ontvangëschakeling

De ontvangstschakeling (rechter bovendeel van figuur 4) omvat 15 een ontvanger 14 die de pulsen uit de zender 8 ontvangt. Eerst moeten de drie soorten pulsen in de pulsdetector 15 worden gedetecteerd, welke pulsen door de zender worden uitgezonden. Na ontvangst van een startpuls 3t wordt een schuifregister 16 met een serie uitgang en een parallelle uitgang terug gesteld, zodat alle uitgangen van het schuifregister 16 een logische 20 waarde van "0" krijgen. De op de startpuls I volgende pulsen hebben een duur van 1t of 1/4 t afhankelijk van de bestemming. Bij ontvangst van een puls met een duur van 1t wordt de data-ingang van het schuifregister 16 een logische "1" en daarop volgt een klokpuls, zodat op de eerste uitgang een logische "l" verschijnt. Bij een puls van 1/4 t wordt alleen een klok-25 puls gegeven, zodat een logische "0" in het schuifregister 16 wordt ingeschoven. Na ontvangst van de 8 pulsen van de bestemmingskode II, worden de op de uitgang van het schuifregister 16 aanwezige binaire waarden door middel van de vergelijkingsschakeling 17 vergeleken met de in het geheugen 18 opgeslagen bestemmingskode die overeenkomt met de gewenste bestemming.

30 Indien de vergelijking negatief uitvalt, wordt er verder niets gedaan en gewacht op de volgende startpuls. Indien de vergelijking positief uitvalt wordt de op de bestemmingskode volgende instruktiekode in het schuifregister 16 geschoven en via de instruktiedetector 19 doorgeschakeld naar de weergeef inrichting 20 en aldaar li.cht de met de instruktiekode over-35 eenkomende richtingspijl op.

Bij een andere uitvoeringsvorm wordt nadat de vergelijking heeft plaats gevonden de instruktiekode in het schuifregister 16 ingeschreven, zodat de bestemmingskode wordt overschreven. Wanneer de ontvangen bestemmingskode overeenkomt met de in het geheugen 18 opgeslagen bestemmingskode 40 wordt via de leiding a de met de uitgang van het schuifregister 16 ver- 8007077 -10- bonden instruktie detector 19 vrijgegeven, waardoor de instruktiekode wordt verder geschakeld naar de weergeefinrichthg 20 en aldaar light de bij de opgeslagen besteramingskode respectievelijk de overeenkomstige instruktiekode, de bijbehorende richtingspijl op. Wanneer de ontvangen besteramingskode 5 niet overeenkomt met de opgeslagen bestemmingskode, wordt de instruktie-detector 19 via de geleider 1 geblokkeerd.

Voor de overdrachtsbeveiliging wordt de instruktiekode in geïnverteerde vorm nogmaals uitgezonden. Als de instruktiekode juist wordt ontvangen, moeten de eerste vier pulsen of bits omgekeerd gelijk zijn aan de 10 laatste vier bits. Dit wordt bewaakt door de instruktiekode-vergelijker 21 Bij juiste ontvangst wordt de desbetreffende instruktie op de weergeef-inrichting 20 zichtbaar gemaakt, doordat de instruktiedetector 19 via de geleider b wordt vrijgegeven. De instruktiedetector 19 wordt slechts vrij gegeven als op beide geleiders a en b een vrijgeefsignaal optreedt.

15 Het geheugen 18 bevat op het eerste adres de bestemmingskode en op het tweede adres de etage enz. De geheugeninhoud wordt door de decodeer-en multiplex-uitleesschakeling 22 constant uitgelezen en op de zeven-segment-weergeefinrichting zichtbaar gemaakt, zodat men altijd het bestemmingsnum-mer en de etage waarop deze is gelegen, kan aflezen.

20 Door bediening van de drukknoppen 25 tot en met 28 en/of A tot en met D kan men kiezen tussen de verschillende bestemmingen. De bestemmingen 25 tot en met 28 zijn in principe altijd gelijk, terwijl A tot en met D afhankelijk zijn van de te bezoeken afdelingen die bij de ingang worden ingeprogrammeerd. Via de adres-dekodeerinrichting 24 wordt de ingetoetste 25 bestemming in het geheugen 18 ingeschreven.

In figuur 5 is als voorbeeld het bedieningspaneel 29 van het verplaatsbare of draagbare toestel getoond, dat bestaat uit een aantal toetsen 30-37 en een weergeefpaneel 38. Op het weergeefpaneel kan afhankelijk van de instruktiekode een pijl 39, 40 of 41 zichtbaar worden 30 gemaakt, welke pijlen de richting aangeven die de gebruiker moet inslaan. Voorts kan een cirkel 42 zichtbaar worden gemaakt, wanneer de instruktiekode aangeeft dat de bestemming is bereikt. Eventueel kan een tekst zichtbaar worden gemaakt zoals bijvoorbeeld "hier melden". Op het deel 43 van het weergeefpaneel 38 wordt de ingetoetste bestemming zichtbaar gemaakt.

35 Door indrukken van de toets 30 verschijnen achtereenvolgens de cijfers 0 tot en met 9 op de eerste positie van het deel 43 en bij loslaten van de druktoets 30 blijft het verschenen cijfer staan. Met de toets 31 kan men een cijfer op de tweede positie van het deel 43 laten verschijnen. Hetzelfde geldt voor de toetsen 32, 33 en posities 3 respectievelijk 4.

40 8007077 -11-

Aldus kan men een bestemming in toetsen, die op het deel 43 zichtbaar wordt.

Men kan ook achter elkaar de postkode intoetsen met cijfers en letters, waarbij de letters met de toetsen 34 en 35 kunnen worden ingetoetst en zichtbaar worden gemaakt. Na het indrukken van de toets 36 wordt de 5 bestemming opgeslagen in het geheugen 18 en begint het toestel te werken met de eerste ingedrukte bestemmingskode of postkode. Met de toets 37 kan de ingevoerde informatie weer worden gewist en kan men opnieuw intoetsen. Op het beeld verschijnt dan de ingetoetste kode.

* -Conclusies- 8007077

Claims (18)

1. Route-aanduidingssysteem voorzien van route-aanduidingsmiddelen, met het kenmerk, dat de route-aanduidingsmiddelen worden gevormd door een weergeefinrichting in een verplaatsbaar toestel dat voorzien is van althans een, in een geheugen opgeborgen bestemming, en 5 dat een schakelinrichting aanwezig is, die de bestemming omzet in een route-aanduidingssignaal dat de weergeefinrichting bestuurt om een bij de bestemming behorende route-aanduiding weer te geven.

2. Systeem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de schakelinrichting een vergelijkingsschakeling omvat, die een met de 10 bestemming overeenkomend bestemmingssignaal achtereenvolgens vergelijkt met uit het geheugen uitgelezen verdere bestemmingssignalen, waarbij een route-aanduidingssignaal wordt opgewekt, dat behoort bij het uitgelezen bestemmingssignaal dat met het gewenste bestemmingssignaal overeenkomt.

3. Systeem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat 15 de schakelinrichting bestaat uit een zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel en dat ten minste één stationaire zender-ontvanger aanwezig is, dat de zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel voorzien is van omzetmiddelen die een bestemming omzetten in een bestemmingssignaal dat wordt uitgezonden en dat de stationaire zender-ontvanger eveneens is 20 voorzien van omzetmiddelen die het met de bestemming overeenkomende ontvangen bestemmingssignaal omzetten in een daarbijbehorend route-aanduidingssignaal dat naar de zender-ontvanger in het verplaatsbare toestel wordt uitgezonden en aldaar de weergeefinrichting bestuurt.

4. Systeem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat 25 de schakelinrichting bestaat uit een ontvangschakeling in het verplaatsbare toestel en dat bij elk kruispunt van routes aangebrachte zendschake-lingen aanwezig zijn, die elk een aantal voor elk kruispunt geldende bestemmingssignalen met de aarbij behorende route-aanduidingssignalen in een voorafbepaalde relatie uitzenden, waarbij door de in het geheugen op- 30 geborgen bestemming het daarmee corresponderende ontvangen bestemmingssignaal wordt aangewezen en op grond van de relatie het bijbehorende route-aanduidingssignaal.

5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een vergelijkingsschakeling aanwezig is waarvan één ingang op het ge- 35 heugen is aangesloten, terwijl aan de andere ingang daarvan de door een zendschakeling uitgezonden bestemmingssignalen worden toegevoerd, waarbij bij positief vergelijkingsresultaat en gebaseerd op de relatie slechts het bij de opgeborgen bestemming behorende route-aanduidingssignaal naar de weergeefinrichting wordt doorgeschakeld. 8007077 -13-

6. Systeem volgens althans een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verplaatsbare toestel is voorzien van in-voermiddelen voor de bestemmingen.

7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 5 de invoermiddelen bestaan uit een toetsenbord.

8. Systeem volgens conclusie 5,met het kenmerk ,dat een schuifregister aanwezig is. met een ingang waaraan de-ontvangen bestemmingssignalen worden toegevoerd, en een uitgang die op de ingang van de vergelijkingsschakeling is aangesloten en waarmee de weergeefinrichting 10 is verbonden via een route-aanduidingssignaaldetektor die bij overeenstemming tussen één van de ontvangen bestemmingssignalen en de opgeborgen bestemming, het bij het betreffende ontvangen bestemmingssignaal behorende route-aanduidingssignaal aan de weergeefinrichting toevoert.

9. Systeem volgens althans een van de conclusie 4-8,met het 15 kenmerk, dat het route-aanduidingssignaal na het bijbehorende bestemmingssignaal wordt uitgezonden en ontvangen.

10. Systeem volgens althans een van de conclusies 4-9,met het kenmerk, dat het route-aanduidingssignaal bestaat uit twee opeenvolgende signaaldelen die eikaars inverse zijn, en dat een controle- 20 inrichting aanwezig is, die de signaaldelen vergelijkt en de route-aan-duidingssignaaldetektor vrijgeeft wanneer de signaaldelen precies eikaars 9 inverse zijn.

11. Systeem volgens althans een van de conclusie 5-10,met het kenmerk, dat de weergeefinrichting een deel bezit voor de weergave 25 van de opgeborgen bestemming, welk deel met het geheugen is verbonden via een dekodeer- en multiplexschakeling die het geheugen continu uitleest.

12. Systeem volgens althans een van de conclusies 5-11,met het kenmerk, dat een toetsenbord voor het invoeren van de bestemming aanwezig is en dat de kontakten van de toetsen van het toetsenbord via een 30 kodeerschakeling op het geheugen zijn aangesloten.

13. Systeem volgens althans een van de conclusie 3- 12, m e t het kenmerk, dat een beveiligingsschakeling aanwezig is die bij ontvangst van een voorafbepaald signaal een zendkode afgeeft, die via een omvormer wordt uitgezonden en een alarm inschakelt.

14. Systeem volgens althans een van de conclusies 4-13, me the t kenmerk, dat de zendschakeling is voorzien van een geheugen voor het opslaan van bestemmingen en een door een klokpulsgenerator bestuurde adresteller waarmee de geheugenplaatsen van het geheugen achtereenvolgens 8007077 -14- worden uitgelezen, waarbij aan de uitgelezen bestemmingssignalen de bijbehorende route-aanduidingssignal'en in een voorafbepaalde relatie worden toegevoegd, en waarbij de gerelateerde signalen aan de zender worden toegevoerd .

15. Systeem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat elke route-aanduiding is opgeslagen op een geheugenplaats waarvan het adres bij aftasting volgt op het adres van de, de bestemming bevattende geheugenplaats.

16. Systeem volgens conclusie 15, met het ken mer k, dat 10 een door de klokpulsgenerator bestuurd route-aanduidingsregister aanwezig is, dat op zijn beurt het uitlezen van het geheugen en een op de uitgang van het geheugen aangesloten schuifregister met een parallelle ingang en een serie-uitgang bestuurt, en dat de uitgang van het route-aanduidingsregister waarop een startpuls wordt opgewekt, de serie-uitgang van het 15 schuifregister en de uitgang van de klokpulsgenerator met afzonderlijke ingangen van een OF-poort zijn verbonden, op de uitgang waarvan het uit te zenden samengestelde signaal kan worden afgenomen.

17. Systeem volgens althans een van de conclusies 4 - 14, m e t het kenmerk, dat de zendschakelingen bij de kruispunten zijn 20 gekoppeld met een gemeenschappelijke besturingsinrichting die de relaties tussen bestemmingssignalen en aanduidingen kan wijzigen op grond van tijdelijke situatiewijzigingen.

18. Systeem volgens althans een van de conclusies 4 - 17, m e t hetkenmerk, dat de zend- en ontvangschakelingen zijn ingericht 25 voor infraroodsignalen. 8007077