NL8006948A - Signaallicht. - Google Patents

Description

r Λ *\ r % EHN 9923 1 N0V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Signaallicht"

De uitvinding heeft betrekking op een signaallicht net een concave reflector die aan zijn top een parallel aan zijn as opgestelde cylindrische lamphouder voor een electrische lamp heeft. Een dergelijk signaallicht is bekend uit het Duitse octrooischrift 424.062.

5

Het signaallicht kan worden gebruikt bij het regelen van verkeer, bijvoorbeeld voor het weergeven van waarschuwingstekens, snelheidslimieten, stoptekens e.d. Als lichtbron wordt veelal een gloeilamp toegepast met een Edison of een Swan lampvoet, en ter wille van een zo groot mogelijke lichtopbrengst, een transparant lampvat. Het gloeilichaam 10 van de lamp is veelal volgens een boog dwars op de as van de lampvoet in het lampvoet uitgespannen. Aangezien het gloeilichaam, teneinde'overslag tussen zijn einden te voor konen, niet als een gesloten of bijna gesloten kromme is uitgespannen, is de lichtbundel die uit de feflector treedt niet symmetrisch: in de ene richting wordt neer licht uitgestraald dan in de andere. Bij signaallichten worden evenwel minimumeisen gesteld aan de lichtstralen in verscheidene richtingen ten opzichte van de as van de reflector0

Bij lanpen met een Edison lampvoet is het onzeker in welke positie het gloeilichaam terecht zal kanen als de lamp in een lanphouder wordt geschroefd. Die positie is afhankelijk van de lengte van de lampvoet met inbegrip van het bodemkontakt, van het manent waarmee de lamp in de lampvoet wordt gedraaid en van de positie van het gloeilichaam ten opzichte van de schroefdraad van de lampvoet. Ook al zou de positie van het gloeilichaam ten opzichte van de schroefdraad van de lampvoet voor elke lamp dezelfde zijn, dan nog zou de positie van het gloeilichaam in de reflector dus onzeker zijn.

Op veel vervaardigingsmachines is het evenwel onmogelijk de lampvoet (Edison of Swan) met voldoende nauwkeurigheid ten opzichte van het gloeilichaam gepositioneerd,aan het lampvat te bevestigen.

Daardoor wordt bij signaallichten aan de miniTnimp>ispn ten aanzien van de lichtstroom in diverse richtingen niet steeds voldaan, tenzij lampen toegepast worden van een groter vermogen dan bij nauwkeurige positionering van het gloeilichaam nodig zou zijn geweest.

8006948 ΪΉΝ 9923 2

De uitvinding beoogt nu een signaallicht te verschaffen dat het mogelijk maakt daarin een gloeilairp te monteren net het gloei-lichaam nauwkeurig gepositioneerd ten opzichte van een referentievlak door de as van de reflector.

5 Dit oogmerk is bij een signaallicht van de in de qpenings- paragraaf genoemde soort volgens de uitvinding daardoor bereikt dat de lairphouder terwijl daarin een electrische lairp is opgencmen, vanuit de reflector bedienbaar, cm zijn as verdraaibaar aan de reflector bevestigd is en dat vanuit de reflector bedienbare middelen aanwezig zijn 10 cm de lamphouder in een ingestelde stand te fixeren.

Door zijn constructie maakt het signaallicht volgens de uitvinding het mogelijk de lamphouder met de daarin opgencmen electrische lamp te verdraaien cm zijn as, zodanig dat het gloeilichaam van de lamp een tevoren bepaalde, voor de uitgestraalde lichtbundel optimale, 15 stand inneemt. De stand van het gloeilichaam van de lamp is in de meeste gevallen zeer goed waarneembaar aangezien, zoals werd opgemerkt, veelal een lamp met een transparant lampvat wordt toegepast. Doordat een optimale positionering van de electrische lamp mogelijk is, kan een lamp met een minimaal vermogen worden toegepast.

on

De constructie van het signaallicht volgens de uitvinding kan op diverse wijzen gerealiseerd zijn. Aan de lamphouder kan een flens voorkomen, die opgesloten is tussen lippen die nabij zijn top aan de reflector voorkomen. Anderszins kan de lairphouder twee parallelle flenzen hebben, die een rand van de reflector nabij diens top opslui-25 ten. Varianten van deze uitvoeringsvormen hebben in plaats van flenzen een aantal lippen, of omgekeerd.

De middelen cm de lairphouder in een ingestelde stand te fixeren kunnen bestaan uit een schroef, die aangedraaid de opgesloten flens of rand inklemt. Een alternatief is bijvoorbeeld een onder veer-30 kracht werkende pal.

Een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van het signaallicht volgens de uitvinding is die waarbij de reflector nabij zijn top een rand heeft en de lairphouder een flens en waarbij de rand en de flens door een veer tegen elkaar gedrukt worden gehouden. Door de rand en de flens 35 tegen de veerkracht in te lossen, is de lairphouder gemakkelijk verdraaibaar, terwijl de veer daarna voor fixatie van de ingestelde stand zorgt.

In een variant van deze uitvoeringsvorm zijn de rand en de flens beide conisch. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel, dat een 8 0 069 4 8 ‘ " J: - PHN 9923 3 zeer goede fixatie van de landhouder wordt verkregen, terwijl de landhouder bovendien uitstekend t.o.v. de reflector gecentreerd wordt.

Deze laatste uitvoeringsvorm en zijn variant hebben het voordeel dat de lairphouder zonder gebruik van gereedschap verdraaid 5 en gefixeerd kan worden. Het uitwisselen van een lamp betekent bij deze constructie het openen van de deur van het huis van het signaallicht, het uitnemen van de oude en het plaatsen van een nieuwe lamp en vervolgens, indien nodig, het tegen veerkracht in lossen van de landhouder en de reflector en het verdraaien van de lairphouder met de lamp 10 tot in de gewenste stand. Na het sluiten van de deur is het signaal-licht dan weer gebruiksgereed.

Uitvoeringsvormen van het signaallicht volgens de uitvinding worden in de tekening getoond. Daarin is

Fig. 1 een signaallicht in perspectief; 15 Fig. 2 een doorsnede door de lichtbak 2 van Fig. 1 volgens de lijn II-II;

Fig. 3 een detail van een analoge doorsnede van een andere uitvoeringsvorm?

Fig0 3a het gloeilichaam uit Fig. 3 in vooraanzicht; 20 Fig. 4 een variant van Fig. 3.

In fig. 1 is van het signaallicht 1 slechts de lichtbak 2 en de deur 3 met de voorruit 4 zichtbaar. Achter de voorruit 4 is een schabloon aanwezig indien het signaallicht een symbool moet weergeven.

In fig. 2 bevindt zich in de lichtbak 2 een concave para-25 boloïdische reflector 5 die nabij zijn top een cylindrische lamphnnrjpr 6 heeft. De as 10 van de reflector 5 valt samen met die van de lairphouder 6. In de lairphouder 6 bevindt zich een electrische gloeilamp net een transparant lampvat 7 en een dwars op de as 10 in een boog uitgespannen gloeilichaam 8.. Via een kabel 9 wordt stroom toegevoerd aan de 30 lairphouder 6. De lairphouder 6 heeft twee flenzen 11 en 12 die een rand 13 nabij de top van de reflector 5 opsluiten. De lairphouder 6 is aldus om zijn as 10 verdraaibaar aan de reflector 5 bevestigd. De lairphouder 6 kan vanuit de (ruimte cmgeven door de) reflector 5 verdraaid worden om de gewenste stand van het gloeilichaam, bijvoorbeeld ten opzichte 35 van een horizontaal vlak door de as 10, in te stellen. Door vanuit de reflector 5 een schroef 14 aan te draaien wordt de ingestelde stand, van de lairphouder 6 gefixeerd.

In fig. 3 heeft de paraboloïdische reflector 15 nabij zijn 8 0 069 4 8 EHN 9923 4 top een konische rand 23. De cilindrische lanphouder 16, welks as 20 samenvalt met de as van de paraboloïde 15, heeft een konische flens 21.

Cta de lanphouder 16 bevindt zich een schroefveer 24, die de rand 23 en de flens 21 tegen elkaar gedrukt houdt, In de lanphouder 16 is een gloei-5 lamp met een transparant lampvat 17 en een in een boog (zie Fig. 3a) dwars op de as 20 uitgespannen gloeilichaam 18 cpgenamen. De boog door het gloeilichaam 18 gevormd, is aan de bovenzijde open; de einden 26 en 27 bevinden zich op afstand van elkaar teneinde overslag te voor kanen.

De schroefveer 24 draagt zorg voor fixatie van de stand van de 10 lanphouder 16 ten opzichte van de reflector 15 en maakt het nogelijk de gloeilamp 17, 18 in de lanphouder 16 te schroeven zonder de lanphouder vast behoeven te houden. Nadat de gloeilamp 17, 18 zover in de lamphou-der 16 gedraaid is, dat electrisch contact tot stand is gekcmen en de lanphouder 16 een voldoende klemkracht op de lamp 17, 18 is gaan uitoe-15 fenen, wordt de lanp 17, 18 samen met de lanphouder 16 cm de as 20 verdraaid cm de juiste positie van het gloeilichaam 18 in te stellen. Deze verdraaiing wordt vergemakkelijkt door de lamp 17, 18 samen met de lanphouder 16 in de figuur naar rechts te trekken. De flens 21 wordt dan van de rand 23 gelost, Is de juiste stand van het gloeilichaam 18 bereikt 20 dan laat men de veer 24 de lamp 17, 18 en de lanphouder 16 in de figuur naar links trekken. De veer 24 zorgt voor fixatie van de ingestelde positie en centreert, dankzij de konische vorm van de rand 23 en de flens 21 de lanphouder 16 in de reflector 15. De lanphouder 16 is derhalve, terwijl daar een lanp 17, 18 in opgencmen is, vanuit de reflec-25 tor 15 bedienbaar cm zijn as 20 verdraaibaar, in de reflector 15 bevestigd, terwijl het middel om een ingestelde stand te fixeren, de veer 24, eveneens vanuit de reflector 15 bedienbaar is.

In fig. 4 is de reflector 35 beduidend dieper. Cm het gloeilichaam van een lamp nabij het brandpunt 45 van de reflector 35 te kunnen 30 monteren, steekt de lanphouder 36 in de reflector 35 uit. De reflector 35 heeft nabij zijn top een vlakke rand 43 die door een schroefveer 44 tegen een flens 41 van de lanphouder 36 gedrukt wordt. Door op een in de lanphouder 36 geplaatste lanp een drukkracht uit te oefenen, wordt de flens 41 van de rand 43 gelost en blijkt de lanphouder 36 vanuit de 35 reflector 35 bedienbaar, verdraaibaar aan die reflector bevestigd te zijn. De schroefveer 44 zorgt voor fixatie van de lanphouder 36 in een ingestelde stand.

8006948

Claims (3)

1. Signaallicht met een concave reflector (5, 15, 35) die aan zijn top een parallel aan zijn as (10, 20, 40) opgestelde cilindrische landhouder (6, 16, 36) voor een electrische lamp (7, 8; 17, 18) heeft, met het kenmerk, dat de lamphouder (6, 16, 36) terwijl daarin een elec- 5 trische lanp (7, 8; 17, 18) is opgenomen, vanuit de reflector (5, 15, 35) hedienbaar, on zijn as (10, 20, 40) verdraaibaar, aan de reflector bevestigd is en dat vanuit de reflector bedienbare middelen (14, 24, 44) aanwezig zijn cm de lamphouder in een ingestelde stand te fixeren.

2. Signaallicht volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 reflector (16, 36) nabij zijn top een rand (23, 43) heeft en de lamphouder (16, 36) een flens (21, 41) en dat de flens en de rand door een veer (24, 44) tegen elkaar gedrukt worden gehouden.

3. Signaallicht volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rand (23) en de flens (21) konisch zijn. 15 \ 20 25 30 35 8006948