NL8006752A

NL8006752A - Stilet.

Info

Publication number: NL8006752A
Application number: NL8006752A
Authority: NL
Original assignee: Medtronic Inc
Priority date: 1979-12-13
Filing date: 1980-12-12
Publication date: 1981-07-16
Also published as: JPS56101305U; FR2471790A3; GB2064963B; JPS617684Y2; GB2064963A; CA1150580A; DE3046691A1; FR2471790B3

Description

S' . 4 • /

Stilet.

De uitvinding heeft betrekking op een chirurgisch instrument, en meer in het bijzonder op een stilet, voorzien van een toelopend vrij einde en van een aan het einde van de stiletdraad bevestigde kogel.

5 Bekende stiletten bestaan gewoonlijk uit een stiletdraad met een gelijkblijvende diameter langs de gehele lengte van de stiletdraad, en voorzien van een aan het bij de hand liggende einde bevestigde handgreep. Deze soort stilet heeft twee nadelen, te weten als eerste het stijf zijn langs de gehele lengte van de stiletdraad, en 10 ten tweede dat het einde, van de stiletdraad soms door de windingeind-isolatie steekt van een door de aderen gaande leiding. Het eerste nadeel met een stiletdraad met een gelijkblijvende diameter is, dat er een beperkte buigzaamheid is aangezien de gehele lengte van de stiletdraad stijf is, in het bijzonder aan het einde van de stiletdraad.

15 Dientengevolge past de stiletdraad zich soms niet aan aan de bochten en krommingen van een door de aderen gaande leiding gedurende het aanbrengen daarvan. Ook is het soms voor het medisch personeel moeilijk een stiletdraad door een door de aderen gaande leiding te drukken.

Het tweede nadeel is, dat de scherpe randen van het vrije einde van de 20 stiletdraad soms door een kromming of bocht steken in een door de aderen gaande leiding voor het zodoende beschadigen van de draadwinding en de isolatie van de leiding. Soms steekt het einde van de stiletdraad ook door de ader of nog erger door hartweefsel of de hartwand. In-plaats van dat de stilet zich aanpast aan een bocht in de leiding, 25 wordt de leidingbocht bovendien scherper bij toepassing van bekende Q fl ft β 7 R 9 2 stiletten/ waardoor de stiletpunt de leiding kan doorprikken.

De onderhavige stilet verschaft een toeloping aan het vrije einde daarvan voor het zodoende verschaffen van een stilet met een zachte punt, en bevat tevens een kogel aan het einde van de toelo-5 ping voor het verschaffen van gemakkelijke aanpassing onder het leiden door een nieuwe aanpassende door de aderen gaande leiding, die thans aan de stilet aanwezig is.

De onderhavige stilet verschaft een zachtpuntige stilet, die zich aanpast aan krommingen en bochten van de door de aderen 10 gaande leiding, en een kogel bevat aan het vrije einde van de stilet-draad, welke kogel gemakkelijk door de door de aderen gaande leiding gaat.

Overeenkomstig één uitvoeringsvorm is een stilet verschaft, voorzien van een stiletdraad met een aan het bij de hand liggende einde 15 bevestigde handgreep, een toeloping aan het vrije einde bij of nabij het vrije einde van de stiletdraad en een ronde kogel, bevestigd aan het vrije einde van de stiletdraad, waardoor de toeloping bij of nabij het vrije einde van de stiletdraad spanningsontlasting verschaft en aanpassing aan krommingen en bochten tijdens het leiden door een door 20 de aderen gaande leiding, en de kogel aan het vrije einde van de toeloping van de stiletdraad het gemakkelijk door de door de aderen gaande leiding bewegen verschaft van het vrije einde van de stiletdraad.

Een belangrijk aspect en kenmerk is de toeloping bij of nabij en grenzende aan het vrije einde van de stiletdraad, hetgeen 25 een zacht vrij putneinde verschaft van de stiletdraad, welk punteinde zich aanpast aan de bochten en krommingen van de door de aderen gaande leiding.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 30 fig. 1 een bovenaanzicht is van de stilet, waarbij het vrije einde is weergegeven in een ruimtelijk aanzicht met uiteengenomen delen en het bij de hand liggende einde is onderbroken, fig. 2 een ruimtelijk bovenaanzicht toont met uiteengenomen delen van het vrije einde van de stilet, en 35 fig. 3 een ruimtelijk bovenaanzicht toont met uiteengeno- 8 0 0 6 75 2 3 nomen delen van een andere uitvoeringsvorm van het vrije einde van een andere stilet.

Fig. 1, die een bovenaanzicht toont van de onderhavige stilet 10, geeft een langwerpige stiletdraad 12 weer, voorzien van een 5 toeloping 14 aan het vrije einde, en van een handgreep 16, bevestigd aan het bij de hand liggende einde van de stiletdraad 12 door een op dit gebied bekende constructie. Ten behoeve van de duidelijkheid voor het afbeelden van het vrije einde en het bij de hand liggende einde van de stiletdraad 12,. is de stiletdraad in de tekening onderbroken 10 weergegeven. Een kogel 18 is bevestigd aan het vrije einde 20 van de toeloping 14 door algemeen bekende werkwijzen, zoals het lassen.

De toeloping 14 is een geleidelijke toeloping vanaf het verbindingspunt 22 van de diameter van de draad, waar de toeloping begint, naar het vrije einde 20 van de stiletdraad 12, op welk punt de ‘ 15 kogel 18 aan het vrije einde 20 is vastgezet. De toeloping 14 kan bijvoorbeeld worden gevormd door het zonder center slijpen of door een trekwerkwijze, gegeven bij wijze van voorbeeld en alleen ter verduidelijking. De lengte van de toeloping 14 wordt bepaald door een aantal factoren, zoals de diameter van de stiletdraad, de veerconstante van 20 de stiletdraad, de bepaalde toepassing van de stilet door gebruik in een door de aderen gaande leiding naar een hartaanhangsel, en andere overwegingen, voorgeschreven door de medische factoren. De lengte van de toeloping 14 kan veranderlijk zijn in het bereik van 7,5 of 10 cm tot 6,4 mm over de lengte van de toeloping 14. Bij wijze van voorbeeld 25 en ter illustratie, strekt de weergegeven toeloping 14 zich uit over 12,7 mm van het vrije einde van de stiletdraad 12. De diameter van de kogel 18 wordt geacht dezelfde diameter te zijn als de diameter van de stiletdraad, maar kan in grootte» veranderlijk zijn om meer of minder te zijn dan de diameter van de stiletdraad 12.

30 Fig. 2, die een ruimtelijk bovenaanzicht toont van het vrije einde van de stiletdraad, geeft de stiletdraad 12 weer met een diameter van 0,356 mm, een toeloping vanaf het verbindingspunt 22 naar het vrije einde 20 van 0,356 tot 0,203 mm, hoewel de 0,203 mm in het lareik kan zijn van 0,254 tot 0,152 mm of minder, of ook oplopend tot 35 0,229 tot 0,330 mm, waarbij de diameter van de kogel 18 in hoofdzaak 8006752 4 gelijk is aan de diameter van de stiletdraad 12, te weten 0,356 mm.

De onderhavige stilet 10 kan in een door de aderen gaande leiding worden gestoken voordat deze leiding door een ader wordt geleid, of kan in de door de aderen gaande leiding worden gestoken bij 5 het eerste door een gaan van de door de aderen gaande leiding of nadat het vrije einde van de leiding in het lichaam is geplaatst. De kogel 18 verschaft een gelijkmatig in de door de aderen gaande leiding steken van de stilet 12 zonder het gevaar van het door het vrije einde van de stiletdraad 12 beschadigen van de winding van de door de aderen 10 gaande leiding of het door de isolatie heensteken van de door de aderen gaande leiding. Het vrije einde van de stilet 12 verschaft in het bijzonder over de lengte van de toeloping 14 een zachte punt, die zich aanpast aan de kromming en bochten van de door de aderen gaande leiding, waardoor het gemakkelijk inbrengen en regelen rond de krommingen en 15 bochten van de leiding mogelijk is.

Fig. 3, die een ruimtelijk bovenaanzicht toont van het vrije einde van een andere uitvoeringsvorm van de stilet 30, bevat een stiletdraad 32 met een gelijkblijvende diameter, waarvan het bij de hand liggende einde is verbonden met een stilethandgreep, zoals hier-20 voor beschreven voor de fig. 1 en 2, en duidelijkheidshalve niet afge-beeld, en met een toeloping 34, die loopt vanaf het verbindingspunt 36 van de gelijkblijvende diameter van de stiletdraad 32 en de toeloping 34 naar een verbindingspunt 38 van het einde van de toeloping 34 van de stiletdraad 32 en een draad 40 met een gelijkblijvende diameter.

25 Een kogel 42 met een diameter, die in hoofdzaak gelijk is aan de diameter van de stiletdraad 32, is bevestigd aan het vrije einde van de draad 40 met de gelijkblijvende diameter. Zoals hiervoor beschreven en bij wijze van voorbeeld en slechts ter illustratie weergegeven, kan de diameter van de stiletdraad 32 gelijk zijn aan 0,356 mm, kan 30 de toeloping optreden op 3/4 van de lengte van de stiletdraad vanaf het verbindingspunt 36, zoals vanaf 0,356 mm tot 0,203 mm, tophan de kogel 42, en kan de einddraad 40 een gelijkblijvende diameter hebben van bij wijze van voorbeeld 0,203 mm, waarbij de draad 40 met de gelijkblijvende diameter in het laatste kwart van de lengte van het vrije 35 einde vanaf het verbindingspunt 36 naar de kogel 42 aanwezig is.

8 0 0 6 / 5 2 ' -Γ% 5

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

8 00 6 75 2

Claims

1. Stilet voor gebruik met een door de aderen gaande leiding, gekenmerkt door een stiletdraad, voorzien van een gelijkblijvende diameter en met een handgreep, bevestigd aan het bij de hand lig-5 gende einde van de stiletdraad, verder een toeloping over een voorafbepaalde lengte vanaf de gelijkblijvende diameter van de stiletdraad naar een voorafbepaalde kleinere diameter nabij het vrije einde van de stiletdraad, en een kogel, bevestigd aan het vrije einde van de stiletdraad, waardoor de toeloping een zacht puntige stilet verschaft. 10

2. Stilet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toeloping uitloopt bij het vrije einde van de stiletdraad.

3. Stilet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toeloping zich bevindt in een middengedeelte van het vrije einde van de stiletdraad.

4. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de kogel in hoofdzaak gelijk is aan de diameter van de stiletdraad.

5. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de diameter van de stiletdraad gelijk is aan 0,356 mm.

6. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat 20 de toeloping van 0,356 tot 0,203 mm is.

7. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de toeloping van 0,356 mm is tot het bereik van 0,152 tot 0,254 mm.

8. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de toeloping van 0,356 mm is tot het bereik van 0,229 tot 0,330 mm.

9. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de toeloping in het bereik is van 0,356 tot 0,152 mm tot het bereik van 0,330 tot 0,152 mm.

10. Stilet volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de lengte van de toeloping 10 cm tot 6,4 mm is. 30

11· Stilet volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het toelopende gedeelte van de stiletdraad overgaat in een vrij einde met een kleine gelijkblijvende diameter,

12. Stilet volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de toeloping in het middengedeelte aanwezig is over 3/4 van de lengte 35 van het vrije einde van de stiletdraad, waarbij het gedeelte met de 800 6 75 2 t* kleine gelijkblijvende diameter aanwezig is over een kwart van de lengte van het vrije einde.

13. Stilet volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de kleine gelijkblijvende diameter 0,203 mm is.

14. Stilet voor gebruik met een door de aderen gaande leiding, gekenmerkt door een stiletdraad, die een handgreep bevat, bevestigd aan het bij de hand liggende einde van de stiletdraad, verder een toeloping over een voorafbepaalde lengte vanaf de diameter van de stiletdraad naar een voorafbepaalde kleinere diameter bij het 10 vrije einde van de stiletdraad, waar de toeloping een zacht puntige stilet verschaft.

15. Stilet in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8 00 6 75 2