NL8006640A - Scheermeshandgreep uit een stuk voor zwenkbare messenpatroon. - Google Patents

Description

., P & c * -

W 1530-43 Ned.dB/LvD

Scheermeshandgreep uit één stuk voor zwenkbare messenpatroon.

De uitvinding heeft betrekking op nat scheren waarbij gebruik wordt gemaakt van messenpatronen en in het bijzonder op een scheermeshandgreep, bestemd voor ingrijping met een dergélijke messenpatroon, 5 waarbij de patroon zwenkbaar is om zijn hoofdas tijdens het scheren.

Meestal wordt tegenwoordig bij het nat scheren gebruik gemaakt van scheermes-patronen in de plaats van afzonderlijke mesjes, als de vervangbare elementen van het scheermes. De patronen maken nauwkeurig plaatsen en richten van de mesjes in de steunconstructie mogelijk en zijn 10 nog meer noodzakelijk bij het gebruik van een systeem met twee mesjes of tweelingmesjes, waarbij twee snijkanten in een nauwkeurige onderlinge stand in da messenpatroon zijn opgenomen.

Er worden een aantal technieken gebruikt voor het bevestigen van messenpatronen aan scheerres-handgrepen. 3ij sommige daarvan is het 15 belangrijke kenmerk aanwezig, dat de patroon zodanig is bevestigd aan de handgreep, dat de patroon kan zwenken on zijn hoofdas, op een bestuurde wijze. Wanneer de patroon zwenkbaar is bevestigd, kan het mesje in de patroon het profiel van het huidoppervlak volgen-onafhankelijk van de stand van de handgreep. De patroon is zwenkbaar tussen bepaalde grenzen 20 en is gewoonlijk voorgespannen naar een bepaalde voorkeurs-hoekstand met de handgreep,

In sommige gevallen heeft een deel van de patroon een nokvlak, bestemd voor samenwerking met een nok-volgorgaan aan de handgreep wanneer de patroon daaraan is bevestigd. Bijvoorbeeld beschrijft het 25 Amerikaanse octrooischrift 4,033.104 een zwenkbare messenpatroon, waarbij een nokvlak in aanraking is met een veerbelast nokvolgorgaan.

Het nokvlak verschuift langs de voorzijde van het nokvolgorgaan en de veranderingen in het nokvlak werken in hoofdzaak horizontaal op het volg-orgaan. Het nok-volgorgaan is hier een mechanisme5bestaande uit een aantal 30 delen.

In het Amerikaanse octrooischrift 4,094.063 is een andere zwenkbare messenpatroon met handgreep weergegeven. Daarbij is de gehele combinatie bestemd om te worden weggeworpen na bot worden van het mesje, waardoor enige vereenvoudiging mogelijk is van het samenstel, daar 35 de patroon niet behoeft te worden vrijgemaakt van de handgreep na gebruik. Bekken met naar binnen uitstekends vingers grijpen zwenkbaar in openingen in de patroon en zijn verend uitzetbaar, teneinde in ingrijping met da patroon te kunnen worden gebracht. Mat andere woorden de patroon wordt in ingrijping met de handgreep'bekken gesnapt. Aan de kop van de 40 handgreep is een horizontale brug gemonteerd op van de handgreep uit- 8006640 * » - 2 - stakende poten. De brug is een veerkrachtig nok volgorgaan dat een spankracht uitoefent op het nokvlak van de patroon wanneer het nokvlak vertikaal langs het nok-volgorgaan verschuift, waardoor het, evenals volgens het bovengenoemde octrooischrift, in hoofdzaak horizontaal 5 beweegt. In een Zuid-Afrikaanse octrooiaanvrage, overeenkomende met dit Amerikaanse octrooischrift 4,094.063,13 de brug bovendien weergegeven in een vorm waarin deze brug gedeeld of gespleten is.

In de Amerikaanse octrooischriften 3,938.247 en 3,935.659 zijn messenpatronen weergegeven welke in aanraking zijn met ingeklemde of 10 vrij uitstekende veren voor het besturen van de zwenkbeweging van de patroon.

Het is gewenst de handgreep voor messenpatronen te vereenvoudigen, evenals de mechanismen voor het in ingrijping brengen van de handgreep met de patroon en in het bijzonder voor het geven van een 15 voorspanning voor de zwenkbeweging van de patroon. In een andere octrooiaanvrage van de zelfde aanvraagster, ingediend op de zelfde datum als de onderhavige aanvrage, is een scheermes-handgreep uit één stuk beschreven met divergerende bovendelen welke reageren op samenknijpen van de handgreep en daarbij uit elkaar bewegen, zodat de vingers voor 20 ingrijping met de patroon, aan het einde van de bovendelen,de patroon vrijgeven. Het zou gewenst zijn een dergelijke handgreep te kunnen gebruiken voor zwenkbare patronen, maar de beweging van de beide bovendelen maakt het dan moeilijk een centraal nok-volgorgaan aan te brengen. Het zelfde probleem zou men hebben bij een handgreep waarvan de diver-25 gerende bovendelen uit elkaar worden gedrukt door een mechanische spreidkraeht tussen deze delen.

Het doel van de uitvinding is daarom het verschaffen van een scheermes-handgreep die eenvoudig is en eenvoudig te bevestigen aan een zwenkbare scheermespatroon. De handgreep moet een eenvoudig, zeker 30 werkend en betrouwbaar nok-volgorgaan hebben voor het nokvlak aangebracht aan zwenkbare scheemespatronen. De handgreep moet ook goedkoop kunnen worden vervaardigd.

De uitvinding verschaft hiervoor een scheermeshandgreep uit één stuk net een paar armen met einden voor ingrijping met een patroon, 35 welke armen divergeren van een hals, waarbij een veerkrachtige balk vrij uitsteekt van een der armen op een punt cp een afstand van de hals, welke balk een voorrand heeft voor aanraking met het nokvlak van een zwenkbare messenpatroon. De rand is verend buigbaar in hoofdzaak in de vertikale richting. In een voorkeurs-uitvoeringsvorm bestaat de 8006640 - 3 - i * handgreep uit kunststof en heeft de vrij uitstekende balk een gedeelte dat naar binnen verloopt van de arm en een uit een stuk daarmee verbonden uitstekend deel dat eindigt in de voorrand, welk uitstekende deel dwars op het overige en stijve deel van de balk loopt.

5 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de handgreep volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een achteraanzicht in perspectief van een scheermespatroon en de handgreep.

10 Fig. 2 is een zijaanzicht op grotere schaal, gedeeltelijk in doorsnede, van de patroon in aanraking met het nek-voIgorgaan aan da handgreep.

Fig. 3 kont overeen met fig. 2, waarbij echter de patroon omhoog is gezwenkt.

15 Fig. 1 toont een voorbeeld van een zwenkbare scheermespatroon 10 en een scheermes-handgreep 12 volgens de uitvinding. Het achtervlak 14 van de patroon heeft een paar op horizontale afstand gelegen vertikale wanddelen 16, die naar achteren steken. Elk wanödeel 16 heeft een horizontale opening 18, die naar buiten is gekeerd en bestemd voor ingrijping 20 met naar binnen stekende bekken van de handgreep. Het achtervlak 14 van de patroon heeft ook een centrale, naar achteren uitstekende wand 20 met een nokvlak 22, dat naar achteren is gekeerd. Het nokvlak 22 is het diepst ofwel steekt het meeste naar voren ter plaatse van een horizontale middenlijn 24 en verloopt geleidelijk meer naar achteren aan weerszijden 25 van de middenlijn.

De handgreep 12 heeft een open frame uit een stuk en is gevormd van een kunststof, die enige veerkracht van de delen van het frame verschaft. De handgreep 12 heeft twee op onderlinge afstand liggende vertikale zijwanden 26, die uitgaan van een massief basisdeel 28.

30 Boven de basis 23 vormen de wanden 26 met elkaar een sleuf 30, die aan het boveneinde eindigt in een hals 32, die verloopt van de ene zijwand 26 naar de andere. De wanden 26 kunnen veerkrachtig worden samengedrukt in de sleuf 30 door de eigenschappen van de kunststof, waarvan de handgreep is vervaardigd.

35 Boven de hals 32 divergeren de wanden 26 van de handgreep en vormen daar bekvormige bovenwenddelen 34 die eindigen in horizontaal naar binnen stekende vingers 36 voor ingrijping met de openingen 18 van de patroon 10. De bovenwanddelen 34 reageren op het samendrukken van de onderste delen 38 van de zijwanden van de handcreep.

8006640 - 4 -

Wanneer de onderste delen 38 naar elkaar worden gedrukt volgens de pijlen 39 werkt de hals 39 als draaipunt zodat de bovenste delen 34 van de zijwanden divergeren in de richting van de pijlen 41. Hierdoor kan de patroon 10 worden bevestigd aan en vrijgemaakt van de handgreep 12.

5 Het is ook mogelijk, in het bijzonder wanneer de zijwanden van de handgreep niet zo buigzaam zijn, een machine te gebruiken voor het uitspreiden van de bekken en de vingers.

Een nok-volgorgaan 40 naakt eveneens deel uit van de handgreep 12'. Dit nokvolgorgaan is een in hoofdza'ak L-vormig deel van de hand-10 greep. Het heeft een basisdeel 42 dat horizontaal naar binnen verloopt, evenwijdig aan de patroon 10, van het binnenvlak 44 van een der bovendelen 34 van de zijwanden. Het basisdeel 42 is verbonden met een middendeel 46, dat in hoofdzaak horizontaal verloopt naar de patroon 10 an eindigt in een nok-volcrand 48. De nok-volgrand 48 ligt zodanig, 15 dat wanneer de patroon .10 en de handgreep 12 in ingrijping net elkaar zijn via de handgreepvingers 36, de rand 48 aanligt tegen het nokvlak 22 in de middenlijn 24 (fig. 2). De aanrakingslijn tussen de rand 48 en het nokvlak 22 in de middenlijn 24 ligt achter de zwenkas van da patroon 10, waarbij deze as wordt gedefinieerd door de plaats van de 20 ingrijpvingers 36. Het nokvolgorgaan 40 is buigbaar om een horizontale as, die in hoofdzaak op een lijn ligt met het basisdeel 42, zodat de nok-volgrand 48 in hoofdzaak in vertikale richting beweegbaar is.

De rand 48 oefent een bepaalde voorspankracht uit op het nokvlak 22, teneinde te verzekeren dat de patroon 10 een neutrale hoekstand inneemt 25 bij afwezigheid van scheerkrachten.

Da handgreep 12 wordt bij de weergegeven uitvoeringsvorm in ingrijping gebracht met de messenpatroon 10 door het samenknijpen of samendrukken van de onderste delen 33 van de handgreepwandan 26 op een punt tussen de hals 32 en de basis 28 van de handgreep, bij voor-30 keur midden daar tussen. Hierdoor worden de bovendelen 34 van de wanden uit elkaar bewogen, daar ce hals 32 dient als draaipunt.

De handgreep 12 wordt zodanig geplaatst ten opzichte van da messanpatrcon 10, dat de openingen 18 in de patroon liggen tussen de vingers 36 die naar binnen uitsteken van de uitgespreide bovenwanddelen 34. Wanneer 35 de handgreepwanden 26 worden losgelaten, keren de bovendelen 34 naar hun oorspronkelijke standen terug terwijl de vingers 36 daarbij de openingen 18 binnengaan.

De patroon 10 is zwenkbaar om een as, gaande door de vingers 36 wanneer de patroon aldus aan de handgreep is aangebracht. In ce ingrijp- 8006640 - 5 - stand wordt de patroon echter ook beïnvloed door het verband tussen het nokvlak 22 van de patroon en het nokvolgorgaan 40 aan de handgreep 12. De rand 48 van het nok-volgorgaan ligt aan tegen het nokvlak 22 volgens de middenlijn 24. Wanneer geen andere krachten op de patroon werken, 5 houdt de nok-volgrand de patroon in een neutrale stand overeenkomende met de ontspannen toestand van het nok-volgorgaan 40.

Tijdens het scheren ontstaan echter krachten, die de patroon 10 doen zwenken om de vingers 36. Deze krachten worden overgebracht op de nok-volgrand 48, door het nokvlak 22, en het nok-volgorgaan 20 wordt 10 daardoor gebogen. Wanneer dus bij het scheren een opwaartse kracht optreedt op de voorzijde van de patroon (fig. 3) buigt het nokvlak 22 de nok-volgrand 48 vertikaal naar omlaag. Door de veerkracht neemt het nok-volgorgaan zijn oorspronkelijke stand daarna weer in en wanneer door het veranderende profiel van het oppervlak, dat wordt geschoren, de aard vsr-15 andert van de krachten die werken op de patroon 10, drukt het nok-volgorgaan 40 de patroon terug naar zijn neutrale stand.

Door deze opstelling van het nokvlak 22 en het nok-volgorgaan 40 wordt de zwenkbeweging van de patroon 10 omgezet in een vertikale beweging van de nok-volgrand 48. Het basisdeel 42 van het nok-volg-20 orgaan is minder veerkrachtig en zelfs onbeweeglijk door zijn verbinding met het bovendeel 34 van de handgreep en doordat de dwarsdoorsnede groot genoeg is gemaakt. Het middendeel 46 daarentegen is tamelijk veerkrachtig doordat de dwarsdoorsnede dun is en omdat dit deel ligt op een afstand van de handgreep waaraan het is bevestigd en wel vrij 25 dragend of vrij uitstekend.

De vorm van het nok-volgorgaan 40 maakt het mogelijk dit te gebruiken met de open uitspreidbare bovendelen 34 van de handgreep 12.

Het open frame van de handgreep 12 belet het aanbrengen van een kop aan de handgreep, waaraan het nok-volgorgaan kan worden gemonteerd. Een 30 kop zou de spreidbaarheid van de bovendelen van de handgreep hinderen.

Het nok-volgorgaan 40 volgens de uitvinding is gemonteerd als een ingeklemde of vrij uitstekende balk aan één zijde van een der divergerende bovenwnaödelen 34, zodanig dat deze bovenwanddelen gemakkelijk naar buiten kunnen worden gespreid door samenknijpen van de onderste 35 wanddelen 38 zonder dat dit wordt gehinderd door de constructie die het nokvolgorgaan draagt.

8006640

Claims (5)

1. Scheemeshandgreep uit één stuk, bestemd voor het zwenk-baar daaraan bevestigen van een scheermespatroon net een nokvlak, bestemd voor aanraking met een nok-volgorgaan, met het kenmerk, dat de handgreep bestaat uit een vertikaal lijf, bestemd om door de gebruiker 5 te worden vastgehouden, welk lijf een hals heeft, uit een paar divergerende armen, welke naar boven steken vande hals en zijn voorzien van organen voor ingrijping met de messenpatroon, waarbij een uitstekend balkdeel uitgaat van een punt aan een der divergerende armen, gelegen op een afstand van de hals en verlopend naar het nckvlak, welk uitstekende 10 balkdeel veerkrachtig buigbaar is in hoofdzaak in de vertikale richting.

2. Handgreep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een enkel vrijdragend balkdeel uitsteekt van een der divergerende armen.

3. Handgreep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het balkdeel bestaat uit een eerste gedeelte, dat naar binnen verloopt van 15 het punt aan een der divergerende armen, in hoofdzahk evenwijdig aan de messenpatroon, en uit een tweede gedeelte uit een stuk gevormd met het eerste gedeelte, welk tweede gedeelte dwars op het eerste gedeelte verloopt in de richting van het nokvlak aan de patroon.

4. Handgreep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 20 vrij uitstekende balkdeel is voorzien van een in hoofdzaak stijf basisdeel, dat uitstaekt van een der divergerende armen, en van een in hoofdzaak vertikaal veerkrachtig uitstekend deel, verlopend van het basisdeel naar het nokvlak aan de patroon.

5. Scheermeshandgreep uit één stuk, bestemd voor zwenkbare 25 ingrijping met een scheermespatroon die een nokvlak heeft, bestemd voor samenwerking met een nok-volgorgaan, met het kenmerk, dat de handgreep bestaat uit een vertikaal lijf, bestemd om ta worden vastgehouden door de gebruiker, welk lijf een hals heeft, uit een paar divergerende armen, die omhoog verlopen van de hals en zijn voorzien van 30 organen voor ingrijping met de messenpatroon en uit een enkel vrij uitstekend balkdeel, bestaande uit een basisgedeelte, dat naar binnen verloopt van een punt aan een der divergerende amen, op een afstand gelegen van de hals, in hoofdzaak evenwijdig aan de messenpatroon, en uit een vrij uitstekend deel, uit één stuk gevormd met het basisdeel, 35 dat dwars verloopt op het basisdeel in de richting van het nokvlak van de patroon en eindigt in een rand aan het vooreinde, bestemd voor samenwerking met het nokvlak, waarbij het vrij uitstekende balkdeel veerkrachtig buigbaar is in hcofdzaak in de vertikale richting. 8006640 ________