NL8006579A - Bedrukkingsmerkinrichting met variabel bandtransport. - Google Patents

Description

*' i T Tj/Se/Norwood -4

Bedrukkingsmerkinrichting met variabel bandtransport

De uitvinding heeft betrekking op bedrukkings-inrichtingen voor verpakkingsmachines en dergelijke en heeft in het bijzonder betrekking op een door een bedrukkingsin-richting met een continu bewegend lint aangedreven bestu-5 ring, die gemakkelijk ingesteld kan worden om juist voldoende ongebruikt lint toe te voeren om de drukkop te bedekken, zonder ongebruikte lintgedeelten tussen twee bedrukkingen in te verspillen.

Tot nu toe werden lintdrukkers, die drukblokken 10 met verschillende afmetingen konden gebruiken, intermitterend aangedreven waarbij het linttransport slechts plaatsvindt tijdens perioden van stilstand. Continu bewegende lintdrukkers konden geen grote verschillen in afmetingen van drukblokken opnemen zonder ingewikkelde verwisseling van lint-15 aandrijvingen voor elke blokafmeting.

Het zou daarom gunstig zijn om een continu bewegende lintbedrukker te verschaffen, die een grote verscheidenheid aaiyflrukblokafmetingen kan gebruiken en een gemakkelijk instelbare regeling heeft om voor elke bedrukking pre-20 cies de juiste hoeveelheid lint aan het bepaalde drukblok toe te voeren.

Continu bewegende lintdrukkers worden nu voorzien -van variabele linttransporteurs die aangedreven worden vanaf de vermogens ingang van de drukker. Deze linttranspor-2B teurs of aandrijvingen zwaaien met het gestel van de bedruk-kingsinrichting mee over een ruimtelijke baan en trekken nauwkeurig bepaalde stukken van kleurstof voorzien lint of band van een afwikkelënde rol af tijdens de teruggaande hefslag yan het gestel om het drukoppervlak van het drukblok met 30 juist voldoende verse band te bedekken om een goede bedrukking te verzekeren tijdens de drukslag, wanneer het lint en het drukblok met de te; bedrukken bewegende baan mee voortbewegen. De aandrijving van de transporteur wordt gemakkelijk ingesteld zodat geen ongebruikte.'.stukken band tussen w35 twee bedrukkingen in op zullen treden.

« η n R r 7 o -2-

Een kenmerk van de uitvinding omvat het continu aandrijven van de linttransporteur vanaf de vermogensingang voor de bedrukkingsinrichting en het selektieve gebruik van de continue aandrijving om intermitterend juist voldoende 5 lint tussen twee bedrukkingen in toe te voeren aan het druk-oppervlak van het drukblok. Er zijn geen verwisselbare delen nodig daar hetilint juist voldoende wordt voortbewogen om aan de eisen te voldoen van verschillende afmetingen van het druk-oppervlak. De drukinrichting kan dus drukblokken opnemen met . 10 sterk variërende drukoppervlakken zonder dat tussen twee bedrukkingen in druklint wordt verspild.

Een doel van de uitvinding is daarom continu bewegende lintdrukkers vanlintaandrijvingen te voorzien, die gemakkelijk ingesteld kunnen worden ter aanpassing aan druk-15 blokken met sterk variërende drukoppervlakken, zonder dat lint tussen twee bedrukkingen in wordt verspild.

Een ander doel van de uitvinding is een linttransporteur te verschaffen voor een continu bewegende lintdruk-ker, die over een ruimtelijke baan zwaait met de lintdrukker 20 meer en instelbaar juist voldoende lint voortbeweegt over het drukblok om het drukoppervlak daarvan tussen twee bedrukkingen in met nieuw lint te bedekken.

Een speciaal doel van de uitvinding is een continu bewegende lintdrukker te voorzien van een roterende aan-25 drijving, die aangedreven wordt vanaf de vermogensinvoer van de drukker en weer een arm .aaridrijft via een instelbaar gepositioneerde dwarskop om een transportrolmechanisme met een yrijloopkoppeling aan te drijven, die bepaalde stukken van kleurstof voorzien lint van een afwikkelende spoel af 30 kunnen trekken.

Een ander speciaal doel van de uitvinding is een continu bewegende lintdrukker te verschaffen, die van kleurstof voorzien lint over het vlak van het drukblok beweegt vanaf eén afwikkelende spoel en het gebruikte lint 35 opwikkelt op een opwikkeispoel die aangédreven wordt vanaf de vermogensinvoer van de drukker en snel en gemakkelijk ingesteld kan worden om de transportafstand van het lint te '8006579 * * -3- variëren al naar gelang gewenst is door variaties in het drukoppervlak van de op de drukinrichting gemonteerde druk-blokken.

Verdere doeleinden van de uitvinding zullen 5 duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving van de tekeningen, die slechts als voorbeeld een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeven.

Figuur 1 is een weggebroken eindaanzicht van een continu bewegende lintdrukker volgens de uitvinding, 10 Figuur 2 is een vertikale dwarsdoorsnede waar bij delen in zijaanzicht worden getoond, van de drukinrich-ting van fig.l, genomen volgens de lijn II-II in figuur 1.

Figuur 3 is een gedeeltelijke vertikale dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III in fig.l.

15 Figuur 4 is een gedeeltelijke vertikale dwars doorsnede yolgens de Ujn IV-IV in fig.l, die in stippellijnen de ruimtelijke baan van het drukblok en het spoelframe toont, i·1:·.·;-

Figuur 5 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede 20 volgens de lijn V-V in fig.2.

Figuur 6 is een gedeeltelijk detailaanzicht volgens de lijn VI-VI in fig.l, dat in stippellijnen een ingestelde stand van de transportrolaandrijvigg toont.

Figuur 7 is een schematisch gedeeltelijk onder-25 aanzicht dat een linttransportstap toont voor een klein drukoppervlak.

Figuur 8 is een met fig.7 overeenkomend aanzicht, dat echter een linttransportstap toont voor een groter drukoppervlak.

30 Figuur 9 en 10 zijn schematische perspektivi- sche aanzichten van de transportrolaandrijving, waarbij wordt getoond hoe deze het lint in de zelfde richting zal trekken zowel bij in de richting van de klok als daartegenin bewegende drukinrichtingen.

35 In fig.l t/m 4 wordt de continu bewegende lint drukker 10 volgens de uitvinding weergegeven terwijl deze rechtop gemonteerd is op een verpakkingsinrichting 11, en zich in dwarsrichting uitstrekt over het horizontale gedeel- -4- te vans'.een. baan 12 van de verpakkingsinrichting om op bepaalde op elkaar volgende gedeelten van de baan merktekens te drukken wanneer de baan door de inrichting beweegt. De verpakkingsinrichting is slechts als voorbeeld weergegeven 5 daar de bedrukkingsinrichting volgens de uitvinding in het algemeen toepasbaar is voor verpakkingsinrichtingen van het bewegende bandtype.

De bedrukkingsinrichting 10 heeft een montagerek met een paar in dwarsrichting op afstand van elkaar liggen-10 de rechtop staande zijkolommen 13,13 die op een geschikte wijze aan het gestel van de verpakkingsinrichting 11 bevestigd kunnen worden. De boveneinden van de zijkolommen 13,13 dragen een steun 14, die zich over de afstand tussen de kolommen uitstrekt en van schroefdraad is voorzien zodat deze 15 aan de kolommen vastgeklemd kan worden d.m.v. moeren 15.

Een gestelplaat 16 is in rechtop staande stand gemonteerd tussen de -kolommen 13,13 en de stang 14 strekt zich vrij door deze plaat uit. ’.o

De plaat 16 steekt boven de stang 14 uit en 20 draagt aan zijn boveneinde een elektrische verbindingsdoos 17 met een.in-uit-schakelaar 18 en een waarschuwingslamp 19 (fig.2) voor een hierna uitgebreider te beschrijven doel. Direkt onder de verbindingsdoos 17 draagt de gestelplaat 16 een lagerblok 20 waarin de stang 14 verschuifbaar wordt on-25 dersteund en waarop ook de van schroefdraad voorziene schacht 21 vanu-een handwiel of ‘ knop 22 is gemonteerd, die geroteerd kan worden om het einde van de schacht tegen de stang 14 aan te drukken, waardoor de plaat in de vaste ingestelde stand op de stang wordt gefixeerd.

30 Een aandrijfas 23 strekt zich uit over de af stand tussen de kolommen 13,13 op een afstand onder de stang 14 en is roteerbaar gemonteerd in lagers 24,24 die door de kolommen worden gedragen. De aandrijfas wordt aangedreven yanaf een tandwiel 25 (fig.l) dat weer aangedreven wordt door 35 een.; kéttingtandwiel 26 dat verbonden is met het aandrijf tandwiel op de verpakkingsinrichting 12(niet getoond).

Deze aandrijfas 23 heeft een spiebaan 27 over zijn gehele 8006579 * * -5- 1engte. Een buslager 28 op de plaat schuift glijdend over de aandrijfas en een tandwiel 29 naast het buslager is door middelvan een spie 30 die in de spiebaan 27 past met de as verbonden (fig.3). Dit tandwiel 29 is met bouten verbonden 5' met een schijf 31 die tegen het buslager 28 aangehouden wordt zoals hierna uitgebreider zal worden beschreven.

Het buslager 28 wordt door een lagerblok 32 gesmeerd.

Het. ondereinde van de plaat 16 draagt een paar buslagers 33 en 34 die steunassen 35 en 36 '/roteerbaar la-10 geren, op welke assen tandwielen 37 en 38 zijn gemonteerd, die aangedreven worden door het tandwiel 29. Het tandwiel 37 is met een spie 39 onbeweeglijk met zijn as verbonden terwijl het tandwiel 38 op zijn as 36 is geklemd door middel van een klemblok 40 waardoor de stand van de as in het tand-15 wiel gemakkelijk ingesteld kan worden. De assen 35 en 36 zijn in de buslagers 33 en 34 gelagerd, zodat deze met de plaat 16 en de met het tandwiel 29 verbonden schijf 31 mee zullen bewegen en wanneer deze tegen de achtervlakken van deze tandwielen 37 en 38 aankomen met de tandwielen mee zul-20 len bewegen wanneer de plaat 16 over de afstand tussen de kolommen 13,13 wordt verschoven. Met het blok 32 overeenkomende lagerblokken 41 smeren de lagers 33 en 34.

Zoals imfig.5 wordt getoond,' hebben de door de tandwielen 37 en 38 aangedreven assen 35 en 36 krukarmen 25 35a en 36a aande zijde van de plaat tegenover de tandwielen die een zadelframe .41 met de U-vorm ondersteunen, zoals in fig.2 en 4 wordt getoond. Deze krukarmen roteren in de bocht 4la van de bodem van de U-vormige zadel terwijl rechtopstaande armen 41b de aandrijfas 23 opnemen en buslagers 42 dragen 30 (fig.l) aan hun boveneinden resp. voor de assen 43 voor een afwikkelspoel 44 en een opwikkelspoel 45. (fig.2).

Het onderste bochtgedeelte 41a van het U-vormige zadelgestel 41 draagt een verwarmingsblok 46 met een bo-demgroef welke een verwijderbaar drukblok 47 opneemt (fig.l). 35 Het verwarmingsblok 46 wordt verwarmd met een elektrische stroom,die toegevoerd wordt via de bovengenoemde verbindings-doos 17 waarbij de waarschuwingslamp 19 daarvan de verwarm- -6- de toestand van het blok aangeeft. Dit verwarmingsblok 46 dient om het drukblok te verhitten tot een temperatuur die voldoende hoog is om de kleurstof van het lint te doen smelten en dit over te-brengen op de voortbewegende baan 12 ® van de verpakkingsinrichting zoals uitgebreider hierna zal worden beschreven.

Lintgeleidingsrollen 48 en 49 aan de onderzijde 41a van het zadelgestel 41 geleiden een gedeelte van het lint R onder het drukblok 47 vlak boven het horizontale ge-10 deelte van de baan 12 van de verpakkings inrichting 11.

Een geleidingsrol 50 aan de arm 41b van het U-vormige zadelgestel, dat de opwikkelspoel 45 draagt, neemt het van de rol 49 komende lint op.

De zijkolommen 13,13 dragen ook een stang 51 15 die zich daartussen uitstrekt en waarop een steunrol 52 is gemonteerd aan een aan de stang 51 vastgeklemde arm 53.

De steunrol wordt op een geschikte plaats op de stang 51 gepositioneerd zodanig, dat deze direkt onder het drukblok 47 ligt.

20 De krukaxmen 35a en 36b hebben asgedeelten 35b en 36b, die roteerbaar gemonteerd zijn in lagers 33a en 34a in het bochtgedeelte 41a van het zadelgestel 41, zodat , wanneer de tandwielen 37 en 38 worden aangedreven, het gehele zadelgestel 41 in een ruimtelijke baan zal bewegen, zoals 25 met stippellijnen aangegeven is in fig.4. Het zadelgestel en alle onderdelen daarvan bewegen in een drukslag, waarin het drukblok 47 tegen de baan 12 aangedrukt wordt en dan omhoog en naar achteren door een hefslag waarin het drukblok en het lint zich op een afstand boven de baan bevinden. De 30 constructie is zodanig, dat de ruimtelijke beweging van het gestel 41 met de onderdelen daarvan continu is en tijdens de drukslag gesynchroniseerd is met de beweging van de baan 12. De bedrukking van de baan 12 geschiedt doordat het verhitte drukblok op het onderste gedeelte van het lint, tussen de 35 geleidingsrollen 48 en 49 tegen de baan 12 aan wordt gedrukt, waarbij de baan 12 wordt ondersteund door de steunrol 52, die een meegevende laag kan hebben.

8006579

* X

-7- SMü het asgedeelte 35b van de as 35 is een aandrijfwiel 54 bevestigd, terwijl het asgedeelte 36b van de as 36 een tweede aandrijfwiel 55 draagt. Het wiel 54 heeft een sleuf 54a, die zich diametraal daarover uitstrekt 5 en een blok 56 verschuifbaar ondersteunt. Op het blok is een arm 57 scharnierend bevestigd. Het blok 56 heeft een langwerpige sleuf 56a die een van een kop voorziene pen 58 opneemt, wêlkeiinl.het wiel is geschroefd en vastgedraaid kan wórden om het blok in vaste gekozen standen in de sleuf 54a te 10 blokkeren. Zoals in fig.6,9 en 10 wordt getoond, kan deze pen 58 naar keuze in in langsrichting op een afstand van elkaar liggende van schroefdraad voorziene gaten 49 worden geschroefd in de bodem van de groef 54a, zodat het blok ten opzichte van het rotatiecentrum van het aandrijfwiel 54 15 op verschillende plaatsen aangebracht kan worden.

Zoals ook in de figuren 6,9, en 10 wordt getoond, isdde arm 57 bij 60 met ëën einde van het blok 56 verbonden en de slag van de arm zal bepaald worden door de lengte van de straal tussen deze pen en het rotatiemiddel-20 punt van het aandrijfwiel 54. Het verschuiven van het blok 56 om de pen 60 op variabele afstanden van het rotatiemiddel-punt van het aandr±j.fwiel 54 te positioneren, zal tot gevolg hebben, dat de slag van de am varieert.

Zoals in fig.2 en 4 wordt getoond, heeft de 25 , am 41b vanhhët zadelgestel 41 dat de afwikkelspoel 54 draagt een zijdelings uitsteeksel 61 dat assen of pennen 61a en 61b draagt. Een eerste vrijloopkoppeling 62, die aangedre-yen wordt in de richting tegen de klok in en een tweede vrij-loopkoppeling 63 die de rotatie in: de richting van de klok 30 verhindert, zijn beide op de as 61a gemonteerd. De koppeling 63 is door middel van een am 63a met de am 41b verbonden (zie fig.9'en 10). Elke soort vrijloopkoppeling is bruikbaar. De koppeling 62 wordt door een krukarm 64 aangedreven die bij 65 met het boveneinde van de arm 57 is verbonden. De 35 constructie is zodanig, dat de koppeling 62 alleen bij de neerwaartse slag. van de am aangedreven zal worden en zelf een tandwiel 66 aandrijft(figuur 9 en 10) in de richting tegen de klok in. Dit tandwiel 66 is in aangrijping met een η η n fi 5 7 9 -8- fcandwiel 67 op de as 61b, zodat dit tandwiel 67 in de richting van de klok wordt aangedreven.

Het tandwiel 67 drijft weer een transportrol 68 aan in de richting van .de' klok.

5 Een vrijlopende steunrol 69 is aangebracht op een krukarm 69a die scharniert op de arm 61 en onder veer-belasting staat van een veer 70 om het lint R van de afwikkel-spoel 44 tegen de transportrol 68 aan te drukken om zodanig eenkontaktvlak daarmee te vormen, zodat, wanneer de rol 10 68 aangedreven, worfdt, het lint R van de afwikkelspoel afge trokken zal worden over een lengte, die bepaald wordt door de aandrijfslag van de arm 57 die, zoals boven uiteengezet, weer bepaald wordt door de positie van het blok 56 in de groef 54a van. het .aandrijfwiel 54.

15 Zoals in fig.9 en 10 wordt getoond, kan het aan dri jfwiel 54 zowel in de richting van de klok (fig.9) of in de richting tegen de klok in (fig.10) worden aangedreven om de arm 57 naar beneden te trekken voor het heen en weer bewegen, van de arm 64 en het in aangrijping doen komen van 20 de koppeling 62 om het tandwiel 66 in de richting tegen de klok in aan te drijven. Bij de opwaartse slag van de arm 57 en de arm 64, ontkoppelt de koppeling 62 en de koppeling 63 blokkeert om tegengesteld de rotatie van het tandwiel 66 te voorkomen. De ingaande as 23 kan dus in beide richtingen wor-25 den aangedreven om het zadelgestel 41 in de richting van de klok of tegen de richting vande klok in een ruimtelijke baan te laten beschrijven en de transportrol 68 zal altijd in één richting worden aangedreven (zoals getoond in de richting van de klok) om het lint van de afwikkelspoel 44 te 30 trekken.

Een schroefveersnaar 71,die aangebracht is om een snaarschijf 72 aan de afwikkelspoel 44 en om een vaste pen 73 die van de arm 41b van het gestel 41 uitsteekt werkt als^.een rem,, die rotatie van de spoel tegenwerkt en weerstand 35 biedt om hét' lint R tussen de spoel en het aandrijvingskon-taktvlak strak te houden.

Het vanaf het asgedeelte 36b aangedreven aandri jfwiel 55 is van groeven voorzien en neemt een schroefveer- 8006579 -9- snaar 74 op, die om een snaarschijf 75 aan de opwikkelspoel 45 is gespannen zodat deze een continue aandrijfwerking uitoefent om het gebruikte lint op de spoel 45 op te wikkelen.

De constructie is zodanig, dat de schroefveersnaar 74 2al 5 slippen, waardoor de spoel 45 stil blijft staan totdat het transportmechanisme de transportrol 63 roteert om een stuk band van de spoel 44 af te trekken, waardoor het stuk lint van het transportmechanisme altijd strak wordt gehouden.

Snelkoppelklemraen 76 zijn aangebracht voor de 10 buitenste platen van de spoelen 44 en 45, zodat linten met gewenste breedten snel kunnen worden aangebracht. De gelei-dingsrollen, b.v. 48, zijn ook instelbaar van breedte door gebruik te maken van afstandringen en dergelijke, zoals ge-toondlin fig.1., om linten met verschillende breedten 15 op te kunnen nemen.

• Uit bovenstaande beschrijving zal het duidelijk zijn, dat de aandrijfas 23 continu wordt aangedreven vanaf de tandwielverbinding met de verpakkingsinrichting 11 en wel nauwkeurig gesynchroniseerd met de beweging van de baan 20 12 door deinrichting. De hoofdgestelplaat 16 van de drukin- richting en het steunwiel 52 zijn zodanig op hun steunassen 14 en 51 ingesteld, dat het drukblok en de steunrol dwars yan.de yerpakkingsinrichting zijn gepositioneerd zodat de bedrukking aangebracht zal worden op de nauwkeurige voor de 25 door de.'inrichting bewegende baan 12 gekozen plaats.

De slag van het transportmechanisme wordt geregeld door het blok 56 in de groef 54a van het aandrijf-wiel 54 te positioneren, om het lint R met stappen toe te voeren, die'juist voldoende groot zijn voor het bedrukkings-30 gebied. Zoals in j;ig.7 wordt getoond kan dus, wanneer het drukoppervlak 47a van.-het drukblok 47 relatief klein is, een smal lint R worden gebruikt om onder het drukoppervlak .47a door te laten lopen en juist voldoende breed is om de bedrukkingsraerktekens te bedekken. De slag van het transport-35 .mechanisme wordt zodanig geregeld, dat de stappen waarmee het.-.lint R wordt toegevoexd, zoals weergegeven met de stippellijnen L juist voldoende groot zullen zijn om de merktekens op het drukgebied te bedekken. Wanneer dus het drukblok 47 -10- vervangen wordt door een groter blok, zoals in fig.8 wordt getoond, kan een.lint op de bedrukkingsinrichting worden aangebracht dat juist voldoende breed is om de bedrukkings-merktekens te bedekken en de slag van het transportmechanis-5 me kan zodandfg worden afgeregeld, dat grotere stukken L' over het drukblok worden getransporteerd.

Het zal daarom duidelijk zijn, dat de drukblok-ken volgens de uitvinding continu aangedreven worden vanaf de inrichting waarop deze zijn gemonteerd, met het te bedruk— 10 ken produkt meebewegen om tijdens een teruggaande slag juist voldoende van kleurstof voorzien lint voor de volgende bedrukking te transporteren. De linten dragen een thermoplastische kleurstof, die op het werkstuk u worden gedrukt door een verhit drukblok tegen het lint te drukken, dat 15 weer tegen het werkstuk aangedrukt wordt wanneer dit door de verpakkingsinrichting of dergelijke beweegt.

8006579

Claims (11)

1. Bedrukkingsinrichting gekenmerkt door een stelling, een aan de stelling opgehangen en daarlangs beweegbaar hoofdgestel, een in de stelling gelagerde aandrijfas, die zich vrij door het hoofdgestel uitstrekt, een 5 door middel van een spieverbinding verschuifbaar op de aandrijfas gemonteerd aandrijftandwiel, een paar met het aandrijf tandwiel in aangrijping verkerende, op het hoofdgestel gelagerde tandwielen, een de aandrijfas nabij het hoofdgestel omgevend U-vormig gestel, door het paar tandwielen aangedre-10 ven tuimelaars, die het U-vormige gestel in een ruimtelijke baan met een laag gelegen slag en een hoog gelegen slag aandrijven, een roteerbaar aan één zijpoot van het ü-vormige gestel gemonteerde lintafwikkelspoel, een roteerbaar aan de andere poot van het U-vormige gestel gemonteerde lintopwikkel-15 spoel, een aan:.het bochtgedeelte van het U-vormige gestel gemonteerde verwarmingsinrichting, een verwijderbaar op de verwarmingsinrichting gemonteerd drukblok, geleidingsrollen aan het U-vormige gestel, die lint van de afwikkelspoel, over het drukblok naar de 'opwikkelspoel geleiden, een door 20 een van de tuimelaarkrukken aangedreven transportmechanisme voor het van de afwikkelspoel aftrekken van lint, wanneer het U-vormige gestel over de hoog gelegen slag in de ruimtelijke baan beweegt, de aandrijving van het transportmechanisme yarierende instelbare middelen voor het regelen van de stap-25 lengte waarmee lint van de afwikkelspoel afgetrokken wordt tijdens de hoog gelegen slag van het U-vormige gestel, en door een andere van de tuimelaars aangedreven middelen voor het aandrijven van de opwikkelspoel voor het strak houden van het lint.

2. Continu bewegende bedrukkingsinrichting ge kenmerkt door een een ruimtelijke baan bewegend gestel dat een drukblok, lint opwikkel- en afwikkelspoelen, geleidingsrollen voor het geleiden van een lintgedeelte over het drukblok, en één enkele aandrijving, een linttransportmechanisme 35 voor het van de afwikkélspoel aftrekken van lint, door de ö A Λ β R 7 Q -12- aandrijving aangedreven middelen, die het transportmechanis-me aandrijven, en instelbare middelen tussen de door de aandrijving aangedreven middelen en het transportmechanisme teneinde de beweging van het‘.transportmechanisme te variëren 5 om juist voldoende lint van de afwikkelspoel te trekken, om het drukblok na elke bedrukking met nieuw lint te bedekken.

3. Continu bewegende bedrukkingsinrichting met een een ruimtelijke baan beschrijvend drukblok en lintspoel-10 gestel met geleidingsrollen, die een gedeelte van het lint langs het drukblok geleiden en met een aandrijving, die het gestel in de ruimtelijke baan beweegt om het drukblok en het lint aan het bewegende bandmateriaal te presenteren zodanig dat deze met de baan meebewegen om merktekens van het druk-15 blok op de baan te drukken en deze van de baan af omhoog te bewegen tijdens een teruggaande slag, gekenmerkt door een transportrolmechanisme met een, lint van de afwikkelspoel op het gestel,aftrekkend kontaktvlak tussen rollen, een vrij-loopkoppeling en een transportrolmechanisme, een de transport-20 rol in opeenvolgende slagen roterende aandrijvingsstangover-brenging teneinde door het kontaktvlak een stuk lint te trekken, dat bepaald wordt door de lengte van de slag, door de aandrijying van het een ruimtelijke baan bewegende gestel aangedreven middelen voor.-het aandrijven van de stangover-25 brenging, en naar keuze instelbare middelen in de stangover-brenging voor het variëren van de slag daarvan zodat juist voldoende lint van de afwikkelspoel getrokken wordt om het drukblok na elke bedrukking met nieuw lint te bedekken.

4. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 1, 30 met het kenmerk, dat het transportmechanisme en de instelmid-delen een aandrijfwiel omvatten met een dwarssleuf in een buitenvlak daarvan, een in de sleuf naar het midden van het wiel toe en daarvan af verschuifbaar blok, een scharnierend met het blok verbonden verbindingsarm, een koppeling, een 35 door deverbindingsarm heen en weer bewogen arm die de koppeling over een door de slag van de verbindingsarm bepaalde afstand roteert, een door de koppeling aangedreven transportrol, een een lint opnemend kontaktvlak bepalende tegen de 8006579 -13- transportrol aangedrukte steunrol, en het blok op een bepaalde afstand vanuhet midden van het aandrijfwiel vergrendelende grendelmiddelen voor het regelen van de slag van de verbindingsarm en de mate van rotatie van de koppeling en de 5 transportrol, teneinde de lengte van het tijdens elke slag van de verbindingsarm van de afwikkelspoel afgetrokken lint te bepalen.

5. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het transportmechanisme een eerste, 10 door de instelbare middelen in één richting aangedreven koppeling omvatten, een aandrijving in de tegengestelde richting verhinderende tweede koppeling, een door de eerste koppeling aangedreven transportrol en een het lint van de afwikkelspoel opnemend kontaktvlak bepalende , onder voorbelasting tegen 15 de transportrol aangedrukte steunrol.

6. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de de aandrijving naar het transportmechanisme variërende instelbare -middelen een door één van de tuimelaars geroteerd aandrijfwiel omvatten, een verschuif-20 baar op een vlak van hét aandrijfwiel gemonteerde kruiskop, een scharnierend -met de kruiskop -verbonden verbindingsarm die heen en weer beweegt over een door de afstand van het scharnierpunt van de verbindingsarm tot het rotatiemiddelpunt van het. «aandrijfwiel bepaalde slaglengte, en dat het transport-25 mechanisme een via een koppeling aangedreven transportrol omvat die tijdens élke *slag van de verbindingsarm in één richting wordt voortbewogen over een afstand die bepaald wordt door de lengte 'van de slag van de verbindingsarm.

7. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 2, 30 met het kenmerk, dat de het transportmechanisme aandrijvende middelen een wiel zijn, met een verschuifbaar op een vlak daarvan gemonteerde kruiskop, die een verbindingsarm over een door de positie van de kruiskop ten opzichte van het middelpunt van.het aandrijfwiel bepaalde slag heen en weer beweggt. 35

8. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het transportmechanisme^fxci een koppeling aangédreven transportrol omvat, een de transportrol in 8006579 -14- één richting in achtereenvolgende stappen roterende heen en weer gaande aandrijving en dat de instelbare middelen de grootte van de opeenvolgende stappen bepalen .

9. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een paar het lint van de afwikkelspoel opnemend kontaktvlak bepalende rollen en een ëën van de rollen in slechts één richting in een bepaalde mate van rotatie aandrijvend mechanisme teneinde de lengte te bepalen waarmee het lint telkens van de afwikkelspoel wordt afgetrokken.

10. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijvingsstangoverbrenging een aandrijfwiel omvat met een verschuifbaar daarop gemonteerde , kruiskop, middelen voor het vastzetten van de kruiskop in een vaste ingestelde stand ten opzichte van het middelpunt van het aandrijfwiel, en een op de kruiskop scharnierend gemonteerde verbindingsarm voor het aandrijven van de koppeling-rol.

11. Bedrukkingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de door de aandrijving aangedreven middelen een paar de ruimtelijke'baan-van het in een ruimtelijke baan bewegende gestel bepalende tuimelaars en een de aandrijvingsstangoverbrenging aandrijvend aandrijfwiel aan ëën yan de tuimelaars comvatten. 8006579