NL8006140A - Inrichting voor het optekenen van in elektrische signalen aanwezige beeld- en geluidinformatie op een beeldplaat. - Google Patents

Description

* „Λ -1- 21621/JF/jg

Aanvrager: BTS-Systementwicklungs GmbH, Berlijn, Bondsrepubliek Duitsland.

Korte aanduiding: inrichting voor het optekenen van in elektrische signalen aanwezige beeld- en geluidinformatie op een beeldplaat.

5

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opte-kenen van in elektrische signalen aanwezige beeldinformatie als half-toonbeelden, die op een beeldplaat in een reeks in een rond het middelpunt van de beeldplaat gelegde spiraal zijn aangebracht, alsmede voor het optekenen 10 van in elektrische signalen aanwezige, bij de hiervoor genoemde beelden behorende,geluidoptekeningen als een naast de reeks half-toonbeelden lopend geluidsspoor en van,het afspelen van de plaat,regelendeoptische stuursporen,' die eveneens met betrekking tot de spiraal van de half-toonbeelden rijn aangebracht

De elektrische beeld- en geluidsingangssignalen van de inrich-15 ting kunnen bijvoorbeeld uitgangssignalen van een filmaftaster, een videocamera, een televisie-ontvanger, een magneetbandaftaster of een overeenkomstige inrichting zijn, waarmee de opgeslagen informatie in elektrische signalen wordt omgezet.

Een dergelijke inrichting dient voor de vervaardiging van beeld-20 platen of de vervaardiging van een matrijs voor beeldplaten, die door een beeldplaat-afspeelinrichting uitgelezen kunnen worden.

Er is een afspeelapparaat bekend, waarmee een beeldplaat met een spiraalvormig aangebracht half-toonbeeldreeks door het projecteren van de beelden op een op de beeldplaat aangebrachte lichtgevoelige laag, 25 kan worden vervaardigd. Het uitgangsmateriaal is hier echter een strook-vormige film met een reeks van half-toonbeelden, bijvoorbeeld lopende beelden, die continu door een van een spleetdiafragma voorziene projectie-inrichting synchroon met een draaiing van de beeldplaten wordt geleid.

(Duits octrooischrift 2.427.428). Wanneer hierbij de bij de beelden beho-30 rende toon-en stuurinformatie voor de regeling van de beweging van de vervaardigde plaat bij het afspelen ervan op de plaat aangebracht dienen , te worden, dienen deze of in de te kopiëren film aan de inrichting op de met de beeldplaat overeenkomende plaats reeds aanwezig te zijn, óf dienen deze in een afzonderlijke proces te worden gekopieerd. Hierbij ontstaan 35 niet alleen moeilijkheden,, bij de exacte toevoeging aan de beelden, maar worden eveneens kostbare maatregelen voor een gescheiden belichting van de lichtgevoelige laag van de plaat noodzakelijk.

De uitvinding stelt zich ten doel een vereenvoudiging van de ft η n fi 1 a fl -2- 21621/JF/jg werkwijze voor de vervaardiging van een beeldplaat in één proces te ver^ schaffen door een enkele inrichting, waarbij op een lichtgevoelige laag op de bovenzijde van de beeldplaat een spiraalvormige reeks van halftoon-beelden wordt aangebracht en daarnaast en één of meerdere bij de beelden 5 behorende geluidssporen,een stuurspoor voor de regeling van de afspeel-snelheid van de plaat, een stuurspoor voor de compensering van ongewenste plaatbewegingen of trillingen in het vlak van de lichtgevoelige laag en een stuurspoor voor het compenseren van plaatbeweging, loodrecht op het vlak van de lichtgevoelige laag, waarbij de ingangssignalen elektrische 10 impulsen zijn en de beeld-,geluids-en stuursignalen telkens van verschillende impulsgevers kunnen worden afgenomen.

Als lichtgevoelige laag is niet alleen een dergelijke te begrijpen, waarin door lichtinval gewenste half-toonzwartingen veroorzakende reactie opgeroepen kunnen worden, maar ook een laag,* waarin door lichtin-15 val al naargelang de lichtintensiteit diepere of vlakkere metaalverdampin-gen optreden.

Ter realisering van de hierboven geschetste doelstelling en ter opheffing van het hierboven genoemde nadeel van de stand van de techniek, voorziet de uitvinding in een inrichting van een in de aanhef genoemde 20 soort, welke is gekenmerkt, doordat deze omvat: een RAM-beeld-toonregelge-heugen, waarin in een gewenste volgorde en regelsgewijs de de beeldinformatie en de tooninformatie vormende elektrische impulsen na analoog naar digitaal-omzetting tezamen met de in een vaste waardegeheugen aanwezige informatie voor de vorming van de stuursporen inschrijfbaar zijn, een laser, 25 waarvan de lichtstraal door een modulator ter modulering van de na een digitaal naar analoog-omzetting uit het RAM-beeld-geluidregelgeheugen gelezen informatie wordt geleid, een beweegbare omkeerinrichting, waarmee de gemoduleerde en de door deze omkeerinrichting omgekeerde en in een objectief gefocusseerde laserstraal op een lichtgevoelige laag gedurende het 30 inschrijven langs een regel kan worden geleid, en een draaischijf, die op een in het vlak van de draaischijf verschuifbare slede draaibaar is aangebracht, welke draaischijf een van een lichtgevoelige laag voorziene beeldplaat draagt, op welke beeldplaat de lichtstraal na de focussering ervan in het objectief voor het regelsgewijs inschrijven van de uit het RAM-35 beeld-geluidregelgeheugen gelezen > informatie is gericht.

De modulator kan een elektro-optische of een elektro-akoestische modulator zijn, de beweegbare omkeerinrichting een draaibare spiegel, een draaibaar prisma of een draaibaar spiegelrad.

8006140 £ ·Λ -3- 21621/JF/jg

Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding blijken uit de conclusies.

De inrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat de optekeningen op de beeldplaat met een aanzienlijke snelheid kunnen worden 5 uitgevoerd en dat deze niet slechts door half-toonbeelden door zwarting van de lichtgevoelige laag, maar óok door het uitdansen van materiaal kunnen worden gerealiseerd. Door het uitdampen kan een negatieve matrijs worden gerealiseerd, die voor het persen van transparante grijsniveaulagen van platen kunnen dienen of van doorzichtige platenlagen, waarvan de verdie-10 pingen met transparant van grijsniveauklaurpigment voorzien materiaal kunnen worden opgevuld.

In het hiernavolgende zal aan de hand van een uitvoeringsvoor-beeld van de uitvinding en onder verwijzing naar de tekening de uitvin-ding gedetailleerd worden beschreven, in welke tekening: 15 fig. 1 de inrichting volgens de uitvinding toont; fig.2a een aanvullende inrichting voor de inrichting volgens fig. 1 toont, bij toepassing van een. spiegelrad; fig. 2b dezelfde inrichting als in fig. 2a toont, echter bij een andere stand van het spiegelrad; en 20 fig, 3 een aanvullende inrichting bij de in de figuren 2a en 2b getoonde inrichtingen laat zien, bij het toepassen van een microscoop-objectief.

Aan de ingang 1 is beeldinformatie aanwezig, die regelgewijs met een uitleesinrichting uit een half-toonbeeld zijn uitgelezen, of van 25 een informatieopslagplaats of een magneetband afkomstig zijn en die in de vorm van in de tijd op elkaar volgende elektrische impulsen opgenomen en middels een analoog naar digitaal omzetter 2 als digitale signalen in een RAM-beeld-geluidregelgeheugen 3 worden ingevoerd. Daarmee afwisselend wordt bij ingang 4 geluidsinformatie, eveneens in de vorm van in de tijd 30 op elkaar volgende elektrische impulsen opgenomen en middels een tweede analoog naar digitaal-omzetter 5 overgebracht naar het beeld-geluidregel- , geheugen 3* Het verwijzingscijfer 6 geeft een ROM-vast-waardegeheugen aan, welke synchroon de informatie voor de vorming van de conètante stuur- 1 sporen naar het beeld-geluidregelgeheugen overdraagt. Deze stuursporen 35 zijn bij elk te beschrijven beeldplaat hetzelfde, bijvoorbeeld een voortdurende, frequentie-continu veranderde sinuskromme, als het de afspeel-snelheid sturende stuurspoor en rechte lijnen als de voor de compensering van de platenschommeling dienende stuursporen. In het beeld-geluidregel-ft ft A δ 1 Aft -4- 21621/JF/jg geheugen 3 worden in een lineaire reeks de afzonderlijke hiervoor besproken informatiegroepen na elkaar opgeslagen en daarmee aan een regel van een te verkrijgen beeld toegevoegd en wel in de volgorde, zoals deze in de plaat regelgewijs ingeschreven dienen te worden. Het beel’d-geluidgeheugen 3 5 representeert daardoor telkens een regel van het op de beeldplaat op te wekken totale beeld, die uit de delen van het half-toonbeeld dat in enkele kleuruitdrukkingen kan zijn opgedeeld en dergelijke voor de geluids-informatie en de afzonderlijke stuursporen bestaat.

Het verwijzingscijfer 7 geeft een laser aan. De van deze uit-10 gaande lichtstraal 8" wordt na doorgang door een deze parallelriehtende hier niet weergegeven condensor door de spiegel 9 naar een bekende elektro- ' optische of elektro-akoestische modulator 10 omgekeerd. Met deze wordt op de de drager vormende lichtstraal 8 de uit het RAM-beeld-geluidgeheugen 3 weer regelsgewijs opgeschoven signalen na omzetting in de digitaal naar 15 analoog-omzetter 11 gemoduleerd. De uit de modulator 10 uittredende gemoduleerde lichtstraal 12 wordt door een omkeerspiegel 13 op een afbuigin-richting 14 gericht, welke een draaibare spiegel kan zijn, waarvan de beweging in de tijd met het inschrijven van een regel overeenkomt en welke met de regelsprong terugdraait. De draaibare spiegel kan door een piëzo-20 elektrische inrichting 15 worden bekrachtigd. Door de draaibare spiegel wordt de gemoduleerde lichtstraal 12 gedurende het inschrijven langs een beeldregel geleid. De lichtstraal 12 wordt na omkering door de draaibare spiegel 4 vervolgens in een objectief 16 gefocusseerd en in een condensor 17 parallel gericht, zodat het enkele signaal nagenoeg puntvormig kan worden 25 ingeschreven. Na de condensor 17 kan in de stralengang een cilinderlens 18 met de in te schrijven regels loodrecht op de cilinderas zijn aangebracht, om de regels te verbreden.

Onder de uit de condensor 17 uittredende lichtstraal 12 en in een daarop loodrecht staand vlak is een draaischijf 19 aangebracht, waar-30 op een cirkel-en schijfvormige beeld-geluidplaat 10 met een lichtgevoelige laag 21 uitwisselbaar is aangebracht en wel zo, dat de op te tekenen regel telkens radiaal aan de beeldplaat verloopt. De draaischijf 19 is op een slede 22 aangebracht, die in de richting van de op te tekenen regel door een lineaire motor 23 kan worden geschoven. De draaischijf 19 35 kan door een verdere aan de omtrek ervan ingrijpende lineaire motor 24 in draaiing worden gezet. Door de combinatie van de door de beide lineaire motoren 23 en 24 opgewekte bewegingen, wordt een om het middelpunt van de vulplaat 20 gelegde spiraal bij het optekenen opgewekt, waarop de opge- 8 0 0 6 1 4 0 * * -5- 21621/JF/jg tekende regels radiaal zijn aangebraeht. Door een in de tekening niet weergegeven programmeerbare elektronische stuurinrichting van de de slede 22 verschuivende lineaire motor 23 kan de spoed van de spiraal ingesteld, respectievelijk veranderd worden. Door een verder, eveneens niet 5 weergegeven elektronische sturing van de lineaire motor 24, wordt de draaisnelheid van de platendrager gedarende het optekenen zodanig verandert, dat de hoeksnelheid ter plaatse van het optreden van de straal 22 steeds dezelfde blijft en daarmede steeds even grote beelden ontstaan.

De in fig. 1 weergegeven draaibare spiegel 15 beweegt zich in 10 een richting, welke onder een hoek van 45° staat met de daarop invallende lichtstraal 12, die dan over 90° wordt omgekeerd en deze daardoor parallel verschuift, om bij elke draaiing een regel op te tekenen. Gedurende de terugbeweging van de draaibare spiegel 15 dient de lichstraal 12 te worden onderbroken. Dit nadeel kan door de toepassing van een draaibaar 15 prisma of een spiegelrad worden vermeden, welk spiegelrad klein dient te zijn en een groot aantal facetten dient te omvatten. De doorgang van een hoek van een spiegelrad of van een prisma wekt echteer niet gewenst strooi-licht op en de lichtstraal 12 wordt in twee stralengangen van verschillende richting opgesplitst. Anders zou het ook hier noodzakelijk zijn,, de straal 20 12, bij doorgang van een hoek donker te schakelen, totdat de totale straal-doorsnede op het zich indraaiende facet invalt. Om ook dit, alsmede ook gering tijdverlies.te vermijden, wordt een spiegelinrichtlng voorgesteld, die in fig. 2a en 2b is weergegeven. Het daar weergegeven spiegelrad 25 keert met elk van zijn facetten de van modulator 10 en de omkeerspie-25 gel 13 invallende lichtstraal 12 op de lichtgevoelige laag 21 om en leidt deze langs de op te tekenen regel. Door het verwijzingscijfer 26 is een polariseringsschakelaar en door het verwijzingscijfer 27 een kalkspaat-kristal weergegeven, alsmede tussen het kalkspaatkristal 27 en het spiegelrad een stralenverdeler 28, welke onder een hoek van 45° met de as van de 30 daarop invallende lichtstraal 12 is uitgericht. Onder deze stralenverdeler- plaat in de richting van de door het spiegelrad 25 gereflecteerde straal t is een objectief 29 aangebracht, dat deze lichtstraal op de lichtgevoelige laag 21 focusseert. Met deze inrichting kan'’door het afbuigen van de lichtstraal 12 in het kalkspaatkristal 27 de telkens doordraaiende hoek 35 van Het spiegelrad 25 worden voorbijgesprongen.

In fig. 2a valt de afgebogen straal 12’ op het facet 30 van het spiegelrad 25 en wordt door deze middels een objectief 29 na een draaiing tegen de wijzers van de klok in op het punt z op de lichtgevoelige 8006140 -6- 21621/JF/jg laag gereflecteerd, hetgeen het einde van de daarop te tekenen, bij het punt a beginnende regel is. Bij het bereiken van dit punt z wordt de polariseringsschakelaar 26 bekrachtigd, waarna de nu niet meer afgebogen straal 12 onder overspringing van de spiegelhoek 31 op het facet 32 valt, 5 en door deze op het punt a, het begin van een nieuwe regel, wordt afgebogen, nadat intussen de draaischijf 19 ten opzichte van het punt a van de vooruitgaande regel over een regelafstand -verder gedraaid is.

Zoals fig. 2b toont, zal bij het verder draaien van het spie-gelrad 25 de niet afgebogen en gereflecteerde straal 12 op het punt x op 10 de lichtgevoelige laag gedraaid worden, dat in het midden van de op te tekenen regel ligt, waarbij het facet 32 met het vlak van de lichtgevoelige laag 21 parallel aan de te gereflecteerde straal 12 ligt. Op dit tijdstip wordt de polariseringsschakelaar vender bekrachtigd. De nu afgebogen straal 12 valt bij deze stand van het facet 32 eveneens precies op het 15 punt x, zodat bij een verder optekenen van de regel geen onderbreking ontstaan. De afgebogen lichtstraal 12' wordt dan verder langs de regel tot de stand gedraaid, die in fig. 2a is weergegeven. De omschakeling van de polariseringsschakelaar 26 treedt automatisch en synchroon met het einde van elke door het beeld-geluid-regelgeheugen 6 afgegeven regel, 20 alsmede bij het bereiken van punt x en kan door het vaste waardegeheugen 6 gestuurd worden. De draaiing van het spiegelrad treedt daarmee in overeenstemming synchroon en continu op. De optekening geschiedt op deze wijze '•zonder een enkele onderbreking bij de regel-sprong.

25 Een dergelijke inrichting is dan noodzakelijk, wanneer een snelle afspeelprocedure is gewenst en het spiegelrad dan ook met een groot toerental dient te lopen. In dit geval is een intermitterende straalleiding waarbij de straal bij terugleiding van de omkeerspiegel of bij doorgang van een hoek van het spiegelrad of prisma afgeschakeld dient te worden, 30 niet te dulden.

Dienen zeer kleine beelden opgetekend te worden, bijvoorbeeld , 2 in de grootte van 1 tot 2 mm , zodat hiervoor de toepassing van een microscoop noodzakelijk is, dan wordt hiervoor een inrichting vereist, zoals deze in het volgende aan de hand van fig. 3 is beschreven.

35 Als gevolg van de gescheiden parallelle leiding van de in het kalkspatkristal 27 niet afgebogen en de daar afgebogen stralengangen 12 en 121, is een te grote appertuur van het op de lichtgevoelige laag 21 afbeeldencie objectief noodzakelijk. Derhalve is het noodzakelijk de 8006140 -7- 21621/JF/jg belde stralengangen 12 en 12' voor het binnentreden in het objectief wederom te verenigen.

Dit is de reden dat in de iralengang naar het objectief 29, dat bijvoorbeeld een brandpuntsafstand van 35 mm een verder objec- 5 tief 34 met een brandpuntsafstand van bijvoorbeeld 90 mm aangebracht, waarbij het tussenbeeldvlak met het verwijzingscijfer 35 is aangegeven.

In de stralengang naar het objectief 34 is voorzien in een tweede kalk-spaatkristal 36, waardoor de straal 12' weer op de straalgang van de straal 12 kan worden teruggeschakeld, zodat slechts een enkele stralen-10 gang 12 het daarna geschakelde microscoopobjectief 37 '< bereikt, dat het telkens door de modulator afgegeven signaal puntvormig op de licht-gevoelige laag 21 afbeeldt.

Het valt bovendien binnen de omvang van de uitvinding, wanneer in plaats van^de lineaire motoren 23 en 24 stapschaicelmotoren worden toe-15 gepast. Evenzo blijft het binnen het bereik van de uitvinding, wanneer zowel beeld-als geluidinformatie in de gewenste volgorde bij de ingang 1 of slechts beeld-of slechts geluidinformatie bij één van de ingangen 1 of 2 worden ingevoerd.

-CONCLUSIES- 8006140

Claims (8)

1. Inrichting voor het optekenen van in elektrische signalen aanwezige beeldinformatie als half-toonbeelden, die op een beeldplaat in 5 een reeks in een rond het middelpunt van de beeldplaat gelegde spiraal zijn aangebracht, alsmede voor het optekenen van in elektrische signalen aanwezige, bij de hiervoor genoemde beelden behorende,geluidoptekeningen als een naast de reeks half-toonbeelden lopend optisch geluidsspoor en van , het afspelen van de plaat regelende,optische stuursporen, die even-10 eens met betrekking tot de spiraal van de half-toonbeelden zijn aangebracht, met het kenmerk, dat deze omvat: een RAM-beeld-toonregelgeheugen (3), waarin in een gewenste volgorde en regelsgewijs de de beeldinformatie en de tooninformatie vormende elektrische impulsen na analoog naar digitaal-omzetting tezamen met de in een vaste waarciegeheugen (6) aanwe-15 zige informatie voor de vorming van de stuursporen inschrijfbaar zijn, een laser (7), waarvan de lichtstraal (8) door een modulator (10) ter modulering van de na een digitaal naar analoog-omzetting uit het RAM-beeld-geluidregelgeheugen (3) gelezen, informatie wordt geleid, een beweegbare omkeerinrichting (15), waarmee de gemoduleerde en de door deze omkeerin-20 richting (15) omgekeerde en in een objectief (16) gefocusseerde laserstraal (12) op een lichtgevoelige laag (21) gedurende het inschrijven langs een regel kan worden geleid, en een draaischijf (19), die op een in het vlak van de draaischijf (19) verschuifbare slede (22) draaibaar is aangebracht, welke draaischijf (19) een van een lichtgevoelige laag (21) 25 voorzienen beeldplaat (20) draagt, op welke beeldplaat (20) de lichtstraal (12) na de focussering ervan in het objectief (19) voor het regelsgewijs inschrijven van de uit het RAM-beeld-geluidregelgeheugen (3) gelezen informatie is gericht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mo-30 dulator (10) een elektro-optische of een elektro-akoestische modulator is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de beweegbare omkeerinrichting (15) een draaibare spiegel, een draaibaar spiegelrad of een draaibaar prisma is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, net het kenmerk, dat bij 35 de inrichting van een spiegelrad (25) in de stralengang van de stralen (12) tussen de modulator (10) en het spiegelrad (25) een polariserings-schakelaar (26) en na deze een dubbelbrekend kristal (27) en na deze een onder een hoek van 45° met de stralengang van de stralen.(12) een stralen- 8006140 -9- 21621/JF/jg verdelerplaat (28) is aangebracht, waardoor de straal (12) onder een rechte hoek op de facetten (30, 32) van het spiegelrad (25) omkeerbaar is, waarbij de polariseringsschakelaar (26) dan omschakelbaar is, wanneer de in het kristal (27) afgebogen straal (12*) door een hoek (31) van het 5 spiegelrad (25) is bereikt en wanneer de niet in het kristal (27) afgebogen straal (12) loodrecht op een facet (32) van het spiegelrad (25) invalt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat na een eerste objectief (29) in een tweede objectief (24) en na deze een tweede 10 dubbel-brekend kristal (36) in de stralengang van de door het spiegelrad (25) gereflecteerde lichtstralen (12, 12’) is voorzi'en, alsmede in de stralengang van de lichtstraal (12), tussen het tweede dubbel-brekende kristal (36) en de lichtgevoelige laag (21) een microscoopobjectief (37) * is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat is voorzien in een lineaire motor (23) voor het verschuiven van de slede (.22) en een verdere lineaire motor (24) voor de draaiing van de draaischijf (19), alsmede in een stuurinrichting voor de regeling van deze verschuiving van de slede (22) en de draaiing van de draaischijf (19).

7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat in de stralengang van de lichtstraal (12) achter de condensor’(17) is voorzien in een cilinderlens (18) met een cilinderas, loodrecht op de regelrichting.

8. Inrichting volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de 25 lichtgevoelige laag (21) uit een onder inwerking van de lichtstraal (12) verdampbaar materiaal bestaat. Eindhoven, november 1980. 8006140 i